BUITEKLAINDSCHE BEïlIdTEiN.
Mcraton lieeft den koop geslotentoo men verzekert voor Z. K. H. Prins
Alexander der Nederlanden.
De afdeclingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal hebben zich
gisteren en heden bezig gehouden met het nader onderzoek van de ontwerpen
van wet, uitmakende de staatshegrooting voor de jaren 1846 en 1847. Het
schijnt alzoo wel degelijk dat dit belangrijk onderwerp eerlang in beraadsla
ging komen zal.
DELFT 9 Junij.
Den 6den dezer werd de laatste eer aan het stoffelijk overschot van den
algemeen geachten Vicc-Admiraal Ziervogelbewezen. Het waardig boofd
onzer marine, Z. Exc. de Minister, vereerde die plegtigheid, als trouwe vriend
van den overledene, met deszelfs tegenwoordigheid. Bij het graf werden door
den Wel-Eerw, Heer Lundt, Predikant der Evangelisch-Luthcrsche gemeente
ter dezer stedeeenige hartelijke en treilende woorden gesprokendie den
verdienden lof van den braven afgestorvenezijne deugden als Christen
burger en man van eer vermelddenen troost en raad aan den zoon
die nog zoo kort geleden, ter zelfder plaatse, het lijk eener brave moeder
volgdemet het oog op het zalig wederzieninhieldendit werd door Z. Exc.
den Minister, met de hem zoo eigene welsprekendheid beantwoordhij schetste
van den overledene de deugden en verdiensten als krijgsmankon hem steeds
als voorbeeld van braaf en onverschrokken zeeman aanwijzen, als vriend hoog
schatten en hem ten volle den naam van regtschapen mensch toekennenhij
bezwoer den zoon bij het graf zijns vaders diens voetstappen te drukken en
alzoo de eer van zijnen naam ook in zijne militaire loopbaan te doen leven
dig blijven.
ROTTERDAM, 9 Junij.
Gisteren begaven zich 5 personen, zijnde 2 vrouwen en 3 mannen, met
ecne roeiboot, waarop een zeil was aangebragt, van Poortugaal naar Brielle.
Van daar terugkomende werd de boot niet verre van den Herteldoor een
rukwind omgeslagen. Vier der zich daarin bevindende personen verdronken
terwijl het slechts aan een' der mannen is gelukt op de omgeslagen boot zich
aan land te redden.
AMSTERDAM, 9 Junij.
Gisteren heeft, in de nabijheid dezer stad, het volgende ongeluk plaats
gehad. Eene vrouw, Maria van der Waldop het Hoedenmakers-pad wonen
de verneemtterwijl zij in haar huis gezeten isdat een kind in het langs
dat pad loopende water is gevallen. Zij vliegt naar buiten en ziet werkelijk
eenen 12- a 14-jarigen knaap in het water liggen. Met inspanning haalt zij
hem er uit, voegt hem nog de woorden toe: «Jongen, gij zoudt door uwe
onvoorzigtigheid u zeiven een ongeluk bezorgen, en mij door den schrik,"
en valt inderdaad oogenblikkelijk neder. Men helt haar opgeneeskundige
hulp wordt ingeroepen, maar alles vruchteloos: zij was dood. Eene zenuw
beroerte, het uitwerksel van schrik en overspanning barer krachten, schijnt
haar getroffen te hebben.
VLISSINGEN, 7 Junij.
De bcrigtcn omtrent de te veld staande koolzaadplant, zoo winter als zomer,
zijn vrij geruststellend ook verkrijgt de tarwe een goed aanzien.
'sHERTOGENBOSCH, 6 Junij.
Gisteren zijn de dijken van den polder het Boschveld en May bezweken
daardoor loopt nu niet alleen die polder onder, maar worden daarenboven
alle landerijen te Vlijmen, Nieuwkuik, Drunen, CromvoortVucht en St.
Michiels Gestel onder water gezet, waardoor de oogst voor dit jaar is verloren.
Zij die in den tijd niet w ilden medewerkenom het water te kceren en eene
voldoende uitwatering te krijgenzullen nu andermaal de nadcclige gevolgen
hunner verkeerde denkwijze leeren inzien.
Opmerkelijk is, tot niet geringe schade van den landman in deze om
streken, de verbazende goedkoopheid der varkens, die zelfs niet zijn af te
zetten. De biggen van 5 a 6 weken, heeft men sinds eenen geruimen tijd
verkocht, tegen 25 cents het stuk; een varkenstouwer, kocht er 8voor
evenveel borrels en mogt op den koop toe mededrinken thans reeds zijn er
boeren die dezelve om niet wegschenken en daar zulks twijfelachtig konde
voorkomenkan men aanvoeren dat schrijver dezes een man kentdie dezer
dagen 4 biggen van 5 weken, om niet ontving. Gebrek aan voedsel, vooral
de zoo hoog gestegen prijs der aardappelen is hiervan de oorzaak.
OOST-INDIE.
BATAVIA, 1 Februarij.
Door het Bataviaasch Genootschap van kunsten en wetenschappen zijn 20
beelden aangekocht, voorstellende verschillende personen uit de AVayang, zoo
als die op het eiland Bali wordt vertoond, alle op eene kunstige wijze uit hout
gesnedenzij zullen in het ethnologisch kabinet van het Genootschap geplaatst
worden.
In den nacht van den Ist™ op den 2den Januarij, is na eenen hevigen
regen, bij het fort Willem I, te Ambarawa, daar waar de rivier Padjang
zich in de Rawah ontlast, een bergje opgerezen, ter hoogte van 20, ter lengte
van 190 en ter breedte van 60 voet. Eenige maanden te voren was die plaats
nog met water en moeras vervuld, en thans is er eene ophooping van zwarte,
moerassige aarde, welke echter allengs gedaald is tot 6 a 8 voet boven de
omliggende Rawah en zoo week werd bevonden, dat men dezelve, zonder er
in te zakken, niet betreden konde: terwijl, volgens het zeggen der inwoners,
deze ophooping dagelijks in hoogte atnam, zoodat dezelve langzamerhand wcl-
l'ft' geheel zal verdwijnen. Men verneemt, dat dit zonderling verschijnsel
hetwelk reeds vroeger in de Rawah van Ambarawa op andere plaatsen is waar
genomen, moet worden toegeschreven, niet aan eene vulkanische oorzaak, maar
aan de werking van het water, hetzij door eene ten gevolge der hevige regens
plaats gehad hebbende zwelling en daardoor veroorzaakte persing, dan wel
door eene verborgene wel. De inlanders evenwel blijven niet in gebreke om,
ter verklaring van dit wonder, tot bovennatuurlijke krachten hunne toevlugt
te nemen, en wel tot de bekende slang Baroe-Klingting, welke zich, volgens
hun zeggen, dien nacht vertoond en een geluid gegeven heeft als dat van vele
menschelijke stemmen.
INDOSTAN.
Ook in deze uitgestrekte Engelsche bezittingen beginnen zich plannen tot
spoorwegen te ontwikkelen. Een reizigerdie nu te land of te water tot eenen
togt van Calcutta naar Mirzapore zes weken tijds en 800 reisgeld noodig
heeft, zal dan voor 130 of 60 naar mate van zijne plaats, in 48 uren
zijne reis kunnen volbrengen. Calcutta, in 1717 nog slechts een dorp telt
thans meer dan 600,000 zielen, het is de rijkste koopslad van Azië en hcz.it
fortuinendie men zegt dat die van Parijs Londen en Amsterdam overtreffen.
Mirzapore telt 200,000 zielen, en de wcderkcerige handel zal 50 ten honderd
op het vervoer kunnen uitwinnen. Is deze spoorweg gereed, dan kan men
er eenen naar Bombay leggen, mede een koopstad met 200.000 inwoners.
MEXICO.
De vroeger door ons vermelde aardbeving van den 7dcn April heeft zich
den 10d«" weder herhaald, en ofschoon de schok slechts kort heeft geduurd,
blijft de ongerustheid voor hervatting nog tot den regentijd bestaan.
Het beeft der Regering goedgedaebt om bet beeld van de Maagd uit een
kapel op vier mijlen afstand van de stad Mexico met groole pracht door de
geestelijkheid te laten binnen brengen, het volk heeft achter de processie om
barmhartigheid gesmeekt. Sedert zijn de schokken opgehouden en bet bijge
loof is zoo veel vaster bij de menigte ingeworteld. De waarlijk godsdienstige
menschen hebben hunne onderwerping en smeekgebeden aan den onzienlijken
God gerigt. Journdes Débats).
TURK1TE.
BEYRUTH, 20 Mei.
Uit deze stad in Syrië wordt het volgende gemeld
De berigten van den Libanon luiden steeds ongunstiger. De gebeurtenissen
zijn den Engelschen Consul zoo gewigtig voorgekomendat hij oruniddelijk
het stoomschip Hecla naar Malta heeft afgezonden. De buitensporigheden tegen
de Christenen hebhen den hoogsten top bereikt. De Drusen sparen niemand
meer. Grijsaards, vrouwen en kinderen worden meedogenloos omgebragt. De
hongersnood woedt vreesdijkvelden, zijde-oogst alles is verwoest. Iedereen
vat de wapens op of verwacht den dood. Veertig dorpen zijn geheel ver
woest11 andere staan thans in lichlelaaije vlam. De Christen-priesters van
het gebergte zijn omgebragt; ecnigen zijn verbrand en de kerken met hen.
Men verwacht hier 20,000 vlugtclingen, die hier zullen aankomen op eene
Fransche oorlogsbrik, een Oostenrijksch schip van hetzelfde charier en 5 of 6
koopvaardijschepen. In de stad Jaffa alleen telt men 7,000 personen die van
honger omkomen. Indien de beschermende Mogendheden er niet krachtdadig
voor zorgendan weet God alleen hoe dat alles eindigen zal. De gevechten
tusschen heide partijen duren onophoudelijk voort.
RU§LAN3>.
PETERSBURG, 25 Mei.
De oorlog in den Kaukasus levert vele bewijzen van dapperheid onzer sol
daten op. Zie hier een derzelveD. In een' donkeren December-nacht lagen
de bewoners van het dorp Tschirach in de sterkte van dien naam gerust te
slapen. Er lag een bataillon van het Aschperonsch grenadiers regiment in
bezetting. Op eens werd het plaatsje door de Lesghiers van het gebergte
overvallen. Tachtig Russische grenadiersdie in de kazerne in diepen slaap
lagenwerden gedoodof vielenterwijl zij zich verdedigdenonder het
moordend staal der Lesghiers. De vaandrik Tscherbinin hoorde in het huis
alwaar hij was ingekwartierd, het woest geschreeuw der bergbewoners, snelde
het huis uit, verzamelde 50 verstrooide grenadiers, wierp zich met hen in
een digten drom vijanden en sloeg er zich door tot eenen hoogen steenen
minaret. (Een minaret is de toren van eene Turkschc moskee, welke van
boven met eene galerij voorzien is.) Zijn weg derwaarts ging over de lijken
der vijanden. Ofschoon van de sterkte afgesneden, bereikte hij de schuil
plaats in de minaret, alwaar hij zijn leven duur wilde verkoopen. De zon
ging op en bescheen het met bloed bedekte dorpde strijdplaatsde sterkte
en de minaret. Meer dan 12,000 Lesghiers, onder aanvoering van den be-
ruchten Surchai-Chan, belegerden beide punten. Geen kogel van Tscherbinin
miste zijn doelmaar ook vele kogels der vijanden drongen door de scheuren
des gebouws en velden menigen Rus. De kapitein Owetschkin deed twee uit
vallen uit het fort, om zijne kameraden uit de minaret te bevrijden. «Keer
terug riep hem de dappere Tscherbinin van boven toe bewaar uwe
manschappen in het fort, hetwelk voor het Vaderland van meer nut is dan
mijn leven." De uitvallen mislukten. De Lesghiers verbrijzelden eindelijk
de deur van de minaret, stormden naar boven, en stieten met hunne dolken