NOTIFICATIE.
II E II Ij K.
ZANGVEREENIG ING
DER MAATSCHAPPIJ VOOR TOONKUNST TE LEYDEN.
voornemen der Regering geheeizich beroepende op de nadcclige gevolgen die
het in de Engelsche koloniën gehad heeft. Anderen zijn er sterk voor, onder
anderen de Graaf de Montalemhert, die zelf bezitter is van plantagien in
Britsch West-Indië. Men overdreef volgens hem die nadoelen van de vrij
verklaring, en er bestonden vooral vier redenen, welke dien maatregel niet
naar wensch hadden doen uitvallen. 1°. De hardnekkige onwil der Britsche
planters, om ook tot de meest gematigde pogingen hunner Regering tot ver
betering in het lot der negers mede te werken 2". het gemis van bepalin
gen, waardoor de planters gedwongen werden om de 20 millioen ponden
sterling, welke zij als schadeloosstelling ontvingen ten nutte der koloniën
zeiven te besteden; 3°. het achterblijven van verordeningen, waardoor de
arbeid der vrije negers ten minste eenigermate geregeld wierden 4°. de
toevallige omstandigheiddat gelijktijdig met de vrijverklaring, de mededin
ging van Indische suiker op de Europesche markten zoo sterk geworden is.
De Graaf beweerde overigens, dat de vrije negers in de Britsche koloniën zich
geenszins 'zoo afkeerig van den arbeid toondenals men voorgaf, en dat zij
het geschenk der vrijheid hadden ontvangen, zonder daardoor tot cenige bui
tensporigheid jegens hunne voormalige meesters of hooggaande losbandigheid
over te slaan. Dit laatste schreef hij vooral toe aan den magtigen, maar
allerheilrijkstcn invloed der Protestantsche zendelingen op de Britsche eilanden.
«Mijn geloof, zeide hij, dwingt mij om de zendelingen als ketters te beschou
wen, maar verpligt mij niet, om de onberekenbare diensten te miskennen,
die zij aan de menschheid hebben bewezen." Volgens hem was het daarente
gen, wat het godsdienstig onderwijs betrof, allertreurigst op de Fransche
West-Indische eilanden gesteld; hetgeen hij toeschreef, deels aan de Regering,
die niet zorgde, dat een genoegzaam aantal R. K. geestelijken daarheen werd
gezonden; maar deels en voornamelijk aan de Fransche planters zei ven, die
hunne negers liever ook gedurende den Zondag tot arbeid dwongendan eeni
germate voor de geestelijke behoeften van hunne slaven te zorgen en in het
algemeen al wat het lot dezer ongclukkigen verbeteren kon, heimelijk of in
het openbaar tegenwerkten.
De ontdekkingen van Bouw- en Beeldhouwkunst door Bolta te Ninivé
zijn van groote kunstwaarde, de opschriften zeer duidelijk, doeh nog niet
uitgelegd. De Koning heeft het overgezondene met veel belangstelling gezien
en besloten een lands schip naar Bassora te zenden om de geiieele verzameling
herwaarts te voeren.
RIJSSEL, 7 April.
Gisteren is de wolspinnerij en weverij van de llecren Dervaux en Delattrc-
Iléberteen schoon gebouw van vijf verdiepingen 's namiddags tusschen half
drie en zeven ure, geheel afgebrand. Het woonhuis is gelukkig behouden.
Men hegroot de schade op 350.000 fr.
STA MS BERICiTESr.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN, gezien hebbende
de Notificatie van Hun Ed. Gr. Acht. de Hecrcn Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland, in dato den ld11011 Jan narij jl.Provinciaalblad N°. 5) be
treffende den Herijk der malen en gewigten in Zuid-Hollanden gelet op de
voordragt van den Arrondissements-IJkcr alhier, van den 21sten en 22stcn
dezer maandgeven mits deze den Ingezetenen dezer Stad hunne verpligting
te kennentot het doen Herijken van al de hereids te voren geijkte lengte
en inhoudsmaten en gewigten benevens de bij de inhoudsmaten voor droogc
waren behoorende strijkels, waarmede deze, overeenkomstig art. 8 van Z1'. Ms.
besluit, van den 21stcn December 1822, Staatsblad N°. 54) moeten wor
den afgestreken. En worden zijlieden ten dien einde opgeroepen, ter bezor
ging der gemelde maten en gewigten, wel schoon gemaakt en gezuiverd, aan
het Lokaal van den Ijkin de Schoolsteeg aan de Latijnsche School. Zul
lende daartoe, tegen dadelijke betaling, worden gevaceerd:
Voor AVijk V, op 14, 15 en 16 April, AV. VI, op 17, 21, 22 en-23
April, AV. VII, op 24, 28, 29 en 30 April, en AV. VIII, op 5 en 6 Mei;
met uitzondering echter van de Goud- en Zilversmids-benevens tie Apo
thekers- of Medicinale gewigten, voor welker herijking afzonderlijk zitting
zal gehouden worden, te weten: voor de Gouds- en Zilversmids-gewigten op
8 Mei, en voor de Medicinale gewigten op 7 Mei; telken dage des morgeus
van 8 tot des namiddags 2 ure.
En waarschuwen Burgemeester en Wethouders voornoemdallen en een'
iegelijk wien het aangaatmet herinnering tevens aan art. 2 van Z1'. Ms. be
sluit, in dato 30 Maart 1827, Staatsblad N°. 13) om op bovengemelde
dagen, (na welke de Arrondissements-lJlier zich, overeenkomstig art. 10 dei-
Notificatie van Hun Ed. Gr. Achtb. de II. 11. Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland, in dato 18 January 1822, tot uitoefening van den Herijk naar de
buitengemeenten van het Arrondissement moet begeven, en alzoo buiten de
mogelijkheid isom gereedelijk aan het verlangen der verzuimd hebbenden te
voldoen,) zich overeenkomstig hunne verpligting omtrent dezen Herijk stipte-
lijk te gedragen, ten einde huiten bekeuring te blijven; zullende er na
den afloop van den bepaalden termijningevolge dispositie van Hun Ed. Gr.
Achtb. de II. Ged. Stat. van Z.-Holl., in d. 22 Nov. 1831gecnc verlenging-
van tijdof zoogenaamde nadagengegeven worden.
AVordende de belanghebbenden in het algemeen bij deze voorts herinnerd
aan de Notificatie van Hun Ed. Gr. Achtb. de H. II. Ged. Stat. van Z.-Holl.,
in d. 4 Aug. 1820, volgens welke de ijkpligtigheid zich uitstrekt tot alle
handel- en neringdoende lieden, Fabrikeurs en Ambachtslieden, die, in hun
nen handel of hun bedrijfeenige maten of gewigten gebruikenen de Apo
thekers of Medicijnbereiders in het bijzonder, aan art. 3 en 5 van Z. M. be
sluit d. 21 Oct. 1819, StaatshlN°. 52) bepalende hunne gehoudenheid tot
het bezit van een vol stel gewigten, en medeverpligting tot den jaarlijkschen
Herijk van hetzelve, alsmede aan het Koninklijk besluit van 5 Febr. 1826,
N°. 153, volgens hetwelk de, hij dcrzelver eersten Ijk gestempelde, grcingc-
wigtcnzonder die eene nadere stempeling te doen ondergaanjaarlijks door
den Ijker moeten worden nagezien en onderzocht.
En wordt wijders, door deze, ter kennis van de belanghebbenden gebragt,
dat tot jaarlettergedurende 1845 voor den ijk der Maten en Gewigten be
paald is de letter
Aldus gedaan bij IIII. Burgemeester en Wethouders der Stad Leydcn
op den 25sten Maart 1845.
DU RIEU,
Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUTTKAMMER.
BURGEMEESTER en AVETHOUDERS der Stad Leiden, brengen bij deze
ter kennis der belanghebbenden, dat, te beginnen met Maandag den 14den
April aanstaande, de Dienst der Veerschuiten op 's Gravenliage en Delft
is geregeld als volgt:
Van LEYDEN naar 's GRAVENHAGE,
Des Morgens ten zes en half acht, en des Namiddags ten vijf ure.
Van LEYDEN naar DELFT,
Des Morgens ten half achtdes Voormiddags ten half elf, en des Namiddags
ten half drie ure.
Van 's GRAVENHAGE en DELFT naar LEYDEN,
Des Voormiddags ten negen en des Namiddags ten half drie en half vijf ure.
Ley den. 11 April 1845. DU RIEU,
Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUTTKAMMER.
Door Z. M. zijn goedgekeurd de uitgebragte beroepingen van Predikanten
door de kerkeraden der Hervormde gemeenten van Bodegraven, onder de clas
sis van Leyden, op A. J. Schilt, Predikant te Nootdorp; van Heemse, onder
de classis van Zwolle, op A. H. Mouw, Candidaat bij het Provinciaal Kerkbe
stuur van Overijssel van Emmenonder de classis van Coevordenop S.
Coolhaas van der AVoudePredikant te Annerveenen van het eiland Mar
ken onder de classis van Edamop J. J. L. ten KateKandidaat bij het
Provinciaal Kerkbestuur van Utrecht.
ALKMAAR, 10 April. Heden is alhier, ter vervulling der bestaande va
cature, veroorzaakt door het overlijden van den AVel-Eerw. Heer J. L. Kotting,
door den Broeden Kerkeraad der Hervormde Gemeente geformeerd het navol
gend alphabetisch gesteld twaalftal van Predikanten DD. G. Barger Gz., te
NichtevechtL. van Haaften, te Goes; R. J. Koning, te Limmen J. Kooy,
te LisseII. A. Mattheste ValkenburgC. P. L. MetelerkampTh. Doet.,
te Muiden; T. A. Iloola van Nootente Ter Aar; W. Opzoomer, te Wadcn-
noijen; II. II. Sluiter, te Terwolde; E. Cats Wor, te Mijdrecht; N. van Wijk,
te Weespen G. E. W. de Wijste .lisp.
De Commissie uit het Provinciaal Geregtshof in Zuid-Holland, te zamen-
gesleld ingevolge het voorschrift van art. 11 der wet van den 9dcn Julij 1842
op het Notaris-ambt, tot het afnemen der Examina van al degenen, die zou
den verlangen naar het ambt van Notaris te dingen, verwittigt de belang
hebbenden, dat zij tot voorschreven einde zal vaceren op Donderdag den
zalen Mei aanstaande (en zoo noodig de daarop volgende dagen), in eene der
22stcn van het Gebouwdoor het Hof geoccupeerd wordende.
De Commissie herinnert de Adspirauten aan de voorschriften, vervat in
art. 13 van boven vermelde wet, en verlangt, dat alle stukken, welke aan
haar moeten worden toegezonden portvrij worden geadresseerd aan' den Grif
fier bij het Provinciaal Geregtshof in Zuid-Holland.
's Gravenliage4 April 1845.
De Commissie voornoemd,
De Procureur-GeneraalDe Raadsheeren
W. J. JUNIUS van HEMERT. M. I. PAUW.
P. J. de FREMERY.
ABVEKTEKTIEN.
Heden beviel voorspoedig van een ZOON, GERTRUDIS JACOBA de BRUYN,
geliefde Echtgenoot van
Leiden, 11 April 1845. II. J. II. II. van AVENSEN.
Eenige Kennisgeving.
Uitvoering van IIAYDN'S Oratorium, li ie Schop fungop Donderdag
den 17dcn Aprildes avonds te zeven urein den SCHOUWBURG.
De Leden worden gewaarschuwd, dat gecne Jongens op Dames-
kaartjes zullen worden toegelaten. Aan elk Lid worden twee Dames
kaartjes aan huis bezorgd. Dc overige bepalingen zijn op het
schutblad van de tekstboekjes bekend gemaakt.
De Commissaris-Secretaris der Maatschappij
C. LEEMANS.
Men verlangt een' KOETSIERvan dc Protestantsche
godsdienst, die tevens Huiswerk kan verrigten.
Men adressere zich met gefrankeerde brieven onder letter Z, aan het Bu
reau der Leydsclie Courant.