LEYDSCHE
1845.
WOENSDAG, 24 SEPTEMBER.
BINNEN LA NDSCHE BERIGTEN.
Be Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
Zaturdag avond uit.
De Prijs dor Courant is f 12 in het jaar
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN, 23 September.
Voor de ongelukkigen te Zevenbergen is ingekomen ƒ1, den 21sWn Sep
tember in de Gereformeerde kerk gecollecteerden in de Couranten-Bus ge
vonden een Zeeuwsche Rijksdaalder.
Bij de schaarste van aardappelen deelen wij onzen Lezers het volgende stuk
medewaaruit inen zien kanhoe men het twee eeuwen geleden zonder aard
appelen stelde; zijnde dit een Uittreksel uit de Ordonnantie op het Collegium
Theologiae van den 1 Oct. 1631waarin Studenten op Lands kosten in de
Godgeleerdheid studeerden en onderhonden werden, in een gesticht op de Cel-
lebroersgrachtwaar nu de Akademische Rijschool gevestigd is:
Tot dienst van 't voorsz. Collegie, beneffens den Regent ende Sub-Regent,
sal by den Moeren Curateurs voorsz. werden gecommitteerd ende gesteld
eenen OeconomusDispensier, ofte Schaf-meesterwesende een Man van
goedenvromen ende Godtsaligen levenstaende tot. eerlycke ende loffelycke
Name en de Fameeen Litmaet van de Gereformeerde Kercke.
De Schaf-meester wert gehouden dagelicx ten behoorlicken uyren eendeels
hier naer uyt gedruckt, ende voorts ten hevele ende verklaren van den Regent
aen te rechten:
Ten eerstenalle morgen ten on-byten voor elcke vier Bursalen een vier-
endeel-pont botcrsende goet tarwen-broot daer toeende op Sondagen des
middaghs tot voor-spys, voor elck een snede tarwen-broots-soppe, op de vleesch-
ketel gheweeekttot het tweede gerichtghesprenght ofte ghesouten warm
runderen vleesch ende voor het derde gericht, schapen-hutsepot met laemoe-
nen, ofte kalfs-hutsepot met groen kruydt gestooft. Des avonts tot voor-spys,
salaet van groen des Somersende van biet-wortelen des Winters, voor het
tweede gerichtgebraden schapen ofte kalveren vleesch voor 't derde ge
richt, boter ende broot, een vierendeel pont boters voor vier personen.
Op Maendaghe des middaghs tot voorspys, wilte-broot-sop in melckofte
schapen-nat geweeckt, ofte ghestoofde knollen, voor het tweede gericht, ghe-
sprengt ofte ghesouten vleesch, voor het derde gericht, gehakt met korenten
gestooft naer behooren. Des avonts tot voor-spys in de winter, rysten bry van
soete melck, ende in de somer, soetc melck met witte broot ghekoockt, voor
het tweede gericht, het overblyfsel van 'tghebraden, ende voor 'tderde ge
richt, boter ende broot, als vooren.
Op Dynsdagen des middaegs tot voorspyskort warmoes groenofte kool
voor het tweede gerichtgesprengt ofte gesouten vleeschvoor het derde ge
richt, schapen hutsepot met witte wortelen, pruymen, of turxsche boontjes
des avonts tot voorspys, knollen gestooft ende wel overgooten met boter:
voor het tweede gericht, het overblijfsel van schapen-vleesch gheroost zijnde
ende met boter ende asyn over-goten, somtyts ook ghestooft zynde met appel-
pent daer om geleyt, oock wel gehackt daer van ghemaecktnaer gelegent-
heydt, en in gevalle van 't voorsz. schapen-vleesch nieten is overgebleven,
in plaetse van dien runderen of schapen-hutsepot met turcxsche boontjes ofte
wortelen.
Op Woonsdagen des middaegs tot voorspys, groene ofte grauwe erreweten
met boter ofte asyn daer over, somtyds oock deselve groene erreweten in stuc-
ken ghewreven met boter en wat geimber ende salye daer in gekoockt: voor
bet tweede gericht, versche zee-visch ofte rivier-vischnaer gelegentheyt van
wint ende wederof anders in plaetse van dien ghesouten visch ofte stock-
visch: ende voor 'tderde gericht, boter ende broot, daer toe komynde koeyen-
kaes om tot het boter en broot te eetendes avonts tot voorspys kaerne-
melk met witte-broot olte bischuyt wel gesoden ende een goet stuck boters
daer onder: tot het tweede gericht, visch, naer gelegentheydt als voren, ende
tot het derde gerichtboter en brootmede als voren.
Op Donderdagen des middaegs tot voorspysturcxsche boontjes groenofte
gepelt, oock wel roomsche boonen ende peulen des somers: tot het tweede
gericht, gesprengt ofte gesonten-vleeschtot het derde gericht, hutsepot met
roode ofte witte wortelen of in de voortydt met groen kruyt ofte ajuyn ge
stooft: des avonds tot voorspys, salaet ofte soete-melck met witte-broot, ofte
biscuyt gesodenoock wel in den winter bier met broot gesodentot bet
tweede gericht, runderen ofte schapen hutsepot met ghestoofde pruymen
ende voor 't derde gerichtboter ende broot als vooren.
Op Vrydagen des middaegs tot voorspys, grauwe erreweten, knollen ofte
kool, langh warmoeszynde ghestooft: voor het tweede gericht, visch, naer
gelegentheyt als vooren: ende voor bet derde gericht, boter ende broot met
kaes daer opmede als vorendes avonts tot voorspys soete-melck met bis
cuyt, ofte witte-broot gesoden: voor tweede spys, visch, naar gelegentheydt,
als vorenende voor derde spysboter ende brootmede als voren.
Op Saturdagen des middaegs tot voorspys, groene erreweten met kouckdoor
slagen en boter overgegootenvoor het tweede gericht, zee-visch ofte rivier-
visch, naer gelegentheyt: ende voor het derde gericht, boter ende broot. met
koeyen-kaes: des avonts tot voorspys, kaerne-melck met witte-broot of biscuyt
t'samen wel gesoden: voor het tweede gericht, het overblyfsel van 't vleesch
met gestoofde pruymen, en somtyds wel soete appele ghestooft daoromme
geleyt, wel verstaende, dat in tydt van noodt, als men dese voorsz. spysen
niet hebben en kanhij alsdanin plaetse van 't geene men niet hebben en
kan met kennisse van den Regent yet anders sal mogen schaffen in desselfs
plaetse, 'twelk even goet is: ten laetsten sal hy den Bursalen tot haren dranck
versorgen, bier van drie gulden 'tvat, ende dit al redelycker wyse, ten ge
noegen van des lichaems nootelvck voetsel ende onderhout, ende sal hy voor
den Bursalen in de gemeene Eedt-plaetse gehouden zyn te doen brengenter-
stont naer het middachmaeltwee flesschenelck houdende een vacne van
't voorsz. bierende tusschen drie ende vier uyrenmede naer noene, vier
der voorsz. flesschen, ende naer de avondt maeltydt mede twee flesschen als
voren.
Het Dagblad van 's Gravenhage geeft het volgende overzigt over den
oogst in verschillende streken:
Uit verschillende gedane mededeelingen blijkt, dat in Silezië en in vele
streken aan de Oostzee de aardappelenoogst goed is uitgevallen.
Dezelfde berigten worden uit de omstreken van Berlijn medegedeeld.
In Denemarken doet zich die oogst onder de gunstigste uitzigtcn op.
In Wurtemberg, Hessen, het Groothertogdom Baden, enz. heeft de aard
appel bijkans niet geleden en is er niet duurder dan voorleden jaar.
In tlanover staat de graanoogst gunstig. De regen is niet zoo menigvul
dig geweest in het Noorden van Duitschland, als aan de Rijnsteden, en de
prijzen welke iets gestegen warendalen weder.
De aardappelenziekte vertoont zich in Oostvriesland met dezelfde kentre-
kenen als in Nederland en België. Men denkt, dat een vierde van den
najaarsoogst zal verloren zijn.
In de Rijnprovinciën heeft zich de ziekte minder bedenkelijk vertoond dan
in België. Nassau en alle bergstreken hebben minder geleden. In het Groot
hertogdom Baden is de aardappelenoogst overvloedigen dit voortbrengsel
zelfs laag in prijs.
In Engeland heeft de ziekte zich ten Noorden en Westen slechts flaauw
vertoond, en in eenige Graafschappen in het geheel niet. In Ierland zal de
aardappel en zelfs meer dan in 1844 opleveren. In Schotland rekent
meri op eenen gewonen oogst.
De ziekte heeft zich in beide laatstgemelde gewesten in het geheel niet
vertoonden de prijs der aardappelen is er laag. De graanoogst do ;t zich
als gunstig kennen en zal niet minder zijn dan in een gewoon jaar. Het
koren is in zijne soort goed. De voorraad van koren des voorleden jaars is
nog te aanzienlijk, om eene aanmerkelijke stijging van de prijzen te vreezen.
De jongste berigten luiden, dat de oogst op de voordeeligste wijs inkomt,
en de graanprijzen hierop zelfs merkelijk dalen.
In Zwitserland is de aardappelenoogst volkomen geslaagd. Die vrucht is
er overvloedig cn laag in prijs.
In Frankrijk schijnt de oogst over het algemeen goed te staan. De
aardappelenziekte heeft zich vertoond in het Noordenin een deel van het
Oosten en aan de Kuststreek, maar noch in het Zuiden noch in het Westen.
In de Vosges heeft de ziekte zich niet vertoond. Men rekent er op een' ge
wonen oogst.
In Italië en op Sicilië is de oogst gunstig, en voor een deel zelfs zeer
voordeelig.
De berigten uit de Vereenigde Staten van Noord-Amerika luiden mede
gunstig.
Dit alles zamengenomendoet voorzien dat de aanvoeren vooral van graan
overvloedig zullen kunnen zijn, en de raadgevingen om ook hier te land;,