LEYDSCHE
COURANT'
V*
BINNENLANDSCHE BEBIGTEN.
1846.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
N°. 99.
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar;
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt WOENSDAG19 AUGUSTUS. de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven
vit Zaturdag avond.
LEYDEN, 18 Augustus.
Bij Besluit van Z. M. van den 15den dezer, worden op den Gden Sep
tember eerstkomende buiten koers gesteld de daalders of stukken van een
gulden vijftig cents en van vijf schellingenzullende van Dingsdag den
isten t0t en met Zaturdag den 5dcD derzeive maand September, alsmede nog
op Maandag en Dingsdag den 7de" en 8stc" dier maand, gelegenheid tot der-
zelver inwisseling worden gegeven.
Tot de inwisseling zullen gebruikt worden voorloopig in omloop blijvende
oude of wel nieuwe zilveren muntspeciën, of ook muntbiljetten.
Behalve bij de Nederlandsphe Bank, zal de inwisseling plaats hebben bij al
de agenten der schatkist, welke voor de ingetrokken specie, bij ongenoeg
zaamheid hunner kassen, zullen afgeven bewijzen op de Nederlandsche Bank,
te Amsterdam, bij vertoon aldaar betaalbaar als boven vermeld, of bewijzen
bij het Agentschap zelf, mede in dier voege betaalbaar, vijf dagen na dato,
en zulks naar keuze door de belanghebbenden bij de inwisseling der buiten
koers gestelde specie te doen.
Betrekkelijk bet gebruik van glazen-, in plaats van ijzeren buizenbij
de ontworpen waterleiding te Amsterdambevat de Stoompost een breed
voerig artikel, ten betooge van het groote nut van glazen buizen in plaats
van ijzeren. Deze buizen, kunnen, zoo als de door bevoegde deskundigen
genomene proeven bewezen hebben, eene persing weerstaan van 9 a 10 at-
mospherenterwijl de kracht van gegoten ijzer, gewoonlijk niet boven de 5
tot 7 atmospheren gaat. Daarenboven zijn ze goedkooper en duurzamer, ter
wijl de ijzeren buizen roesten, ja na verloop van eenige jaren, geheel ver
nieuwd moeten worden, blijven de glazen buizen onveranderd, zoodat dus
niet alleen de kosten van aanleg minder zijn maar ook gecne onkosten tot
herstelling gevorderd wordenen de exploitatie onafgebroken kan voortgaan.
Boven alles moet echter het oog worden gevestigd op de zuiverheid, het eerste
vereischte bij eene zoodanige onderneming, en hierbij hebben de glazen buizen
zeer veel boven de ijzeren vooruit. Het ijzer roest en is onderhevig aan ont
binding; hierdoor hechten de onzuivere deelen uit het water zich aan hetzelve
vast, en vloeit dus, na verloop van eenige jaren, het water door vervuilde
buizen. Voor gaz zijn glazen buizen nog meer aan te bevelen, daar bet on
ophoudelijk voortvloeijen van eene zoo scherpe vloeistof als het steenkolengaz
dat door de koude in de pijpen gecondenseerd wordt, en zich in watera chtigen
toestand in dezelve verzamelt, het ijzer met kracht wordt aangetast en ont
bonden, en het dus, zoowel met betrekking tot de kosten van onderhoud en
herstelling, als van den eersten aanleg, voor de ondernemers cener gaz-fa-
briek, eene belangrijke bezuiniging is, zich in plaats van ijzeren, van de
onbederfelijke glazen buizen te bedienen. En daar de glazen buizen in ons
Vaderland worden vervaardigd en dit fabrijkaat alzoo eene groote uitbreiding
zou bekomen is deze uitvinding allezins belangrijk en is het zeer te wen-
schendat, overal waar dit kan te pas komen, daarvan in ons land een al
gemeen gebruik gemaakt moge worden.
In Europa telt men slechts 4,000 rnillioen aan gemunt gold, en hierop
is een crediet en circulatie van ruim 60,000 millioen in papier gegrond.
De openbare schuld rekent hieronder voor 40,000 millioen, terwijl voor de
overige 20,000 millioen banknoten in omloop zijn. (IV. Rolt. C.)
Onlangs deelden wij het berigt mede van een Amerikaansch. schip
hetwelk Japanesche schipbreukelingen opgenomen en in hun vaderland had
teruggebragtthans wordt omtrent het wedervaren van den'Kapitein van dat
schip, Cooper, het volgende medegedeeld:
Op de visscherij zijnde, benoorden Japan, verloste de Kapitein elf Japan-
nezen van eene naakte rots, en op weg van daar elf andere van eene zin
kende jonk.
Na 9 dagen reis aan de kust van Japan aangekomen zijnde, gelukte het den
Kapitein twee der geredden aan wa te brengen door zwaar weder verhinderd
zijnde meerdere te kunnen doen aanlanden. Des anderen daags bragt bij op
nieuw twee man aan den walen door slecht weder op nieuw zee moetende
kiezen, kwam hij 3 dagen daarna voor de baai van Jcdo.
Drie Keizerlijke jonken kwamen het schip te gemoet, de vergunning bren
gende om binnen te mogen loopcri. Door windstilte verhinderd, kwamen des
anderen daags 370 a 380 jonken, ieder met 15 30 koppen bemand, en
sterk gewapend het schip op sleeptouw nemen bragten hetzelve digt voor
eene stad, de tweede* residentie van de provincie, waar het gedurende 3
dagen door drie rijen jonken bewaakt werd, op den korten afstand van
10 a 12 voet, waaronder het zwaaijen van het schip door den vloed geene
geringe verwarring te weeg bragt.
De toevloed aan boord uit de eerste klassen was zeer groot, het schip
met masten en stengenals al het overige werd gemeten en te gelijk alle
voorwerpen geteekend, vele portretten der equipage gemaakt, menigvuldige
information genomen over de overige wereld, de zeekaarten beschouwd, prent
werken en alle kleinigheden onderzocht.
De Japannezen weigerden het kleinste geschenk aan te nemenmaar durf
den ook niets te gevensteeds met het teeken van de hand aan den hals
als zeker te zullen zijn dan het leven te moeten verliezen zelfs de Gouver
neureen aanverwant des Keizers, hoop gegeven hebbende eenige gewenschte
voorwerpen te zullen zenden weigerde bet des anderen daags met het teeken
van de hand aan den hals.
Nadat het schip op den wensch des Keizers 3 dagen gebleven was, en door
eene onnoemelijke menigte volks van de oevers tot curiositeit gediend had
kreeg de Kapitein order om te vertrekken in eenen brief, die in tegenwoordig
heid van 5 Hoofd-OlEcieren door den Gouverneur voorgelezen werd, welke door
den tolk in het Hollandsch vertaald en gelezen, aan den Kapitein op schrift
overhandigd is.
Na eene goede hoeveelheid geschenken aan provision ontvangen, als ook de
wapens terug bekomen te hebbendie niet aan boord hebben mogen blijven
was het schip door weêr en wind genoodzaakt voor anker te blijven.
Des anderen morgens namen de 370 a 380 jonken hetzelve op nieuw op
sleeptouw, eene lengte van over eene Engelsche mijl uitmakende, en zoo ver
liet het schip de haven weder, waar nooit een vreemd schip vroeger toegang
gekregen bad.
De brief, door den tolk voorgelezen, luidt aldus:
Het is ter oore gekomen, uit de monden der schipbreukelingen, dat de
schipbreukelingen onzes lands bij dezen medegebragt, en op het schip vrien
delijk behandeld zijn. Dan het is onze wet, dat zij niet van de hand der
vreemde landen ontvangen worden uitgezonderd China en Hollandmaar bij
deze alleen worden zij ontvangen omdat het medebrengen dezer schipbreu
kelingen ontstaat, mogelijk door de onwetendheid van de gemelde wet; dus
in het vervolg worden zij volstrekt niet ontvangen, maar moeten streng be
handeld worden, ofschoon zij aangebragt werden; hetgeen gij toch moet weten
en aan anderen te kennen geven.
Daar provisiën, brandstof, water, door langen tijd op de reis, op het
schip schaarsch zijn geworden, wordt het verzoek geboord, en worden dezelve
gegeven.
Op dit bevel moet het schip spoedig vertrekkenen niet digt bij hier ver
blijven, maar dadelijk naar eigen land terug gaan. (Handelshij)
's GRAVENHAGE, 18 Augustus.
Z. M. heeft benoemd tot Grillier van de Staten der Prov. Groningenin
plaats van Mr. II. A. Spandaw, Jhr. Mr. O. R. Alberda van Ekenstein, Regter
in de Arrond.-Regtbank te Appingadam.
In den namiddag van Zaturdag is Z. M. uit Luxemburg in deze Residentie
teruggekeerd, H. D. bad Luxemburg Donderdag verlaten, en heeeft de reis
uit Walferdange over Trier en Koblents tot Rotterdam gedaan. Bijzondere
beriglen uit het Groot-Hertogdom melden, dat Z. M. onderscheiden plaatsen
aldaar bezocht heeft, en door de bevolking met de meest doorslaande bewijzen
van gehechtheid is ontvangen.
In den avond van dien dag is in deze Residentie ook aangekomen H. K. H.
Prinses Albert van Pruissen met hare oudste Dochter. H. D. heeft de reis ge
nomen over Breinen, van waar zij per stoomboot naar den Helder is vervoerd,
reizende onder den naam van Gravin van Meurs. Te Maagdeburg had II. K. H.
nog een bezoek ontvangen van Z. K. H. Prins Frederik.
Maandag zijn ook H. M. de Koningin en Z. K. II. Prins Alexander van
Soestdijk teruggekeerd. II. M. zal den 24st(m hare voorgenomen reis naar
Italië aanvaarden, en Z. M. de Koning alsdan naar Silezië vertrekken.
Het smaldeel, waarover Z. K. II. Prins Hendrik bevel voert, was den
31slcn Julij te Gibraltar aangekomen.