beroemd zijn in de Porlugesclig handelsbetrekkingen der 16^ eeuw, zoo als
Quiloa, Meiinde, en de eilanden Monbaza, Pambo en het door de Europeërs
als rustpunt zoo gezochte Socotara.
Die door Camoëns bezongene steden, hoe vervallen ook, kunnen door den
handel herleven. De kust is niet barbaarsch als die van Guineaer is een
maal een adem van Europesche beschaving over gegaan, en sedert lang is zij
de zetel eener beschaving der Arabieren en Muselmanncn, die wel op lager
trap staat dan de onze, maar echter verre die der Negers te boven gaat.
De natuur is er woest. Men vindt er breede vloeden, ondoordringbare wou
den, met reusachtige gewassen en vreemde dieren. De geweldige baobao-hoom,
de ceder, de coeos tieren er welig; kameelen rhinocerossen olijlauten, ri-
vierpaarden, al die monsterachtige kinderen van eene maagdelijke en brandend
heete landstreek zijn er talrijker en grootcr dan elders; en in de vlakten,
waar dikwerf het gebrul van den leeuw en het luipaard weergalmt, weiden
tallooze troepen zehra's en wilde buffels.
liet is niet te voorzien, wat deze nog weinig bekende streek zal opleveren.
Dacelijks groeit het getal der voorwerpen tot ruiling aan, naarmate de landen,
die door den handel bezocht worden, zich uitbreiden. Wij hebben immers
garen van Nieuw-Zeelandaraclddeeene plant waaruit men olie trektvan
Senegal, guano van Chili en van de Raap, nauplea Gambir waaruit de
catchou wordt getrokken van Chincesch Indië en vele andere waren, die
den vorigen dag onbekend warenden volgenden een bron van belangrijke voor
deden zien worden. Zoo zal het waarschijnlijk ook hier zijn. Men spreekt
al van buitengewone dieren en planten aan deze streek eigen. Nu reeds levert
het gomcopalivoor, rhinoccros-hoornen, buffel- en rivierpaard-huiden, schul
pen, aloë, cocos-olie, arabiscbe gom, wijrook, harde boutsoorten, enz.
De Iman zelt' tracht er suiker, katoen, indigo, specerijen en kolïij bij
te voegen. De verscheidenheid van voortbrengselen is eigenaardigeenige
zijn van zuiver Afrikaanschen oorsprong, andere vindt men ook in Arabië en
Indië, andere schijnen afkomstig van de Europesche volkplantingen van
Zuid-Amorika en zelfs der Zuidzee-eilanden een getrouw afbeeldsel van een
land dat in zich de kenmerken van vele anderen vereenigt, dat door ligging
en luchtstreek tot Africa behoort, door nabuurschap en beheerschers naar het
oosten trekt, in bijzonderheden van zijn plantenrijk veel van Indië cn do In
dische eilanden heeften naar Zuid-Amerika zweemt door zijn aangewonnene
gewassen en de buffels van zijne woeste vlakten.
Sedert 1837, dat de Iman zijn verblijf op Zanzibar vestigde, is dit eiland
de zetel van een' blocijenden handel geworden. Reeds in 1813 zou er voor
drie millioen guldens zijn verhandeldmeest met Arabiscbe schepenen nog
jaarlijks vijf a zes uit de Vereenigde Staten van Noord-Amcrika en twee a drie
Engelschc. Maar de toekomst biedt voor de Europesche vaart veel gewigtiger
uitkomsten. Naarmate de Mooren van Zanguebar in betrekking komen met
beschaafde volkenverspreidt zich onder hen de smaak van onze koopwaren.
De geneigdheid der oostersche volken tot opschik, doet bun de fijnste en
duurste manufacturen opzoeken. Zij koopen ook geweren en buskruid, en
wat vreemd is, kostbare meubelstukken. Said-Seid-Binde tegenwoordige
Iman, is een man van vijftig jaren, van eene sterke gezondheid, behalve eenige
gebreken, een streng Muselinan en kennelijk met zeldzame gaven van ver
stand en wil toegerust. Hij is een groot bewonderaar van Mehemed-Ali en
overtreft dien Onder-Koning van Egypte misschien nog in meer ondernemen-
den geest en meerdere vastheid en werkzaamheid. Men beeft gezien tot welk
besluit, zucht tot gezag en voordeel licrn gelrragt hebben: dit zijn geen daden
van een alledaagsch mensch. Hij ontvangt, zegt men verscheidene dagbladen
uit Europa, en is verontwaardigd over de vrije beoordeeling die bij er ten
opzigte van gekroonde hoofden in bespeurt. Zijn leger is genoegzaam om zijne
uitgestrekte bezittingen in toom te houden, en zijne zeemagt is aanzienlijker
en meer geoefend dan men zou verwachten. Hij zelf heeft de reis van Mascata
naar Zanzibar op een fregat van acht-cn-vijftig stukken gedaan.
Met zulk een man geeft een handelsverdrag ernstige moeijelijkheden. Hij
is wantrouwend en vreest zich te verbinden. Het is Engeland en de. Veree
nigde Staten gelukt om verdragen met hem te sluiten, en beide natiën heb
ben hunne Consuls op Zanzibar. Frankrijk kwam later. Saïd-Seid had wel
eenig denkbeeld van bet Rijk van Napoleon, maar wist niet dat er na zijn'dood
nog een groot volk was overgebleven. Sedert 1837 heelt men beproefd hem
hieromtrent in te lichten en van dien tijd af zijn Mascata cn Zanzibar bijna
jaarlijks door Fransche schepen bezocht.
Eerst hebben de Franschcn door den Gouverneur van het eiland Bourbon
doen onderhandelen, doch Saïd-Seid verklaarde, dat hij als onafbankelijk al-
leenheerscher met geen Gouverneur van eene kolonie, maar met den Koning
zelvcn wilde onderhandelen; waarop men hem een Gezant heeft toegezonden,
met Koninklijke volmagt bekleed. Zoodra de Iman 'sKonings onderteekening
heeft gezien, heeft hij zijne tevredenheid betuigd, den Gezant met alle eere-
bewijzen ontvangen en binnen weinige dagen het verdrag gesloten, waarover
de onderhandelingen vele jaren hadden gednurd.
Zoo is Frankrijk dan daareven als in China, op gelijken voet als Engeland
en de Vereenigde Staten gevestigd. Zoo is hier weder de Regering den han
del vooruit, wijst het doel aan en effent den weg. Het past nu de bijzondere
nijverheid om aan deze roeping te beantwoorden. Die handelwijze zou voor
de hoofdstad en ook voor de Fransche volkplanting van Bourbon van belang
zijn. Bourbon bekomt door de verdragen met Chinamet den Iman en het
bezetten der nahijgelcgene eilanden Nossihé en Mayotte, de middelen om zijn'
schitterenden voorspoed nog uit te breiden, waartoe de bewoners van Bourbon,
welken het noch aan kapitalennoch aan ondernemingszucht ontbreektalle-
zins geneigd schijnen.
Overigens is het verdrag met den Iman in een vrijzinnigen geest gesteld,
die zijn verstand en welwillendheid eere aandoet. Voortaan zullen de
Franschen alle vrijheid genieten landerijen en huizen kunnen huren koopen
en verkoopen, niemand zal zonder tusschenkomst van den Consul in hunne
huizen mogen indringen, hunrie onderlinge verschillen zullen door den Consul
worden geoordeelden deze zal bij sterfgevallen zich in het bezit der nalaten
schap stellen, en tegen betaling van vijf ten honderd van de waarde, zal in-
en uitvoer volkomen vrijen geen artikel hoegenaamd verboden zijn.
De vrije havens zullen zijn op Zanzibar, Peinba, Mombara Lamo, Brava
en Magadoxoop de kust van Afrika op die van ArabiëZoreMascata
Burka, Miek, en in de Persische golf Kisma, Ormus, Gamleroon en Minao.
De Iman heeft daarenboven bevolendat de 5 francs stukkendie in zijne
landen eene geweldige vermindering van waarde bad moeten ondergaan,
voortaan op alle markten de wezentlijke waarde zouden gelden. Hij heeft deu
Gevolmagtigdeten blijk zijner voldoening, een sabel en ring met dia
manten, en te gelijkertijd voorden Koning van Frankrijk 4 Arabische paar
den van zuiver ras en zeldzame schoonheidter vereering gezonden. Einde
lijk om de kroon te zei ten op deze merkwaardige geschiedenis, die, door het
onverwachte, de wonderbare verhalen der eerste reizigers in het oosten in het
geheugen terug roept, kondigt men aan, dat er binnen weinige maanden
een fregat van den Imanmet monsters van al de voortbrengselen zijner
Staten, naar Frankrijk zal worden afgezonden, en er een buitengewonen Ge
zant van Z. M. Saïd-Seid zal overbrengen, terwijl Z. M. de Keizer van China
zich beraadt om desgelijks te doen.
RU SLA IV19.
PETERSBURG12 Maart.
Eergisteren is de Gemalin van den Grootvorst-Troonopvolger van een' zoon
bevallendie den naam van Alexander gekregen beeft. Zijn vader heeft
naar aanleiding dezer verblijdende gebeurtenis, aan den militairen Gouverneur
van deze stad 3,000 roebels doen tar hand stellen, zoowel ter ondersteuning
van behoeltigenals tot ontslag der gevangenen welke zich die gunst het
meest hadden waardig gemaakt. De Keizer beeft den jonggeborene tot chef
van het Astrakansch karahinier-regiment benoemd!
- De Gouverneurs der Provinciën hebben bevel ontvangenom het inza
melen van gelden voor vreemde kerken en kloosters in Rusland te verbieden
en de inzamelaars uit liet rijk te zenden.
Aan het Onega meer is de koude bij het begin des winters tot op 30 gr.
Reaum. gestegen. Gedurende deze felle vorst barstte het ijs op bet meer meteen
donderend gekraak op eene lengte van 20 wersten van elkander. Deze ope
ningen hebben de breedte van 2 vademen en sluiten of openen zich weder,
naar mate de wind in deze of gene rigting waait. Niet zelden zijn lieden met
hunne sleden cn paarden in dusdanige openingen verongelukt.
SPASJE.
MADRID, 16 Maart.
De Regering heeft hij de Kamer een ontwerp van wet ingediend, strekkende
om een nieuw stelsel van verkiezing vast te stellen. Volgens hetzelve zal
het aantal leden der Kamer vau Afgevaardigden van 240 tot 306 vermeerderd
worden, daarentegen het aantal kiezers worden beperkt, en het kiesregt al
leen uitgeoefend door hen, die 25 jaren oud zijn en 400 realen 50 J aan
directe belasting betalen, benevens alle ambtenaren, gegradueerden aan Aka-
demiënofficieren, begiftigde bouwmeesters, beeldhouwers en schilders, die
de helft van die som opbrengen. De ouderdom van 25 jaren en een jaarlijksch
inkomen van ƒ1,500, of het betalen van ƒ160 aan directe belasting zou
het regt geven om Afgevaardigde te kunnen worden.
De volksmenigte begint op onderscheiden plaatsen de koopers van ker
kelijke goederen grof te mishandelen en de geestelijken ruijen het volk bij
voortduring op.
Z IVITSERLANB.
ZURICH, 18 Maart.
De Landdag heeft heden de beraadslagingen geopend over bet ontwerp van
wet nopens de Jesuitendoor de daartoe benoemde Commissie voorgesteld.
Hetzelve luidt aldus:
De Landdag, in overweging nemende, dat, volgens art. 1 en 8 van het
Bondsverdragde Landdag het regt heeftom in de zaak der Jesuitendie
maatregelen te nemen, welke zij voor de inwendige zekerheid van Zwitserland,
welke thans wordt bedreigd, noodig oordeelt, besluit:
Art. 1. Het is aan den Staat Lucernvan wege het Bondgenootschap
verboden, de orde der Jesuiten in te voeren. Bijgevolg is de Groote Raad
van dezen Staat verpligt, zijn decreet van 24 October 1844', waarbij de Jesui
ten worden ingeroepen in te trekken. Daarenboven beveelt de Landdag
den Staat Lucern dringend aan, om eene algemeene vergiffenis te verleenen
voor staatkundige misdrijven, welke betrekking hebben op de gebeurtenissen
van December 1844.
Art. 2. In geval de Staat Luoern zich niet naar het tegenwoordig besluit
(Art. 1), zoude willen gedragen, behoudt zich de Landdag voor, om nadere
maatregelen te nemen.
Art. 3. De Staten Schweitz, Freiburg en Wallis worden bondgenootschap
pelijk en dringend uitgenoodigdde orde der Jesuiten van hun grondgebied
te verwijderenen hunne besluiten te dien opzigte aan het Vorort bekend te
makenen door hetzelve aan de Staten van het Bondgenootschaptijdig ge
noeg opdat deze nog des noodsnadere instructiën voor den volgendon gewo
nen Landdag zouden kunnen geven.