LEYDSCHE
COURANT
N°.
1846.
WOENSDAG, 8 APRIL.
BINNENLANDSCHE RERIGTEN.
De Courant wordt Maandag"! Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
Zatnrdag avond uit.
De Prys der Courant is f 13 in het jaar}
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
1
LEYDEN7 April.
Volgens een der dagbladen, zou de inwisseling der oude munten met 1°.
.lulij eerstkomende zijn afgeloopen, met uitzondering alleen der oude zesdc-
Lalven en schellingen, welke ten jare 1825 tot 25-cents-stukken zijn ver
minderd, en deze het allerlaatst, en wel in het begin van het aanstaande
jaar, tegen andere nieuwe munten zullen worden verwisseld.
De vraag, of. de hooge of andere heemraadschappen, dijk- en polderbe
sturen de magt hezitten om keuren te maken en daarbij straffen te bepalen
wordt thans ook voor den Hoogen Raad behandeld. Mr. W. Wintgens, na
mens het Polderbestuur van Palestein, heeft op den 2den Maart jl. het door
den Officier bij de Arrondissements-Regtbank te 's Gravcnhage ingestelde beroep
in cassatie bestreden, en op den 30steu Maart 11. heeft het Openhaar Ministerie
bij den Hoogen Raad, bij monde van den Advocaat-Generaal Deketh, zijne
conclüsien uitgebragt, strekkende mede tot verwerping van het beroep in
cassatie. De uitspraak is blepaald: op den 218ten dezer.
'sGRAVENHAGE, 6 April.
De Minister van Finantiën heeft bekend gemaakt, dat volgens Zr. Ms niag-
tiging, na voorafgaande overbrenging in het depót bij de Nederlandschc Bank
van de waarde in oude geldspeciën met de vereischte aanvulling, en van ba
ren zilver, volgens art. 4 der wet van 18 December 1845, behalve de vroe
ger bekend gemaakte uitgiften,, tot het einde der maand Maart jl. nog is
uitgegeven een bedrag van f1,700,000 aan muntbiljetten, volgens die wet
daargcsteldzijnde de uitgegevcrie muntbiljetten van ƒ500, 100, 20,
f 10 en f 5.
Nadat in dé Zitting van de Tweede Kamer van 11. Zaturdag de Minis
ter van Binnenlandsche Zaken ad interim nog het woord had gevoerd over
de wet tot opheffing van het fonds'voor den Landbouw, is hetzelve met 45
tegen 13 stemmen verworpen. Vóór hadden gestemd, do HcerenKien,
van Goltsteinden Tex, Duymaer van Twist, de Monchy, van Rijckevorsel
de Backer, Uytwerff Sterling, Enschedé, Timmers Verhoeven, Star Busmann,
Menso en de Voorzitter.
De Minister verklaarde namens den Koning, dat ten gevolge der afstem
ming van het eerste ontwerp, de overige tot deze zaak betrekking hebbende,
moeten worden beschouwd als ingetrokken.
Iri de Zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden is
door de Centrale Afdeeling verslag uitgebragt'over het ontwerp van wet tot
regeling der burgerlijke pensioenen. De beraadslagingen daarover worden
bepaald op aanstaanden Woensdag, des morgens ten elf ure.
Daarna is beraadslaagd over het ontwerp van wet tot opheffing van liet
fonds der nationale nijverheid.
De Heer van Panhuys heeft in liet' algemeen gcene bedenking tegen' de
opheffing van dat fonds, maar hééft eenigc aanmerkingen nopens den vorm.
waarin die opheffing plaats heeft. Zöo is bij inzonderheid tegen art. 3
waarin thans is weggelaten de juiste opgave der baten van het fonds.
De Heer Hoffmann deelt die bezwaren. Hij zal zijne stem van den ver
deren loop der beraadslagingen doen afhangen.
De Heer van Twist' dringt'aan op de opheffing van alle bijzondere fondsen,
ten einde een onregelmatigen toestand te; dóen ophouden. Hij hoopt dat men
eenmaal zal kunnen overgaan tot éene verandering in' dewetgeving op de
comptabiliteit.
Z. Exc. de Minister van Binnenlandsche Zaken ad interim heeft deze voor-
dragt kortclijk toegelicht. Vóór de verevening met België kon men bezwaar
lijk tot de opheffing van dit fonds overgaén. Hij moet tegenspreken dat daar
uit onwettige uitgaven zouden zijn gedaan. Er bestond daarvan gcene bc-
grooting, maar de uitgaven zijn'geschied onder voorbehoud van nadere ver
evening en onder verantwoording van de hoofden der departementen. Zij
moesten ook door de Rekenkamer worden geviseerd.
Men gaat ter stemming over. De voordragt wordt aangenomen met 51
tegen 3 stemmen.
Daarna worden de beraadslagingen geopend over het wets-ontwerp omtrent
de voortzetting van den weg van 's Bosch naar Culenborg. De Heeren de
Jong, Enschedé, Mutsaers cn Gevers hebben de voordragt verdedigd uit een
oogpunt van billijkheid, nuttigheid, noodzakelijkheid, vermeerdering van
welvaart en strategisch belang.
De Heeren Boreel en Nederburgh wcnschen de uitgaven voor dat werk niet
door de schatkist te doen dragenvooral ooknadatwat het strategisch
oogpunt betreft, het departement van oorlog een derde van onze begrooting
verslindt.-! -
De Heer Schooneveld is aan het woord en zal de voordragt aannemen.
De Heer de Man: spreekt mede ten voordeele van het ontwerp.
De Heer Luzac betwijfelt, of het op den oogenhlik wel zaak is om eene zoo
belangrijke uitgave vast te stellen; hij is het eens over het nut van den weg.
De fleer van Dam van Isselt verdedigt het ontwerp, èn uit een oogpunt van
bevordering van algemeenc welvaart, èn uit het oogpunt van strategisch nut.
De Heer Scheers van Harencarspel spreekt mede ten gunste der voordragt.
Daar het uur reeds te ver verstreken is, en nog onderscheidene sprekers
zijn ingeschreven, worden de beraadslagingen geschorst tot heden avond ten
half 8 ure.
In de Avondzitting worden de beraadslagingen voortgezet. De Heer van
'twist ziet de vcrpligting niet in om 6 ton op de bcgrooting te brengen, om
dat die weg vroeger was toegezegdcn zoo die uit een krijgskundig oogpunt
nuttig is, wil hij ze uit de 12 milliocii vinden, die thans in vollen vredestijd
voor ons klein land voor oorlog worden gevorderd.
De Heer v. Goltstein twijfelt aan het algemeen nut van dien weg cn wil ze
ten laste der provincie brengen.
De HH. Rosenthal, Kniphorst, v. Heioma cn Luyben betoogen het alge
meen nut van dien weg en de verpligting om die op 's lands kosten te doen
leggen.
De Minister van Binncnl. Zaken verdedigt het ontwerp; de weg, zegt Z. Exc.,
behoort onder de grootc wegen der lste klasse, welke, volgens art. 215 der
Grondwet, ten laste van den Staat komen. Hierin ligt de aanwijzing van
het algemeen belang. Het is even zoo begrepen onder het Koningrijk Holland
cn onder het Keizerrijk. In 1817 heeft de Regering de verpligting op zich
genomen die wegen aan te leggende Staten-Gen. hebben in de sommen be
willigd tot den tegenwoordigen weg was besloten, de omstandigheden alleen
hebben de uitvoering vertraagd, de toegestane 6 millioen voor de groote wegen
was op lange na niet toereikend; in 1829 is de zaak wederom voorgenomen,
doch vertraagd; eindelijk nogmaals in 1843, en de Provincie mist nog het
geen aan alle andere verleend is. Het iinanticcl oogpunt is van veel be
lang maar men mag door overdreven vrees niet terug houdenwat nuttig
cn noodzakelijk is. De wegen der lste klasse komen ten laste van den Staat.
Alles wat de provinciën doen is winst en ongehoudene welwillendheid. Noord-
Braband en Gelderland hebben nog in den laatsten tijd veel tot verbetering
der wegen gedaan. Eindelijk zal door de opheffing der Nationale Nijverheid
eene aanzienlijke bate ten voordeele van de Schatkist komen, hetgeen het
bezwaar dezer uitgaaf vermindert.
Z. Exc. de Minister van Oorlog zegt, dat 's Bosch de schakel is van den
keten der vestingen welke ons zuidelijk frontier moeten beschermen, en dat
de uitgaven voor oorlog voor 184647alle hare bijzondere aanwijzingen
hebben en voor geen vermindering vatbaar zijn.
Daarop is het ontwerp aangenomen met 40 tegen 15 stemmen. Tegen
de Heeren: Luzac, Nederburgh, van Haersolte, de Monchy, van Panhuys,
van Goltstein, Cost Jordens, Jongsma, van Heemstra, Uytwcrf Sterling
IloHmanTelting, van Twist, Boreel en de Voorzitter (Bruce).
De Zitting wordt vervolgens opgeheven.
Donderdag avond 11. sloot de alhier gevestigde afdeeling der Nederland-
sche Vereeniging ter afschaffing van den Sterken Drank de reeks barer alge-
meene Vergaderingen. Onder voorzitting van den Heer A. Hoekdie deze
bijeenkomst met eene gepaste toespraak opende, hield de Heer Cohen Stuart
eene krachtige cn welsprekende rede over de eigenliefde, welke ZEd. beschouwde
als een, veel vermogend wapen ter bestrijding van den Sterken Drank, waarna
door den Heer Jcltes nog ecnige korte opmerkingen medegedeeldaftredende
bestuurders herkozen werdencn onderscheidene aanwezigen hunnen wensch
tot onderteekening der verbindtenis te' kennen gegeven hebben. Deze belang
wekkende bijeenkomstendie meer en meer de aandacht beginnen te trekken,
welke zij allezins verdienenzullen in de maand October c. k., op nader te
bepalen dag, worden hervat.
I