LEYDSCIIE COURANT 1845. N°. 154. WOENSDAG, 24 DECEMBER. BINNEN LANDSCHE BERIGTEN. De Covrant wordt MaandagWoensdag Vrijdag uitgegeven. De Prijs der Courant is ƒ13 in liet jaar de afzonderlijke nummers worden tegen 10 Centen afgegeven Uithoofde van het KERSFEEST zal de Vrijdagsche Courant niet worden uitgegeven. LEYDEN, 23 December. Men verneemt dat er hij onze Regering uitgewerkte plannen in gereedheid zijn, om ook onze stad met gaz te verlichten, en dat deze plannen bereids aan de goedkeuring van hooger gezag zijn onderworpen, ten einde ook alhier de gaz-verlichting tot stand te brengen. Er hebben nu en dan op onzen Mollandscben Spoorweg nog al aanmer kelijke vertragingen plaats; II. Vrijdag was dit met twee treinen het geval en nu weder gisteren, toen de trein, dié te half 5 ure uit Amsterdam vertrok en bier te 6 ure moest aankomen, door hel springen van eene buis, eenige uren oponthoud beeft gehad en eerst te half 10 ure te 's Gravenhage aankwam de twee laatste treinen zijn daarom ook eerst midden in den nacht aan de plaats hunner bestemming kunnen komen, De aanneming der vergrooting van R. K. kerk in de Dakkersteeg, door den Timmerman v. d. Linden voor 17,800, is, bij ontstentenis van borgen, niet goedgekeurd en thans onder nadere approbatie toegewezen aan den Tim merman Sammels op de Langegracht, voor ƒ19,400. Hebben wij ons onlangs verheugd bij de aanneming der wet tot het doen vervangen van het zoo verminkte geld door papieren munt, bijzonder ver langen wij dat dit spoedig in onze Stad geschiede, waar het met iederen dag moeijelijker wordt voor henwier betrekking in do maatschappij de door gaande handeling van gelden medebrengtzichal is het ook maar van den schijn, te vrijwaren, als of zij in staat waren het toenemen daarvan tegen te gaan. Zeker verschuilen de geldsnoeijers zich hier of in eene naburige plaats, en wanneer wij aan de verhalen geloof moeten hechten die hier al gemeen zijndan mag het ons met regt verwonderendat znlk een snood bedrijf zoo lang en bijna openbaar kan worden voortgezet. Volgens die verhalen huisvesten de boosdoeners in die naburige stad en wachten zij, of hunne handlangers, in grooten getale den koopman op de markt af en sloppen hem, bij een geringe koop, den gesnoeide Z. rijksdaalders en achtentwintigen in handen. Zulks geeft bij het aanhoudend verkeer tus- schen de beide steden maar al te veel gelegenheid tot vermeerdering van het kwaad in onze stad. Misschien achten sommigen dit in den handel onverschilligzoo lang de verminkte specie de onderlinge ruilwaarde heeft: doch dit moge in het algemeen waar zijn, maar lettende op de individu's en hun onderling ver keer gaat dit niet opwant wie geen zaken drijftmeent dikwerf het regt te hebben tot weigering, of zoekt de aanneming te ontgaan, en ontvangt bij het al, dan geeft hij het bij voorkeur uit en meest aan hen die, om der nering wille, het niet weigeren kunnen, en niet zelden gebeurt het, dat diezelfde persoon het dengenc, die zaken doet en daardoor verzamelaar wordt, ten kwade duidt, dat hij zulk schandelijk geld durft uitgeven, of misschien nog erger: men zal hem nog verdenken van het kwaad bevorderlijk te zijn. Wij vragen hetis dit niet hoogst onberedeneerd en onbillijk Wal moet er dan die onwillekeurige verzamelaar mede doen Moet hij er zijn Verkooper of leverancier of de wissel die op hem getrokken wordt niet mede betalen Moet de kramer het uit de naburige stad niet mede naar hnis nemen en bet hier weder aan den man brengen? Is dit alles anders mogelijk? Jammer Voorwaar dat men spreekt zonder nadenken en alzoo aanleiding geeft om liet Crediet van menig braaf burger op het spel te zetten en willens of onwillens zijne welvaart in gevaar te brengen. Zóó gaat er nog een zedelijk kwaad gepaard met die verfocijelijke geld- snoeijerijen het is daarom te meer te hopendat er spoedig aan dien ver- derfelijken kanker een einde worde gemaakt. Eene algemcene opmerking geldt ook weder bier: dat wel het kwade wordt uitgebazuind maar het goede gezwegen. Niemand toch verhaalt bet ais bij soms ongesnoeide munt ontvangt, terwijl een enkel verminkt stuk genoeg is om honderd monden aan het snappen en vijandige tongen in beweging te helpen. De wereld is boos, maar indien alles waarheid ware wat menschen van menschen verhalen, dan zeker zou de wereld nog slechter zijn. Ingezonden In het verslag van het hoofdbestuur en de afgevaardigden der Districts- Commissiën van hel Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van de gewa pende dienst in de Nederlandengehouden binnen Amsterdamden 30stcn Julij 11., wordt onder anderen nopens het Invalidenhuis alhier gezegd: Hel verheugt ons te kunnen herig tendal Z. M. op nieuw voor dit jaar een subsidie van 5000 voor het Invalidenhuis heeft toegestaan. De Heeren F. Rendorp, Jonkhr. Mr. S. P. Teding van Rerkhout en Mr. P. Ras, in de vorige vergadering tot Commissarissen van het Invalidenhuis benoemd, hebben deze benoeming welwillend aangenomenterwijl de Heer Jonkhr. MC S. M. Deutz van Assendelft, gelijk reeds vermeld is, in de plaats van den Heer J. Dankerts, als Commissaris van het hoofdbestuur benoemd, insgelijks bereidwillig die betrekking heeft aanvaard. De Heer Majoor J. C. F. Koch heeft op 1 October 1844 zijne betrekking aanvaard. Reeds uit den korten tijd, gedurende welken hij aan het hoofd van het Invalidenhuis heeft gestaan, hebben wij de overtuiging verkregen dat zijne benoeming eene gelukkige keuze is geweest. Zijn gebleken ijver om nuttige hervormingen in te voeren, zijne geneigdheid om ons te ondersteunen in het voortzetten van bezuinigingen, welke de toestand van ons fonds zoo noodzakelijk maakt, en zijn doorzigt in hetgeen doeltreffend is, doen ons de beste verwachtingen van zijne werkzaamheden koesteren. De uitgaven voor het Invalidenhuis beliepen over 1844 31,287.28!. Tot dekking daarvan hebben gestrekt de pensioenen en gratificatiën te Leydcn ontvangen14,418.00 Het subsidie der Regering- 5,000.00 Korting op eene gratificatie van een invalide, die het gesticht had verlaten- 33.30 Renten van kapitalen ten name van het Invalidenhuis inge schreven - 330.75 Bijdragen uit onze verschillende fondsen- 11,504.63!. 31,287.28i Het Invalidenhuis heeft derhalve aan ons fonds 6,954.19 minder gekest dan in 1843, welke vermindering voornamelijk is toe te schrijven aan de verleende subsidie en de ingevoerde bezuinigingen. Volgens de berekening van den raad van administratie zoude de bakkerij in verhouding tot de zetting van het brood, eene besparing van ƒ1,089.38* hebben opgeleverd. Gedurende den jare 1844 zijn 136 manschappen verpleegd geworden 12 zijn er opgenomen, 9 uitgegaan en 14 overleden. Op 31 December 1844 bedroeg het getal 113. Uit den overgelegden staat der deelgeregtigden blijktdat op 3l December 1844, dat getal, voor zoo verre het primitieve fonds betreft, bedroeg 1144 verminkten en 156 nageblevenente zamen 1300. zijnde 26 personen minder dan op 31 December 1843. In de eerste 6 maanden van het jaar 1845 zijn nog aangenomen 3 deelgeregtigden. Het getal bedeelden van de vermiukten uit oorlogen, vóór November 1813 gevoerd, bedroeg op dat tijdstip 122 man. Het getal bedeelden uit het fonds van deelgeregtigden uit den strijd met België bedroeg 831. De Commissie van beheer en toezigt over de droogmaking van het Haar lemmermeer zal op Maandag den 5<lc" Januarij 1846, des middags ten 12 ure, onder nadere goedkeuring, aan het locaal van het Ministerie van Bin- nenlandsche Zaken te 'sGravenhage, in bet openbaar aanbesteden: het hou wen van de benoodigde woningen tot huisvesting van het personeelbe stemd voor de dienst van het stoomwerktuig de Leeghwatervan een magazijnsmederijdraaijerij en bergplaats voor steenkolenen het maken van de veieischte rasterwerken tot afsluiting van het geheel. Vier dagen voor de besteding zullen de noodige aanwijzing gedaan worden en onder anderen nadere inlichtingen te bekomen zijn bij den Heer Ingenieur J. A. Beijcrinck alhier. 's GRAVENHAGE, 23 December. Bij besluit van den 6(lc" dezer, beeft Z. M. den Heer A. Bceloo, Hoogleeraar aan het Instituut voor de Marine te Medcmblik en een onzer uitnemendste dichters begiftigd met het Ridderkruis der Orde van de Eikenkroon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 1