Men verneemt met genoegen dal weder vier of vijf schepen, met troepen
bemand, naar de Raap de Goede Hoop gezonden zullen wordenom den Gou
verneur en planters tegen de Raffers te ondersteunen.
Door buitengewone expresse is alhier uit Bomhay de tijding overgebragt
dat de tot hiertoe onneembaar geachte vesting Rote Rangra zich den 28slen
Mei aan de Engelsehen heelt overgegeven. Toen zij, na een zeer afmattendrn
marschvoor die plaats gelegerd warenwilde de bevelhebber der vesting
bedingen makenmaar men gaf hem te verstaan dat geene andere voorwaarde
dan die van volkomen onderwerping aangenomen kon wordenen datbijal
dien de bezetting hiertoe binnen den tijd van een uur besloot, zij zich, met
eene geringe bagaadje, zou kunnen verwijderen. Hieraan werd voldaan, de
vesting ontruimd, en alles wat zich daarin van wapenen, ammunitie, leef-
togt en verdere bezittingen bevondaan de Engelsche troepen achtergelaten
die weldra hunne nationale vlag van de forten deden wapperen.
FRANKRIJK.
PARIJS, 13 Augustus.
Den 17den zal Z. M. de nieuwe Earner van Afgevaardigden in persoon ope
nen. Er zullen echter slechts weinig zittingen gehouden wordenen de Ea
rner worden verdaagd tot het gewone tijdstip der opening in Dec. of Januarij.
In de hoofdstad onderhoudt de Regering 13 Senegalsche jongelingen
om bun eene opvoeding te geven, geschikt om, bij hunnen terugkeer naar
Afrikaveel toe te brengen tot beschaving van hun land. Zij beantwoorden
allen, zoowel door hunnen ijver als door hun gedrag aan de opofferingen,
welke Frankrijk zich voor hen getroost.
Alle Italiaansche uitgewekenen, die zich in ons land bevinden, hebben
van de Regering verlof bekomen naar hun vaderland te vertrekken die het
noodig hadden hebben 30 fr, reisgeld gekregen.
llit een door deskundigen gedaan onderzoek is gebleken, dat de pisto
len van Joseph Iienry, die op den Roning heeft geschoten, wel verre van,
zoo als gemeld was, geen 15 schreden te dragen, zelfs op 100 ellen droegen,
en een kogel uit dezelve geschoten op 60 ellen een plank van 3 Ned. duimen
doorboorde.
Den 5dcn heeft zich over de gemeente Brion Departement de l'Indre,
een hevig onwedcr ontlast. Toen de bui ten half zes des achtermiddags uit
het zuidwesten kwam aandrijven, waren 31 maaijers op eene hoogte aan hel
werk. Daar er een zware regen begon te vallen keerden 10 van hen naar
huis; de overigen poogden zich troepsgewijs onder hoopen takkebossehen te
verschuilen de talrijkste dier vereenigingen bestond uit 12 personen. Eens
klaps valt er een geweldige donderslag, en geheel de heuvel, maar vooral het
punt, waar de 12 zich bevonden, is als met vuur omgeven. Van de bijeen-
zijndc waren 4 doodgeslagen, 5 zwaar gekwetst en nog anderen hunner mak
kers hadden mede de uitwerkselen van den schok gevoeld. Men kan dit geval
als eene nieuwe waarschuwing beschouwenom bij onweder hooggelegene
plaatsen te mijden en zich ook niet in groot getal bijeen te houden vermits
de dampkolom, die zich uit digt opeen gedrongen groepen van menschen of
dieren ontwikkelt, ligtelijk een leider voor de electrieke vloeistof kan worden.
Er zijn troepen afgezonden naar de departementen die zoo verschrikke
lijk door brandstichting geteisterd worden, om de gendarmerie in het opspo
ren van de boosdoenders behulpzaam te zijn en de misdaad te voorkomen.
BELGIE.
BRUSSEL13 Augustus.
Bij de beraadslaging in de Earner van Vertegenwoordigers over het tractaat
met Nederland, heeft de Heer Osy eerst het woord gevoerd, en verklaard met
voldoening vernomen te hebben, dat de tarieven-oorlog tusschen België en
Nederland door een tractaat was geëindigd, maar dat bij niet verwachtte,
dat het zoo schadelijk zoude wezen, en dat België zulke groote opofferingen
zoude moeten doenten nadeele van zijnen koophandelscheepvaart en vis-
schcrij. Dit tractaat, zeide hij, bewijst mij, dat de scheiding van 1830
slechts voor België ongunstig is geweesten dat de twee landen bestemd wa
ren om vereenigd te blijven.
Dit tractaat, vervolgde de redenaar, geeft het gewonnen aan degenen die,
gelijk ik, de omwenteling van 1830 betreurd hebben, en eene verzoening
met onze oude broeders van het Noorden wenschtenvóór de komst van on
zen tegenwoordigen Souverein.
De bepalingen des tractaats overziende, betuigde hij zijn spijt, dat België
zich omtrent het vee en de granen niet toegeeflijker hadde getoond maar hij
betreurde al de andere toegevingen. Hij verweet aan de Earner, bij de beraad
slaging over de verschil-regtenaan Nederland eene onvergolden gunst te
hebben toegestaan. Eindelijk verklaarde hijdat eene Regering als de tegen
woordige, die zonder beginsels, zonder denkbeelden voorlslenterten noch
binnen noch buiten 's lands eenigen invloed kan wederslaanzijn vertrouwen
niet kan bekomen. Niettemin zal hij voor het tractaat stemmenom het
belang, hetwelk sommige provinciën er aan hechten, en in hoop dat men
Antwerpen voor zijne zelfverloochening zal dank wijten.
De Heer Dechamps, Minister van Buitenlandsche Zaken, antwoordt den
Heer Osy en heeft de onvoorzigtigheid van deze zijne woorden aangetoond,
«ij vond het ongepast, althans vrcemdluidendhet achtbaar lid bij eene lou
ter stoffelijke beraadslaging staalkundige herinneringen te zien inmengen. De
Minister beweerde, dat België sedert 15 jaren, en zelfs vóór de scheiding,
nog nimmer zoo bloeijend wasevenwel loochende hij niet dat sommige nij
verheidstakken kwijnden. De tractaten met het Tolverbond, de Vereenigde
Staten en de Nederlanden, beschouwt hij niet als afwijkingen, maar als uit
vloeisels van de verschil-wet.
De Heer Dechamps deed vervolgens opmerken, dat al de artikels, welke
België regtstreeks uit Amerika trekt, buiten het tractaat zijn gehouden, cu
dat de toegevingen op de koflijde tabak en de granen te gering zijn om
den ophef te verdienen welke men er van maakten hield staandedat die
toegevingen ruim vergoed werden door de vergunning om 8,000 tonnnen ko
loniale voortbrengselen met een verminderd regt en onder Belgische vlag uit
Java uit te voeren.
De Heer Eloy de Burdinne randde het tractaat aan als strijdig met het
groot beginsel, dat de binnenmarkt voor de nationale nijverheid moet worden
behouden. Hij beweerde dat de yisseherij geheel zou te gronde gaan, en ze
kere fa brij kennamelijk die van duffels, coatings, enz., groote afbreuk
zouden lijden. Ten slotte verweet hij aan den Heer Osy eene herstelling van
het Huis van Nassau te verlangen.
De Heer Osy gaf ecnige uitlegging. Hij had slechts willen betoogen dat
België in 1830 de markt van Nederland en der koloniën had. In dien zin
heeft hij kunnen zeggen, dat de toestand vóór 'sRonings komst zeer voordee-
lig was: maar na die komst heeft hij bestendig België's onafhankelijkheid
gewild.
De Heer Rogier heeft eerst de liberale denkwijze verdedigd, zeggende dat zij,
alhoewel onregtvaardig onderdrukt, toch nationaal was, en dat zij 'slands
onafhankelijkheid zou weten te verdedigen, den dag dat dezelve zou bedreigd
worden (Zeer wel! Zeer wel!) Hij keurde het tractaat met Nederland goed,
als eene terugkeer tot gezonde staatkundige denkbeelden; maar hij is tegen
het minislerie dapper uitgevaren, wegens de-zelfs wispelturigheid. Aldus had
het over driejaren de visscherij de wollenweverij, de lakenfabrijk en andere
nijverheidstakken door beschermende regten tot ontwikkeling aangemoedigd en
nu ontneemt het haar die bescherming. Hij beschuldigde ook de Ministers
van onvoorzigtigheid en ligtzinnigheid. Hij betoogde, dat zij bezig waren met
de zoo hoog opgevijzelde verschil-wet aan stukken te scheuren. Ten slotte
verklaarde hij krachtig te zullen bestrijden alle poging, alle hoop, welke eene
herstelling van het huis van Oranje zoude ten doel hebben. (Algemeene tee
kenen van goedkeuring.)
De Minister van Buitenlandsche zaken trachtte daarop de wispelturigheid
der Regering te verschoonen. Naar zijn zeggen, zou zij een wijs en diep
doordacht handelsstelsel hebben en de Heercn Rogier en Osy er niets van
verslaan.
De Heer Donny zeide tegen hel tractaat te zullen stemmen, omdat het de
visscherij en veefokkerij benadeelt. Daarna voer hij tegen de Ministers zoo
hevig uit als de Heer Osy, en voorspelde, dat wanneer het tractaat binnen
vijf jaren zal komen te vervallen, wij gedwongen zullen zijn het te vernieu
wen om dat Nederland zich alsdan van onze binnenmarkt zal hebben meester
gemaakt, en dat wij zijnen visch en vee niet meer zullen kunnen derven.
De Heer Lelieau was met het tractaat te vredenniet uit liefde voor het
Ministerie maar omdat hij die acte beschouwt als den voorbode van de ver
mindering van den prijs der levensmiddelen, granen, kleedingstoffenenz.
Hij betoogde dat de Regering de schuld was van den tarieven-oorlog met Ne
derland, dat de voorwaarden, in het tractaat vervat, zonder moeijelijkheden
ligt hadden kunnen verkregen worden, en dat men het alleenlijk aan 'slands
bedaardheid moest dank wijtendat het onvqorziglig gedrag der Regering
geen erger gevolgen heeft gehad.
Er waren 77 leden tegenwoordig 65 hebben zich verklaard voor de aan
neming 6 tegen, en 6 bleven buiten stemming. Het tractaat van 29 July
is dus aangenomen.
ANTYVERFEN, 13 Augustus.
Sedert eenigen tijd bevindt zich hier een Engelsch Ingenieur, om onderzoek
te doen naar de mogelijkheid van het grootsche plan om eene deels hangende,
deels vaste brug over de Schelde te leggen waardoor deze stad met het
Vlaamsche hoofd zou verbonden worden. Hij heeft zich gunstig voor de on
derneming verklaard welke 2,000,000 fr. zou kosten.
Verscheydene Hollandsche couranten maken nu en dan gewag van het
wederverschynen der aerdappelen-ziekte in sommige streken der Noord-Neder-
landschc provinciën. Die tijdingen worden veelal des anderendaegs wederspro
ken, en daer de opgemerkte gevallen van besmetting slechts van plaetselykcn
omvang zynachtten wy het onnoodig dezelve te vermelden, om geenen on-
gegronden schrik by onze bevolking te verwekken. Hier in België heeft men
nog geen enkel geval van bederf regt kunnen bewyzen. Pr. Antw. Nb.
STAM§ BERICIT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEY DEN, gehad hebbende
het verzoek van Johannes Jacobus Knotter, wonende alhier, strekkende
ter bekoming van de vereischte vergunning om in de Imizinge staande en
gelegen in de DonkersteegWijk VI. N°. 67, eene Tabaks-Eest te doen
plaatsen.
Gelet op het Koninklijk besluit van den 31sten Januarij 1824, rakende
vergunningen ter oprigting van sommige Fabrijken en Trafijken;
Brengen bij deze ter kennis van alle daarbij belanghebbendendat tot het
hooren der Eigenaars en Bewoners vari de naastbij gelegene en belendende Pan
den ten opzigte der Informatiën de Gommodo et Incommododoor Burge
meester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer Stad
op Donderdag den 20stcn Augustus aanstaande, des middags ten twaalf ure;
zullende de belanghebbenden verpligt zijn, hunne bezwaren tegen opgemeld
verzoek op dien tijd in te brengen, terwijl bij verzuim daarvan zij gehouden
zullen worden, zich tegen die inwilliging van hetzelve niet te hebben verzet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DU R1 EU.
Ley den. 15 Augustus 1846- Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUTTKAMMKR.