LEYDSCHE GOE N°. 99. 1845. MAANDAG, 18 AUGUSTUS. BÏNNENLANDSCHE BERIGTEN. BUITENLANDSCHE BERIGTEN. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt Zaturdag avond uit. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN, 1G Augustus. Dezer dagen is alhier in het licht verschenen het Jaarboek van de Ko ninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Aanmoediging van den Tuinbouw over 1844. Wij vertrouwen, dat de belangrijke inhoud van hetzelve velen van de nuttige strekking dier instelling zal overtuigen en tevens aansporen om zich als Leden aan dezelve aan te sluiten, om aldus de opbeuring van cenen belangrijken tak van volksvlijt te helpen bevorderen. Wij vernemen bij deze gelegenheiddat de Hoogleeraar Blume de Directie dezer Maatschappij, door hem tot dus verre gemeenschappelijk met Jhr. van Siebold gevoerd, heeft ncdergelegd, zoodat laatstgenoemde alsnu alleen met het bestuur van alle aangelegenheden daartoe betrekkelijk belast blijft. Gisteren verzamelden zich alhier, ingevolge de, daartoe vroeger in de Jlaurlemsclie Courant gedane algemeene uitnoodiging, in het Hó tel du Lion d'Or, ecnige Nederlandsche Kruidkundigen, ten getale van twintig. Nadat uit naam van hendie die uitnoodiging hadden gedaanrekenschap was gegeven van hunne bedoeling, te weten, om cene Vereeniging tot stand te brengen ter bevordering en uitbreiding der studie van de Nederlandsche Floraverklaarden alle aanwezigen zich bereid, om aan die Vereeniging als leden een werkzaam deel te nemen. Het berigtdat verscheidene andere Kruidkundigen die verhinderd waren de Vergadering bij te wonenmondeling en schriftelijk hunne belangstelling in de Botanische studie en hun verlangenom zich aan de Vereeniging aan te sluiten, hadden te kennen gegeven, werd door alle aanwezigen met leven dig genoegen vernomen. Na het benoemen van een bestuur en het vaststellen van cenige voorloopigè reglementaire bepalingenwerd de volgende Vergade ring vastgesteld op den 15llen Augustus 184G binnen Leyden. cZij, die zich nog als gewone of honoraire Leden der Vereeniging zouden willen aanmelden, kunnen zich in persoon ol met franco brieven wenden aan Dr. H. Boursse Wils, alhier, die hun gaarne de noodige inlichtingen omtrent het Lidmaatschap zal geven. Z. M. heeft benoemd tot Raadsheer in het Provinciaal Geregtshof in Drenthe Jhr. Mr. P. A. van Holthe tot Echten, tot Vice-President van dat in Overijssel Mr. A. J. Helmich tot Officier bij de Arrondissements-Regtbank te Ileerenveen Mr. P. Brantsma, en tot ontvanger der Directe Belastingen en -Accijnsen te Oudewater, den Heer R. Verploegh van Hellouw. Z. Esc. de Minister van Justitie heeft aangekondigddat zijne gewone audiëntie den Augustus geen plaats zat hebben. - p' iisnmv lol-wll» •'S.GIIAVENHAGE, 15 Augustus. Heden namiddag ten 4i ure is II. M. de Koningin van Soestdijk in deze Residentie teruggekeerd, en heeft zich onmiddelijk naar het buitenverblijf aan den Schevcningschen weg begeven, b v Men verneemt dat Z. Esc. de Minister van Binnenlandsche Zaken in de eerste ulagen van de volgende maand in de Residentie wordt terug verwacht. T- Men zegt dat van wege het Departement van Binnenlandsche Zaken aan de Commissiën van landbouw eene circulaire is uitgevaardigd, waarbij 'sKonings verlangen wordt te kennen gegeven, om onverwijld te worden on- derrigt nopens den waren toestand der aardappelenteelt, en dat, na inkomst der rapporten \An genoemde Commissiën, het publick met den staat van zaken zal worden bekend gemaakt. rHeden diende voor de ArronJ.-Regtb. de zaak van den redacteur vari den OoijevaarP. A. de Haas, Jz.aangeklaagd ter zake van hoon en laster tegen den persoon des Konings en wijlen den Graaf van Nassau. De eiseh is cene gevangenzetting van twee jaren enz. De uitspraak is bepaald op den 22sten dezer. Nog is in dezelfde lercgtzitting behandeld de zaak van voormelden P. A. de IlaasJz. en deszelfs uitgever J. du Meebeklaagd ter zake van het uitgeven of verspreiden van een gedrukt geschrift, zijnde een gedicht of straatliedje zonder vermelding van den naam het beroep en de woning van den schrijver of drukker. De eisch tegen den persoon van de Haas te dier zake, is cene gevangenisstraf van zes maandenen tegen J. du Mee eene geldboete van 6 tot 10 franken; alsmede solidair in de kosten van den processe een en ander naar aanleiding van de artikelen 283, 284, 289 en 475 van het Wet boek van Strafregt. Ook de uitspraak ten deze is bepaald op heden over acht dagen. UTRECHT, 15 Augustus. In het Avondblad leest men het volgend artikel Volgens nadere herigten wordt voor een geranden Zeeuwschen rijksdaaaldcr te 's Gravenhage niet minder dan 50 a 60 centen opgeld door de neringdoen den genoten, van de geldsnoeijers van beroep en van andere speciën naar evenredigheid. Dezelfde stukken nemen zij, naar gelang dat het snoeimes er dieper of regelmatiger op toegepast werd, voor 220 tot 240 centen terug, en brengen ze voor 260 centen weder in circulatie. Een gerande zeeuw kan 125 centen aan zilver afschudden en in Nederland wettig gangbare munt blijven. De snoeijers trekken dus slechts een evenredig matig loon van 25 tot 55 centen op het stuk, waarvoor zij hunnen hals wagen, maar de helers verzekeren zich voorzigtiger van 70 tot 100 centen aandeel in den buit. Over de grenzen heelt de geldsnoeijerij allerstrallëloost plaats. Uit Holland geschieden daartoe veel remises voor goederen in gerande of althans nog snoei- bare munten, en deze allen keeren, na naauwgezette afsnoeijing, in betaling voor andere artikelen terug, en daarom mag een dagelijkseh verlies voor de schatkist van 10.000 niet overdreven worden geacht. Of de inlanders in den buit deelen berigt men ons niet. De Regering moet het weten of de waarschuwingen van de redactie ontijdig waren, en of het onderwerp krachtige en beslissende voorzieningen vordert, al dan niet. De noodzakelijkheid om nogmaals eenige tien- of honderdtallen millioenen tot kas-aanvulling noodig te maken, behoort de Regering zich en der natie door werkeloosheid en door vrees voor aanstoot niet voor te berei denwanneer de maatregelen, om die noodzakelijkheid weldra te doen ont staan zoo ongestraft en opentlijk genomen kunnen worden als thans, 'sHERTOGENBOSCH, 12 Augustus. Met genoegen kunnen wij meldendat wij de twee laatste dagen meer geruststellende berigten omtrent de aardappelenteelt ontvangen hebben. Het blijktdat de stengel of steel der plant over het algemeen niet geheel dood is, maar op nieuw uitschiet waaruit mag opgemaakt worden, dat de vrucht nog gaaf is en niet verder zal aangestoken worden. Alleen op de zware k'lei- laiiden is dit het geval nietaldaar heeft de besmetting ol' verrotting zich aan de vrucht medegedeeld en is deze geheel verrot. Wij durven dus de hoop nog koesteren, dat de winter-aardappelcn niet ontbreken zullen. HEUSDEN, 14 Augustus. Het gerucht wildat bij het kommervolle vooruitzigt van de mislukte aardvruchtceri onzer Predikantenvoor eigene rekening een aanzienlijk gedeelte rogge zoude hebben aangekocht, met het menschlievend doel, om die met den aanstaanden winter, zonder rente en tegen inkoopsprijs, ten ver bruik van de .behoeftige ingezetenen alhier af te staan, omdat men, even als in het artikel van rijstgort en soortgelijke waren reeds plaats heeftook daarin het monopoliseren voorziet. Mogt dit edel voorbeeld navolgers vinden bij hendie door hun vermogen in de gelegenheid zijn hier hulp en bijstand te kunnen bieden. OOST-INDIE. BATAVIA, 16 April. Van Buitenzorg schrijft men van den 14aen dezer: De inwijding van het onlangs alhier voltooid nieuw kerkgebouw, bestemd tot een gemeenschappelijk gebruik voor de Protestantschen en Roomschen alhier, heeft gisteren in den voormiddag met de meeste plegtigheid plaats gehad. Dezelve werd bijgewoond door den Heer Vice-President van den raadwaarnemenden Gouverneur-Gene raal de Heeren Raden van Indiëeene commissie uit het bestuur over de l'rotestantsche kerk in Ncêrlandsch Indiëden Heer Adsistent-Resident van Buitenzorgde Regent van die afdeeling een der Ouderlingen van Batavia en voorts door de meeste Europesche ingezetenen leden der beide gemeenten van Buitenzorg. De inwijding der kerk voor de Protestantsche gemeente ge schiedde door den AVel-Eerw. Heer D1'. S. B. Buddingh, Predikant te Batavia die met verpligtende bereidwilligheid de daartoe aan hem gedane uitnoodiging had gelieven aan te nemen. Zijn weleerwaarde hield cene leerrede naar aan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 1