aldaar zeer betreurd. De begrafenis was plegtig, niet zoo zeer door uiterlijke praal als wel door de deelneming van alle standen ook onder het Romein- sche publiek. De Evangelische kapel op het Kapitool nam het lijk van den doorluchtigen doode op, terwijl de Prolestantsche geestelijke bij de Pruissische ambassade eene lijkrede uitsprak. Z. M. de Koning heeft bepaald dat zijn lijk, door de, juist tot het doen eener oeleningsreis gereedliggende korvet Amazonevan Ilotne afgehaald zal wordenoin te worden bijgezet in den koninklijken graf kelder. Een akkerbouwkundige van Holstein heeft de houten vatenwaar van men zich in dat land voor het bewaren der melk bedientdoor ijzeren vaten vervangen. Hij deed er een maken van eene eironde gedaante, vier voet lang op drie voet breed, met eenen rand van vier duimen hoog; van onderen is eene kraan, door welke men de melk uitlaat. De vergelijkende waarnemingen, in het vorige jaar den 3tsleD Julij begonnen, wierden tot den 27sten September met eene groote naauwkeurigheid voortgezet. Men goot in dit vat en in een houten van gelijken inhoud, eerst 17, toen 15 kannen melk; dit vocht had dezelfde diepte in de twee vaten. In het ijzeren vat was de melk in den tusschentijd van een half uur tot een en een half unr, op eenen lagcren warmtegraad dan in het houtende roomuit het eerste getrok ken was veel overvloediger en leverde 8 percent meer boter op. Het is bekenddat de schielijke verkoeling van de melk eenen grooten invloed op de vorming van den room heeft, en in dit opzigt verdienen de ijzeren vaten de voorkeur, als betere geleiders van de warmte zijnde dan de houten of aarden vaten. POSEN, 23 Julij. Te Schneidemülil zal men eerdaags eene algemeene Synode der Duitsch- Katholijke Gemeenten houden, welke de gevoelens van Czerski zijn toegedaan; na den afloop zal deze zich naar Londen begeven, om daar den Aug. eene groote vergadering bij te wonen van hen, die zijne denkwijze volgen. WIJK TE MB ERG. De Regering handhaaft steeds de ten vorige jare gemaakte bepaling, dat de Duitsch-Kathnlijken slechts in geslotene bijeenkomsten godsdienstoefening mogen houden. Lieden van eene andere geloofsbelijdenis worden slechts oog luikend daarbij toegelaten. Dezer dagen heeft de Hooge Regering deze bepa ling herinnerd aan het bestuur van Llm en tevens een door de Duitsch- Katholijken te dier stede gedaan verzoekom gebruik te mogen maken van eene der Proteslantsche kerkenvan de hand gewezen. EXCELAN», LONDEN, 27 Julij. Door het matigheidsgenootschap te Liverpool de opmerking gemaakt zijnde, dat het veelvuldig instellen van toasten op de gezondheid van Prins Albert, de dronkenschap bevordertheeft het een verzoekschrift aan dien Vorst inge diend om dit door een verbod of op eenige andere wijze tegen te gaan. FRANKRIJK. PARIJS28 Julij. De daling der actiën van de 17 spoorwegenwelke gewoonlijk op de Beurs genoteerd worden, sedert 8 Junij tot 20 Julij ondervonden, staat gelijk met een verlies van 180 millioen in de waarde der eigendommen van die ondernemingen veroorzaakt. Er is door de Regering eene Commissie ingesteldde ongeluks Com missie genoemdom onderzoek te doen naar de ramp op den Noorder spoorweg, welke reeds heeft bepaald, dat de portieren der passagiers-rijtuigen niet gesloten mogen zijn en geen twee stoomslepers éénen trein trekken. Uit een gedaan onderzoek is gebleken, dat de riggels op den spoorweg naar bet Noorden te zwak zijnom het gewigt der stoomslepers te dragen. De maatschappij is sedert eenigen tijd met de Regering in onderhandeling geweest, ten einde eene uitgave van 10 mill, francs te besparen welke ver- eischt wordtom nieuwe riggels te leggen. Het schijnt datna langdurige onderhandelingen, besloten is, de uitgaven slechts op 6 in plaats van 10 mil lioen te brengen. In den vroegen morgen van den 27sten is in de renbaan bij de barrière de l'Etoile eene hevige brand uitgebarsten. Reeds des nachts was de brand in de stallen ontstaan en werd eerst ten 3 ure 's morgens ontdekt. Spoedig kwam er hulp toeschieten, maar niet dan met moeite heeft men de paarden uit hunne stallen kunnen doen gaan. Een van dezelven is in den brand om gekomen. De overige dieren, zoo als de herten en apen, zijn gered geworden. S Het gedeelte van het gebouw, dat over den triomfboog gelegen is, is behou den gebleven, maar het achterste gedeelte geheel afgebrand. De magazijnen met de costumes zijn geheel vernield en men schat de schade op 40 a 50,000 lr. B EE GE E. BRUSSEL, 28 Julij. Zondag morgentusschen zeven en acht ureis er een vreeselijke brand uitgeharsten in den stoomzagerij te Molenbeek. In weinige oogenblikken Blonden de gebouwen in volle vlam blussching was onmogelijk. In allerijl Jiceft men de meubelen der belendende woningen moeten uitdragen. De stoomzagerij ligt tusschen eenen zijtak der Senne en de vaart van Charleroy maar ondanks den toevoer van water werden de vlammen steeds heviger, CJ 7 cn ten gevolge van den sterken zuidwesten wind werd men te regt beangst voor het behoud der ganschc voorstad Molenbeek. Van alle zijden rukten er troepen en brandspuiten aan. Men heeft een vrij groot getal planken kunnen xedilcn en bijna al de papieren der maatschappij voor het bereiden van binnen- en buitenlandsch hout. Ten een uur namiddag is men het vuur kannen meester worden. De stoomzagerij is geheel vernieldmaar de stoommolen en de daaraan belendende gebouwen heeft men kunnen behouden. Burgers, brandspuitgasten en soldaten, iedereen heeft bij het blusschen gewedijverd; eenigen zijn gekwetst geworden. Zoo groot is het gevaar geweest, dat er reeds kanon was aangevoerd om de brandende gebouwen plat te schieten de vrees voor nog schrikkelijker onheilen heeft verhinderd, dat men tot dezen maatregel overging. De stoomzagerij was door de Maatschappij Coghen en de Antwcrpsche, Securitas tegen brand gewaarborgd. De schade is voor als nog niet bekendmaar men zegt dat eene enkele Maatschappij daarbij 700,000 frs. verliest. De oorzaak der ramp is onbekendondertusschen worden er geruchten verspreid als zoude dezelve aan kwaadwilligheid en nijd te wijten zijn. ANTWERPEN, 28 Julij. Aanstaande Zondag begint hier de viering van het 175-jarig jubileum der XXXVI Heiligen in de S'. Andrieskerk. Men weet dat de reliquiën dier Heiligen in de eeuw uit Portugal herwaarts werden gebragt, en tot in 1796 in de kerk der abtdij van Peeter Pot wierden vereerd. De processie zal door den Abt der Trappisten van Westmalle gedaan worden. De kostbare zilveren reliquikas zal door zestien mannen gedragen worden. Al de broeder schappen uit de verschillende parochiekerken zijn tot het bijwonen der pleg- tigheid uitgenoodigd en zullen zich ongetwijfeld met hunne standaarden en stafliers bij dezelve laten vinden. Als eene merkwaardigheid wordt gemeld dat er in eene zoo volkrijke stad als de onze, waar zoo veel handel wordt gedreven, op dit oogenblik geen enkel gevangene voor schulden in het tuchthuis zit. Zondag is te Sl. Truyen een droevig onheil gebeurd. Gedurende de parochie-mis brokkelde er een steen van het gewelf der kerk af. Dadelijk werden de omstanders met schrik bevangen. Men schreeuwde dat de kerk ging instorten en alles stoof naar buiten. Drie personen zijn in het gedrang gesmoord geworden; vele anderen onder de voeten getrapt en men telt een twintigtal gekwetsten. Een ijselijke misdaad is dezer dagen, omtrent een uur des namiddags, op den weg van Audenaerde naar Etichove gepleegd geworden. Een persoon die te Audenaerde geld ontvangen had verliet die stad en begaf zich huis waarts, vergezeld van een ander, die kennis had van de som, welke zijn reisgezel bij zich droeg. Op eenen stillen plek gekomenvatte hij zijnen reisgezel bij de keel en bragt hem eenen messteek in den hals toe, maakte zich meester van het geld en ging er mede op de vlugt; maar eenige werk lieden, die op het gekerm van het slagtoffer waren toegesneld, vervolgden den moordenaar en het gelukte hun hem vast te honden en in de handen van het geregt over te leveren. De wonde van den bestolene is gelukkig niet gevaarlijk. BRUGGE, 27 Julij. Simon Stevyn's Feesten. Zaturdag avond was de bevolking van Brugge in verslagcnheyd gedompeld. Den hemel scheen de van langerhand toebereyde feesten niet te willen be gunstigen. Den regen dreygde een gedeelte der kostbaer vervaerdigde opsie ringen te vernielen, en al de ontworpen plegtigheden onmogelyk te maken. Gelukkig is het weder gisteren morgend opgeklaerden zoo schoon geworden als men maer kon wenschen: geenen natten regen, maar ook geene brandende zon. De regering van Brugge had hare onderhoorigen uytgenoodigd de straten te versierenlangs welke den inhuldigings-stoet moest trekken. Men heeft dien wensch voorkomen; want er is schier geen huys, dat niet meer of min kunstig is opgeluyslcrd. Overal ziet men boomkensdrapperyen festoenen, vlaggen, zinnebeelden, wapenschildenjaer- en lofdichten. Om elf ure zyn de harmoniën en schuttersmaetschappyen in de stad aengekomen onder het spelen van den beyaerd en het luyden der stadsklok. Tevens wierden er dooi de spoortreynen gansche scharen van vreemdelingen aengevoerd. Sinds eeuwen had het vorstelyke Brugge eene zoo talryke bevolking in zyne met gras begroeyde straten niet gezien. Den optogt van den inliuldigings-stoet was tegen half dry ure aengekou- digd maer ten gevolge van den doortogt des Konings te Brugge, die zich van Brussel naer Oostende begaf, is dien optogt vertraegd geworden, de overheden aen de statie hunne opwachting moetende gaen maken. Het was dus half vier ure als den stoot kon optrekken. Den stoet is in de volgende orde in aentogt gegaen een peloton gendar merie te paerd het muziek, en een peloton van het l.e regement kurassiers; twee trompetters; het stadsvaendelhet muziek der kostelooze stads scholen; den directeur en onderwyzers dier scholende maetschappy van S. Eloy de maetschappy der balpypde maetschappy van den balboog de maet schappy van den kleynen stalen boog, alle met hare eerteekens; de muzieken der landelyke gemeentende maetschappy Burger Welzynmet haren praelwagc-nde maetschappy der choorzangersmet hare eerteekens; de muzieken der steden van tweeden rang; de maetschappy van Vlaemsche letterkunde onder kenspreukKunstliefdeinel hare eerteekensen voor- gegaen door haren prael wagende rykunst-maetschappy der stad; de inu- zieken der steden van eersten rang de maetschappy van Vlaemsche letter kunde, onder kenspreuk: Yver en Broederminmet hare eerteekensen voorgegaen door haren praelwagen het muziek, en een detachement van het l.e linie-regementde maetschappy der schermers van S. Michielshet ko- ninglyk gild van S. Sebastiaen met deszelfs eerteekensen voorgegaen door zynen praelwagen den directeur en onderwyzers der hoofd-lagere school van den Staet; het bestucr cn onderwyzers der Akademic van schoone kunsten;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 3