LEYDSCHE COURANT VRIJDAG, 22 AUGUSTUS. B1NJNEJNLANDSCHE BERIGTEN. Do Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt Zaturdag avond uit. De Prijs der Courant is ƒ12 in het jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN, 21 Augustus. De benoeming van den Heer Gunning tot Arrondis.-IJker in ons nommer van den 20sten vernield, was in de Staats-Courant aldus vermeld: »Bij be sluit van 12 Aug. heelt Z. M. tot Arr.-IJker benoemdde Heer G. F. Gun ning, te Leyden." Wij hebben dit verkeerdelijk opgevat alsof die Heer alhier was aangesteld, en vernemen dat hij wel tot die betrekking is benoemd, maar dat hem nader de plaats zijner bestemming zal worden aangewezen. Voor den opbouw der afgebrande Protest. Kerk te Smyrna is weder ingekomen 2.50. Omtrent de bij Alphen gevallen boos is ons van goeder hand het volgende berigt medegedeeld: Aarlanderveen20 Augustus. Gisteren avond omstreeks 7 ure heeft eene waterhoos alhier in den omtrek groote verwoestingen aangerigt. Op het Goudsche rijpad onder Alphen werd door dezelve eene brug losgerukt en op verren afstand geworpen eene andere geheel vernield verder eene bouwmanswoning vrij wat beschadigd en verscheidene zeer zware hoornen op dezelve ontworteld en over elkander geworpen. Een scheepje in den Rijn, waarop de ouders en 3 kinderen zich bevonden, werd door haar omgekeerd en met de mast in de bedding der rivier, als het ware bevestigd de ouders en 2 kinderen werden in den Rijn en onder het scheepje geworpendie met veel moeite en na groote inspanning zijn geredéén kind echter, een meisje van 11 jaren, schijnt beneden in de schuit te zijn geweest en is daarbij ongelukkig omgekomen. Over den Rijn gekomenheeft de hoos de rigling van het kanaal onder Aarlanderveen gevolgd, is tusschen de zoogenaamde Noordeindsche- of Galg molen waarvan slechts eenige planken zijn losgerukt en welke zigtbaar stond te waggelen, en de sluis aldaar heengetrokken, en heeft zich toen met al hare kracht op eene binnen weinige jaren nieuw gebouwde bouwmanswo ning onder Oudshoornop de grensscheiding van Aarlanderveennederge- worpen, en de hooibergen, alsmede de gansche woning doen instorten. Het geheele gezin was in dezelve bijéén, doch is daaruit, zonder groot letsel, nog wonderbaar ontkomen. De bouwman Hoogeveenofschoon hij dankbaar moge zijn, niet met zijn gansche gezin verpletterd te zijn gewordenis voor zeker door deze ramp geruineerd. Het getal hoornenwelke óf ontworteld óf geschild zijnis zeer groothier en elders zijn nog andere voorwerpen door de hoos opgenomen en op verren afstand nedergeworpen. De Voorzienigheid kan men niet genoeg dankendat de hoos over de be bouwde gedeelten der volkrijke gemeenten Alphen, Aarlanderveen en Ouds hoorn waar zij zóó nabij wasis heengetrokken de schade en ongelukken waren anders niet te berekenen. Het was een hoogst merkwaardig doch angstwekkend en vernielend verschijn sel hetwelk veel gedruisch maakteen als eene zware ronddraaiende rook kolom zich voordeed. De lucht was zeer zoelgeheel met onweder bezeten ontlastte zich in zwaren regen en daarna in harden wind. In een ander particulier berigt leest men nog, dat er in het Steek bij het Goudsche rijpad twee woningen schrikkelijk zijn gehavend, dat er zes koeijen zouden zijn opgenomen en over korenland heen in andere weiden neer gekomen doch onbezeerd zijn gebleven. Dat voorts de woning van Hoogeveen zoo geheel verpletterd is, zoo als men een steen onder cenen hamer vermorzelt; dat van eene andere woning de hooiberg is opgenomen en de kap nog niet was teruggevonden. Volgens eene berekening van Prof. van Geuns (in wiens tijd minder jenever gedronken werd dan tegenwoordig) worden jaarlijks 17,000 lasten graan, ter waarde van 2Jin duren tijd 4 millioen guldens, aan de voeding des volks onttrokken, terwijl men 2i millioen ankers bier met 31 millioen Ned. ponden brood er van zou kunnen bereiden. Het tijdschrift: ter bevordering van Nijverheidzamengesteld door de Hoogleeraren A. H. van der Boon Mesch en H. C. van Hall (hetwelk te Haar lem bij de Erven V. Loosjes wordt uitgegeven), bevat in deszelfs IXde deel, 3de stuk van het loopende jaar, behalve eenige andere mededeelingen ook een vertoog van den Heer L. A. van Meerten, over hetgeen ter verbetering bij het gebruik van eikenhouten vatenbijzonder van botervatenkan gedaan worden, en over de bewaring van hel hout in het algemeen. Het schijnt niet ongepast, hierop de aandacht der belanghebbenden te ves tigen alsmede op eene aankondiging van den Heer I. G. J. van den Bosch te YVilhelminadorp (welke in hetzelfde nommer voorkomt), waarbij aan de zoodanigen die in de schaap-veredeling belang stellenwordt kenbaar ge maakt, dat er bij hem gelegenheid bestaat tot het bekomen van vertrouwde springrammenverkregen door kruisingen van Dishley-rammcn met uitge zochte ooijen van de beste rassen. 's GRAVENIIAGE 20 Augustus. Bij Zr. Ms. besluit van den 16den Augustus 1845 is benoemd tot Officier van Justitie bij de Arrondissements-Regtbank te 's Hertogenbosch Mr. J. D. W. Papethans Substituut-Officier bij die Regtbanken tot Procureur- Generaal bij het Provinciaal Geregtshof in Noord-BrabandJhr. Mr. E. J. P. van Meeuwenthans Advocaat-Generaal bij dat hof. Men verneemt dat Hll. MM. de Koning en Koningin morgen de voorge- nomene reis naar Luxemburg zullen aanvangen. Reeds is een gedeelte van Hoogstderzelver gevolg uit deze residentie vertrokken. Op Donderdag den llden September aanstaande, zal door Z. Exc. den Minister van Oorlog worden aanbesteedde leverantie van 100 rijpaarden voor het regiment rijdende artillerie. De voorwaarden, op welke deze aanbe steding zal gedaan worden, zullen van den 21stcn Augustus aanstaande ter lezing liggenzoo in de bureaux van de Heeren Gouverneurs der provinciën (met uitzondering van die van Zuid-Holland) als aan het Depart, van Oorlog. De Staatsraad, Gouverneur der provincie Zuid-Holland, heeft aan de gemeentebesturen kenbaar gemaakt, dat bij zijne circulaire van den 19d<"i Augustus 1844, aan hen in navolging is aanbevolen, van in eene der ge meenten ten platten lande tusschen de veehouders aangegane onderlinge over eenkomst, tot verwaarborging van aan de longziekte gestorven runderen. De rapporten, die hieromtrent van de Plaatselijke Besturen bij den Gouver neur zijn ingekomenhebben hem tot zijn leedwezen doen ziendat niette genstaande de pogingen door hen aangewendmen over het algemeen niet heeft kunnen slagen om de veehouders van het belang om dusdanige over eenkomst aan te gaan, te overtuigen; zoodat slechts in weinige gemeenten de bedoelde waarborging is tot stand kunnen worden gebragt. De Burgemeester der gemeente Streefkerkdie van den beginne af de aandacht des Gouverneurs op deze zaak heeft gevestigd en in wiens gemeen te, evenzeer als door zijne bemoeijenissen in de naburige gemeenten Nieuw- LekkerlandBleskensgraaf en Hofwegenhet meerendecl der veehouders door drongen van het voordeelzich hebben beijverd tot dezelve toe te treden heeft dezer dagen van de uitkomst der bedoelde verwaarborging die nu bin nen de voorschreven gemeenten sedert een jaar heeft bestaan, mededeeling gedaanuit welk verslag de Gouverneur niet genoegen heeft ontwaarddat men van de aangegane overeenkomst de beste gevolgen heeft ondervonden en dat daardoor een onheil zoo ver dit gaan kandoor het vereenigd dragen der daaruit ontstaande bezwarenin zoo verre dragelijk wordt gemaaktdat de getrofïen wordende veehouder in staat kan blijven dezelve ecnigermate het hoofd te kunnen bieden. Het meer bijzonder overzigtdat genoemde Bnrgemeester den Gouverneur wegens iedere der voormelde gemeenten heeft gegeven, levert voor de vier gemeenten te zamen het volgend resultaat op. Dat door 156 deelhebbersgezamentlijk bezittende 1,975 runderenten behoeve van 22 personen, voor 54 stuks gestorven koeijen is betaald geworden eene som van ƒ1,888, hetgeen gemiddeld per koe bedraagt 96 cents inleg- geld en ƒ35.schadevergoeding. Daar welligt mogelijk de veehouders over het algemeen zijn teruggehouden om onderling de gezegde overeenkomst aan te gaan, uit hoofde de uitkomst hun te onzeker toescheen, heeft de Gouverneur het niet ongunstig geacht, de Besturen met die mededeelingen bekend te maken, terwijl hij bij het voortdurend heerschcn der noodlottige longziekte in vele gedeelten van dit gewest, hunne medewerking inroept, om de veehouders binnen hunne stad of gemeente zoo veel mogelijk op hun wel begrepen belang in deze indachtig te maken; kunnende hij er nog bijvoegen, dat gedachte Burgemeester, ten einde van zijne zijde de meer algemeene bekendheid van de binnen zijne ge meente bestaande overeenkomst te bevorderen bereid is om de bij hem nog

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 1