Regering op de gemaakte aanmerkingen na. Men heeft weder opgemerkt dal cr uitgaven zijn; die op de staatsbegrooting dienen voor te komen. Die quaestie is ook reeds dikwerf behandeld. De werkzaamheden der natuurkun- kundige commissie vorderen, gelooft Spreker, nog al uitgaven, en dienden mede op de staatsbegrooting voor te komen. AI hetgene de Oost voordeel aan den Lande aanbrengt, moet in de wet begrepen worden; ook ladingen apenrhinocerossen enz. mogen daartoe als Rijks eigendom gehragt worden. De Spreker vraagt inlichtingen wegens de restituliën aan de Nederlandsche Handelmaatschappij wegens in Indië gedane stortingen in de koloniale kas, wegens het schip de Pylades, dat in 1835 is vergaan, en waarvan in 1846 de zaak nog niet is afgedaan. De Spreker meent dat de verwikkeling van de staatswet der Oost-Indische geldmiddelen dient te worden opgeheven. Een zeer groot deel van de Overzeesche schulden is reeds hij de laatste conversie onder die van het Moederland opgenomen, ilij wonsehte ook nog het overige te doen verdwijnen. Hij vestigt de aandacht wijders op den stand der Neder- landsch-Indische wetgeving; hij acht hel een gevolg van hel autocratisch stelseldat men nog niets deswege weet. Voorts hebben de Hoeren van Goltstein StormLuybenvan Rosenthal Kniphorst en Hoffmann het woord gevoerd, onder welke de 3 eerst genoemden zich over do uitzetting van verschillende personen uit Indië, met name van Z. Hoog Eerw. den Bisschop Grooff beklagen. Z. Exc. de Minister voor Koloniën heeft hierna het ontwerp breedvoerig verdedigd. In de eerste plaats heeft Z. Exc. betoogd, dat de wijze, waarop thans het koloniaal batig slot wordt vastgesteld, de eenige is, welke in den tegenwoordigeu slaat van zaken kan worden aangenomen. Aan de Staats commissie worden alle mogelijke inlichtingen gegeven. Ten opzigtc van het muntstelsel geeft Z. Exc. onder anderen te kennen, dat het Indisch bestuur de kenbaar gemaakte inzigten van de Regering, be treffende het circulerend medium, niet gevolgd heeft, en dat dit nioeijelijke vraagstuk aan de beoordeeling van den Raad van State zal worden onderwor pen dat inmiddels de door den Gouverneur Generaal afgegevene wissels zullen worden gehonoreerd, maar niet meer dan waarvoor hij de waarde ter beschik king van het Departement van Koloniën zal hebben gestold. Ten aanzien van de Indische welhoeken verklaart Z. Exc., dat deze voor 1° Mei 1847 zul len worden afgekondigd, en met 1° Januarij 1848 in Indie van kracht zijn. Betreffende het gewigtige vraagstuk van Borneo verklaart Z. Exc., dat op dit oogenbtik nog nola's daarover tusselien de Kabinetten van 's Gravcnhage in Londen gewisseld worden, en dat hij uit dien hoofde daarover niet kan uitweiden; dal elke onderhandeling tusschen een' sterkere en zwakkere hare eigenaardige moeijelijkheden heeft. Reeds sedert lang zijn twee derden van Borneo door de Nederlanders bezet. Het komt der Ncderl. Regering voor, dat het tegen de bedoeling van het tractaat van 1824 zou zijn, indien Engel- schen bezit namen van het andere deel. Van den kant van Engeland wordt beweerd, dat het bedoelde eiland niet valt in de termen van dat tractaat; ntaar het heeft er bijgevoegddat er voor het oogenblik geen voornemen be staat om hetzelve in hezit te nemen. Z. Exc. vertrouwt, dat Engeland zich aan deze verklaring zal houden Wat het vraagstuk van kerkdijken aard betreft, Z. Exc. had gewenscht, dat dit in deze Kamer onaangeroerd ware gebleven. Nu echter ineent bij dienaangaande te moeten opmerken, dat niet uit het oog verloren moet wor den, dat do drie voornaamste eilanden onzer Oost Indische bezittingen be woond worden door millioenen Mahomcdanenwelker onverdraagzaamheid steeds door hunne priesters wordt aangevuurd, en om welke in rust te hou den, men zelfs den schijn moet vermijden van godsdienstige hekceringen te willen bevorderen - dat de Regering sedert meer dan twee ecuwen dit be ginsel vasthoudende, de bedienaars der Christelijke ecrediensten in die oorden gelijk heeft geacht met hare ambtenaren, en op deze wijze waarborgen heeft gevorderd, dat de voor het behoud van die hoogstbelangrijke volkplantingen zoo onvermijdelijke rust nooit in de waagschaal mogt worden gesteld dat de Regering nog geene bepaalde uitspraak heeft gedaan, maar overtuigd is geworden, dat de botsing ook in Rome een pijnlijken indruk heeft gemaakt; dat de Regering in Indië, even als elders, de godsdienstige vrijheid wil en zal handhaven, maar van het eenmaal aangenomen hoofd-beginsel niet kan afwij ken, zonder de rust en het behoud van de volkplantingen op het spel te zet ten; dat zij daartoe moet weten, welke de bedienaars zijn van de onder scheidene godsdienstige gezindheden, en wat zij verrigten, en dat hij, Minis ter, eerder zijne betrekking zal ncderleggen, dan van het vasthouden van dit beginsel afstand doen. Bij hoofdelijke omvraag is het ontwerp aangenomen met eene meerderheid van 27 tegen 13 stemmen. Tegen hebben gestemd de Ileeren van Ryckevor- sclKniphorst, Duymaer van Twist, LuzacLuyben, de Moncliy, van Sassc van YsseltHoffmanNap, van Panhnvs, van Goltstein, Storm en van Ro senthal. In de heden avond gehouden Zitting van de Tweede Kamer der Staten Generaal, is ingekomen een Koninklijk Besluit, waarhij, op voordragt van Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken van den 28sten October, de lieer Strens, op zijn verzoek, wordt ontslagen van zijn' eed als Lid der Ka mer, en waarbij ten gevolge van het ontslag van dien Heer, en van het over lijden van den lieer Michiels van Verduynende Provinciale Staten van Lim Wij vinden juist heden in het Journal des De'bats een brief van Henry Wise, Agent van Brooke, waarin gemeld wordt dat hij tijding bad van dezen tot 31 Augustus 11., en schrijft dat Sir Cochrane bezit van liet eiiand Laboan zal nemen ingevolge de van Lord Palmerston ontvangene bevelen-, en dat alles zoo met dcu Sullan geschikt was, dat Engeland geen hin derpalen zal ontmoeten, zoo het zich onverwijld op dit belangrijk plint wil vestigen. burg tegen den 10Jcn bijeengeroepen worden, om twee Loden der Kamer te verkiezen. Aangenomen voor kennisgeving. Daarna is men overgegaan tot de zamenstelling eener lijst van drie candida- ten, waaruit Z. M. eene keuze zal doen, tot vervulling der opengevallen he irekking van Raadsheer bij den Hoogen Raad. Tot stemopnemers noodigt de Voorzitter uit, de Heeren Verwey Mejan, Schooneveld, Faber van Riemsdijk en Hoffman. Tot eersten candidaat wordt dadelijk bij de eerste stemming gekozen de Heer Mr. P. A. van Steenbergen, Raadsheer in het Provinciaal Geregtshof van Overijssel, inet 34 tegen 2 stemmen, waarvan de Heeren van Steenbergen, Advokaat te Zwolle, en Modderman ieder ééne op zich vereenigd hadden. Voor den tweeden candidaat hebben er twee stemmingen plaats gehad. Bij de eerste stemming bekomen de Heeren de Graaff' 13, Modderman 17, Strens en Byleveld elk 2 stommen en Kronenberg en Westenberg elk ééne stern. Bij de tweede stemming vereenigen zich op de Heeren Modderman 24, de Graaff 12 stemmen, en Kronenberg céne stem, zoodat de Heer Mr. H. J. H. Modderman, Lid der Kamer en Kantonrogtcr te Winschoten, als tweede can didaat op de lijst zal worden gebragt. Tot derden candidaat wordt dadelijk met 22 tegen 15 stemmen gekozen de Heer Mr. A. van de Graaff, Raadsheer in bel Provinciaal Geregtshof van Overijssel. De overige stemmen waren aldus verdeeld: de Heeren Strens 7, Kronenberg 6 stemmen, Westenberg en Rylc- vcld elk ééne stem. Die lijst zal aan 7.. Al. worden aangeboden door eene commissie van acht le ien, beslaande uit de Heeren stemopnemerswaarbij zich zullen voegen de Ileeren: van Goltstein, van Rijckevorsel, de Monchy en Nederburgh. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, is de Zitting lol nadere bijeen- rocpiug opgeheven. UTRECHT, 3 November. De Provinciale Stalen vari dit gewest hebben de volgende nominatie ge maakt voor den post van Griffier der Stalen, welke betrekking vacant is door het overlijden van den Heer Mp. J. de Koeh lste candidaatMr. C. W. Morrees Griffier hij de Arrond.-Reglbank te Amersfoort; 2de Jlir. Mr. J L. Rain Subslit.-Griffier hij de Anond.-Regthank alhier, en 3lle Jlir. Mr. C. T. van der Bruggen van Lauwenreeht, Kaïitonregler te Loenen. ARNHEM, 2 November. Op de vette veemarkt alhier werd heden niet zoo veel vee ter verkoop aan- gebragt als zulks voorgaande jaren het geval was, hetwelk men toeschrijft aan de belangrijke opkoopen welke er sedert eenigen tijd in deze streken hebben plaats gehad. De verkoop was insgelijks minder belangrijk, doch de prijs blijft niettemin hoog, voor koeijen van 300 Ned. 'tÈ cn daarboven werd nog 35 tot 45 cis. per Ned. ffi besteed, terwijl het vee van mindere zwaarte tegen gcringeren prijs koude worden gekocht. KAMPEN, 31 October. Laatstleden Donderdag kwam deze stad door een veertigtal landverhuizers uit den omtrek van Winterswijk alle welgestelde lieden. Reeds 900 perso nen hebben die streken verlaten en staan door nog een veel grooter getal gevolgd te worden. MIDDELBURG, 3 November. Men verneemt, dat de besmettelijke longziekte zich dezer dagen in de ge meente Biervliet, onder de runderen van den landman J. B. de Vos heeft geopenbaard. De eerste provinciale veearts, de Heer J. van Hertum, heeft, op last van den Staatsraad Gouverneur dezer provincie deswege een onder zoek bewerkstelligd. Dadelijk zijn de meest gepaste maatregelen verordend, om deze voor den veeman zoo noodlottige ziekte op den genoemden stal te dempen en de verdere verspreiding derzelve in dit gewest te voorkomenen daar deze veeziekte, welke in de andere gewesten onzes vaderlands zulke schrikbarende verwoestingen aanrigt, zich in de laatste acht jaren nu reeds zeventien malen in de onderscheidene districten dezer provincie heeft vertoond, en dezelve bereids zestien malen door dc allezins gepaste maatregelen door den veearts van llertumin zijne bekende Verhandeling over de Long ziekte voorgesteld, is gestuit geworden, zoo heeft men alle reden om zich, onder den zegen des Allerhoogsten, ook ditmaal met een even gunstigon uit slag te mogen vleijen. 's HERTOGENBOSCH, 3 November. De Commissie in 1840 benoemd tot daarslelling van een ontwerp van ver beterde uilwatering door een kanaal van Grave naar Geertruidenbergwelke op den 21 en 22steD October jl. wederom is vergaderd geweest, ten einde de destijds gemaakte plans en begrooting te herzien en zoo mogelijk op eene mindere schaal te herleiden heeft uit haar midden eene sub-commissie be noemd, ten einde die vereenvoudigingen in het bestaande ontwerp te bren gen welke dat nuttige werk zoude gedoogen. Wij beschouwen hel hier als een gelukkig voorteeken, dat juist die sub- commissie uit dezelfde ervaren mannen bestaatwelke de ontwerpers van het eerste plan zijn met den meesten ijver is dan ook dat werk door hen opge nomen en het sedert jaren door het water geteisterde Noord-Brahand heeft mitsdien het vooruitzigtdat binnen korten tijd die Heeren aan de hoofd commissie een voldoend nieuw ontwerp zullen aanbieden, met welks bespoe- diging en aannemelijke eindregeling zij dc dankbaarheid van de inwoners dezer provincie zullen verwerven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 2