j T ËJN LA IS' ÜSC H E BEill G TKft
vormd kerkgebouw stond, hetwelk in 1794 door de Eranschc troepen in ge
bruik genomen en alstoen zoodanig beschadigd werd, dat eene geheele sloo
ping daarvan onmiddclijk het gevolg was, rust de asch van den grooten
schilder Jaques Jordaerisin 1595 te Antwerpen geboren, en den 18deI1 Oc
tober 1G78 te Putte overleden. Hij was een tijdgenoot van P. P. Rubens, bij
wien hij in hooge achting stond, en welke hem meermalen aan zijne schil
derij liet werken. .Jordaens muntte vooral uit in groote historische stukken,
getuige zij daarvan de Oranjezaal in het Huis ten Bosch nabij 's Hoge, al
waar bij de groote daden der Prinsen Willem, Maurits en Fréderik Hendrik
van Oranje Nassau meesterlijk afmaalde.
De grafzerk die zijn lijk dekte was verbrijzeldzoodat de overblijfselen
daarvan naauwclijks zijne rustplaats aanduidden. Reeds Vroeger was er een
naauwkeurig toezigt gehouden dat die overblijfselen niet verder verdwenen
tot dat in 1844, op last van Z. M. den Koning, eene herstelling dier be
graafplaats werd bevolen. Die werkzaamheden zijn thans verrigt, de grafzerk
is hersteld en de plaats waar ook de overblijfselen van den schilder A. Stal-
bcirit, die in 1682 mede te Antwerpen overleden is, rusten, met een ijzeren
hek omgeven, zoodat nu beider begraafplaats aan de vergetelheid is ont
trokken.
KIEKW-ZEELAKR.
8 Mei.
Volgens éen rapport der laatste gebeurtenissen in die Engelsehe kolonie,
blijkt, dat de inboorlingen na een hevig gevpcht eindelijk op de vlugt waren
gedreven, met achterlating van 50 dooden en 150 gekwetstenen liet fort,
waar zij zich verschanst hadden, hadden ontruimd; de twee voornaamste Op
perhoofden waien liet door de vlugt ontkomen, doch ecnigen waren in het
gevecht gesneuveld. De Êngetschcn begioolcu het getal hunner dooden op 15
en dat der gekwetsten op SO.
VEREEKIGDE STATEK.
NEW-YORK, 15 October.
De Iverigten omtrent de voedingsmiddelen zijn zeer belangrijk. Eene groote
hoeveel beid granen is naar Engeland en Nederland uitgevoerd; te weten:
30.000 vaten meel naar het eerste en 4,000 buksels rogge naar het laatste.
Ook aardappelen zouden worden ingescheept. Wij hebben, zegt de New-York
Heraldeerien overvloed van voedingsmiddelen boven onze behoefte, groot
genoeg om aan elke buitenlaudsche aanvraag to voldoen.
KAAP 13E «©ERE HOOP.
KAAPSTAD, 22 Augustus.
De aangelegenheden van Port Natal zijn thans geregeld. Er is een Luitenant-
Generaal benoemd, namelijk de Heer West, civiele Commissaris van Albanië,
wien de Zuid-Afrikaan een bekwaam man noemtmaar het betreurt dat hij
de Ilollandsche taal niet verstaat. In allen gevalle, zegt hij, wcnschcn wij
het volk van Natal geluk met het begin van eene organisatie, welke zij zoo
lang begeerd hebben en welke het Gouvernement eindelijk ernstig van zins
sëhijnt te wezen ten uitvoer te brengen. Met de daarstclling van een geregeld
Gouvernement zul de welvaart dier volkplanting spoedig dagen en die plaats
een belangrijk aanzien krijgen.
TIIRKÏE.
Men meldt onder dagteckening vah den 20slc" October van de Turksche
grenzen, dat de Turken in Bosnië zoowel de Roomselie Christenen als de Israë-
lilen vervolgen, plunderen en hen gevangen nemen om eenen rijken losprijs
to bekomen; do Paeha, een dweepzieke geldzuchtige Turk, heeft hierin de
hand.
In dö havens der Zwarte Zee heerseht veel bedrijvigheidwegens het
eerlang hervatten der vijandelijkheden door Rusland in den Kaukasus. Het
oatital Russische stöombootcn, in die zee aanwezig, zal met 4 vermeerderd
worden. Woronzoff is, na deti Keizer te Scbnstopol gesproken te hebben, naar
den Kaukasus teruggekeerd.
«PAKJE.
MADRID25 October.
De inning der brlustihgert gaat in de Provinciën goed voort t'lt overtreft de
verwachting van het Ministerie; gedurende de loopende maand wordt het be
drag op 70,000,000 re-alen berekendhetgeen in November tot 80 en in De
cember tot 85,000,000 zal toenemen.
Vervolg en slot der XIX'Ie brief van een'' Reiziger in Spanje
liet Andalusisch karakter is een der incest belangwekkende in Spanje. De
Andalusiër bezit veel eigenliefde, die zich ondertusschen bijna nooit op eene
kwetsende of onaangename wijs openbaart. Hij is een groot vriend van sierlijke
kieedingdoordrongen van het gevoel zijner ligchamelijke voortreffelijkheden;
maar hiérbij beminnelijk, voorkomend, dienstvaardig en, zoo als men dit
van zelf begrijpt, bovenal hoffelijk jegens de vrouwen. Hij is niet van de
dappersten, maar vecht des te beter met de tong en bluft gaarne, om het
even of dit voor eigen of vreemde rekening geschiedtuif enkele liefde voor
de zaak. Tot dichtkunst, muzijk en dans zijn zij zeer geneigd, maar ook ge
voelig voor den prikkel van eene lekkere ilescli Malaga of Xeres; zijne inge
maakte vruchten en het onovertrefbaar suikergebak van zijn land weet hij als
een lekkerbek te genieten. Dat hij uiterst verliefd van natuur is, behoef ik.
niet te zeggen. Dartel en ligtzinnig, ijdel eri pronklievendweet de Anda
lusiër zeer slecht huis te houden; dikwijls heerseht ccnc troostcloozc ledigheid
in al de zakken zijner sierlijke kleeding. zonder-dat zijne vrolijke stemming
er door onderdrukt wordt. Door eigen arbeid brengt hij liet gaarne zoo
ver, dat hij fortuin inaakldoch zijn leven, ten minste zijne jeugd is een
bijna onafgebroken feest, welks kosten des noods de natuur voor hem bestrijdt;
want eenen hlaauwen hemel, warme lucht, balsemgeuren en het ge/.igt der
schoonc vrouwen geeft zij hem dagelijks voor niet, en hiermede weet hij zich
te vergenoegen, wanneer hij niet anders heeft. Ligchamelijke arbeid schuwt
hij met eenen doodelijken haat, en is er zeifs onbekwaam toe. Daarom deu
gen de Andalusiërsbehalve hunne aangeboren vrees voor kogels en klingen,
zeer weinig voor dc krijgsdiensthoewel zij overigens voortreffelijke ruiters
zijnook hebben zij den naam van groote grappenmakers. De lafheid die
hun ten laste wordt gelegd, laat zich zeer natuurlijk verklarendaar de Anda
lusiër de gelukkigste mcnsch ter wereld is, en de dood rnecr vreest, naarmate
het leven voor hem overrijk is aan vreugde en genot.
De noordelijke buurman van Aridalusië, de Castiiiaan, is niet meer de
langzame, deftige Hidalgo, met liet groote zwaard aan de zijde en de stijf
opgestreken knevel uit de riddertijden, en die nog grooteren roem in zijn
oud Christendom, dan in zijnen stamboom stelde; maar cenige zijner oud-
geschiedkundige eigenschappen zijn iiem locli tot op den huidigen dag bijge
bleven. Zoo geldt de, Castiiiaan nog steeds voor trotseh en pronkend, en zijn
trek tot werkeloosheid heeft ook alle wisselvalligheden van den tijd getrot
seerd. tlij luijert op eene geheel andere wijze dan de Andalusiër. Deze wil
ledigen tijd hebben om ziel. te verlustigengenen is hot leegloopen het
doel en genot. In Madrid zelf is, in de laatste jaren vooral, als gevolg van
staalkundige omstandigheden, iets meer leven en beweging in liet volk geko
men; maar in de oude steden, als Toledo, Burgos, Salamanca en Vallado-
lid is de CastiJiaansclic luiheid in al hare oorspronkelijkheid behouden. Het
is nog heden waar, dat een Castiiiaansche Lazzarone geen hand tot arbeiden
verroertwanneer hem niet de dringendste behoefte aanspoort.
Ten dien opzigle is de Galliciër liet tegenbeeld van den Castiiiaan. "ij is
een onvermoeid arbeider, en zoo gezet op het zamensehrapendat zijne gie
righeid tot een spreekwoord is géworden. De Galliciër vertrekt in zijne jeugd
uit zijne arme provincie naar Madrid en Lissabon, o/n ais Water- of pakken
drager, haven-arbeider of niet ander zwaar werk een kapitaal te verdienen,
waarmede hij naar huis terugkeert. Want de Galliciër, zoo als alle volken
waar de doedelzak nationaal instrument is, hebben den diepen sentimenteelen
trek naar het vaderland dien geen tijd, geene verwijdering in hunne harten
kan dooden. De GaiiiciërS, hoewel dapper, deugen niet voor soldaat, daar
zij zoo sterk aan het heimwee lijden, dat zij er dikwijls aan sterven. Zij zijn
niettegenstaande hunne gierigheid eerlijk maar niet zeer schrander.
De Asturiër heelt veel overeenkomst met den Galliciër, alleen dat hij ge
makkelijker voor beschaving vatbaar is dan deze. Daarom gaan dc Asturiërs
in den vreemde, vooral ais bedienden in bemiddelde huizen, in welke zij
zich door hunne gehechtheid en trouw dikwijls een onbegrensd vertrouwen
verwerven.
PRUISÜEK.
BERLIJN, 30 October.
De redevoering welke Fr. v. Raumer, hij den verjaardag des Konings, den
16den dezer in de openbare zitting der Akademie van wetenschappen heeft uit
gesproken is thans uitgegeven en baart niet weinig opzien. Hare algemeenc
strekking is gerigt tegen de zoogenaamde historische schooldie van geene
wijziging in den geest des tijds wil weten. Ten opzigte van deze zegt hij
Lijken tot mumiën te makengeeft geen nieuw leven en al wat te vroeg-
tijdig geboren wordt, moet stcivcn. Ailes heeft zijn tijd. Koningen en vol
ken die hunnen tijd begrijpen, gaan rusteloos met denzei ven vooruit; zij,
welke de roepstem van den tijd niet willen hooren of haar miskennen, worden
in den stroom des tijds hegraven. Wil eene regering het volk spoediger voor
uitdringen, dan tijd en natuur dit toelaten, dan kan zij van haar werk
slechts onrijpe vruchten verwachten; komt zij op de nog ongelukkigere ge
dachte, belemmerend in den weg treden, en waagt zij, zich tegen een alge
meenc beweging te verzetten dan zalvroeger of later hare dwaling en on-
tnagt aan den dag komen. Daardoor is Pruissen groot geworden en velen zij
ner naburen vooruitgestreefd, omdat deszelfs vorsten sedert twee eeuwen hun
nen tijd hebben begrepen en met denzelven zijn vooruitgaan." Nadat dc
redenaar dit op den grooten Keurvorst en Frederik II had toegepastzegt hij
van den overledenen en tegenwoordigen Koning: a Gaarne zouden die bevoor
oordeelde vereerders van deze of gene periode der geschiedenishunne denk
beelden met het voorbeeld van Frederik Wilhelm III willen staven. HÜ was
geen man van stilstand maar van vooruitgang. Deze geest leeft ook in Fre
derik Wilhelm IV, want hij is een echte zoon zijner groote voorvaderen. Men
beklaagt hem wei eens, dat zijne regering in een' tijd valt, waarin zulke ge-
vigtige wetenschappelijke, staalkundige en godsdienstige bewegingen en eischen
het Koningschap ongemeen verzwaren; maar welk getrouw onderdaan zon zijn'
Koning een nietigwerkeloos leven toewenschenwie liet Eldorado van Eu
ropa in den doodslaap van Azië willen zien Gelukkig dat dc volken nog
teekens van leven gevenen groote en gewigtige vraagstukken hare beslissing
wachten
Nadat de redenaar nog het volk beklaagt, welks Koning zijn leven in wer
keloosheid en iigtzinnigheid verspilt, en den Koning, die een volk zonder
veerkracht of eigen wil te regeren heeft, zegt hijdat zulk een staat van
zaken in Pruissen nooit bestaan heeft, waar vorst en volk nooit hunne regten
van hunne pligtcn scheidden of dezelve tegen elkander lieten indruischen. Op
dezen bodem der eendragt groeiden alle goede vruchten nergens echter ver
toonde deze orde en harmonie zich meer dan in de ontwikkeling en den voor-