LEYDSCHE
COURANT^
1846.
N°. 83.
MAANDAG, 13 JULJJ.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag avond.
'kV
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
BÏNNEjN LANDSCHE BER1GTEN.
De Minister van Finanliën herinnert heden in de Staatscourant
dat de Zeeutvsche It ij lis daaldersdie gerand zijn en
waarvan het omschrift ongeschonden is, volgens Zr. Ms. besluit
van 25 April jl.tijdelijk in omloop blijvenwordende de inge
zetenen mitsdien wel indachtig gemaakt, dat deze muntstukken
voor als nog in alle betalingen moeten worden aangenomengelijk
daartoe ook aan 's Rijks kantoren de vereischte voorschriften zijn
gegeven, terwijl bij weigering dienaangaande, de bepalingen der
wet zouden moeten worden nageleefd.
LEYDEN11 Julij.
Uit het Verslag der Gedep. Staten van dit gewest in twee onzer laatste
voorgaande nommers hoofdzakelijk medegedeeld, hebben wij met blijdschap
de zorg der Regering kunnen ontwaren voor de uitbreiding van het lager
onderwijs.
Dit punt toch is van de grootste aangelegenheid voor de zedelijke en stoffe
lijke welvaart der Maatschappij; zedeloosheid en onkunde is haar verderf,
gelijk niet moeijelijk zou te bewijzen zijn uit den toestand van de maatschap
pij in die landen, waar men de domheid des volks als een kostelijk kleinood
tracht in waarde te houden. Anders dacht er een beroemd en schrander
Romein, over wiens graf nu reeds 18 eeuwen zijn heengegaan, als hij schreef:
wat grooter of heter dienst kunnen wij den Staat doendan dat wij de
jeugd onderwijzen en beschaven.
Zoo wordt er ook in ons Vaderland over gedachtzoo toont onze verdienste
lijke Schoolcommissie alhier te denken, en acht wijselijk dat men daarmede
vroeg moet beginnen; het zal toch wel beter zijn om op een sclioonen akker
te zaaijendan op eenen die reeds met allerlei onkruid is bewassen. Zij wil
ruime bewaarscholen stichten, en heeft daartoe de geldelijke medewerking
harer stadgenooten ingeroepen. Mogt niemand zich daaraan onttrekken, 't Is
hier geen nuttelooze of schadelijke gift aan verwaarloosde en havelooze kinderen
ter aanmoediging van bedelarijmet al de ondeugden die deze in haar gevolg
voert; maar een gift die de heilrijkste vruchten moet dragen. Dat dan de
loffelijke bedoeling der Commissie die algemeene, en bij de gegoeden die
ruime ondersteuning ondervinde, welke het groot gewigt der zaak zoo zeer
verdientdat vooral zij die vermogen hebben en geen kinderenin onbe-
krompene liefde gedenken aan hen die kinderen hebben maar geen vermogen,
en alzoo de rijkelijkheid der bijdragen mogen beantwoorden aan de dr.ngende
behoefte, tot die ondersteuning welke de Commissie noodig heeft om haar
zoo nuttig ontwerp tot stand te brengen, tot heil dier arme kleinen, die
eenmaal als volwassenen, naar mate zij opgevoed zijn, der maatschappij tot
nuttige leden of tot ballasten kunnen wezen.
Dezer dagen is in het licht verschenen en aan de Inteekenaren verzon
den, het eerste nommer van het Maandblad de Volksvrienduitgegeven
door de Ned. Vereeniging tot Afschaffing van Sterken Drank. Dit blad zal
geregeld op den eersten Woensdag van iedere maand uitkomen. De Heer
LubachMed. Dr. te Haarlem Secretaris der Vereeniging heeft zich belast
met het ontvangen van abonnementen en mededeelingen. Van het eerste
nommer zijn voor hen die zich nog in den loop der maand voor een jaargang
verbinden, waartoe bij de Correspondenten gelegenheid is, exemplaren te be
komen.
Als Leden der Gedeputeerde Staten van Zuid-Hollandin plaats van
Jhr. Mr. H. J. Caan op verzoek als zoodanig eervol ontslagen, onder dank
betuiging voor zijne langdurige en gewigtige diensten aan het gewest bewezen,
is Jhr. Mr. R. F. Groeninx van Zoclen, en in plaats van wijlen den Heer Mr.
Hubrecht, verkozen Mr. A. O. E. Graaf van Limburg Stirum, Wethouder
alhier.
Uit het Verslag vaii de Gedep. Staten van N.-Holland deelen wij hier
kortelijk de volgende bijzonderheden mede: De bevolking bedroeg op den lstcn
Januarij 1845: In de Steden 294,328, in de gemeenten 169,588totaal
463,916. Op den lstcn Jan. 1846in de steden 296,724in de gemeenten
172,013, totaal 468,737, dus vermeerderd met 4,821.
Van het Provinciaal Krankzinnigen-Gestichtin Januarij aangenomen voor
ƒ315,600, is bet gedeelte dat in dit jaar moet worden gebouwd, reeds tot
ecne aanzienlijke hoogte opgetrokken.
Ook in het ziekenhuis, staande onder beheer van het Nederlandsch Israëlitisch
Armbestuur te Amsterdam, is thans eene inrigling daargesteld tot verpleging
van krankzinnige lijders. Men beeft zich daartoe nog al belangrijke geldelijke
opofferingen gestroost, welke op eene som van ƒ10,000 worden geschat. Het
gesticht magwat ordereinheid en doelmatigheid betreftop eene allezins
gunstige vermelding aanspraak maken.
Onlangs heeft de Kerkeraad der Nederd. Herv. Gemeente te Amsterdam aan
Z. M. met den meesten aandrang verzocht, dat mogt voorzien worden in de
bestaande behoefte aan vermeerdering van het getal Predikanten, voor het
minst met een tweetal. Terwijl de gemeente ten jare 1807 nog 29 leeraars
telde, is dat aantal later, door den drang der omstandigheden, op 27 terug-
gebragt. Intusschen is de gemeente sedert dien tijd in zielental aanmerkelijk
toegenomenterwijl de uitbreiding harer behoeften op eene in het oog loopende
wijze is vermeerderd.
De ophooging van het terrein tot daarstelling cener algemeene stedelijke
begraafplaats te Amsterdam is reeds voor een groot deel ten uitvoer gebragt.
Men heeft in het laatst van 1845 een begin gemaakt met de onderheijing en
verdere funderingswerken voor het op die begraafplaats te stellen gebouw
welke werken goed zijn gevorderd.
Te Haarlem is, ter voldoening aan het door de Regering geuit verlangen,
eene zwemschool opgerigt. Eene dergelijke, doch op veel uitgebreider scbaal
aangelegde inrigtingis in de hoofdstaduit particuliere bijdragentot stand
gebragt, waarhij levens eene afzonderlijke gelegenheid voor de militairen is
daargesteld. Zoowel de plaats, daartoe gekozen, als liet doelmatige der in
rigting zelve, worden geprezenen men verwacht dat van deze nuttige oefen
school geen minder gebruik zal worden gemaakt, dan aan andere dergelijke
inrigtingenelders reeds bestaande, is te beurt gevallen.
Tusschen het stedelijk bestuur van Amsterdam en de directie over den Rijn
spoorweg zijn schikkingen getroffen om het Entrepot door het aanleggen van
een spoor in verbinding te brengen met het station buiten de Wcesperpoort.
Omtrent den spoorweg naar den Helder is, behoudens nadere goedkeuring,
eene voorloopige overeenkomst aangegaan, zoodat er uitzigt bestaat, dat ook
die weg zal worden aangelegd.
Het bestuur der hoofdstad is ten vorigen jare overgegaan tot de conversie
van twee geldleeningen, ieder groot geweest één millioen gulden, rentende
4J en 5 pCt., waartoe eene nieuwe geldleening groot ƒ1,900,000tegen 4
pCt., is gesloten, zullende de aflossing dier opgenomen gelden met het jaar
1846 eenen aanvang nemen, en, telken jare vermeerderende met het bedrag
der bespaarde renten in het jaar 1877 geheel moeten afgeloopen zijn.
Ten opzigte der werken van den Anna Paulowna Poldervan de Waard
en Groetgrondenzoo mede van het Graftermeerkunnen wij berigten dat
terwijl in de maand Junij van 1845 de voorloopige insluiting van het Weste
lijk deel des polders was bewerkstelligd, inhoudende ongeveer 3,200 bunders,
men onmiddelijk daarop eenen aanvang gemaakt heeft met hel bouwen van eenen
wind-vijzelmolen van 23 paardenkracht; niettegenstaande de herhaalde stormen
en hoogc vloedenis aldaar geene noemenswaardige schade ontstaanzoodat
men met grond hoopt dat deze nieuwe landen een duurzaam en zeker bezit
zullen uitmaken. Reeds is het graven der molen- en kavelslotenalsmede
het aanleggen van binnenwegen geschied. In den aanvang dezer maand zijn
ongeveer 1,000 bunders land in het westelijk deel bij loling aan de eerste
deelhebbers toegewezen. Bij meerderen schijnt het voornemen te bestaan, om
tot den bouw van woningen over te gaan, waartoe door enkelen reeds het
voorbeeld gegeven is, en de aard van den grond doet verwachten, dat velen
aldaar een middel van bestaan zullen vinden.
De omdijking van het oostelijk deel, bevattende nog ongeveer 1,800 bunders
meerendeels uitmuntende kleigrondenwordt thans met niet minder gunstig
gevolg ten uitvoer gelegd. De Zeesluis is gereed en een groot gedeelte van
den zeedijk is nagenoeg voltooid zoodat in het volgend jaar ook de verkave
ling van deze oppervlakte zal kunnen geschieden. Men kan zich naauwelijks
een denkbeeld vormen, hoe in een Zoo kort tijdsbestek van 13 maanden, eene
zoo zeer belangrijke onderneming is tot stand gebragt.
De dijken van den Waard- en Groetpolder hebben veel geleden. Onderdaags
is men er in geslaagd de noodige gelden te bekomen en zijn daarop die wer-