zouden behoord hebben, ten beloopc van 437,568.68
b. de verhooging der subsidie van liet Algemeen Burger
lijk Pensioenfonds
in 1844ƒ175,000
in 1845-250.000
425,000.00
c. uitgaven voor de uitlozing der Vlaamsche wateren na af
trek der daartegen verkregene ontvangsten:
in 1844 ƒ325,000.00
in 1845 - 40.000.00
- 365,000.00
d. de som met welke liet op bet einde van ieder jaar
verloopen rentebedrag, dat eerst in het volgende jaar betaald
wordt, verminderd is-1,325,685.50
Te zamen ƒ2,553,254.18
Onder de tweede soort van uitgaven moeten gerangschikt worden:
a. dc aflossing der 3( pCts. schuldbekentenissen ten laste van het ont
bonden Amortisatie-Syndicaat, geloopen hebbende over de jaren 1844 en 1845,
ad600,000.00
b. dc uitgaven, ten behoeve van het muntwezen, op de be
grooting van 1845 te behouden; en welke alsnn uit de ge
wone middelen gevonden zullen worden, ten beloope van -1,000,000.00
Te zamen ƒ1,600,000.00
Het blijkt derhalve dat er een totaal beloop van meerdere uitgaven van
ƒ4,153,254.18 gedekt wordt, en dat er 2,000,000 minder is gebruikt, dan
waarop bij de nota van berekening was gerekend.
Immers de ƒ4,000,000 uit de opbrengst der Belgische renten komen onder
de middelen niet voor, en daarentrgen is er een overschot van ongeveer
ƒ2,000,000.
Deze voordcelige uitkomst heeft plaats, niettegenstaande de maatregel van
de rentevermindering deszelfs volledige werking eerst in het jaar 1846 zal
doen gevoelen.
Eindelijk verdient opgemerkt te wordendat in deze beschouwing niet ge
rekend is op eenig overschot wegens den achterstand van 1840 en vroegere
jarenen dat men heeft aangenomen het volle bedrag der voor de jaren 1844
en 1845 toegestane uitgaven, op hetwelk een overschot mag verwacht worden.
Bij een ander Ontwerp van Wét wordt de begrooting der staats-uitgaven
van het Dep. van Finantiën, voor de Nationale Schuld, over 1845 vastgesteld
op ƒ38,317,090.84, volgens onderstaanden Staat van Berekeningen, als:
1. renten van ƒ816,312,700, 2* pCt. schuldƒ20,407,817.50
2. Aanzuivering van renten tot op 1° April 1845 van de
5 pCt. schuld- 780,000.00
3. Aanzuivering van renten tot op 31 December 1845 van
de 4£ pCt. Amortisatie Syndicaat- 2,381,820.00
4. Benten van de 3J pCt. Amortisatie-Syndicaat- 847,694.84
5. Renten van 2J pCt. Domein-Losrenten- 1,802.50
6. Renten van de Schatkistbiljetten van 1834tot een
kapitaal van ƒ9,799,950 - 391,998.00
7. Renten van die van 1840, tot eenkapit. van ƒ2,616,200 - 104,648.00
8. Renten van de 3 pCt. schuld- 2,885,000.00
9. Renten van ƒ14,748.500, ten laste van de O. I. bezit-
zittingen a 4 pCt- 580.940.00
10. Renten van de 4 pCt. schuld- 9,390,150.00
Totaal van de renten der Nat. schuld en vlott. schulden ƒ37,780,870.84
11. Renten van borgtogten van ambtenaren a 4 pCt- 49,720.00
12. Gewone lijfrenten verschenen 1° Januarij 1845. - 136,000.00
13. Lijfrenten ten laste der Domeinen geloopen hebbende - 30,000.00
14. Nijmeegsche tontinairc lijfrentenversch. 1° Jan. 1845 - 12,000.00
15. Amortisatie van schuld- 300,000.00
16. Kosten van invordering der renten van België te goed
komende, welke onder de baten zijn gebragt, en even
tueel verlies op den wisselkoers der remisen- 8,500.00
Totaal 38,317;090.84
Verschillende plaatselijke besturen hadden aanvrage gedaan, nopens de
heffing van buitengewone omslagen, ter voorziening in de behoeften, ontstaan
door het mislukken van den aardappelen-oogst. Gedep. Staten van Zuid-
Holland hebben, bij resolutie van 28 Oct.jl., aan de stedelijke en plaatselijke
besturen in deze provincie te kennen gegeven, dat Z. M. in die aanvragen
niet heeft kunnen treden hoofdzakelijk uit overweging, datter voorziening
in de behoeften der onvermogendenslechts bij volstrekte onmogelijkheid om
daaraan op eene andere wijze te gemoet te komentot nieuwe omslagen toe-
vlugt moet worden genomen, waardoor de ingezetenen, die bijna alle reeds
in mindere of meerdere mate door den mislukten aardappelen-bouw lijden
te zeer gedrukt zouden worden waarbij nog komtdatal mogteri de inge
zetenen bij magte zijn om hunnen aanslag op te brengen (hetgeen welligt
velen hoogst bezwaarlijk zou vallen), dan nog die maatregel aan bedenking
onderhevig isop grond van welk een en ander het midilél van negociatiën
casu quodoor Z. M. verre verkieslijk wordt geachtvermits men daardoor
meer spoedig geld zal bekomen, en het geldelijk bezwaar, dat daaruit voort
spruit, meer dragelijk zal wezen, omdat de aflossing, zich over eenig e ja
ren verdeelendewaarschijnlijk ten deele ook drukken zal op jarenwaarin
eene huilengewone geldelijke bijdragen den ingezetenen veel gemakkelijker zal
vallen dan in dit jaar.
De Regering heeft een gewijzigd ontwerp van wet ingediendtot ver
hooging van de Staats-uitgaven over 1845ten einde te voldoen aan het ver
langen, dat bij de redactie meer mogt uitkomen, dat het alleen de bedoeling
was om te voorzien in de kwijting eener uitgaaf, welke ten gevolge van de
aangenomen meer regelmatige inrigting der begrooting. op het stuk der pen
sioenen als nog ongedekt was geblevenen heeft met genoegen vernomen
dat verre de meeste leden in de afdeelingen zich volkomen met de voordragt
hebben kunnen vereenigen.
Men verzekert-, dat met 1° Januarij bij sommige Ministerien eene reor
ganisatie zal plaats hebben, ter bezuiniging en vereenvoudiging. Onder an
deren bij het Ministerie van Binnenlandsche Zaken. Op de voordragt des
Ministers, zou door Z. M., tegen dien tijd, het pensioen verleend zijn aan
den Referendaris W. J. van den Bergh den Commies J. Ewyck; de Adjunct-
Commiesen Z. van der Spaa, J. J. van Santen, M. van der Lubben en G. F.
van Dommelen. De kopiisten zouden niet meer per blad worden bezoldigd
maar als klerken een vast maandgeld bekomen.
Aan de Leden der Kamer zijn rondgedeeld tien gewijzigde wets-ontwer-
pentot verhooging van Hoofdstukken der begrootingter zake van Pensioe
nen over het tweede halfjaar 1845.
1°. Voor de betaling van die pensioenen voor dc Hooge Collegien van den
Staat en het Kabinet des Konings 3,200.
2°. Voor de betaling van die pensioenen voor het Departement van Buiten-
landsche Zaken ƒ3,865.
3°. Voor de betaling van die pensioenen voor het Departement van Justitie,
7,648.87.
4°. Voor de betaling van die pensioenen voor het Departement van Binnen
landsche Zaken, ƒ21,885.50.
5°. Voor de betaling van die pensioenen voor het Departement voor de Za
ken der Hervormde Eeredienstenz. ƒ54,801.62.
6". Voor de betaling van die pensioenen voor het Departement voor de Za
ken van de Roomsch-Kathoiijke Eeredienst, ƒ8,014.
7°. Voor de betaling van die pensioenen voor het Departement van Marire,
ƒ36,055.16.
8°. Voor de betaling van die pensioenen voor het Departement van Finantiën,
ƒ16,645.50.
9°. Voor de betaling van die pensioenen voor het Departement van Oorlof,
ƒ275,431.03.
10°. Voor de betaling van die pensioenen voor het Departement van Kolo
niën, ƒ8,322.
Gedurende het loopende jaar 1845 zal, door middel der conversie van
de Nationale Schuld, en alzoo door rentebesparing, reeds een voordeel van
919,700 guldens voor 's Rijks geldmiddelen zijn verkregen.
De begrooting van uitgaven over het dienstjaar 1844 bedraagt 71 mil-
lioen 566,585 guldens. De middelen hebben opgebragt 66 mill. 708,802,
dat is 1 mill. 638,539 meer dan waarop was gerekend. In de veronder
stelling dat al de toegestane sommen werkelijk zullen zijn uitgegeven bere
kent men de thans voorgedragene middelen, op een overschot van 4,817 gul
dens over dat dienstjaar.
Ce begrooting van uitgaven over het dienstjaar 1845 zal, met de voorge
stelde verhoogingen en het gewijzigd hoofdstuk voor de renten der Nat. schuld,
bedragen 74 mill. 993,450 guldens. Met de geraamde en voorgéstelde mid
delen en bij de algeheele uitgaaf van het bedrag, rekent men op een overschot
van 4,213 guldens over dat dienstjaar.
Bij het ontwerp, betreffende de bezwaarschriften in zaken van directe
belastingwordt voorgestelddat de termijn van reclame zal zijn van drie
maanden, te rekenen van de dagteekening van het aanslag-biljet, en dat de
reclame dan bij den ambtenaar, op dat biljet aangewezen, moet worden
ingeleverd. Er zal reden tot kwijtschelding óf afslag van grondbelasting be
staan wanneer door hagelslagstormoverstroomingbrand of dergelijke
onvoorziene rampen, de schade meer dan 20 pCt. bedraagt van de huur
waarde der gebouwen of van de gewassen der gronden.
DELFT, 10 November.
De herstelling van den toren der oude kerk is voorleden week door J. Kore-
vaar aangenomen voor 21,500 de hoogste inschrijving was voor 28,000.
Den 19'ien dezer zal alhier worden aanbesteedhet metselen van fonde-
ringen onder de kolommen van eenen ijzeren spoorweg, tot kraanwagen, be
nevens onder ijzeren geschutstellingen; alle op het plein binnen de constructie
werkplaatsen alhier, met bijlevering van al de daartoe noodige bouwstoffen.
Het bestek zal 8 dagen te voren bij den Logementhouder G. Huybersaan
dc Haagpoort ter lezing liggen.
STEEN WIJK, 6 November.
Het bouwen van paarden-, duiven- of groote boonen tusschen de aardappe
len kost weinig meer dan de gewone aardappelteelt, en vermeerdert de op
brengst van het aardappelland met p. m. 20 Nederlandsch mud boonen per
bunder, zonder den aardappelen-oogst te verminderen het zou, zoo de aard
appelziekte het volgend jaar, zoo als zeer te vreezen is, weer mogt woeden,
dien ramp aanmerkelijk leenigen. Een arbeider onder Steenwijkerwold oogstte
in den afgeloopen herfst van 8 Nederlandsche roeden gronds twee Nederland-
sche mudden tusschen de aardappelen geteelde paardenboonen of 25 Ned.
mud per bunder. Die gemengde teelt zou ook aan het volk een veel beter
voedsel verschaffen dan de aardappel, die weinig voedzaam is. Onder de zo-
mer-aardappelen plante men groote boonen om ze groen te eten. Sedert vele
jaren is door eenigen deze gemengde teelt gedrevenen nooit bespeurd dat de