LEYDSCHE
COURANT.
iü
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
Zaturdag avond uit.
VRIJDAG, 13 JUJNIJ.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden togen 10
Centen afgegeven.
BINNEJNLA1NDSCHE BERIGTEN.
LEYDEN, 12 Junij.
Volgens de jongste verslagen der scheeps-kapiteins en reizigers, die naar de
IJszee op ontdekking uitgevaren waren, zijn van alle de Noordsche volken de
Esquimo's de meest woeste; niet zonder verwondering ziet men dan dat de
jonge Esquimo'sche vrouw, door den Heer Paganini binnen deze stad aange-
bragt, zoo zachtaardig is.
Sedert lang bezig zijnde met Europa te doorreizen, heeft zij alle de hoofd
steden bezocht, en op dezen langen togt beeft al het woeste van haar karakter
plaats gemaakt voor zachtere zeden. Zij spreekt verscheidene talen en antwoordt
op de vragen die men haar doet. Zij heeft levendige oogen, haar hoofd is ta
melijk groot en met lang haar bedekt. De medailles en juweelen, die hare
horst versieren, zijn geschenken die zij bekomen heeft van de Vorsten aan wie
zij voorgesteld is geweest. Overigens hebben de nieuwsbladen der verschillen
de landstreken en met name de Duitsche, over deze vrouw gesproken als over
eene zaak volkomen hunner aandacht waardig. Zie Advertentie).
Z. Exc. de Minister van Rinnenlandsche Zakende Heer Sehimmclpen-
ninckis sedert een paar dagen vrij ernstig ongesteld, zoodat Z. Exc. verpligt
is zijne kamer te houden en buiten staat zijne werkzaamheden te vervullen.
'sGRAVENIIAGE 11 Junij.
Bij besluit van Z. M. van den 9dcn Junij 1845, is op nieuw aflosbaar ge
steld een kapitaal van vijf millioen gulden aan 4\ pCts. schuldbekentenissen
van het voormalig Amortisatie-Syndicaat; zullende alzoo op den lsten Julij
1845, in geld aflosbaar zijn de schuldbekentenissen, begrepen in de vijf en
twintig aan de beurt liggende reeksenwelke bij de voormelde algcineene
loting zijn uitgetrokken, en alzoo een kapitaal van vijf millioen guldenmet
den lsten Julij 1845 op welke schuldbekentenissen, gcene rente meer zal
verschuldigd zijn,
De Minister van Zuylcn van Nyevelt heeft den 9Jen de bijzondere eer
gehad, dat Z. M. bij hem heeft gedineerd.
Bij de antwoorden, door de Regering gegeven, op de bedenkingen, in de
afdeelingen van de Tweede Kamer gemaakt, ten aanzien van de ontwerpen van
wet, uitmakende de staatsbegrooting voor de jaren 1846 en 1847, zijn gevolgd
een aantal staten, waarvan men de twee volgende al dadelijk mededeelt:
I. OVERZIGT der Aflossing en Verivisseling van Nationale
Schuldvolgens de wet van 25 Junij 1844 [Staatsbl. N°. 28),
tevens aanwijzende de Kapitalen 5, 4) en 4pCts. Schuld,
gestort in de 3 pCts. Geldleeningwelk overzigt is opge
maakt op den lstcn Mei 1845.
Oude Schuld. 5pCts. inschrijvingen op bet Grootboek der Nationale
Schuld221,257,900.
Gestort in de 3 pCts. Geldleening- 2,016.800.
219,241,100.
Bij aflossing en verwisseling vernietigd 219,241,100.
Nieuwe Schuld. 4 pCts. Grootboek167,913,500.
Oude Schuld. 5 pCts. Domein-Losrenten15,488,200.
Vernietigd volgens de wet van 10 Feb. 1844 [Staatsbl. N°. 10) - 35,500.
15,452,700.
■Gestort in de 3pCts. Geldleening- 107,900.
15,344,800.
Bij aflossing en verwisseling vernietigd15,344,800.
Nieuwe Schuld. 4pCts. Grootboek10.290,600.
Oude Schuld. 4) pCts, Schuldbekentenissen99,500,000.
Vernietigd volgens de wet. van 10 Feb. 1844 StaatsblN°. 10) 24.000.
99,476,000.
Gcslort in de 3 pCts. Geldleening- 2,500.
99.473,500.
Bij aflossing en verwisseling vernietigd68,638,300.
Nog overige Oude Schuld30,835,200.
Nieuwe Schuld. 4 pCts. Grootboek 31,557,000.
Oude Schuld. 5 pCts. Oost-Indische LosrentenG4,000,000.
Gestort in de 3 pCts Geldleening- 363.000.
63,637,000.
Bij aflossing en verwisseling vernietigd 63,637,000.
Nieuwe Schuld. 4 pCts. Grootboek15,146,000.
Oude Schuld. 4 pCts. Oost-Indische Obligation, A°. 1836 2,500,000.
Gestort in de 3 pCts. Geldleening - 1,000.
24.990,00.
Gecreëerd Kon. besluit 13 April 1844 StaatsblN°. 23) - 22,755,000.
(Gedrukte nota van 19 Junij 1844.)
25,254.000.
Bij aflossing en verwisseling vernietigd10,505,500.
Nog overige Oude Schuld14,748,500.
Nieuwe Schuld. 4pCts. Grootboek.10,505,500.
4 pCts. Nationale Schuld, geplaatst krachtens besluit van
16 Januarij 1845 Staatsblad N°. 2)- 2,571.800.
Totaal van het kapitaal reeds geplaatste 4 pCts. Nat. Schuld 237,984,400.
Tegen het kapitaal van 887,000, hetwelk thans minder
aan 4 pCts Oost-Indische Obligatiën op dc begrooting is uit
getrokken, staat cene vermeerdering over van een kapitaal
van 835,700 aan 4 pCts. Nationale Schuld zoo als in de
beantwoording van het voorloopig verslag nader is aangewezen.
Volgens de memorie van toelichting van het Hoofkstuk IX
Awas er gerekend op de daarstelling van 4 pCts. Nationale
Schuldvan een kapitaal van240,500,000.
Hierbij gevoegd het evengenoemde bedrag
van- 835,700.
j 241,335,700.
Zoo wordt gerekend dat aan 4pCts. Nationale Schuld nog
zal geplaatst worden3,351,300.
241,335,700.
II. STAAT van den Overgang der Uitgestelde Schuld en Kans-
bil/ellen in 2 \pCt. Werkelijke Schuld in 1845.
Uitgestelde Schuld11,777,833,63.
Onuitgelote Kansbiljetten- 37,833,544,55.
Uitgelote dito van 1842 tot 1849 - 20,930.646.20.
70,542,024,38.
Den 3den dezer zijn door Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken
aan de Tweede Kamer toegezonden 15 nota's van nadere wijzigingen der naar
aanleiding van art. 6 der Grondwet, ontworpene wetten op het stem- cn
kiesregt enz. Zoo lang de geruchten aanhouden dat die ontwerpen zijn of
worden ingetrokken acht men eene mededeeling dier wijzigingen overbodig.
Die nota's gingen vergezeld van een' brief van Z. Exc. den Minister van Bin
nenlandsche Zaken aan den Heer Voorzitter der Tweede Kamer, waaruit men
het volgende ontleent
»Ten aanzien der wijzigingen in het bedrag van den census voor het stede
lijk en laudelijk stem- en kiesregt, blijkens nevensgaande nota's, gebragt,
neem ik de vrijheid, ter toelichting, nog het navolgende hierbij te voegen.
»Die census was, met inbegrip van het patent-regt (hetwelk, volgens de
nog bestaande verordeningen, niet in aanmerking komt,) zoodanig berekend,
dat genoegzaam overalvoor bet stemrejtzoo na mogelijk van de be
vel king in iedere stad en in ieder kies-districtcn voor de bevoegdheid om
tot kiezers te worden benoemdT'T der bevolking van iedere stad en van
iedere kies-district tot de bevoegdenuit het oogpunt van bclastings-bedrag
zouden behooren.
«Door de toepassing van dit beginsel zouden, voor het gcheele Rijk geno
men de stem- en kiesgeregligden ten platten lande aanzienlijk in getal ver
meerderen maar zou daarentegen in dc stedenmet weinige uitzonderingen
derzelver getal verminderen.
«Ten einde aan de bedenking daaromtrent, zoo veel mogelijk, te gemoet
te komenis alsnu bij de onderhavige nadere wijzigingen voor de steden tot