LEYDSCHE
COURANT
N°. 86,
1845.
VRIJDAG, 18 JUL IJ.
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
Zatnrdag avond uit.
V.'-'i,':
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar
de afzonderlijke nommcrs worden tegen 10
Centen afgegeven.
BWINEINLAINDSCHE BERIGTEN.
Intrekking der Oude Dubbeltjes.
De Minister van Finantiën heeft berigt dat ter intrekking van
de dubbeltjes aan alle Rijks-ontvangers en Directeuren van post
kantoren eene zekere hoeveelheid nieuwe dubbeltjes zijn ter hand
gesteld, om gedurende de maand Julij tot betalingen of verwisse
ling te bezigendat gedurende de vier laatste dagen dezer maand
bij gemelde Postkantoren nog gelegenheid zal zijnom oude
dubbeltjes te verwisselen tegen nieuwe of ook tegen andere spe
ciën en eindelijk, dat met den lst<m Augustus geene dubbeltjes
voor het Rijk zullen worden aangenomen, dan die onverminkt
als provinciale of generaliteits-munt kenbaar zijnterwijl de on
kenbare zullen worden afgewezen.
LEYDEN, 17 Julij.
Ten opzigte van het bedanken van den Heer Dermout voor zijne betrekking
als Secretaris der Synodale Commissie, leest men in het verhandelde van de
Zitting van Vrijdag den 4 Julij 1.1.: dat, hij gelegenheid van een ingekomen be
sluit van Z. M. bekrachtigende de instructie voor eene Algemeene Synodale Com
missie de Nederl. Herv. Kerkde Secretaris voornoemdheeft te kennen gege
ven, dat, uit aanmerking van de meerdere uitbreiding, welke de werkzaam
heden der Algemeene Synodale Commissie, volgens de nu bekrachtigde in
structie hadden bekomen hij zichin zijnen gevorderden leeftijdvoor het
dadelijk optreden van welgemelde commissie in haren nieuwen werkkring
wenscht ontslagen te zien van den post, dien hij nu tot in het dertigste jaar
heeft vervuld. De vergadering, na bij monde van den president, haar leed
wezen hierover te kennen gegevenen haren wensch te hebben uitgedrukt
dat Zijn Hoog-Eerw. alsnog mogt kunnen besluiten daarop terng te komen
heeft vermeendde door Z. H. E. bij herhaling aangevoerde redenendie hem
tot dit besluit hadden geleidte moeten eerbiedigenen onder dankzegging-
voor de zoo veeljarige gewigtige diensten, aan de Synode bewezen, hares on
danks, in dezelve te moeten berusten. Waaruit dus blijkt dat dit bedanken
niet in verband staat met de beraadslagingen over de zes artikelen en de
deswegens ingekomene stukken.
Te Brussel wordt thans uitgegevende BroederhandTijdschrift voor
Neder- en Hoogduitsche Letterkunde, Wetenschap, Kunst en Openbaar Leven,
opgesteld door Dr. J. W. Wolf, onder medewerking van vele Vlaamsche,
HollandscbeDuitsche en Deensche schrijvers.
Wy mcenen zegt de Schrijver daardoor eene gaping te vullendie
wel niet in de noordnedcrlandsche, maar bysonders in de suidnederlandsche
letterkunde bestaat. Hier te lande verschynt geene literarische kritiek meer
sedert de gcntsche Kunst- en Letterblad van den kundigen Snellaert, en de
Noordstar te Antwerpen van den verdienstvollen Kerkhoven opgehouden heb
ben te bestaan."
Het eerste doelwat wy te bereiken streven ligt dus voor oogenhet
is namelyk, dc hoogduitsche letterkunde, wetenschap en kunst by onse land
genoten meer en meer te doen kennen. Maar wy hebben nog een tweede doel:
de kennis der wedersydsche belangen moet wederkeerig synen wy sullen ook
alle poogingen aanwendenom de nederduitsche letterkunde meerder in Hoog-
duitschland bekend te maken. Wy sullen dus, behalve opstellen aan de
duitsche letterkunde toegewyd, hoofdsakelyk beoordeel in gen van alle werken
mededeelen die in onsen letterkring verschynen."
xiDat wy onse opmerksaamheid op de letterkundige gewrochten van Noord-
Nederland ook besonderlyk sullen vestigen, spreekt van selfs. Wy sullen ons
best doen om nauwe en innige betrekkingen met onse voormalige landgeno
ten aanteknoopen. De politische scheiding sleept geenssins eene literarische
afsondering na sich. Wy meenen integendeel dat het voor de wedersydsche
ontwikkeling van beide landen hoogstnuttig isdat sy door taal- en letter
kunde nauw aan elkander verbonden blyven. Reeds kunnen wy op de mede
werking van eenige der beste hollandsche schrijvers staat maken."
De Broederhand verschijnt in maandelijksche afleveringen van 2} of 3
vellen druks. De prijs voor het geheele jaar is voor voor vreemde landen,
11 fr. De eerste aflevering bevat de volgende stukkenBeoordeelend verslag
van het werk: Kölner Doinbriefe oder Beitriige zur altchristlichen Kirchenbau-
kunst, v. J. Kreuser, Berl. 1844; van eene Duitsche vertaling der kleine ver
halen van H. Conscience van het werk van Ludwig UhlandAlte hoch- und
niederdeutsche Volkslieder mit Abhandlung und Anmerkungen. Stuttgard
und Tiibingen 1844. Abt Vogler en syne leerlingen. Eene schets naar het
leven door Kunseluit het Hoogd. vertaald door Fredcrika van Assen. Schil
lers gebeenten, door J. W. Wolf. Een Hoog- en een Nederduitsch Gedicht,
en Mengelingen. Wij behouden ons voor om bij bet verschijnen van N°. 2, een
eenigzins breeder verslag van den inhoud daarvan te geven, waartoe ons nu
voor N°. 1 de plaats ontbrak.
's GRAVENHAGE16 Julij.
De Sthl. N". 30 tot en met N°. 48, behelzen de wetten van 26 Junij jl.
tot vaststelling van uitgaven en ontvangsten van den staat over 1846 en 1847,
die onlangs door de Staten-Generaal zijn aangenomen. Daaruit blijkt, dat die
begrooting, zoodanig als zij vastgesteld is, het volgend bedrag, zoo voor de
verschillende hoofdstukken als voor het geheelaanbiedtals
Hoofdst.
1846.
1849.
I. Huis des Konings
1,250,000,00
1,250,000,00
II. Hooge Collegiën van Staat en
-
658,110,00
-
656,310,00
het Kabinet des Konings
III. Buitenlandsche Zaken
-
532,972,00
-
532,972,00
IV. Justitie
-
2,487,372,00
-
2,513,242,00
V. Binnenlandsche Zaken
-
4,031,420,00
-
3,994,820,00
VI. Hervormde Eeredienst, enz.
-
1,649,896.52}
-
1,649,896,52}
VII. R. K. Eeredienst, enz.
-
562,382,85
-
562,382,85
VIII. Marine
-
5.296,732,35
-
5,296,732,35
IX A. Nationale Schuld
-
36,018,169,33
-
35,999,669,33
IX B. Finantiën
-
5,746,824,55
-
5,734,529,55
X. Oorlog
-
12,000,000,00
-
12,000,000,00
-
93,825,00
-
93,000.00
Totaal
70,327,704.60}'
70,283,554,60}
Bovendien is als XII(Ic Hoofdstuk der begrooting aangenomeneen bedrag
van ƒ400,000, voor elk der jaren 1846 en 1847, tot bestrijding der on
voorziene behoeften, welke gedurende den loop van die jaren mogten opko
men, zonder dat echter dien ten gevolge het massaal cijfer der begrooting
van uitgavenkan worden overschreden.
Het Staatsblad N°. 43 behelst de wet van 26 Junij jl., betreffende de
middelen tot dekking der uitgaven, begrepen in dc begrooting voor 1846 en
1847. Bij die wet wordt het volgende vastgesteld
Ter goedmaking van de uitgaven, begrepen in de begrooting over 1846
en 1847, zullen over elk van die jaren worden gebezigd, als:
1°. De rijks-directe en indirecte belastingen, accijnsen en regten hierna ge
noemd, zoo als dezelve thans worden geheven of door nadere wettelijke bepa
lingen mogten worden geregeldte weten
a. de grondlastenhenevens twee opcenten voor kwade posten
b. de belasting op het personeel
c. het patentregt;
d. de accijnsen
e. de regten en boeten van registratie, zegel en successie, en verdere in
directe belastingen van griffie- en hypotheekregtcn;
de regten op den in-, uit- en doorvoer en die op de granen; het bui.
tenlandsch tonnengeld, de watertollen, de scheepvaart- en recognitie-regtcn
en de baak- of vuurgclden;
g. het regt van waarborg op de gouden en zilverwerken.
2°. De opbrengsten der domeinenwegen en vaartenbenevens eene som
van ƒ300,000, uit het fonds der koopprijzen van domeinen voor amortisatie
van schuld af te zonderen.
3°. De posterijen.
4°. De Loterij.
5°. De jagt en visscherij.