PROGRAMMA. tan de MAATSCHAPPIJ DER NteDEftLANDSCHE KETTERKUNDE TE LEIDEN. Dé" Maatsehafijiij tie»' NetferlSritfcctöe Lett erk undo' tl' Leiden liield op den igdcn Junij 1846 hare 80ste Jaarlijksohc Algemecne Vergadering. De Voorzitter opende de Vergadering; met eene aanspraak waarin hij ge dacht aan dertien afgestorvene letfenen heeft daarna aan denin het vorig jaar hekroonden' Schrijver, den Heer Mr. H. J. Koenen, het Goudeu Eerme taal uitgereikt. De Maatschappij heeft op hare Prijsvraag over aden invloed van bflderdtk's dichtwerken Op de kennisde ontwikkelingbeschaving en verrijking on zer moedertaal, gepaard wet eene naauwkewrige aanwijzing der woorden tvt spreekwijzenwelke door hemof voor het eerst ingevoerdof uit de oudheid hi het gebruik teruggeroepen Zijn f één antwoord erlangd, gctec- hond met de woorden van AP". H. j. Koenen Die spraak en taal beheersehlvoert ook den staf der zielen De ingekomen Advieson en: diensvolgens ook liet Praeadvies gunstig luidende, liesloot men tot de bekrooning: waarna, bij het openen van het naambriefje, de schrijver bleek te zijn, de Heer A. db Jager, te Rotterdam, Lid der Maatschappij. Als nieüwe Prijsvragen uit dc klasse van Geschied- en Oudheidkunde, te beantwoorden vóór of op den 31slC11 Dec. 1847, schrijft de .Maatschappij uit: I, Welke waren de oorzaken en bedoelingendievooral van de zijde van Spanjehet sluiten van het TWAALFJARIG BESTAND hebben te weeg g eb ragt en welke gevolgen heeft dit bestand gehadzoo ten aanzien van de blijvende scheuring der Nederlanden en van den herstelden invloed van liet Catliolicismus in naburige gewesten als met betrekking tot den minderen omvangbinnen welken de Republiek der Vereenig de Nederlanden is beperkt geworden? II. Een historisch overzigt van de Kloosters en Abdijen in de voor malige Graafschappen van Holland en Zeelandmet aanwijzing van den tijd in welken zij werden gestichtde orden waartoe zij behoordenen den invloed welken zij op den burgerlijkenzede- lijken en godsdienstigen toestand van Nederland hebben gehad. De Maatschappij herhaalt hierbij nogmaals, dat op den 31slen December 184C dc termijn verstreken zal zijn der navolgende, hij haar vroeger uitge- schrcvcne, Prijsvragen: i. Prijsvragen van 1845: Voor de Dichtkunst In hoe verre kan men uit de voortbrengselen der Poè'zij den invloed aanwijzendien luchtgestelwoonplaatsvolksaard, staats gesteldheid en doorgaande leefwijze op de Dichtkunst der verschil lende natiënvooral van de Nedérlandscliegehad hebben Voor de Welsprekendheid Proeve eener Geschiedenis run, het Nederlandsche Prozadoor- meiigd met voorbeeldenOok van minder algemeen bekende schrij vers. II. Prijsvraag van den jare 1843; om dc uitvoerigheid der sloffe en de moeite daaraan verbonden voor den tijd Van drie jaren uitgeschreven Eene geschiedenis van den Kerkbouw in ons Vaderland tot in de 16de Eeuwopgemaakt vooral uit naauwkeurige vergelijking der in de verschillende gewesten aanwezige oudere Kerkges lich ten, en in verband beschouwd met den gang der Burgerlijke en Christelijke beschaving hier te lande. De platte gronden en afbeeldingenwelke hierbij noodig geacht worden kunnen op eene eenvoudige schaal worden ingcrigt. Omtrent deze laatste vraag, die over den Kerkbouwmoet hierbij nog herinnerd worden, dat er op de Vergadering des jaars 1844 besloten is, uit aanmerking der voor dezelve bcnoodigde reizen, teekeningen enz. aan het licst gekeurde antwoord boven den gewonen Penning der Maatschappij, als buitengewone erkentenis toe te wijzen, eene geldelijke bclooning van één honderd en vijftig gulden. De Prijs bestaat in oen gouden penning, ter waarde van één honderd en vijftig guldenof wel, dc waarde van dien. De in te zenden stukken moeten (volgens art. 71 der Wetten), met eene andere hand dan die des authcurs geschreven, vrachtvrij vóór of op den bepaalden dag bezorgd worden ten huize van den ondergeleekcnde, of wel, van Mr. J. G. La Laü, Secretaris tot de briefwisseling der Maatschappij. Tot Leden der Maatschappij zijn tenzelfdcn dage benoemd de volgende In- landsche HH.: D. D. Buchler, tc Amsterdam, Lid der vierde Klasse van het Kon. Ned. InstituutJ. I. Doedes, Th. D1'., Pred. der Herv. Gemeente tc Hall op de Vel uwe; W. flecker, Litt. Dr. en Lector I'acdagogiccs tc Groningen; J. A. C. van llcusdc, Litt. Dr. en Ilcctor der Latijnsche Scholen te Amersfoort; A. des Amorie van der Hoeven Jr., Th. en Litt. Dr. en Pred. der Remonstr. Gemeente te Utrecht; J. J. L. ten Kafe, Pred. der Herv. Gemeente op Marken W. Muurling, Th. Dr., Iloogl. der Godgeleerdlieid te Groningen; J, J. van OüStcrzccTh. Dr., en Pred. der Herv. Gemeente te Rotterdam; J. G. Ottema, Lilt. Dr., en Praeccptor der Lat. Scholen te Leeuwarden Secretaris van het Friesch Genootschap voor Oudheid-, Taal- en Geschiedkunde; G. Graaf Schim- nielpenninck, op het Nycnhuis bij Goor in Overijssel, Minister van Staat, Lid van de Eerste Kamer der Staten Gener.; Mr. J. W. Tydcman, Advokaat tc Am sterdam R. Westerhoff, Med. Dr., te Warffum. P. BIcckcr, tc Batavia, Lid cn Bibliothecaris van het Batav. Gcnootsehap voor Kunsten en Wetenschappen. En de- Builen!. HH. L. van HoogevcenrSterekte Antwerpen -r If. Bens,,, tie Gent, Voorzitter dor aldaar gpvestigde Maatschappij;: Be tael i» gantsoh, het Volk Ai. N. E. Changuion Litt. Dr. aan de Kaap de Goede Hoop. Leiden, 13 Junij 1846. J. T. BODEL NYENHUIS, Secretaris der Maatschappijn Wij zijn verzocht van; wege Commissarissen der Maatschappij van Toonkunst alhierliet navolgende aam de Lezers onzer Courant mede te deelcn. DAARSTELLING EENER NIEUWE EASSS TOT OPLEIDING VAN ONDERWIJZERS. Bij het oprigten der thans sedert meer dan twaalf jaren alliicr bloeijeude Muzijkschool, hebben zij die het eerst het denkbeeld voor zulk eene inrigling, ontwierpen, zich in de eerste plaats ten doel gesteld, om in eene sedert langen tijd bestaande behoefte aan goedstelselmatig en min kostbaar onderwijs in de Toonkunst te voorzien, en een perk te stellen aan den steeds meer cn meer tocncmenden nadeeligen invloeddien min bevoegde onderwijzers ook hier ter stede op eene kunst oefenden v bij welker bloei de smaak voor het edele en goede, en dc beschaving zulk een onmiskenbaar belang hebben. Het was hij de krachtige medewerking die de oprigters. der Muzijkschool ea naderhand de Commissarissen der hier gevestigde Maatschappij voor Toonkunst, zoo ruimschoots van hunne stadgenooten mogtcn ondervinden, niet moeijelijk om de gelegenheid tol het erlangen van zulk een goed onderrigt binnen het hereik tc stellen ook van dc minder bemiddelde klasse. Om echter ook de geheet onvermogenden van lieverlede en zoo veel mogelijk in dat voorregt te doen deelcn, traden Commissarissen in overleg met de Plaatselijke Schoolcommissie, met dat goede gevolg, dat alras eene afzonder lijke klasse hij de Muzijkschool geopend kon worden, in welke de Ondermees ters van de stads scholen voor armen en minvermogenden, van Godsdienstige en liefdadige gestichten tot het geven van onderrigt in de beginselen der Toon kunst, en wel bepaald in den Zang, opgeleid zouden worden, om naderhand op hunne beurtdat onderwijs op hunne eigene scholen aan dc leerlingen mede tc deelcnen zoo doende van lievcrledo aan de verbetering van het volksgezang, cn daarbij aan de veredeling of het opwekken van den smaak, bij de lagere klassen werkzaam te wezen. Dat de aangewende pogingen al spoedig met cenen gunsligen uitslag be kroond werden, hiervan mogten Commissarissen zich eenige jaren geleden overtuigen, door het verslag eener uit hun midden benoemde sub-Commissie, nadat deze laatste door de vriendelijke tegemoetkoming der Plaatselijke School commissie, in staat was gesteld om een opzettelijk onderzoek tc doen naar den stand van het Zang-onderwijs op de boven bedoelde scholen. Behalve eenige ondermeesters der stads armenscholen en die van een der weeshuizen, hadden ook enkele ondermeesters van burgerscholen hun verlan gen te kennen gegeven, als kweekelingeu bij de onderwijzers klasse der Mu zijkschool opgenomen te worden. Csmmissarissen voldeden gaarne aan dat verlangenzoo lang zulks met den goeden gang van het onderwijs bestaan baar was, maar zij zagen zich hunnes ondanks genoodzaakt, sedert dc oudere kweckciingen dier klasse aanmerkelijke vorderingen gemaakt hadden menige aanvraag om toelating af te slaanslechts in zeer weinige gevallen kou eene uitzondering gemaakt worden wanneer de zich aanmeldende door voor afgaande oefening zich tot eene genoegzame hoogte gebragt hadom bet meer gevorderde onderwijs der kweekelingcn-klassc met vrucht bij tc wonen. Commissarissen der Maatschappij wenschende in dc al meer en meer ken baar wordende cn dringende behoefte te voorzien cn tevenszonder iemands belangen te bcnadeelen de gelegenheid ter bekoming cn verspreiding van inu- zijkale kennis zoo veel mogelijk uit te breiden, hebben na rijpe overweging licslolen Er zal, belialvc dc reeds bestaande, voor alle Onderwijzers of Onderwijzers- Kweekelingenzoo binnen als buiten deze stadeene tweede lagere normaal klasse geopend worden voor het onderrigt in dc beginselen der Toonkunst en voornamelijk der Zangkunst. Het onderwijs op die klasse zal gegeven worden één uur 'sweeks, des Zatur- dags van twee tot drie ure, in een der vertrekken van de Muzijkschool. liet onderwijs zal in drie termijnen, elk van ecu hall' jaar verdeeld wor den, en dus in den tijd van anderhalf jaar ten einde loopen na welken tijd, bij voldoende vorderingen, gebleken door vooratgaand onderzoek, de kweekc- lingen tot de hoogcrc normaal-klasse bevorderd zullen worden. Zij die wensehen lot dat onderwijs toegelaten tc worden, zullen zich tc dien einde persoonlijk moeten aanmelden bij den Commissaris Secretaris der Maatschappij. Zoodra een genoegzaam aantal kwcckelingcn ingeschreven zal zijn, zullen in liet volgende Maatschappelijke jaar, hetwelk begint met 1" Augustus ecrslk., de lessen een aanvang nemen. ADVERTENTIE». Getrouwd Mr. A. E. tan DISHOECK, Notaris te Heinkenszand Letden, 17 Junij 1846. en S. J. V. DILLIÉ. Voor de vele blijken van belangstelling, bij dc bevalling mijner Echlgc- nootc ontvangen,' Iieluig ik hij deze opregten dank. W. C. BOCK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 3