BUiTEiNLAJNDSCHE BERIGTE1N.
ooüt-i.v i»ie.
Het heeft zich bevestigd, dat er hij den brand in de Spuistraat drie men-
schen zijn omgekomen, namelijk Mevrouw de Wed. van Harencarspel Eckhardt,
haar zoon en dochter; twee lijken, geheel onkenbaar, zijn reeds van onder
het puin te voorschijn gehaaldnaar het derde wordt nog gezocht. De daad
van den Heer Salmon, welke eene andere dochter van voornoemde met levens
gevaar gered heeft, wordt zeer geprezen. Omtrent de oorzaak van den brand
kan nog geen bepaald berigt worden medegedeeld; zooveel is zeker, dat de
Heer Nelck, zijn zoon en zijne nicht P. Werdes, die bij hem inwoonde,
vangen zijn genomenmen wildat eerstgenoemde krankzinnig zou zijn ge
worden; ook de buisvrouw van Nelck zou in verzekerde bewaring genomen
zijn ware zij vervoerbaar geweest.
Onder de kostbare voorwerpen die bij dezen brand zijn vernieldbehoort
ook eene zeer belangrijke verzameling van geschilderde portretten en van een
aantal papieren der Admiralen Evcrtsen. De Echtgenoot van Mevr. Eckhardt
stamde namelijk door vrouwelijke linie, van den beroemden zeeheld Johan
Evertsen af, van wien de genoemde portretten en papieren tot hem gekomen
waren. Bij het zware verlies'twelk de geschiedenis van ons zeewezen in
hel vorige jaar, bij den brand in het Departement van Marine heeft geleden,
is dit nieuwe verlies dubbel te betreuren.
Men wil met zekerheid wetendat het huis van den Heer Nelck voor eene
som van ƒ24,000 de winkelgoederen voor ƒ20,000 en de meubelen voor
ƒ3,300 verzekerd waren. Men voegt er bijdat zijne handelsboeken in een
ander huis zouden gevonden zijnen verbindt dit met nog andere omstandig
heden, welke wij voorzigtig achten alsnog niet aan te roeren.
Nog wordt van een' brand gemeld uit Rotterdam, in den nacht van den
25sten ontstaan in de Waschbleeklaan aan den Binnenwegwaardoor de wo
ning van den Heer J. de Wilde, eene prooi der vlammen is geworden alles
is verbrand en was slechts gedeeltelijk verzekerd. Ook heeft een brand in
den morgen van den 23steD te Meppelde woning van den Grutter Nyenhuis
de grulterij het hooieen paard en vier koeijen verteerd.
AMSTERDAM, 26 December.
De alhier ter slede gevestigde liefdadige vereeniging: Hulpbetoon aan
Eerlijke en Vlijtige Armoedebeeft van Z. M. eene som van 300van
H. M. 300van Z. K. H. de Prins van Oranje ƒ50, en van Z. K. II.
Prins Frederik der Nederlanden 100 ontvangen.
SOEST22 December.
Z. M. heeft aan de gemeenten Baarn en Soest de aanzienlijke som van
2,000 doen toekomen, om aan de behoeftige huisgezinnen gedurende dit
wintersaizoen arbeid te verschaffen.
Uit Beets meldt men, dat aldaar de 80-jarige grijsaard K. Klijnden
21 sten dezer met zijne vijfde vrouw, zijne vijf en-twintig-jarige cchtvereeni-
ging gevierd heeft.
VLISSINGEN, 25 December.
De reden, waarom de Uitgeefster van onze Stadscourant, A. W. van Bieren,
regterlijk vervolgd wordt, bestaat in het plaatsen van een stuk: Een woord
aan allendie kun Vaderland liefhebbengeteekend X, waarin de vol
gende zinsnede voorkomtMaar wat zoude de natie nog van eene Kamer
verwachtenwier meeste leden steeds toonen dat het hun slechts om een
doel te doen isen dat doel is geld die zich niet beschouwen daar geplaatst
te zijn om de natie tot een bolwerk te verstrekken, maar in het lidmaatschap
der Kamer slechts cenen trap meenen te zien, langs welken zij, door het
Gouvernement lafhartig te believenal hooger en hooger kunnen kruipen
ten einde voor zichzelven en hunne familie een lekker geregt uit de staats-
keuken te bekomen; zoodanig is, op zeer weinig gunstige uitzonderingen na,
het gedrag onzer opgedrongen vertegenwoordigers;" terwijl in genoemd artikel,
vier regelen verder, de zinsnede aanvangt»De Ministers, gerugsteund door
hunne Tweede Kamer, mogen zulks oordeelen."
De Uitgeefster heeft 8 dagen uitstel verzocht, om zich te beraden, of zij
zichzelve voor dat artikel verantwoordelijk kan stellenof wel den schrijver
zal noemen.
'sHERTOGENBOSCH, 24 December.
Eergisteren avondom half 7 ureis de veerschuit aan de Kleine Hekel
met 10 personen geladen, door den storm omgeslagen; 7 werden gered, maar
3 zijn verdronken onder welke een man die eene hulpbehoevende vrouw en 4
kinderen nalaat.
BATAVIA, 17 October.
Berigten van daar medegedeeld in de Nieuwe Rott. Courmelden dat er
ten bedrage van één millioen guldens Ned., wissels op den Minister van Kolo
niën, betaalbaar te Amsterdam op zes maanden zigt, zouden worden uitgege
ven. Dat de gegadigden voor de som, waarvoor zij wissels vei langen, mits
altijd bij ronde duizendtallen moesten inschrijven. Deze biljetten zouden in
bet openbaar ten overstaan van den lieer Ruloffs Dir.-Generaal van Finantiën
worden geopend, en de wissels tot een bedrag vanƒ1,000,000 worden toege
wezen aan de laagste inschrijvers, met dien verstande nogtans, dat alle de
wissels zouden worden afgestaan tot den prijs van die inschrijvingwaarmede
de som van ƒ1.000,000 zal voltallig worden, zoodat de voor de overige be
langhebbenden meer voordcelige inschrijvingen, desniettemin tot laatstbedoelden
cours zullen worden herleid en gegund.
Bij voorbeeld: Wanneer de inschrijvingen zijn van ƒ50,000 ad 82 pCt. tot
ƒ190,000 a 94 pCt., te zaïnen ƒ960,000, en van ƒ210,000 ad 95 pCt. tot
ƒ250,000 ad 97 pCt., zullen worden gegund tot den prijs van 95 pCt. al
die eerste inschrijvingen en van de overigen, tot voltalligmaking, de som van
ƒ40,000, ponds-ponds gewijze.
De wissels zullen vrij van zegel worden algegeven ten kantore van den alge-
meenen ontvanger alhier, uiterlijk binnen drie dagen na de toewijzing, tegen
betaling in zilver vertegenwoordigend bankpapier. Verder behoudt de Regering
zich voor in November en vervolgens, op nieuw wissels af te geven, tot alsdan
te bepalen sommen en coursen.
Dit heeft een stilstand in alle zaken te weeg gebragt; die wel zoo blijven
zal lot dat men weetwelke maatregelen met het koperen geld genomen zullen
worden. Men zegtdat de zilveren gulden (papier) gesteld zou worden op
160 in plaats van 120 duiten.
De voorraad van gedrukte katoenen goederen is niet grooten patronen
naar den smaak van de inboorlingen zouden goed verkocht worden even zoo
is het met Hoofddoeken. Met wollen Goederen is de markt goed voorzien.
Het bevestigt zich, dat de oogst van de Kolïij zeer onvoordeelig zal zijn en
het cijfer van 600,000 pikols niet zal overschrijden.
In het begin dezer maand was de wissel op Nederland 80 pCt., De aanvrage
bij de Regering beliepen over de twee millioen guldens, waarvan 94,000
tot 84 pCt., ƒ126,000 tot 85 pCt., ƒ64,000 tot 86 pCt.ƒ292,000 tot
88 pCt., ƒ639,000 tot 90 pCt., ƒ189,000 tot 92 pCt., ƒ51,000 tot 94pCt.
ƒ505,000 tot 95 pCt., ƒ73,000 a pari.
Naar Holland is weinig te laden zoowel hier als aan de Oostkust doch
er zijn ook weinig vrachtzoekende schepen.
WEüT-iar©iE.
PARAMARIBO, 20 October.
Gisteren avond ten half acht ure is Zijne Excellentie de Heer Gouverneur
van zijne reis naai' Saramacca in de stad teruggekeerd.
Wij vermecnen onzen lezers genoegen te zullen verschaffen, een omstandig
verslag dier reis te geven.
Z. Exc. op laatstleden Dingsdag des middags ten drie ure, vergezeld van
den Hoog-Edel-Gestr. Heer Mr. Ph. de Kanter en den Hoofd-Kommies A. Wil-
dehoer, van hier vertrokken zijnde, kwam ten tien ure aan, op de plantaadje
Hamburg alwaar het gezelschap door den directeur en mede-administrateur
AVm. Maynard, kapitein der divisie Saramacca, gulhartig ontvangen, bleef
overnachten. Den volgenden morgen ten half tien ure werd de reis naar
Groningen voortgezet, waar men ten twaalf ure landde.
Bij het naderen van het etablissement deed zich een verrassend gezigt op bij
het aanschouwen der landbouwers en werklieden, die zeer net gekleed aan de
landingsplaats in orde geschaard, en een twaalftal der kloekste kolonisten
onder het geweer, stonden, terwijl van onderscheidene woningen de Neder-
landsche driekleur wapperde. Bij het naderen van het vaartuig werd door
de gewapende mannen een salut van 24 schoten gedaan.
De Gouverneur aan wal gestapt zijnde, werd door den geachten Predikant
A. van den Brandhoff, bestuurder van de Europesche kolonisatie, op de harte
lijkste wijze verwelkomd, en benevens hoogst deszelfs gezelschap naar zijne
woning geleid. Een eerepoort, op de netste wijze ingerigt, fraai met bloem
en loof geschakeerd en voorzien van toepasselijke opschriften, versierde den
ingang van eene uit groene takken vervaardigde slingerlaan, die naar de
woning van den Predikant geleidde, alwaar Z. Exc., door de echtgenoot van
dien Leeraar en hare drie bevallige dochters met de meeste bescheidenheid
en hartelijkheid werd ontvangen.
Vervolgens kwam eene Commissie uit de landbouwers bij den Gouverneur,
en bood Z. Exc. in naam der kolonisten, eene welkomstgroet aan; betuigde
de welmeenendste erkentelijkheid voor de eer van Z. Excs. tegenwoordigheid,
en voor de belangsielling zoo krachtig aan den dag gelegd, door het bezoek
van Zijn Hoog-Edel-Gestr. zoo spoedig na de overname van het bestuur der
kolonie; erkende vervolgens met dankbaarheid de zorgen door den Heer Ph. de
Kanter als waarnemend Gouverneur, voor de kolonisten in het werk ge
steld, en droeg in onopgesmukte taal de behartiging van hun verder welzijn
aan de welwillendheid en belangstelling van den Gouverneur op.
De hartelijke toespraak waarmede dit beantwoord werd, de liefderijke wijze
waarop Z. Exc., de landbouwers in het algemeen en ieder in het bijzonder
aansprak, de treffende opwekkingen die van zijne lippen vloeiden, bragtcn
zulk eencn beilzamen indruk bij de landlieden te weeg, dat hun vreugdege
juich zich van alle kanten deed hooren en een vermakelijk landfeest den dag
besloot, waarvan de avond door eene illuminatie werd opgeluisterd.
Den volgenden morgen bezocht Z. Exc. het etablissement Voorzorgnam
het terrein op, inspecteerde de aldaar staande gebouwen, en besteedde dien
dag aan bet geven van de vereisebte voorschriften tot geregelde voortzetting
der werkzaamheden, en de noodige wenken in het vak van landbouw en
landhuishoudkunde.
Op Vrijdag morgen verliet Z. Exc. het etablissement Groningen en aan
vaardde de reis naar de plantagie Mijn Vermaak en van daar, vergezeld van
den inspecteur van nijverheid en cultures, naar Cathariria Sophia. Bij het aan
landen op laatstgemelde plantaadje, stond de slavenmagt ordelijk gekleed in twee
rijen geschaard, waarvan de eene palmtakken met ruikers en de andere riet
halmen met ruikers droeg, terwijl bet middelpad van de landingsplaats af,
met gebloemd katoen was belegd. Door de rijen, welke sierlijk met de palm-
lalskcn en riethalmen slingerden, werd Z. Exc. naar het woonhuis geleid,