LEYDSCHE
COURANT
N°. 117.
i84a
WOENSDAG, 30 SEPTEMBER.
BINNENLANDSCUE BERIGTEN.
BUI TEN LA N DSC DE BE BI G TEN
Vrijdag uitgegeven,
uit Zaturdag avond.
Do Prys der Courant is f 13 in het fnat
de afzonderlijke nommers worden tegen lil
Centen afgegeven.
LEYDEN, 29 September.
Voor de Schoenmakers Weduwe met hare Kinderen is nog bij de Redactie
ontvangen, van D. S.een Coupon groot ƒ2.471-. Van H. ƒ1.—. Van
een onbekend Ingezeten der Stad, een Coupon groot ƒ1.23^..
De namen der schepen van de Landings-divisie onder bevel van den
Kapitein-Luit. ter zee A. J. de Smit van den Broeeke met opgave van het
geschut en de bemanning vinden wij in de Staats-Courant van beden vermeld
als volgt: Het stoomschip Brorno met 6 stukken en 128 man, de schoener-
brikken Huzaar met 4 stukken en 60 man, en Windhond met 5 stukken en
76 man. Voorts de flotille-vaartuigen onder bevel van den Luit. ter zee
lste klasse van Hogenhuizede schoeners Kameleon met 5 stukken en 47
man en de Niobé met 7 stukken en 31 man 12 kruisbooten ieder met 1
kanon en 2 draaibassen en 20 man en 6 praauwen ieder met 5 mante
zamen 39 stukken geschut en 612 koppen. Het hulp-eskader bij afwezigheid
van den Schout-bij-nachtonder bevel van de Kapitein ter zee J. Enslie be
stond uit 's Lands fregat Ceres met 34 stukken en 300 man het stoomschip
Vesuvius met 6 stukken en 103 man, de schoeners Circé, Argo, Sylpb en
Zephyr en het advies-vaartuig Pylades met 5 a 10 stukken geschut en 47 a
49 man te zamen 76 stukken en 638 koppen.
Blijkens diezelfde officiële opgave zijn er aan boord dier schepen gesneuveld,
de marinier J. Maat, de inlandsche bediende Mion en een onbekend inlandsch
matroos voorts doodelijk gekwetst en sedert overleden de Luit. ter zee lsle
klasse L. F. van Hogenhuize, de matrozen Sidin en W. de Kuypcn de
marinier der 3de klasse J. de Ilruynzwaar gekwetst de matrozen S. van
Veen en C. Rottier, en de mariniers J. Aarsen E.C. H. Ebers en J. Hamelink;
terwijl er voorts nog 14 ligt gekwetsten werden geteldonder welken de
Luitenants ter zee 2de klasse C. A. Vreede en J. M. de Jongh.
Door de Ned. Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende
schepen, als: Voor Amsterdam: Maximiliaan Théodoor, Kapt. Boelhouwer;
Prins Hendrik, Kapt. Smith; Gezina, Kapt. Burggraaf. Voor Rotterdam:
Elise Susanne, Kapt. DijkemaStad Schiedam, Kapt. Andriessen.
Wij zijn verzocht de aandacht onzer lezers te vestigen op de uitgave
van een werk, getiteld: Algemeene Statistiek voor Handel en Nijverheid
verschijnende bij den Heer Kruseman te Haarlem en waarvan het uitvoerige
berigt van uitgave algemeen is verspreid. Volgens het prospectus zal dit
werk, bearbeid door den Heer Buddingli, Leeraar aan de Koninklijke Akade-
mie te Delftvoor kooplieden fabriekanten en staatslieden een allerbelang
rijkst handboek opleveren. Reeds twee afleveringen zagennaar wij verna
menbet licht, maar daar wij bet werk niet ter inzage ontvingen, kunnen
wij omtrent den inhoud zelvcn in geenc bijzonderheden treden. Alleen
willen wij doen opmerken dat de schrijver zich voorstelt de Aard- of Aard
rijkskunde, de Landkundc, de Volkenkunde en de Statenkunde, alles in
cenen geleidelijken orde, en volgens de opgegevcne oordeelverdeelingcn op eene
duidelijke cn bruikbare wijze te behandelen, naar aanleiding van de werken
van von Reden, BergbausNisehwitz, Becker en anderen, gewijzigd naar
onze behoeften. Het werk zal compleet zijn in 3 deelenieder van 30
vellen, zeer compres gedrukt, en uitgegeven worden bij afleveringen van 6
vallen, tegen ƒ0.90 cents de aflevering. Overigens verwijzen wij naar bet
uitvoerige berigt van uitgavein den boekhandel algemeen verkrijgbaar.
'sGRAVENHAGE, 28 September.
Z. M. de Koning is in den namiddag van eergisteren van Zijne buitenland-
sche reis in deze residentie teruggekeerd, cn heeft den volgenden dag de
Godsdienstoefening bijgewoond, onder het gehoor van Ds. van den Broek.
Uit Milaan heeft men berigt, dat II. M. de Koningin en Prins Alexander al
daar den 15dcn waren aangekomen.
Wij vernemen van goederhand, dat op den 13dcn dezer maand te Sb Pe
tersburg een verdrag van handel en scheepvaart tusschcn Nederland cn Rusland
door de wederzijdsche gevolmagtigden is geteekend.
Men verneemt omtrent de ernstige ongesteldheid van Z. Exc. den Minister
van Hallthans verblijf houdende op zijn buitengoed te Velzendat Z. Exc.
den afgeloopcn nacht rustig beeft doorgebragl en dc toestand minder zor
gelijk is. De laatste berigten van Z. Exc. zijn geruststellende.
ROTTERDAM, 28 September.
Onder den handel hier ter stede is een adres aan den Koning in omloop,
over de belangen van handel en scheepvaartmet betrekking tot dc regten
op den in- en uitvoer van granen. De adressanten verklaren tot dien stap
te zijn bewogen door dc kennisgeving van het voornemen der Regering om
bij de opening der Zitting van de Staten-Generaal de voordragt te doen tot
de verlenging voor den tijd van 6 maanden der wet van 18 December 11.
houdende maatregelen tot aanmoediging van den invoer van levensmiddelen.
Zij verklaren dat die bloole verlengingde verwachting in de tegenwoordige
omstandigheden grootelijks teleurstelt. Zij oordeelen de onmiddelijke afschaf
fing noodzakelijk tot behoud van den graanhandelwaarvan grootendeels de
bloei onzer scheepvaart afhankelijk isen ten gevolge van welke Nederland
belangrijke uitwegen heelt voor zijne voortbrengselen en die van zijne ko
loniën.
Aan de beperkingen, welke aan den handel door hooge region cn door de
kwellende formaliteiten van derzelver heffing opgelegd zijn schrijven zij het
verval van dien handel toe.
Nu Engeland zijne wetgeving op dit punt gewijzigd heelt, vestigen de
graanhandelaars in alle landen het oog op de Engelsche havens, als het too-
neel hunner toekomstige ondernemingen. Blijven wij hij ons stelsel volhar
den, terwijl Engeland vrijheid verleent, dan zal dc graanhandel voor ons
verloren zijn.
Na de geschiktheid te hebben betoogd van Nederland tot eencn grooten
graanhandel en die het heeft ter meerdere uitbreiding, betoogen zij, dat
daartoe noodig is onmiddelijke en blijvende ontheffing van alle regten op den
in- en uitvoer, behoudens een zeer gering vast regt van controle op den in
voer en bovenal ook bevrijding van alle hinderlijke formaliteiten.
Het adres eindigt aldus:
Dc adressanten zouden huiverig zijn, Sire! om de belangen van den graan
handel op den voorgrond te plaatsen indien zij meenden dat er werkelijk
een strijd bestond tusschen de belangen van dien tak van handel en die van
andere gewigtige bronnen van nationale welvaart. Zij zijn echter ten volle
overtuigd, dat die strijd slechts in schijn beslaat, en dat, gelijk nog onlangs
in Engeland zoo duidelijk is ontwikkeld, de algemeene volkswelvaart niet
beter kan worden bevorderd, dan door een geheel vrijen graanhandel, en ge
voelen daarom vrijmoedigheid, om Uwe Maj. eerbiedig den wensch te kennen
te geven, dat door Uwe Regering in de aanstaande Zitting der Staten-Generaal
eene voordragt moge gedaan worden tot dadelijke en volkomene opheffing van
alle belemmerende regten en formaliteiten op den in- en uitvoer van granen.
GOES27 September.
De behoefte van drinkwater voor mensch en vee was voorleden week in het
eiland zoo groot, als immer te midden van den zomer. Men kwam bet water
tot drenking van het vee uit onze stadsvest zelfs van 2 cn 4 uren ver halen
alle putten, boe diep uitgegraven, hadden geen water meer. Algemeen lieCr-
schen de koortsen, even gelijk ook in andere streken van ons land, doch zijn
van geenen ontrustenden aard meer.
's HERTOGENBOSCH, 25 September.
Heilen namiddag om 1 uur is in eene buitengewone zitting van het Prov.
Geregtshof van dit gewest, vcreenigd met de Arrond. Rcgtbank en bet Kanton-
Geregt alhierbenevens in tegenwoordigheid van al de Heercn Advocaten en
Procureurs bij die Collegiën, dc Heer Mr. M. P. II. Strens, vroeger Advocaat-
Generaal bij het Hof van Limburg, plegtig geinstalleerd als Procureur-Gene
raal van eerstgenoemd Geregtshof.
OOST-INBIE.
SINGAPORE, 30 Julij.
Omtrent de Engelsche expeditie naar Borneo-Propermeldt men van daar
het volgende De Schout-bij-NachtSir J. T. Cochrane had na vergeefsehe
pogingen tot minnelijke schikking met den Sultan, vijf schepen de rivier
doen opvaren, tot digt hij de stad Bruni. Zoodra de gewapende vaartuigen
de forten bereikt hadden, openden de Maleijers hun vuur, door hetwelk twee
man aan boord van de Phlegetori gedood en zeven anderen gekwetst werden.