BÜITEiNLAjNDSCHE BERIGTEN. Nederland in 'l li rede wordt betoogd. Aan 't hoofd der ondertekenaren staat 5K. p. W. Alstorpbius Grcvelink, Lid der Regtbank alhier, die zich ook door ecnige uitgegeven geschriften als ijverig voorstander van het thans elders meer en meer veldwinnend beginsel van handelsvrijheid beeft doen kennen. GRONINGEN27 October. In den nacht van Vrijdag op Zatürdag is er brand ontstaan in de boeren behuizing van en bewoond wordende door den landbouwer Hemmengate Ekamponder Finsterwolde. De bewoners lagen te beden zijn eerst ont waakttoen het vuur reeds de overhand had. Niet in het minst is er kun nen worden gered; al het te huis zijnde koren, waaronder 40 mudden ge- dorschte haver, welke ter verkoop gereed lagen, benevens 10 stuks koeijen 2 paarden en 4 varkenszijn eene prooi der vlammen geworden. Door de langdurige droogte was er geen water aanwezig, zoodat aan blusschen niet was te denken. Alleen het huis was voor ƒ1,400 vcrwaarborgdterwijl de de schade op ongeveer ƒ4,000 wordt geschat. WEST-INRIE. Betrekkelijk de eilanden Curasao, Bonaire, Aruba, St. Martin (Nedcrlandsc.il gedeelte), St. Kus tat i us en Saba, ontleenen wij uit de Staatscourant de vol gende berigten over 1845. Curasao, de zetel van het bestuur dezer eilanden, sedert de administrative afscheiding van Suriname, bestaat hoofdzakelijk van den doorvoerhandel, de veeteelt, de scheepstimmerwerven en andere takken van nijverheid. De voort brengselen van den landbouw strekken meestal voor de eigen beboetten. Als stapelproduct is zout het hoofdartikel van uitvoer; het wordt in groote hoe veelheid en van uitmuntende hoedanigheid geleverd. Sedert 1837 zijn onderscheidene nieuwe takken van landbouw en nijverheid, op het voorstel en door de ijverige bcmoeijingen van den Baron van Baders ingevoerd. Deze worden met ijver voortgezetzoowel op Curasao als op de nabijgelegene eilanden Bonaire en Arubadie met de hoofdplaats ócne admi nistratie uitmaken. De nopal-cultuur voor de cochenilleleelt, op Curasao aangevangen en op de heide andere eilanden voortgezet, heeft hare voornaamste uitbreiding op Bonaire verkregen. De opbrengst, in 1844 slechts 502). pond bedragende, is in 1845 geklommen tot 2406) pond en is in 1846 geraamd op 9000 pond. Het etablissement Guatemala op Bonaire heeft in 1845, van eene oppervlakte van 2i bunder, bevattende 14500 nopalplanten in twee inzamelingen opge leverd eene hoeveelheid van 1644 pond cochenille, welke is verkocht voor 4,389.99. Ook op deze cultuur oefent de langdurige droogte, eigen aan het climaateen nadeeligen invloed uit. Door het stelsel van groene bemes ting wordt daaraan te gemoet gekomen. De aloë als een oorspronkelijk voortbrengsel van die eilanden aan te mer ken omdat dcz'lve aldaar, ongeacht de droogte, welig tiert, is eerst sedert het opgemclde tijdvak voor den handel benuttigd, en beeft in 1845 opgele verd 21,000 pond hars. Zij vindt eene gereede markt in Engeland en in Noord-Amerika. De zout-werken voor Gouvernements-rekening hebben vooral te Bonaire eene aanzienlijke uitbreiding bekomen, de geldelijke opbrengst in 1845 is geweest 23,307terwijl de uitroer van Curasao heeft beloopcn 37,201 vaten. Voorts wordt met ijver voortgezet de aanplanting van de moringaplant ter bereiding van eene kostbare olie, bekend onder den naam van hehen-ohe; het pita-vlas, ter bereiding van touwwerk; en de watapana-peulals dienstig voor de leerlooijerijrn. De doorvoer-handel is in levendigheid toegenomen en draagt het meeste hij tot de welvaart van Curacao. In het algcloopen jaar hebben 530 vaartuigen die haven bezocht, metende te /.amen 20,765 tonnen. Daaronder waren 4 schepen van Amsterdam en een van Liverpoolde overige waren van Noord- Amerika en van de West-Indische havens, onder vèrschillcnde vlaggen va rende. De veestapel was aldus zamcngesteld Curacao Bonaire Aruba Paarden 295 8 54 Ezels. 1802 124 412 Hoornvee 2471 109 137 Schapen 31,365 885 3272 Geiten 17,702 4234 5330 Varkens 447 28 18 De veredelde schapenteelt gaat, hoezeer langzaam, vooruit, inzonderheid bij de Gonvérnements-kudde op Bonaire, die op ultimo 1845 bestond uit 595 stuks. De daarvan verkregen wol is goed. Het eiland S'. Martin is nagenoeg in twee deelcn verdeeld, waarvan de eene helft aait Nederland en de andere aan Frankrijk behoort. Van het eene ge deelte is Philipsburg de hoofdplaats. Dit eiland levert, behalve artikelen voor de consumtie, eene matige hoe veelheid suikerrummclassic en zout voor den uitvoer op. Kr bevinden zich 18 suikerplantagicn en 26 kost- en kweekgronden. De suikerbouw is ten gevolge van aanhoudende droogte in de laatste jatcn zeer acliterilit gegaan. De opbrengst daarvan heeft in 1845 bedragen 426,736 'li' suiker, 7387 gal lons rntn en 7837 gallons melassie. Het volslagen gemis van regens maakt de vooruitzigten van den volgenden suikcroogst zeer ongunstig, hetgeen echter zal vergoed worden door eene evenredig vermeerderde inzameling van zout. S'. Euslatius, heeft eeue geringe oppervlakte, cn de bergachtige landstreek is minder geschikt voor den landbouw. Door de verlegging van den handel is deze plaats in verval geraakt en gaat meer en meer achteruit. Nu en dan hezoeken de Noord-Atnerikaansche walvisehvangers het eiland, voor het overige bepaalt zich de handel tot den aanvoer van artikels voor verbruik, en de uit voer van een weinig suiker en jams (eene soort van aardvruchten). De oogst is in bet afgeloopen jaar redelijk geweest, doch het vooruitzigt voor den volgende geringten gevolge van aanhoudende droogte. Saba bestaat uit eene enkele hoog uit de baren rijzende rots, en biedt zeer onbeduidende gelegenheid aan voor den landbouw, en de bevolking leeft dan ook hoofdzakelijk van de vischvangstwaarvan het aan de naburige koloniën in ruil verstrekt voor artikels van consumtie. De bevolking dezer eilanden bedroeg onder ultimo 1845 als volgt Curacao Bonaire Aniba S. Martin S.Euslatius Totaal. Slaven mannelijke 4190 579 1004 441 270 6484 vrouwelijke 5526 565 1067 501 428 8137 mannelijke 2681 313 247 715 500 4456 vrouwelijke 2943 352 303 931 500 5029 15340 1909 2621 2588 1698 24156 De bevolking van Saba wordt berekend op ongeveer 1,500 zielen, vrijen cn slaven. Geene juiste aanwijzing der getallen bezittende, hebben wij die niet in dezen staat kunnen opnemen. Ook ten aanzien van de slavenbevolking van Sl. Euslatius missen wij de juiste aanwijzing der geslachten en hebben daarom van ieder de helft genomert hetgeen niet verre van de ware verhou ding zal afwljkch. TITRRYE. CONSTANTINOPEL, 7 October. Onlangs was in Wallachye eene zatnenzwering ontdekt, ten doel hebbende, om de Kegering omver te werpen. Ook zouden zicli onder de Christenbevol king van Bosnië, Albanië en de Ilerzogewina voorboden van ecnen algcmccnen opstand vertoonen, die echter door de Turksche gezaghebbers niet bemerkt of in den wind geslagen werden. Zoo men wil zou de voormalige Vorst van Servië, Michael Obrenowitsch, zich aan het hoofd der beweging stellen, SPANJE. MADRID19 October. Het Genootschap van Koophandel alhier heeft gisteren een' maaltijd aan den Heer Cobden gegeven liet hoofd van het Handels-Genootschap in Engeland cn den man aan wien dat land thans den vrijen graanhandel te danken heeft. Daarbij is geblekenhoezeer ook bier liet stelsel van vrijen handel overwigt verkrijgt. De Heer Cobden beeft de volgende aanspraak in liet Engelsch gehouden, daar de meeste aanzittenden die taal verstonden: aflet belang van den vrijen handel doet zich niet uitsluitend of bijzonder in het eene of andere land gevoelen, dit belang bestaat bij alle natiën, die dc beschaving en het weizijn ter harte nemen. Waar zou ik derhalve meerdere overeenstemming met mijne gevoelens kunnen verwaehlen dan in dit door luchtig middenpunt van het Iberisch Schiereiland. De handelsvrijheid kan aan geen land voordceliger wezen dan aan Spanje, in geen ander land heeft de natuur zich zoo mild betoond in het voortbrengen van waren, welke an dere natiën tegen de voortbrengselen van hunne handenwerk of nijverheid ver langen in te ruilen. Het zou oveibodig zijn u te herinneren, dat alle handel bestaat in bot tegen elkander ruilen van goederen van gelijke waarde, en dat de natie, die verlangt uit te voeren, ook tevens dient in te voeren. «Dit neemt niet weg, dat er in alle lauden mensehen zijn, die beweren, dat men moet trachten al wat men benoodigd heeft, binnen dc grenzen voort te brengen, om alz.oo onafhankelijk van liet buitenland te wezen. Maar bijaldien zoo iets met liet doel der Voorzienigheid hadde gestrooktzoo zou zij dc wereld naar een ander plan hebben ingerigt, en aan alle landen dezelve voordeelen van warmte en van grond gelijkelijk hebben toebedeeld. Mijn land, bij voorbeeld, zou zich hebben zien begunstigen met wijn, olie, vruchten, zijde en andere voortbrengselen die aan hetzelve ontzegd zijn en wederom andere landen zouden zich in het bezit hebben bevonden van ijzer- of steen kolenmijnen, zoo als iriijn land, hetwelk, als bij vergoeding, daarmede zoo rijk begiftigd is. Maai' neen, de Voorzienigheid heelt wijselijk aan elke breedte, hare bijzondere voortbrengselen toegekendopdat de natiën elkander wederkeer!;; zouden kunnen voorzien vaii hetgeen haaf nuttig of aangenaam zou kunnen wezëri, cn opdat zij zusteilijk én vriendschappelijk in vrede zou den verkcereh. Ik stel vast mijne Heereildat deze groote natie eerlang haren handel zal ontheffen van de belemmeringendie de nijverheid onzer landgenooten aan handen houden. Het zij mij veroorloofd eene merkwaardige gebeurtenis uit uwe jaarboeken aan te halen. Het is ineer dan drie eeuwen geleden dat een groot man uwe kusten verlietom een nieuw werelddeel te gaan ontdekken, welnu, men besehuldige mij niet dat ik den roem van Columbus wil verkleinen, wanneer ik beweer dat de staatsman, aan wicn Spanje den vrijen handel tc danken zal hebben, mijhs bedunkens aan zijn land grooter cn duurzamer voordcelen verzekeren zal, dan liet schiereiland im mer uit de ontdekking van Amerika gelrokken heeft. Het vernuft van Co-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 3