BUITENLANDSCHE BEBIGTEN.
De Heer Kniphorst betoogt: 1°. dat wanneer het besluit van 6 November
1844 niet daargesteld is overeenkomstig de bepalingen der Grondwet, het van
alle kracht beroofd is, en de zaken door de Regering in haar geheel moeten
worden hersteld2°. dat de Surinaamsclie bank geene bank is van den Staat
maar slechts eene particuliere. Evenmin als de Staat de voordeelen dier bank
zou genoten hebbenevenmin kunnen er lasten op de schouders der ingezete
nen worden gelegd, om te-korten dier bank te dekken; en 3°. dat, indien
het den opperstuurder der Koloniën vrijstaat om over de overzeescbe geldmid
delen naar vrijen wil te beschikkenen dit geene overtreding der Grondwet
daarstelt, er dan ook geene aanbieding van een adres te pas komt.
De Heer Luzac zegt, dat liet Amstcrdamsche request de gevolgen aanduidt
van het uitsluitend, in deze vergadering zoo dikwerf bestreden, opperbestuur.
Gewigtig was het rapport der Commissie; het kwam hem voor dat het oordeel
der Commissie over het octrooi minder juist was, maar de lezing van het
voorgestelde adres deed hem verstommen. Hij kan niet begrijpen hoe de Com
missie, na baar rapport, tot die conclusie is kunnen komen. Het schijnt hem
toe dat men in deze krachtig en bedaard tot den Koning dient te spreken.
Het is met de misbruiken door de Commissie in haar verslag aangeroerd, van
kwaad tot erger gegaan. De magt der Gouverneurs-generaal werd al meer en
meer uitgestrekt en die van den Kolonialen Raad al meer en meer ingekrompen,
zoodat dat collcgie eindelijk slechts een voorlichtend collegie was, aan welks
raad men zich niet meer te houden had. De magt der Gouv.-gcn. werd zoo
uitgebreid, dat het hun vrijstond, de ingezetenen der kolonie eigendunkelijk
uit dezelve te verwijderen. De Vertegenwoordigers des volks zijn verpligt de
belangen dier Nederlanders aan de Kroon aan te bevelen. Dit te doen op de
wijze als door de Commissie is voorgesteld, kan zijne goedkeuring niet weg
dragen. Hij betoogt dat het bedoelde adres door geen der leden kan worden
aangenomen. Het komt hem voordat de vergadering het door vier leden
aangeboden adres, waarin de ware stand van zaken door de Tweede Kamer al
leen op eene duidelijke en ernstige wijze aan de Kroon wordt blootgelegd
behoort aan te nemen.
De Heer Faher van Riemsdijk meent dat er alleen sprake kan zijn van het
door de Commissie voorgestelde adres. Keurt men dat af, dan benoeme de
Kamer eene andere Commissie. Keurt men het goeddan komt het te pas
of men het aanvullen, wijzigen of veranderen wil. Illaar dat nieuwe adres,
bij wijze van amendementheeft eene geheel andere strekkinghet is geheel
anders ingerigt en brengt andere wenschen dan de vroeger voorgestelden tot de
Kroon over. In allen gevallen verdient het adres der Commissie de prioriteit.
De Heer Scheers van Harencarspel deelt mede in dat gevoelen. Eerst dient
het adres der Commissie behandeld te worden.
De Heer Thorbecke bestrijdt de twee laatste sprekers. Het nieuwe adres is
slechts eene wijziging van het door de Commissie aangebodene.
De Heer Schooneveld oordeelt, dat het voorstel der Commissie te weinig en
dat der voorstellers te veel bevat. Over het algemeen is hij juist uit dien hoof
de meest altijd tegen adressen gestemd. Na alhet gebeurde en in het Rap
port vermelde, bevat het eerste adres te weinig. De algeincene strekking van
het andere adres keurt hij echter evenzeer af.
De Heer Strens verdedigt, als lid der Commissie, het door haar voorge
stelde adres. De Commissie heeft, bij haar onderzoek, de striktste onpartij
digheid in het oog gehouden. Wat het octrooi van 1682 betreftis zij van
oordeel geweest, dat hetzelve niet meer bestaat. Het komt haar onmogelijk
voor, op goede gronden, dat bestaan vol te houden. De Commissie is voorts
van begrip geweestdat de Koning het regt hadRegerings Reglementen
te maken, alhoewel hij, Redenaar, het wenschelijk oordeelen zou, dat er,
ook ter voorkoming van de afzetbaarheid der leden van de regterlijke magt,
wetten nopens het beheer van de kolonie tot stand werden gebragt. De
Spreker gelooft, dat de aanneming van het voorgestelde adres het meest
strekken zalom de welbegrepene belangen der kolonie te bevorderen.
Daarna wordt door den Voorzitter in omvrage gebragt het eerste gedeelte
der conclusie van het rapport der Commissie, het nederleggen van het ver
zoekschrift ter griffie. Daartoe wordt besloten.
Nu komt het voorstel van adres der Commissie in aanmerking.
De Heer Corver Hooft verklaart, dat hij zich tegen alle adressen verklaart
daar hij het eenvoudig nederleggen ter griffie voor voldoende acht.
De Heer Gouverneur stelt drie amendementen voor op het adres der Com
missie.
In de daarop gevolgde Avondzitting zijn de beraadslagingen over de Suri-
naamsche aangelegenheden voortgezeten de drie amendementen van den
Heer Gouverneur verworpen.
Daarbij is de Heer de Jong opgekomen tegen eene beperkte uitlegging van
art. 59 der Gwt.
De Heer Faber van Riemsdijk zegt, dat de beschouwingen of het octrooi
van 1682 alsnog of niet bestaatafhangt van de begrippen over art. 59 der
Gwt. Spreker verdedigtwaarom er in het adres der Commissie van geene
schending der Gwt. wordt gesproken. Het oordeel der Kamer wordt gevraagd,
of een Minister in staat van beschuldiging zou moeten worden gesteld.
De Heer den Tes betoogt dat het octrooi van 1682 reeds voor lang vervallen is.
Er ontstaan eenige woordenwisselingen over den voorrang bij de stemming
over het adres en de amendementen.
Met 24 tegen 21 stemmen wordt beslist, dat het amendement der vier
leden niet het eerst in stemming zal worden gebragt.
Eindelijk wordt met 32 tegen 13 stemmen aangenomen het adres der Commissie.
Tegen hebben gestemd, de HeercnWichers, Thorbecke, Kniphorst, Ver-
wey MejanLuzac, de Kempenaer, Corver Hooft, de Backer, van Goltstein,
AnemaetStorm van Dam van Isselt en Schoneveld.
Dit adres wordt aan de Eerste Kamer verzonden en de Commissie zamen-
gesteld ombenevens die der Eerste Kamerbij goedkeuring aldaar van het
adres, hetzelve den Koning aan te bieden.
De Vergadering gaat daarna over in comité-generaal.
ROTTERDAM, 23 Junij.
De nieuwe basculerende Spanjaardsbrug, aan het einde der Spaansche kade
alhier, is gisteren voor het publiek geopend. Zij heeft eene wijdte van 14 Ned.
ellen binnenwerksop de hoogte van het Rottepeilzoodat nu de grootste
zeeschepen in den Haringvliet gelegd kunnen wordenwaardoor in eene wc-
zentlijke behoefte der stad voorzien is.
Het plan dezer brug is ontworpen door den Stadsarchitect Rose, en zoowel
het gegoten als geslagen ijzerwerk daaraan in de tabrijk der Heeren Dudok van
Heel en van Vlissingente Amsterdam vervaardigd.
De brug wordt in beweging gebragt door middel eener zoogenaamde schroef
zonder einde. Haar vorm is uiterst net en sierlijk, terwijl de verlichting,
bij avond, door vier gaslantaarns, op de sierlijke kandelabres geplaatst, zeer
doeltreffend is.
ARNHEM, 23 Junij.
Men verdiept zich hier in gissingenwaarom de overname van den spoor
weg, welke den 13lIcn dezer reeds zou geschied zijn, tot nog toe niet heeft
plaats gebad. Zoo men meent, zouden er groote oneenigheden tusschen de
concessionarissen ontstaan zijn, ten gevolge waarvan de Heeren Enthoven en
Wilson zouden aftreden. Zooveel is zeker, dat de Heer van der Kun slechts
tot den 13den met het beheer van den spoorweg belast wasen deze tot hier
toe nog niet is vervangen geworden.
NIJMEGEN, 24 Junij.
De geweldige Noorden-wind, die II. Zondag woei, was vooral noodlottig
voor B. Arents, voerende eene groote opene Rijn-aak, met langen turf, op
de rivier de Waal bij Pannerden, alwaar hem het ongeluk trof dat een
felle rukwind, het vaartuig, dat eenen aanzienlijken opperlast had, op zijde
wierp, waardoor het dadelijk zonk. Het vaartuig was bij de schccps-assuran-
tie: la Prudence te Antwerpen gevestigd, door het agentschap te Nijmegen
gewaarborgd niettemin zal de schade aanzienlijk zijn,
ZWOLLE, 23 Junij.
Te Zwartsluis werd in de algeloopen week een buitengewoon groote heilbot
ter markt gebragt, welke zoo zwaar was, dat twee man op een ladder het
dier vervoerd hebben hetzelve is ook verkocht geworden.
KAAP HE GOEDE HOOP.
KAAPSTAD, 4 April.
Het stoomschip Thunderbolt, in de Tafelbaai aangekomen, berigt dat
Schaboe geheel van Guano (vogelmest) ontbloot was. Volgens berigtcn van
Saldanhabaaiwaren tusschen de 90 en 100 vaartuigen bezig, om ladingen
Guano aan het eiland Malagas in te nemen.
Nopens de ontdekte koper- en loodmijnen in het district Uitcnhage
verneemt men, dat dezelve uit 3 mijnen bestaan, welke een overvloed van
lood-, koper- en ijzererts opleveren. De chimist P. A. de Gier beeft de erts
ontleed, en schrijft: »Door ontleding der erts is dezelve mij gebleken te
zijn de bont koperertsen bestaat hoofdzakelijk uit gezwaveld koper en ijzer
zwavelzure en vloer-spatzure kalkals ook eene kleine hoeveelheid gezwaveld
arsenicum." Die Heer had ook eene aanzienlijke hoeveelheid natuurlijk lood
gevonden, in klompen van 1 tot 100 liggende in den rooden grond,
onder rotsen nabij de aderen. Ilij had koper- en looderts naar Engeland ver
zonden, maar verlangde deelneming tot bewerking of smelting der erts, de
wijl daar alles tot de smelterij bcnoodigdvoorhanden is, behalve fornuis,
haarden enz.welke uit Engeland dienen te komen. De mijnen zijn slechts
2 Engelsche mijlen van de zee te Gamtoosbaai gelegen.
DENEMARKEN.
KOPENHAGEN, 19 Junij.
Heden morgen is het stoomschip aangekomen, waarop zich Z. M. de Koning
van Pruissen bevond. Onze Koning was Z. M. in eene sloep te gemoet geva
renbeiden keerden daarin naar land terug, terwijl salvo's uit het geschut
gelost werden en al de schepen vlagden. Van de landingsplaats reden zij naar
de Amaliënbruggevolgd door den Kroonprins en de Koninklijke Prinsen.
Daarna werd een bezoek bij de Koningin en de Koningin-Weduwe afgelegd,
eene korte toespraak in de Vrouwenkerk van Proost Trijde gehoord, de kunst
werken en Musea's bezocht en eene wapenschouwing bijgewoond.
GRIEKENLAND.
ATHENE, 6 Junij.
Dc Koning en Koningin waren naar de noordelijke provinciën op reis ge
gaan en zouden over Delphi hier terugkeeren.
De Minister van Finanticn heeft aan de Kamer van Afgevaardigden de
bcgrooting voorgelegd. De inkomsten werden op 13,000,000 drachma's, de