nonnen-klooster; 2°. is de Aartsbisschop Simascko nooit biechtvader van
zulk-een klooster geweest; 3°. heeft nimmer eenig Russisch geestelijke, van
■wat rang ook, Kosakken ter zijner beschikking; 4°. is er nimmer zulk eene
non in een Russisch klooster gestoken maar zijn in hare eigene kloosters ge
bleven; tenzij ze naar hare bloedverwanten wilden terugkeeren, waartoe
genoemde Aartsbisschop haar verlof heeft gegeven 5°. zijn die kloosters niet in
hunne inkomsten verminderd maar integendeel vermeerderd6°. heeft die
Aartsbisschop nooit over de kloosters in die streek eenig gezag geoefend, omdat
ze tot een ander kerspel behooren7". is in geheel het Russische rijk de lijf
straffelijke wetgeving en het toepassen van ligchaarnsstraffen uitsluitend aan
de wereldlijke magt opgedragen en heeft de Aartsbisschop evenmin een paleis
in aanbouw als er vrouwen toe worden gebezigd, die dus daarbij niet tot aan den
hals in het water hebben kunnen staan 8°. heeft niemand in Rusland ooit
gehoord dat men eenige gevonnisde, veelmin arme vrouwen, honger en dorst
laat lijden, met ijs bedekt, in het water dompelt, ja de oogen uitsteekt;
9°. zijn er geen mijnen in Rusland in de westelijke provinciën, en is geen
non van daar verplaatst, waar ze dus niet in de mijnen konden werken
die niet bestaan 10. vóór 1839 had Rusland 9 Raziliaansche nonnenkloosters
niet door 240, maar door 55 nonnen bewoond, van welke 36 in het
kerspel van Lithauwen11°. is er nooit één uit haar klooster gevlugt,
maar wel naar hare ouders teruggekeerd 12°. zijn er nooit zulke nonnen on
der de namen van MieczislawskaVawszeska, Konazska en Pomawnacka, die
als martelaressen genoemd zijn, bekend geweest, en is er geen enkele monnik
van die orde naar Siberië verbannen; 13". hebben er nooit in de kloosters
dier orde in Rusland, noch onder de priors, noch onder de monniken, de
namen bestaan dergenen die als martelaars worden opgenoemd14". vóór
1839 in waren Rusland 14 mannen-kloosters dier orde met 267niet met
247 monnikenvan welke slechts 165 in Lithauwen.
En nogtans heeft men te Parijs in de kerk van St. Roche met de meeste
plegtigheid voor die gewaande 47 martelaren eene lijkdienst gehouden
Die gewaande abtdis Miéczislawska is in Rusland onbekend het is de pligt
van de regering der landen waar zij zich ophoudt, om hare misleiding en
misdadig doel om Rusland gehaat te maken en zich aalmoezen te bezorgen,
ten toon te stellen.
NAPELS, 24 Februarij.
De koopmansstand verheugt zich hier algemeen over ieder middel ter bevor
dering van de verlaging der tollen op fabrijkgoederen, De omstandigheid dat
het Dagblad van het rijk, Peels woorden overneemt, die den Koning den lof
geeft van een goed staatshoudkundigegeeft nieuwe hoop voor den handel,
liet is algemeen bekend dat in Napels zeer veel, in de pauselijke staten zeer
weinig voor den aanleg van wegen wordt gedaan. De Koning van Napels heeft
herhaalde malen de pauselijke regering aannemelijke voorstellen tot spoor
wegen op Rome, Ancona enz. gedaan; maar 't is alles aan een' dooven mans
deur geklopt, en men vat niet wat men te Rome met die tegenstreving toch
beoogt.
De censuur is over 't algemeen, niet vrijgeviger geworden, in weerwil van
al de pogingen van zeer vereerenswaardigc mannen; evenwel wordt aan rus
tige, wetenschappelijke lieden ook het gebrnik van verbodene boeken toege
staan. Waren er overal bekwame censoren, menige kwelling zou van zelf
ophouden; maar nu wordt het bespottelijk geval mogelijk dat een werk over
het Galvanismus als gevaarlijk wordt verbeurd verklaard, om dat de geleerde
censor het met Calvinismus verwarde.
PRUISSE1S.
RERLIJN, 6 Maart.
De Allg. Preus. Zeitungdeelt omtrent den Poolschen opstand het vol
gende berigt mede van een voornaam Landeigenaar uit Posenzoo even uit
Gallicië teruggekeerd.
Sedert omtrent twee jaren hebben de zendelingen van de propaganda in
Parijs, Londen en Brussel, geheel Gallicië doorreisd, er zich voornamelijk op
toeleggende, de boeren door denkbeelden van gemeenschap van goederen op
te winden en tegen den rijken hoogen adel en de regering op te ruijen.
Daarna hebben zij ook den talrijken kleinenveelal in bekrompen omstan
digheden verkeerenden adel weten te winnen en ook dezen de gemeenschap
van goederen voorhoudendehet herstel van het onafhankelijke Polen ge
predikt, als het eenige middel om hiertoe te geraken.
Zoo deze zendelingen verzekerden, zou de bevrijding van Polen door het
gelijktijdig aanwenden van aller krachten, reeds in de onderscheiden deelen
van het voormalig Poolsche rijk, genoegzaam zijn voorbereid, en zou de op
stand op een en denzelfden dag, te weten den 17den Februarij, gelijktijdig op
alle punten moeten uitbreken. Een schrikbewind zou de eerste doorzetting
moeten verzekeren en eene Poolsche republiek vestigen onder bestuur van vijf
leden, als afgevaardigden uit KrakauGallicië, het Koningrijk Polen, het
Groothertogdom Posen en de Emigratie.
De opstand begon in het stadje Pilsno, nabij Tarnow. Aldaar verschenen
zeven edellieden aan het hoofd van eenige boeren voor het huis van den Syn
dicus, vorderden van hem het. ontwerp tot eene proclamatie en eischten zijne
deelneming aan de bevrijdings-oorlog. De Syndicus verklaarde zich tot alles
bereidmaar sloeg voorom zich van meerdere deelnemers te verzekeren
terwijl hij van zijnen kant de benoodigde voorbereidende beschikkingen zou
beramen. Toen trokken de opstandelingen af; maar omstreeks een uur
later vingen zij eenen bode opdoor den Syndicus met een' brief naar den
militairen Gouverneur om onverwijlde hulp afgezondenhierop keerden zij
dadelijk naar Pilsno terug en vermoordden den Syndicus.
Dien eigen dag toog nog eene andere bcr.de boerenmet 9 edellieden aars
liet hoofd, het aan den Graaf Athanasius Raczynski toebehoorende stadje Dem-
bice binnenzij hielden stil voor het raadhuis en vorderden van de overheid
zich aan den opstand aan te sluiten. Deze weigerde zulks en vermaande
hen als goede onderdanentot getrouwheid en onderwerping. Een der aan
voerende edellieden hernam, dat geen dralen hier diende, een ander schoot
den overheidspersoon ter neder en spoorde de bende aan met het plunderen
der stad een aanvang te maken. De boeren, getroffen door de aanspraak van
den ambtman cn verschrikt over den aan hem gepleegden moordweigerden
zich tot verdere balddadigheden te verlecnen. Nu ontstond er een gevecht
tusschen de opstandelingen zelve, er werden twee boeren door de edellieden
doodgeschoten; maar de overige boeren, hierover in woede ontstoken, vielen
hunne aanvoerders aan en vermoordden ze allen.
In den kreits van Tarnow, waar de kleine adel zeer talrijk is, waren de
opstandelingen tusschen de drie en vierhonderd sterk. Men had vooraf eene
menigte boeren in de stad doen insluipenom den aanval van binnen te on
dersteunen en de militairen te overrompelen. De Joden te Tarnow hadden er
de lucht van gekregen, en den Kreits-bevelhehber verwittigd deze, die over
geene genoegzame militaire magt kon beschikkenliet al de zich binnen de
stad bevindende boeren op de markt bijeenkomenen deed hun daar eene
krachtige aanspraakom hen te doen gevoelenhoe zij zich door den adel
lieten misleiden en door dezen louter tot zijn eigen belang lieten gebruiken
hij vermaande hen alzoo de regering getrouw te blijven tevens beloofde hij
hun eene premie van 10 gulden voor iederen muiteling, dien zij met de wapens
in de hand zouden grijpen cn levend of dood aan het gezag zouden overleveren.
Deze aanspraak werd door de boeren en het volk toegejuicht. Er werden
sabels cn zeissen uitgedeeld. Des avonds betrok een zwakke militairenpost de
poort, deed eenige losse schoten in de lucht en verlokte de opstandelingen
hierdoor de stad te naderen. Intusschen togen de boeren uit om hen onver
hoeds te overvallenhierop niet voorbereidwerden zij omsingeld en er had
eene zoo vreeselijke slagting plaats, dat de boeren den volgenden morgen 130
lijken en 90 doodelijk gekwetsten in handen van het gezag leverden en daar
voor de uitgeloofde premie van 10 gulden per hoofd ontvingen.
Was de handelwijze der overheid van Tarnow al te verdedigen door de moci-
jelijkheid van den toestand en als eene soort van noodweer, zoo had zij even
wel verzuimd, hij het nemen van den maatregel, al de gevolgen te bereke
nen, die uit het loslaten der boeren konden voortspruiten en die, eenmaal
aan het woedenzoo bezwaarlijk te beteugelen zijn en veelal eenen burger
oorlog doen ontstaan, waarvan wreedheid, haat, verbittering, wraak, eigen
baat en roofzucht de gewone kenmerken zijn. Het bekend worden van het te
Tarnow cn elders voorgevallene bleef niet in gebreke, werkelijk al die onza
lige gevolgen te hebben. De boeren vergenoegden zich niet langer, enkel de
gewapende opstandelingen aan te tasten, maar vielen, zonder onderscheid, al
wat slechts tot.den adel behoorde aan: mannen, vrouwen, kinderen, bedien
den, al wat den adel omgaf, ja zelfs sloegen zij over tot het aanvallen van
de rustige ingezetenen der steden, dorpen en heeren-huizingenin het kort,
van alles wat niet tot den boerenstand behoorde.
Zoo togen zij af op bet stadje Dembice, waar zij al wat zij mogten ont
moeten ter neder hieuwenzoodat er slechts drie personen het leven hebben
mogen behouden. De oude Graaf R. werd uit zijne reiskoets gesleurd en met
dorschvlegelen vermoord; de majoor Baron L. onderging nabij Bochnia, met
twee zijner zwagers, daar zij ongelukkig in burgerkleeding waren, hetzelfde
lot. Ook onderscheiden adelijke vrouwen werden vermoord of mishandeld.
De Tarnower kreits vooral was de plaats der vreeselijkste gruweltooneelenom
de uitgeloofde premiën te beurenversloeg men weerloozenwaarvan de lijken
op het schandelijkst mishandeld werden, slechts zorgende het hoofd onbescha
digd tc houden. Aan de wegen zag men niet anders meer dan ledige huizen,
de eigenaren waren vermoord en hunne eigendommen geplunderd.
Verschrikkelijk is het tafereel, hetwelk deze reiziger ophangt van het aan
zien van den opstandvan het gedrag der boerenvan de wijze waarop zij
gewapend zijn en van hunne teugelooze roof- en moordlust. Elke tien minu
ten werd de postwagen door aan den weg in hinderlaag liggende benden aan
gehouden en onderzocht of er ook edellieden in verscholen waren. In Gdow
verzekert de reiziger de straat zoo opgehoopt met lijken gevonden te hebben
dat het bloed ter wederzijde nederstroomde. Den 27slen Februarij kwam hij
door Gdowtoen er daags te voren de Krakauer opstandelingendie op open
vlotten den Wijsel overgestoken warenop de van Bochnia komende troepen
en boeren gestoten hadden en met verlies waren teruggeslagen.
POSEN, 4 Maart.
De berigten omtrent den opstand melden, dat de Oostenrijksche troepen
den 26sten uit Wadowice getrokkenden volgenden dag de stad Podgorze
waaruit zij twee dagen geleden verdreven warenhadden aangetast en inge
nomen; de opstandelingen waren naar het Krakausche afgetrokken, door de
Oostenrijksche troepen vervolgd wordende, die daarop zelvcn door eene bende
werd aangevallendie zij echter verstrooiden. Ook zouden de opstandelingen
uit Wieliczka verdreven zijn. In Gallicië vond de opstand weinig voort
gang, daar men de boeren in de omwenteling niet heeft kunnen medeslepen
deze echter bedreven tegen al de adelijke personen van hun gewes t, die
zij maar eenigzins verdacht hieldende grootste gruwelen hen en de hunne
vermoordende en hunne bezittingen plunderende.
Volgens tijdingen uit Krakau was het daar den 28sten rustig. Onder
scheiden aanzienlijke inwoners hadden, door in schijn aan den opstand deel
te nemengelegenheid gevonden om uit de stad te komen en op Pruissisch
grondgebied tc onlvlugten. Het bestuur der stad had daarop een bevel uit-