vreesde, daar de stemming der gemoederen bedenkelijk was; die streek kon
das niet van Oostenrijksclie troepen ontbloot worden. Te Lembcrg waren
reeds 80 personen gevangen genomen, onder welke vele edellieden en 12 offi
cieren van het garnisoen. De bewegingen in Gallieie schijnen zamen te hangen
met die in het Prnissisch- en Russisch Polen.
De uitgevers Kahrs en Rocca hebben een plaat uitgegeven van de be
roemde schilderij van Schoppevoorstellende de laatste oogenblikken van wij
len den Koning Frederik Willem III, en op welke al de 32 personen, die er
op voorkomen, sprekend gelijken. De gravure in koper heeft 32,000 gekost.
Te Viersen, in Rhyn-Pruissen hebben de aanzienlijkste kooplieden en
fabriekanten van den omtrek zich vereenigdom bepalingen te maken lot het
aanleggen van een' spoorweg, welke te Venlo in verbinding met dien van Mid
delburg zou worden gebragt, en die zich te Viersen zou aansluiten aan de
spoorwegen van Aken naar Ruhroort, Dusseldorp, Keulen, enz.
BEIJËRË\.
MUNCHEN, 20 Februarij.
In de zitting der Stenden van 28 Jan. 11. had de beraadslaging plaats over de
laatste voordragt van den Vorst von Wrede, betreffende het onschadelijk ma
ken der Redemptoristen. Het protocol is eerst heden uitgegeven. De Heer
referent Vorst Lodewijk van Oettingen Wallerstein heelt in hetzelve onder an
deren gezegddat de Rijksstenden vertrouwden dat de kroon geen geestelijk
genootschap zou erkennen of stilzwijgend ondersteunenhetwelk volgens doel
of rigting bestemd scheen om den godsdienstvrede ergens in gevaar te brengen.
Dat de Jesuiten niet in Beycren moeten of kunnen komen, is klaar. Zij zijn
ingesteld tot bestrijding van het Protestantismus, hun duidelijk doel is eene
strijdende kerk tegen anders geloovenden. Hun opentlijk of vetmomd optre
den in een land van verschillende geloofsbelijdenissen, is het tceken van de
bedroevendste tweedragt, en luide spreken de bloedsporen waarmede de weg
dezer vaderen in een naburig land geteekend is. De regels der redemptoristen
zijn onbekend, oogenschijnlijk houden zij zich buiten twistvragen, en alleen
lijk met den innerlijken mensch bezig. Maar zoo niet alle teekens bedriegen
zoo doen zij zulks niet op de edelste wijze. In plaats van den mensch tot
echt Christelijken zin en liefde op te heffenwerpen zij hem in den poel van
het grofste materialismus. Naar al hetgeen mij (zegt de Vorst) er van ter
ooren kwam, leeren hunne kanselredenen tegen de ontucht, aan brave meisjes
wat zij niet moesten vernemen en dat in zulk eenen graaddat hier zeer
Katholijke vrouwen zich gedwongen zagen onder de preek met hare dochters
de kerk te verlaten; getuigt hunne biechtstoel menigen uitval van godsdien-
stigen waanzin, gloeijen hunne aanhangers van haat tegen niet-Katholijken
bewaken de dienstboden op welke zij invloed hebbenhunne heerenkinde
ren hunne ouders, met een woord zaaijen hunne werken welige zaden van
tweedragt. Ik beklaag luid de invoering van dit genootschap in ons land en
dank God dat ik er geen deel aan heb genomen. Maar officiële bewijzen van
het zoo even gezegde heb ik tot dezer ure nog niet, en daarom moet ik mij
zoo lang tegen de voordragt van den Vorst von Wrede verklarenals geene
nadere aanwijzing in den loop der beraadslagingen of een van staatswege ver
ordend onderzoek ons tot een gezamentlijke uitspraak brenge.
Een derde Rijksraad Graaf van Arco Valley heeft de Redemptoristen verde
digd en gezegd dat hij ook eerst tegen hen was ingenomenmaar dat hij
ten gevolge van eene kennismaking met den rector hen op eene zijner bezit
tingen had toegelaten, en beweerde dat hun prediken en biecht afnemen heil
zame gevolgen hebben gehad, en zegt dat ook in de meest vrije lauden redemp
toristen-kloosters bestaan. Desgelijks, zegt despreker, bevinden zich redemp
toristen in Holland, en wie is daar hun beschermer? De Protestantsche
Koning van Holland, voorzeker geen schijnheilige, neen! een goed soldaat
wat hij bij Waterloo heeft getoond. Ik bezit ook een' brief die zijne gevoelens
over de Redemptoristen te kennen geeft. Een der eerste daden zijner regeering
was om den Redemptoristen de opname in den lande toe te staanen later
heeft hij zich in het vreemdelingboek als hun beschermer opgeteekend, en
eindigt met te beweren dat er geen kwaad van hen is te vreezen. [Wanneer
de spreker van zulk een brief gewaagt, zonder te zeggen van waar hij dien
heeft en wat er woordelijk in staat, houden wij dien brief voor verdicht of
niets afdoende; wij kunnen ons onzen geëerbiedigden Koning niet voorstellen
als der Redemptoristen toegedaan te zijn, en moeten ook betwijfelen of Z. M.
zich als hun beschermer in hun vreemdelingenboek zou hebben opgeteekend.
De spreker kent boven dien Z. M. niet in zijne welwillendheid en voorkomend
heid, welker uitdrukking nog zeer veel van goedkeuring of instemming kan
verschillen, en zag hij daar, in onzen Koning bij voorkeur den Held van Wa
terloo, zou men dan niet mogen vragen of een rondborstig krijgsheld wel aan
leg heeft om zulke geestelijke krijgslieden te doorgronden?]
Een vierde Rijksraad zegt dat hij zich gelukkig acht dat in zijne streken de
gemeenten zulke buitengewone zielzorgers niet behoevenen stelt de verdien
sten der gewone geestelijkheid in het licht.
De eerste Secretaris Vrijheer Schenk van Stauffenberg spreekt in den zelf
den zin.
De Vice-President verklaart dat hij de werkzaamheid der wereldlijke gees
telijkheid niet miskentdat hij de Redemptoristen niet kentmaar narigten
van hen heeft die hem in de meening versterken dat ze nuttig zijn. Een an
der zegt dat wanneer de wereldlijke geestelijkheid hen duldt, zulks wel uit
toegevendheid kan zijn, zonder dat zij van hun nut overtuigd is, of door ze
delijken dwang op hooger orde, waarvan misschien eenige treffende voorbeelden
waren aan te voeren. AugshZeit.)
Het vervólg in een volgend nornmer.)
EXGELAXn.
LONDEN, 28 Februarij.
Het Lagerhuis heeft in den nacht van beden om 3 urede eerste lezing
van het wetsontwerp omtrent de verminderde inkomende regten der granen
met 337 tegen 240 stemmen goedgekeurddus met eene voldoende meerder
heid van 97 stemmen.
FRANKRIJK.
PARIJS, 1 Maart.
In hare zitting van 28 Febr. heeft de Kamer van Afgevaardigden de som
van een millioen francs voor geheime politie-uitgaven met 220 tegen 58 stem
men bijna zonder eenige beraadslagingentoegestemd.
De Minister van Finantiën heeft in die zitting de vermindering van
briefporten voorgestelden wel zoodat 10 centimes zouden betaald worden
voor iederen brief op een' afstand van 4 a 5 uren verzonden; de port zou
trapsgewijs opklimmen tot 50 cent. voor den grootsten afstand. De Minister
merkte daarbij opdat de geheele vermindering van de briefporteven als
dit in Engeland had plaats gehad, in Frankrijk niet kon ingevoerd worden,
omdat bij ondervinding bleek dat er jaarlijks nagenoeg 1,500,000 minder
ontvangen werd, dan vroeger toen de briefport hooger was.
De Minister van Koophandel heeft aan de Kamere van Koophandel der
voornaamste fabriekplaatsen geschrevenom stalen van koopwarendie men
kan veronderstellen geschikt te zijn voor de Africaansche bevolking. De koop
waren zullen aan boord van een lands schip worden geladen, dat tot een
handelreis op de westkust van Africa en op de westkust van Madagascar wordt
uitgerust. Kapitein Loaver, van Nantes, is aan de uitrusting toegevoegd,
om de belangen van onzen handel te vertegenwoordigen. Zijne zending zal
voornamelijk zijn om de voortbrengselen der fabrieken te doen kennen in allo
plaatsen die dit schip zal aandoen.
De Afgevaardigde Gasparin heeft in de Kamer zijn voorstel ontwikkeld,
omtrent de voorwaarden bij het vergeven van openbare bedieningen. Hij toonde
de misbruiken aan die hierin plaats vondendaar dikwijls menschenvol
strekt niet voor eene betrekking geschikt, dezelve op voorspraak verkrijgen.
HÜ stelde daarom voor, dat elk die eenen post zou verkrijgen, vooraf een
examen moest ondergaan en slechts na twee jaren op bevordering zou kunndn
bopen. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft verklaard, dat hij zich
tegen het in overweging nemen van dit voorstel in de Kamer niet zou ver
zetten en bij meerderheid van stemmen is het den Heer Gasparin toen ver
gund het ter tafel te brengen.
De Generaal- Majoor Levasseur, die de onder-divisie van Constantine
commandeerde, en onder wiens onmiddelbaar bevel eene colonne in het ge
bergte bij Setif zulke zware verliezen door de koude geleden heeftheeft be
vel ontvangen naar Frankrijk terug te keeren.
Op het eiland S'°. Magueritein de Middellandsche zee aan onze zuide
lijke kusten, hetwelk tot eene bewaarplaats der gevangene, naar Frankrijk
gevoerde Arabieren dient, is onder deze een gevaarlijke opstand nog tijdig
genoeg ontdekt, ten doel hebbende om de gevangenen te verlossen. Het hoofd
van den aanslag, zekere Bokhors, is een gewezen Turksche kaper-Kapitein,
een bekwaam en ondernemend man; hij heeft zich door de meesten dier ge
vangenen tot Califa doen erkennenhun den heiligen krijg gepredikten
bijna allen zijn met hunne maar al te wel bekende behendigheid en geheim
houding aan het werk gegaan. Het bosch van het eiland heeft hun zware
knuppels geleverd; nevens deze konden zij over de bijlen, waarmede hunne
slaven hout hakkenen over de messenwelke zij gebruiken om vleesch te
snijden, als wapenen beschikken. Zij hadden begonnen met naauwkeurig de
sterkte van den militairen post op te nemendie geen 50 man bedraagten
men verzekert dat zij wisten, dat de schildwachten geene patroonen bij zich
hadden. Zij dachten dus het garnizoen ligtefijk te zullen verrassen en al
wat weerstand bood om hals te kunnen brengendaarna wilden zij aan boord
der schuiten stijgenen het eerste het beste vaartuigdat uit de haven van
Cannes onder hun bereik voorbij zou varen, vermeesteren. Die Bokhors
beloofde ben naar Afrika te zullen brengen en weder onder de tenten van
Abd-el-Kader te geleiden. Het zijn de andere Arabieren, den voorgegeven
Califa vijandig en, zoo zijn plan gelukken mogt, voor hunne eigene veiligheid
beducht, die dit stoute ontwerp ontdekt en er kennis van gegeven hebben.
Oogenblikkelijk zijn de raddraaijers der onderneming in de kazematten van het
fort opgesloten, en snelle en krachtige maatregelen hebben de een oogenblik
in gevaar gebragte rust hersteld.
BELGIE.
BRUSSEL, 1 Maart.
De Minister van Oorlog, de Generaal Dupont, heeft wegens zijnen
voortdurenden ziekclijken toestand, zijn ontslag gevraagd en bekomen, en is
benoemd tot Adjudent des Konings. De Minister van Justitie, Baron d'Ane-
than, neemt ad interim zijn Departement waar.
Een bal door de Ilandel-Maatschappij alhier den 27st«" Februarij ten be
hoeve der armen dezer stad gegevenheeft de aanzienlijke som van 21,575
fr. opgebragt.
In de nabijheid dezer stad zijn 7 wagens buiten het spoor geworpen,
zonder dat men echter van eenig ongeluk gehoord heeftalleen heeft daar
door eene vertraging van eenige uren plaats gehad.