Commissie ingesteld wordt, om naar de krijgswetten de overtreders van dat bevel en allendie tegen de veiligheid van den Staat zamenspannente von nissen. De provinciën van Tarragona en Lerida zijn bij wijze van voorzorg in staat van beleg verklaard ofschoon de rust aldaar nog niet verstoord is. Genoemde Generaal is in den morgen van den 9den te Tarrasa binnenge rukt en heeft onder de opstandelingen aldaar eene groote slagting aangerigt, zijnde door hem eene afdecling algezonden om de vlugtelingen te vervolgen. Tevens wordt de hoop uitgedrukt, dat de spoedige onderdrukking van den opstand te dier plaatse en te Sabadell een' heilzamen schrik te weeg brengen en de rust in geheel Katalonië spoedig hersteld wezen zal. Andere bcrigten meldendat de Generaal ook Villafranca bezet heeft zonder eenigen tegenstand te ontmoetendat de opstandelingen te Igualada tot de orde teruggekeerd zijn, op het herigt dat de troepen der Koningin naderden, en dat de loting voor de krijgsdienst te Barcelona zelf, te Lerida, Manresa en Campo de Tarragona, zonder eenigen tegenstand was afgeloo- pen (Het herigt dus in onze vorige uit een ander blad medegedeelddat ook Barcelona in staat van beleg zou zijn gesteldwordt door deze tijdingen niet bevestigd.) Brieven van een reiziger uit Spanje 1. Hedeh morgen, 22 April, ben ik naar Barcelona gezwommen, niet met een stoomboot van l'ortvendrcsmaar in de postwagen van Figueras. Daar de bruggen in Katalonië, de provincie van Spanje van den meesten voor uitgang, voor eene ontbeerlijke weelde gelden zoo raakt een reiziger nog al eens in de verlegenheidals de bergstroomen bij aanhoudenden regen zwellen. Gisteren gelukte het ons een half dozijn opgezwollen rivieren over te trekken; maar toen wij gisteren avond in het gezigt van Barcelona aan eene waadbare plaats van den Besos kwamenhad niemand moed zijn geluk nogmaals te beproeven; alleen de hoeren uit den omtrek spoorden ons tot de overvaart £\an. De wagen keerde om en wij vonden eene herberg zoo als Spanje die oplevert. Weder zou de overtogt, in gezelschap met vele andere rijtuigen, die aan den oeyer waren verzameld, geschieden; reeds waren er eenige over, en na eene oppervlakkige peiling reed onze wagen op eenige voeten diepte den vloed in en kwam gelukkig op de wielen teregt, en nu begon er een arbeid van men- schen en paarden waarvan ik geen denkbeeld kan geven. De wagen vorderde een voet in een kwartier, om ons heen waren verscheidene soorten van wagens in hetzelfde geval. Wild geschreeuw uit honderd raauwe keelenknellende slagen met de stelen der zweepenmengden zich met het hevig bruisen van den stroom. Ilier verdween een paard onder water, daar werd een man mede- gesleept, verderop moest men de paarden uitspannen en den wagen aan het lot overlaten. Mijne buurvrouw, eene moedige Katalonische, stortte heete tra nen haren rnan stonden de zweetdroppels op het gelaat. Na een' strijd van twee uren met den vloedwaren wij hem meester. Dit alles had plaats op een uur afstand van Barcelona, op een' grooten weg, die, behalve dien van Madrid naar dc Fransche grenzende belangrijkste isen ofschoon zoo iets twintig malen in het jaar voorvalt, denkt men er te Barcelona niet aan om door eene houten brug, die weinig kosten zou, zich van het gevaar, van dagen lang door den Besos afgesneden te wordente bevrijden. Dc nieuwe poort door welke men van deze zijde de stad inkomt, draagt talloozc lid teekenen van den tegenstand die de Citadel in 1843 heeft geboden en ook aan de boomen op de paseo nuevo, ziet men de uitwerking van kogels en kartctschenoverigens zijn er geen sporen meer van het beschieten der stad; zoo er huizen zijn plat geschoten, is dit weder hersteld, en handel en nijverheid is er zoo bedrijvig als ooit. Het land is vol roovers-geschicdenissen. Van Perpignan komende was ik de eeniee reiziger in den wagen, daar men meestal uit vrees den zeeweg kiest. Ook te Figueras, waar dc wagen overnachtte, bleef ik alleen, en eerst te Gcrona kreeg ik reisgezelschap. Op het onveiligste punt stond een post van twaalf burgerwachters. Gelukkig droegen zij uniformanders ware hun voor komen goed geweest om schrik aan te jagenoverigens zagen wij schijn noch schaduw van struikroovers. ITALIË. BOME, 30 Junij. Dc onderhandelingen met Spanje schijnen weder op beteren voel te staan echter is in het den 27slcn dezer gehouden Consistorie besloten, dat de afzending van Brunelli, als Nuntius te Madrid, eerst dan zal plaats hebben, als men hier de zekerheid zal ontvangen hebben, dat de Spaansche Begering hare belofte van voorziening in het onderhoud der geestelijken werkelijk nakomt. De regten op den invoer van verscheiden artikelen zijn verminderdbij zonder der suiker en kofïij daar sedert de verhooging van regtende invoer dier beide artikelen met een millioen ponden in het jaar was verminderd. SItILIE. NAPELS, 28 Junij. Eene schrikverwekkende dorheid heerseht tegenwoordig in de Napelsche lite ratuur. Men schijnt alle krachten tot aan het Congres te willen besparen. Slechts legenden van heiligen, gebedenboeken, korte begrippen en vertalingen verschijnen in het licht. Zoo kwam 'hier onlangs eene vertaling uit der Chemische Brieven van Liebig naar de nieuwste Duitsche uitgave. Bijzonder onvruchtbaar is de medische literatuur. Slechts de bijna geheel uit jonge artsen en natuuronderzoekers bestaande Academie der Aspiranti Naturalisti, gaat rustig voorwaarts en zeer verdienstelijke mannenzoo als onlangs nog de Hertog van Bivastrachten eereleden van deze Akademie te worden. Dwaas- selijk echter slaan de zoogenaamde medici primarii hier geen acht opzulke namelijk die rijtuig houden, met een of twee leerlingen aan het ziekbed ko men gcene visite beneden een' Spaanschen daalder maken enz. Zoo voortref- lelijk nu ook eenige afdeelingen van het groote rijk der natuurwetenschappen bij het Congres behandeld zullen wordenzoo beklagenswaardig zal het er met andere uitzien. OOSTENRIJK. WEENEN, 3 Julij. Het volgende is eene statistiek de nijverheid betreffendemedegedeeld door den kundigen Holcommissaris Czoernig: Oostenrijk bezit (met uitzondering van de niet erfelijke provinciën) 7,315 fabrijkenvan welke 1072 door den Staat opgerigthet grootste gedeelte der nijverheid is in handen van gepaten- teerden, wier getal 674,915 in de erflanden beloopt, 49,629 in Transylvanië en 18,472 in de overige gewesten (uitgenomen in Hongarije). Te Weeneu alleen zijn er 25,061 gepa ten teerden43,405 het overige Neder-Ooslenrijk in Boheine 126,593, in Lombardyë 118,722, in Venetie 87,014, dan neemt het getal er van af in Morovië en SilesiëGalliciëStiermarken enz. Dal- matië beslaat den laatsten rang met 6,790 ambachten. PRITISSEN. BONN, 14 Julij. Eenige scholieren van het Gymnasium hadden eenige voor den Koning he- leedigende verzen met eene handpers gedrukt en verspreid. Deze daad spoedig uitgekomen, is voor de overheid gehragt en zijn zij in staat van beschuldiging gesteld. Doch toen dit ter oore van den Koning is gekomenheeft hij bevo len de vervolgingen te doen staken en de schuldigen van alle straf vrij te stellenverordenende slechts dat zij strenge vermaningen door den Staatspro- cureur ontvangen zouden. ERFURT, 9 Julij. Gelijk de zomer van het jaar 1842 door zijne alles verzengende hitte, die van het jaar 1843, door zijne ongewone vochtigheid en die van het jaar 1844 door zijne gevoelige koude zijn merkwaardig geworden is de tegenwoor dige dit niet minder door zijne vruchtbaarheid en door zijne félle onweders. De berigten wegens de daarbij plaats gehad hebbende overstroomingen luiden uit alle gedeelten van Duitschland hoogst bedroevend. Ook Thüringen het schoone vruchtbare Thüringen met zijne wijd uitgestrekte korenlandenis daarvan niet verschoond gebleven, en sedert geruimen tijd weet men zich geene zoo dikwerf herhaalde overstroomingen der rivieren te herinnerenals in dit jaar. Vooral deze jongste dagen zijn rijk aan ongelukkige gebeurtenis sen geweest. Na eene, sedert verscheidene dagen voortgeduurd hebbende, hitte van 37° Reaumur (114° Fahrenheit) in de zon, die zoo drakkend was, dat er menschen en vee op het veld dood zijn neergevallenharstten iedcren nacht zware onweders met knallenden donder en piassenden regen los, welker hevig heid en verwoedheid tot vernieling geene grenzen scheen te moeten hebben. Het vreesselijkst woedde dat van den vroegen morgen van 6 Julij waardoor eene menigte dorpen van het Weimarsche land zwaar zijn getroffen geworden. Wcimar zelf, dat in eene rondom door bergen omringde kom is gelegen, scheen zijnen ondergang nabij te zijn. Want van alle zijden wies de vloed met onstuimigen spoed aanen daar hij vooral eene groote hoeveelheid hooi met zich voerde, hetwelk op de velden gelegen had, werden daardoor in kor ten tijd alle grachten en andere waterwegen zoodanig verstopt, dat aan het westeinde der stad het water eene hoogte van 8 voet bereikteeen' dikken muur omwierp, den grooten l>oomgaard van Froriep verwoestte, en verschei dene huizen bedreigde. Schier alle weilanden, akkers, tuinen en andere landerijen zijn daardoor verwoest geworden. Niet minder groot was de water massa generzijds den Ettcrsberg, alwaar in sommige dorpen zelfs met de storm klok geluid werdzonder dat men er aan dachtdat in het menschelijk vermogen geene hulp mogelijk was. Wij zouden eene lange lijst van dorpen en gehuchten kunnen leveren, die meer of minder zijn geteisterd geworden. In Magdala sloeg de bliksem in een huis, hetwelk oogenblikkclijk in vlammen opging zonder dat echter iemand het leven er bij heelt verloren. De ver nielingen van dit atgrijselijke onweer strekken zich mijlen verre uit. Vooral echter hebben de bouwwerken van den spoorweg, die langs Ilm- en Saai-dal aangelegd wordt, eene onmetelijk groote schade geleden, en zijn inzonderheid dammen, waterleidingen en bruggen schier geheel vernield geworden. DANTZIG, 12 Julij. In eene vergaderzaal op het raadhuis werden voor eenigen tijd gouden en zilveren munten, altaarkelken en reliquiën ontdekt, ter waarde van 700 thl.; thans zijn in een der gewelven onder het raadhuis, zilveren borden, lepels en vorken gevonden ter waarde van 400 thl.; de nasporingen zouden nu in de gewelven verder worden voortgezet. Dc eerste rogge is reeds binnengebragt en overtreft in hoedanigheid en hoeveelheid aller verwachting. BEWEREN. ASCtlAFFENBURG9 Julij. Bij de talrijke weldaden en geschenken waarmede Z. M. in de overige dee- len des lands en ook gedurende zijn tegenwoordig zomerverblijf alhier, ieder van zijne schreden kenmerkt, om den bekenden nood en behoefte zoo moge lijk te hulp te komen, komt het geschenk waarmede hij de Protestantsche kerk te dezer stede begiftigd heeft. Gisteren toen de geboortedag van U. M. de Koningin gevierd werd, liet Z. M. den Protestanlschen Leeraar Stobaeus tot een bijzonder gehoor bij zich uitnoodigenonderhield zich met hem wel-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 2