TURK YE. CONSTANTINOPEL2 September. De oudheidkundige onderzoekingen van den Ileer Botta in den omtrek van Mossoul zijn zeker de gewigtigste waarop de geleerde wereld zich sedert lang kan beroemen. De Fransche Regering heelt dan ook 750,000 fr. toegestaan ter overbrenging dezer aloude overblijfselen in het Museum van Frankrijk. Die ontdekkingen hebben den weg gebaand tot nieuwere. Geen van beide zullen nutteloos zijn voor de geschiedenis der Godsdienst en der Wetenschap; zij zullen dienen om eenig licht te verspreiden over eene der duisterste tijd vakken der geschiedenis, ter opheldering van eenige zinsneden bij de Profeten, en misschien leveren zij ons nog eenige nieuwe bouwstoffen voor de geschiede nis van Gods volk. De Heer Layard is de Heer Botta opgevolgd en is nu niet te Khorsabad maar in de nabuurschap te Nimroud bezig. Het is reeds bijna een jaar geleden, dat hij zijne opgravingen heeft begonnen, en heeft nu een prachtigen tempel ontdekt, die even als die te Khorsabad een prooi der vlammen schijnt geweest te zijn. Dezer dagen had hij reeds vijftien vertrekken ontdekt en 250 steenen met half verheven beeldwerk er uitgenomen. Voor de kennis der plaats behoeft men slechts Xenophon te raadplegen. Hij zegt dat de Grieken aan de boorden van den Tiger de bouwvallen van Larissa, eene stad der Meden, hebben ge vonden waar eerie groote pyramide was. Deze beschrijving past volkomen op voornoemde bouwvallende afmetingen door Xenophon gegevenbeant woorden aan die der bouwvallenen de afstand van de rivier de Zab, waar van hij spreektis ook nagenoeg dezelfde, alleen de Tiger die voorheen langs de muien der stad liep, heeft zijne oude bedding verlaten; zijnde thans op anderhalve mijl afstand van de bouwvallen. De Heer Rawlinson, Engelsch Consul te Bagdad, en andere bevoegde beoordee laars, houden Nimroud voor het oude Ninive, hoofdstad van hel rijk van Assyrië dat onder Sardanapalus een einde nam. Veel pleit er voor dit gevoelen. De over- leveringen hebben in het Oosten vooral voor de ligging der plaatsen groot ge- wigt, en deze beschouwen eenstemmig Nimroud als de eerste stad van Assyrië, terwijl de bouwvallen die tegenover Mossoul liggen en die men Nineveh j noemttot eene vroegere stad schijnen behoord te hebbenen ten aanzien van de overblijfselen niet met die van Nimroud te vergelijken zijn. De Majoor Rawlinson houdt zich thans bezig met de ontcijfering der ont- j dekte opschriftenalle in wigvormige karakters. Een onlangs ontdekt halfverheven beeldwerk, levert eene volledige geschiede- t nis van de oorlogskunst hij de Assyriërs, en bewijst dat al het oorlogstoestel en J de stormtuigen van de Grieken en Romeinen reeds bij hen in gebruik waren. 5 Dit stuk beslaat een muur van eene zaal van 150 Nederl. ellen lang en 30 I breed en maakt een gedeelte uit van afbeeldingen van veldslagenbelegeriri- S gen en leeuwenjagten. Het grootste deel dier kostbare overblijfsels zijn nog zeer gaaf en kunstig bewerkt. De groote zaal heeft vele uitgangenalle door gevleugelde leeuwen of stieren gevormd in kamers uitloopende die weêr in andere kamers uitko men. De kamers zijn met groote platen bekleeddie met opschriften bedekt zijn. Men weet dat de Majoor Rawlinson er reeds in geslaagd is, om de opschriften in drie talen van het graf van Darius te Persopolis, dat de namen bevat van al de aan Persië schatpligtige landen, te ontcijferen. IJ S Li AIV D. 26 Augustus. Sedert menschen geheugen had men alhier geen onaangenamer weder gehad. Stortregens en onweder wisselden zich onophoudelijk af. De mazelen en huik loop hadden bijna een vierde der bewoners ten grave gesleept, vooral op de kustenhetgeen den landbouw en inzonderheid der visscherijdie anders overvloedig zou zijn geweest, grootelijks had gestremd. Het ongunstige weder had ook de buitenlandsche geleerden verhinderd om onderzoekingen op den Ilecla te doen zij zouden nu den winter alhier doorbrengen om zulks alsdan te bewerkstelligen. Gisteren middag heeft er eene onverwachte en hevige uitbarsting van dien berg plaats gehad in den beginne van verscheidene schokken van aardbeving verzeld. Zij duurde 40 minuten de vlammen hadden eene ontzaggelijke hoogte en den ganschen omtrek van den vuurspuwenden berg was met eene dikke laag asch bed kt. De tijdingen der Feroë-eilanden zijn even bedroevend wat de voornoemde ziekten en het weder betreft, en de veenderijen de eenige brandstof dier eilan den, waren alle ondergeloopenzoodat men ze dit jaar niet kon bewerken. ITALIË. ROME, 19 September. De Paus heeft de Delegaten Rossi en Piccidie zich onbetamelijk tegen bunne onderhoorigen hebben gedragen, teruggeroepen en van hunDe geestelijke waardigheden ontzethun slechts den blooten titel van Abt latende. Een soldaat heeft onlangs den Paus een hrood aangeboden van zeer slechte hoedanigheid, daarbij voegende, dat de galei-slaven nog beter brood aten. De H. Vader vraagde hemwaarom hij zich niet deswegens tot zijne bevehebbers had vervoegd, en hij antwoordde, dat zij hem naar den fourrier hadden verzonden maar dat deze hem grovelijk had afgescheept. Des anderen daags liet de Paus den minister van oorlog ontbieden en na eenige oogen- blikken onderhoud, verzocht hem Z. Heiligheid een ontbijt van hem te willen aannemen en dadelijk daarop bragt men een bord, waarop zich het brood des soldaats bevond. De minister verbleekteen de Paus zeide hem toen met hoogen ernst: «Waarom eet gij niet?... Gij vindt voorzeker dit brood al te slecht, en intasschen is dit het hrood, hetwelk men mijnen soldaten geeft!" De minister antwoordde, dat hij niets daarvan wist; maar de Paus antwoordde hem: «Maar ik, ik weet het; ik weet, dat de klaglen van den soldaat niet gehoord wordenomdat al de officieren omgekocht zijnDe minister verwijderde zich in de grootste ontsteltenis, en er werd een geregte- lijk onderzoek bevolen. De vriend van den graaf N die het brood had doen uitdeelende fourrier en de bakker werden in hechtenis genomen en naar het kasteel St.-Angelo overgebragt. Men deelde vervolgens aan eiken soldaat vier bajoqui uit, om, tot op nader order, zich zclven brood te koopen. Ten gevolge van de laatste aardbevingen in de Maremmen van Toscane, zijn meer dan 8,000 menschen aan den bedelstaf gebragt. De Groot-Hertog heeft alle geteisterde plaatsen tot 1848 van alle belasting vrijgesteld bouw stoffen worden ook vrij van belasting in de vrijhaven van Livorno aan allen die ze noodig hebben, afgeleverd. De Groot-Hertog, die overigens tot een' der rijkste vorsten van Europa behoort, zal zonder het land met staatsschul den te belasten, de verwoeste plaatsen voor eigene rekening doen opbouwen. PKIISSKV. BERLIJN, 27 September. Het Rpgeringsblad spreekt het door de bladen verspreid gerucht tegen als zou de Regering toegestaan hebben, dat op het eiland Nonnenwerth een Nonnenklooster zou gesticht worden, daar die toestemming zich alleen bepaald zou hebben tot het oprigten van een Ziekenhuis, toevertrouwd aan de zooge naamde Zusters van Barmhartigheid, maar waaromtient nog geen besluit ge nomen is. HAMBURG. 24 September. Heden is met groote plegtigheid de eerste steen gelegd van de nieuwe St. Nicolai-kerk, welke gebouwd wordt in de plaats van die, welke bij den nood- lottigen brand van 1842 vernield is geworden. De nieuwe kerk zal in zooge naamd gothischen stijl gebouwd worden naar de plannen der Engelsche bou w- meesters Scott en Moffat, eene lengte van 296' voeten en aan het west-einde eenen toren hebben van 440 voet hoogte. De kosten daarvoor zijn berekend op 1,100,000 mark banco, waarvan men rekent een groot gedeelte te zullen ontvangen door de wekclijksche bijdrage van een schelling, waartoe een groot aantal burgers zich hebben verbonden, wier namen, op eene 666 voet lange pergament-rol geschreven, in den grondsteen opgesloten zijn. Tot dusverre hebben die wekclijksche bijdragen ruim 230,000 mark opgebragtterwijl van buiten 's lands omstreeks 200,000 mark tot hetzelfde einde zijn ontvangen. FR AAKFORT. 27 September. Gisteren namiddig heeft de eerste vergadering van Duitsche letterkundigen hare laatste aigemeene zitting gehouden. Grimm Junior heeft in die zit ting eene schitterende redevoering gehouden over de zoo hoogst wenschclijke vaststelling van een wetboek, dat voor alle Duitsche Staten gemeenschappe lijk en naar de grondstellingen van Duitsch regt en Duitsche gebruiken vervaardigd zoude zijnen over de evenzeer wenschclijke zuivering van de fraaije Duitsche taal van de vermenging van vreemdtalige uitdrukkingen. Bij het sluiten van de zitting deed de Voorzitter, Jacob Grimm, het voor stel om ook de tweede jaarlijksche Vergadering in eene vrije stad te hou den en wel in Lubeck. Het voorstel werd met aigemeene stemmen aangenomen. De vergaderingen der Duitschers zullen jaarlijks" plaats hebben en ongetwijfeldkrachtdadig medewerken tot de vervulling van de groote taak, welke de Voorzienigheid ons vaderland thans schijnt te hebben opgelegd: namelijk tot de waarachtige, duurzame versterking van het nationale bewust zijn. De wetenschappelijke verhandelingen dier vereeniging wisselden met genoegens van anderen aard al, welke aan de geëerde gasten werden aange boden. Zoo werd er, op den avond van den 25slc", in de zaal der loge Socrates, door de Caecilia-maatschappij een concert gegeven, en eene tweede gisteren avond door den Liedcrkranz in de Weideribusch-zaal. Heden namid dag zal, in het laatstgenoemde lokaal, eene groote maaltijd plaats hebben, ter eere van do met de meeste gastvrijheid ontvangene geleerden. E\GE LAAD. LONDEN, 28 September. In 1845 is uit ons land gevoerd eene hoeveelheid van 678,415,730 ellen wit katoenvoor eene waarde van 9,661,014 sê; 413,270,289 ellen gedrukte katoenen, voor eene waarde van 8,368,794 De geheele uitvoer van ka toenen goederen en garen van Engelsch en Iersch fabrikaat beliep 26,119.331 waarvan naar Holland voor 1,842,266 naar Java, Sumatra, enz. voor 409.224 naar China voor 1,735,141 naar Brazilië voor 1,429,509 naar Rusland voor 1,073,599 enz. Men meldt, dat alhier eene groote hoeveelheid valsche halve sonvereinen in omloop zijn gehragt. Zij zijn zoo behendig nagemaakt, dat het bijna niet mogelijk is, ze van de echte te onderscheiden. FRAAKRIJK. PARIJS, 29 September. In het departement van den Aveyronwerd in de gemeente Firmi, den 13<>cn dezer de volgende ontdekking gedaan: Deze gemeente, die 1,500 zielen lelt, ligt op eenen grond, onder welken een steenkolenmijn bearbeid wordl. Een inwoner had in zijn huis een' put, uit welken hij dagelijks, zoo hij zeide, het water, dat hij behoefde, door eenen werkman naar boven deed brengen. Op zekeren dag dat die werkman in den pat geklommen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 3