zeer gelukkig geacht, omdat hij vroeger Ncderlandsch ambtenaar is geweest en zich als zoodanig gunstig heeft doen kennenen omdat hij als Minister veel heeft gedaanwat de goede betrekking tusschen beide landen bevorderlijk kon zijn. Hij wordt eerdaags hier verwacht. De Nederl. Stoompost deelt mede, dat de Hollandsche IJzeren Spoor weg-Maatschappij geene concessie gevraagd heeft tot het maken van eene ha ven te Scheveningennoch er aan gedacht heeft die te vragen. Maar de Maatschappij heeft de eerste aanleiding tot deze zaak gegeven door een adres öf memorie aan den Koning aan te biedenwaarbij het wenschelijke en het in ruime mate belangrijke dezer onderneming voor de residentie en de hoofd stad in het bijzonder, en voor het Rijk in het algemeen, werd aangetoond. Het gemelde blad meent dat het plan is de haven ter regter zijde van het dorp tot stand te brengen, hetgeen veel minder kostbaar en in verband met, en door verdere voltooijing van het Scheveningsche kanaalook als de kort ste weg kan aangemerkt worden. Eindelijk betwijfelt de Ned. Stoompost het, dat de concessie tot het aanleggen van eenen atmospherischen spoorweg, stellig geweigerd zou zijn; het blad houdt het daarvoor, dat de zaak nog hangende was. Omtrent het gevangen nemen van de muntschenners (zie ons vorig nom- mer) wordt nog berigt, dat men bij hen, behalve eenige zware baren zilver, ook zeer vele pas gesnoeide muntspeciënsmeltkroezen enz. beeft gevonden. Volgens de Nieuwe Rott. Cour. zou er voor eene waarde van 70 a 80,000 aan goederen, goud, zilver en juwelen in het huis aanwezig geweest zijn. De namen der gevangen genomenen zijn: Joseph, Barend en Salomon van Ulm, Jakob en Naatje Salabis, huisvrouw van J. van Ulm, en Isaak van Rijst. DELFT, 29 Januarij, Gisteren morgen is in de Nieuwe Kerk alhierna aankomst van bet Vorste lijke Lijk, in tegenwoordigheid van Z. K. H. Prins Frederik en Hoogstdeszelfs betrekkingen de lijkkist in de Koninklijke grafkelder bijgezet, nadat Z. Ex, de Minister van Justitie, daarin bijgestaan door den Secretaris-Generaal van dat Departement, de kist met het Rijks-zegel had verzegeld. Bij die treurige plegtighcid waren tegenwoordig de Graaf P. II. van Limburg Stirum, Hof maarschalk van HH. KK. IIH. Prins en Prinses Frederik der Nederlanden en Mr. H. van BerkelBurgemeester dezer stadals Commissaris van den Ko ninklijken grafkelder. AMSTERDAM, 28 Januarij. De Raad der stad heeft besloten om het getal der Hoogleeraren in de Medicijnen met één te vermeerderenten einde de Pathologie en Medicina forensis tc onderwijzen, welke vakken sedert den dood van den Hoogleeraar van der Breggen onvervuld waren gebleven. De Heer Serrurier alhier is benoemd tot Consul-Generaal van Saksen- Weimar-Eisenach voor de Nederlanden. Onder de giften die bij de Commissie ter ondersteuning der 13 Wedu wen en Weezen te Haltem ontvangen zijn, komen voor: van Z. K. II. den Prins van Oranje 150 en van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden ƒ100. De assuradeurs van deze stad, alsmede die van Antwerpen, Bremen Ham burg en Londen, deelen 52 zeerampen mede, in de laatste 4 maanden, ein digende met 31 December, waarbij vaartuigen, menschen en goederen ver loren zijn. DEN HELDER20 Jannarij. Met de vischvangst gaat het tot dus ver niet gunstig; er wordt, hetgeen voor dezen tijd opmerkenswaardigmaar voor den visscherman treurig is bijna geen schelvisch gevangen en zeer weinig kabeljaauw. Onze inwoners kunnen zich ter naauwernood een' tijd herinnerendat er zoo weinig visck werd aangebragt. UTRECHT, 28 Januarij. Het verbouwen van de Doelen te Amersfoort tot een Locaal ten dienste der tereglzittingcn der Arrondissements-Regthank aldaar, is aangenomen door den Timmerman in genoemde stad G. van der Veen, voor 7,800. Onder de ingezonden stukken leest men in de Ulrechtsche Courant het volgende Onze als dichter beroemde landgenoot Da Costa heeft nu reeds sedert eenige jaren te Amsterdam, zijne woonstede, voor een uitgezocht auditorium eene reeks van gewijde redevoeringen gehouden. Den vorigen winter heeft hij zich laten overhalen om zich van tijd tot tijd ook in den Haag te doen hooren. Daar, naar wij vernemen, behooren zijne toehoorders nog meer tot den aan zienlijken stand dan wel te Amsterdam. Nu dezen winter heeft hij mede aan de u'tnoodiging van verschillende ingezetenen dezer stad gehoor gegeven, doch men betreurt hetdat de redevoeringen des fleeren Da Costa alhier zoo zeldzaam zijn. In de Hofstad is het voorbeelddoor den Heer Da Costa gegevengevolgd geworden door den Warmondschen Hoogleeraar Borret, die, zoo wij niet ver keerd zijn onderrigtzijne godgeleerde studiën te Rome onder de leiding der Jesuiten heeft voltooid. Hoezeer de laatste zijne redevoeringen houdt in de Sb Theresiakerk en de eerste in de zaal van het Genootschap Diligentiazoo hebben echter de voorlezingen van beide tot onderwerp de gewijde Schriften, en onzen Heiligen Verlosser of de kerk van Christus. Beide Heeren rekenen enkel op een beschaafd en verlicht gehoor. Dit blijkt bij den eenen aan de geldelijke bijdrage, die gevorderd wordt om in de zaal van Diligentia te worden toegelaten: hij den anderen, alhoewel Nederlander van geboorte en opvoedingals sprekende in de Fransche taal. Zij die in de gelegenheid geweest zijn den Abt Borret zoowel als den Heer Da Costa te hoorenverzekeren dat beidehoezeer streng in de beginselen van het kerkgenootschap, waartoe zij behooren, evenwel eene urbaniteit en ver draagzaamheid aan den dag leggen, welke men weinig kon verwachten. Daaraan willen dan ook velen het hebben toegeschreven, dat bij den een' zoo wel als bij den ander, de meeste toehoorders tot andere gezindheden dan die der sprekersbehooren. Wij veroorloven ons geene aanmerkingen of beden kingen, en vermelden slechts de omstandigheden. Wij willen enkel gevraagd hebben of wij hierin de teekenen des tijds hebben op te merken Wat men overigens zéggen of denken moge, voorzeker bestaat er thans levenopgewektheid en wrijving in dc godsdienstige wereld, bij de volken die tot den Germaanschen stam behooren. In Engeland is het voornamelijk de Prolestautsche geest die, in het verschil over de zaken van Otaheite, tot oorlog tegen Frankrijk raadde, dien oorlog wilde. Een' oorlog welke inzon derheid door de wijsheid van Louis Philippe is verhoed geworden. Evenwel ziet men in dat zelfde, bijna zouden wij zeggen ultra Protestantsche doch in alle gevalle, hoog ernstig Protestantsche Engeland, een aantal geleerde mannen, meestal geestelijken van de heerschende kerk, eerst het zoogenoemde Puseïsmus belijden en vervolgens tot de kerk van Rome overgaan. In Duitschland heeft de aanbidding van den Trierschen rok een' grooten nasleep gehad. Eene lawine heeft zich losgescheurdverwoestend is ze op do Pioomschc kerk nedergestort en ze rolt nog steeds voort, vermeerderende en aangroeijende en het Pausdom op zijn grondvesten doende trillen. Voor het protestantisme, of wil men, voor de ware leer van Christus, verwach ten wij van den eenmaal opgewekten Duitschen geest de meest verblijdende uitkomst. Wanneer zal dit zijn? Dit weten wij niet. Wij gelooven dat de Duitscbe Katholieke kerk nog steeds in hare eerste ontwikkeling is, zoodat men over haar nog geen oordeel vellen mag, noch kan. Zal zij voor de andere volkeren van den Germaanschen stam ook vruchten dragen? Dit mede ge looven wij te mogen vertrouwen. Intusschen wenschen wij alle welgezin- denallen die het wèl meenen met de gezuiverde godsdienst in hare verbrei ding, te zien opgewekt tot waakzaamheid en werkzaamheid. ARNHEM, 28 Januarij. De persoon van W. J. Boxs is veroordeeld tot de straf van hel zwaaijen van het zwaard over het hoofd, tuchthuisstraf van 10 jaren en 250 boete, wegens medcpligtigheid aan valschheid in geschriften van publieke admi nistratie. ZWOLLE, 27 Januarij. Men berigt ons van Epe, in Gelderland, het volgende treurig voorval: In den morgen van den 23slen dezer, begaf zich G. v. V., een arbeider bij de beneden schutsluis van het kanaal op Apeldoornnaar zijnen broeder die onder Oene woontdaar zijnde, komt de bakker brood brengen en uit scherts gaan de beide broeders eene weddingschap aan om geblinddoekt een witte brood met een broodmes in een bepaald getal sneden door te snijdenge noemde G. v. V., bindt zijnen broeder een doek voor de oogen en gaat ter zijde, doch blijft te digt in de nabijheid. Zijn broeder maakt met het mes een hevigen zwaai en stoot het G. v, Vr. in de zijde. Na een smartelijk lijden van li uur gaf deze den geest. GRONINGEN, 26 Januarij. Den 23sten dezer is alhier in den ouderdom van 69 jaren overleden Jhr. Mr. H. Trip, Raadsheer in het Provinciaal Geregtshof in Groningen. Uit het jaarlijksch verslag van den staat der landhuishoudkundige school alhierover het afgeloopen jaarblijkt dat de genoemde school geregeld is vooruitgegaan. Bij een vorig verslag werd berigtdat eene boerderij te Haren bij Groningen was aangekocht, en het bouwen van een voor de leerlingen ingerigt gebouw en schuur daarop aanbesteed. De winter heeft dat bouwen aanmerkelijk vertraagd zoodat het niet vóór den 24sten Junij 1845 door de leerlingen kon betrokken worden. De gere geldheid van het werk en de orde van de geheele inrigting moesten hierbij aan merkelijk lijden, vooral ook, omdat het aantal leerlingen sneller toenam, dan men aanvankelijk gerekend had, daar men er al dadelijk 10 en later 13 te Haren gehuisvest heeft, Hetgeen er echter aan de geregelde orde in 1845 ontbrak, vertrouwt men, dat in 1846 geheel zal hersteld zijn, doordien het bestuur nu alles, in over leg inet den onderwijzer voor de praktijk, vooraf heeft geregeld en niet alleen wat, maar ook hoe alles gekweekt zoude worden, en hoe de leerlingen ver schillende werkzaamheden, bij afwisseling onderling, zouden verrigtcn: terwijl in dit tweede jaar van beleeling voor de zoo noodzakelijke zuiverheid van bet landook door de invoering der rijenteelt, beter zorg kan gedragen worden dan dit wel in het eerste jaar geschied is. Er is voorts op goeden, hoogen grond een ploegveld aangewezen, tot oefening voor de leerlingen in die ge deelten van het jaar, dat er anders weinig werkzaamheden op den akker te doen zijn. De boerderij was te klein voor genoegzame verscheidenheid van cultuur. Hierin heeft rnen aanvankelijk voorzien door het bijhuren van voor ruim ƒ200 goed landwelke uitbreiding het bestuur voornemens is voort te zetten. Bij de behoefte aan geldelijke ondersteuning, voor het kobpen bouwen, enz.wordt voorts vermelddat de inrigting van den Baron Sixma van Heemstra, de som van ƒ25, van dc Maatschappij tot Bevordering der Nijver heid te Haarlem onderscheidene geschriften, als ook van drie personen, eenige landbouwkundige boeken ten geschenke ontving, waardoor, even als door

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1846 | | pagina 2