BUiTENLAJNDSCHE BER1ÜTEN
kundige herinneringen gegrond en waaraan de landzaat gewoon is, en terwijl
het de belangrijkste punten aan de nadere regeling bij de wet overlaat, strekt
bet, om los te maken en te doen wankelen, hetgeen thans grondwettelijke
kracht bezit en den waarborg van duurzaamheid aanbiedt. Het voorstel alzoo
beoogt niets minder dan ccne geheele staatshervorming.
Uit dat. oogpunt werd het strijdig geacht met art. 227 der Grondwet, dat
wel gewaagt van eene door de noodzakelijkheid gebodene verandering of bijvoe
ging. maar waarbij door de ontwerpers zeker niet bedoeld is, eene geheele
omwerking, noch het maken ecner naar theoretische bespiegelingen of naar
het voorbeeld van andere landen hervormde staatsregeling. Men heeft zich te
dien aanzien beroepen op de woorden gebezigd door de commissie tot herzie
ning in het jaar 1815, volgens welke zij in die bepaling een middel heelt
willen aan de hand geven, »om veranderingen, niet op een te voren gere
geld en bepaald tijdstip, maar in geval van gebiedende noodzakelijkheid, te
kunnen verkrijgen, zonder gevaar te loopen tot alle verkeerde nieuwigheden
te vervallen."
De voorstellers daarentegen schijnen zich niet bij het noodzakelijke te hebben
bepaaldmaar veeleer zich ten doel te hebben gesteld de volmaking onzer
constitutie naar de beginselen der theorie, of in navolging van betgeen elders,
onder geheel andere omstandigheden, is beproefd of toegepast. Zij zijn daarin
zelfs zoo ver gegaan, dat zij alle andere constitutionele rijken in vrijzinnige
beginselen schijnen te hebben willen voorbijstreven. Als bewijs hiervan heeft
men hijgebragt het denkbeeld der voorstellers om met regtstreeksche verkie
zingen en eene onhindhuré Kamer te verecnigen het stelsel van aftreding van
een derde der leden dier Kamer ieder jaar, waarvan bet gevolg zou zijn
dat, bij overeenstemming van inzigten tussehen Hegering en Vertegenwoordi
ging, nogtans aan de kiezers de inagt zou worden gelaten, om telken jare de
minderheid in de Kamer in eene meerderheid te veranderenhetgeen alle be
stendigheid van regeringsharitleling onmogelijk zou maken en ook elders niet
bestaat. Wel verre van zulke belangrijke en doortastende veranderingen te
kunnen goedkeurenhebben dan ook sommige leden verklaarddat zij zwa
righeid zouden moeten maken, om zich met enkele der voorgedragene wijzi
gingen en bijvoegingen te verecnigen, al ware het, dat bet voorstel daartoe
van de Kroon zelve was uitgegaan.
Bij dusdanige strekking van liet voorstel, vreesde men dat bet de zaak eener
gematigde herziening veeleer benadcelen dan bevorderen zouen dat het we-
zenllijk belang van bet land daarbij niet zou gewonnen hebben. Aan de eene
zijde toch heeft men verkeerde mceningen nopens de behoeften des volks doen
geboren worden en verwachtingen opgewekt, die niet verwezenlijkt kunnen
worden. Terwijl daarvan schadelijke teleurstelling bet gevolg moet wezen,
beeft men aan den anderen kant, door te ver te gaan, misnoegen gebaard en
zich waarschijnlijk tegenstreving voorbereid, waar men ondersteuning noo-
dig had.
Voorts is opgemerkt dat de voorstellers niet hebben aangetoonddat. uit de
verlangde wijzigingen eenige wezentlijke bezuiniging voor den Staat te ver
wachten zij terwijl juist het woord bezuiniging in den laatsten tijd als tover
woord is gebezigd, om de natie de Grondwets-herziening als het onfeilbaar
middel aan te wijzen, tot aanzienlijke vereenvoudiging van de huishouding
vtiti Staat en afschaffing of vermindering van lastenzijn de eenige bezuini
gingen die uit de aanneming van liet voorstel zouden kunnen voortvloeijen
gelegen in de vermindering van <ie vergoeding voor reis- en verblijfkosten van
de leden der Eerste Kamer, gedeeltelijke uitwinning van de bezoldiging der
leden van bet Hoog Militair Geregtshof, en eene nog onzekere besparing op de
uitgaven wegens tractemehten der leden van de Provinciale Hoven.
4. Ofschoon alzoo de groote meerderheid het ingediende voorstelèn
als initiatief, èn om den vorm, èii uit hoofde van de strekking hebbe afge
keurd, heeft mén nogtans geene vrijheid gevonden, om zich aan bet onderzoek
san dat voorstel in de Afdeelingcn te onttrekken, maar besloten om daartoe
over te gaan, hetgeen door velen van ben, die veranderingen in de Grondwet
wensebelijk achttenis gedaan met den verklaarden wenschdat een naauw-
gezet onderzoek strekken moge om de Regering met de zienswijze van de
meerderheid der Kamer nopens dit hoogst aangelegen onderwerp bekend te
maken, en baar op te wekken, om, ter bereiking van het door die meerder
heid beoogde doelhare medewerking te verleenen.
Sommige leden hebben echter te kennen gegeven, dat, gelijk zij het voor
stel niet anders beschouwen, dan als eene uitnoodiging der voorstellers, om
het gevoelen der leden te leeren kennen, zij even zoo verlangdendat hun
antwoord slechts worde aangemerkt als bedenkingen tegen dat voorstel, zon
der dat zij geacht wilden zijnzich daardoor in liet minste te hebben verbon
den, wanneer het voorstel eenmaal aan eene stemming mogt onderworpen
worden.
Eenige andere leden hadden liefst gezien dat het voorstel niet ware onder
zocht dochhebben gemeendzich van het bijwonen der deliberatiën in de
SeClien niet te mogen verschoonenen diensvolgens te dezer zake met hunne
medeleden van consideration gewisseld, ofschoon ten eenen male ongenegen
zijnde om tot eenig besluit mede te werken, dat zou kunnen strekken, om
aan de Tweede Kamer het initiatief tot eene grondwets-herziening te doen nemen.
ROTTERDAM, 24 Maart.
Men verneemt, dat de op Woensdag plaats gehad hebbende collecte, ten
behoeve der buitengewone uitdeelingen door Heeren Wijkmeesters dezer stad
circa ƒ4,000 beeft opgebragt.
Als eene bijzonderheid verdient vermeld te worden, dat den 20sten alhier
arriveerden met twee vrachtwagens, de voerman Evcrt Verhoeven en zijne
buisvrouw, komende van Waalwijk in Noord-Brabandgeladen met manden
schoenen en pakgoederen, gezamentlijk wegende ruim 3000 Ncderlandsclie
pondenmet welke vrachtwagens bij gisteren ochtend (geheel geladen) gelijke
lijk is gereden over de rivier de Merwede bij Hardinxveld.
In den afgeloopen nacht is het ijs in de Maas voor deze slad los geraakt,
en sedert, ofschoon bet zich tussehen beide voor korten tijd weder zet, zoo
sterk drijvende, dat de stroom bier weldra geheel van ijs bevrijd zal wezen.
Ook is de binnenvaart bereids gedeeltelijk hervatzoodat de pakschuit van
Delft beden morgen reeds hier is aangekomen.
DORDRECHT, 24 Maart.
Ten gevolge van het ingevallen dooiweder en liet vergevorderde jaargetijde
is het ijs voor deze stad reeds zoo verzwaktdat het zelfs ledige scbielschou-
wen niet meer dragen kanzoodat de overtogt thans zeer moeijelijk is. Heden
morgen heeft bet ijs zich bereids iets verzet. Intussclien hebben nog verschei
den liefhebbers op eersten Paaschdag met bet ijsscbuitje de 8 Gebroedersop
de rivier gezeild, en werden aan detent der ijsscbuitjes onder beheer van
B. en J. Spoelpaaschbroodjes en op bet ijs gekookte eijerenten voordeele
der armen verkochtbedragende de zuivere opbrengst daarvan ƒ7.35. Ook
op andere plaatsen voor deze stad hebben dien dag dergelijke vereeuigingen op
het ijs plaats gehad.
AMSTERDAM, 24 Maart.
Eergisteren is van bier eene vloot koopvaardijschepen door het opengeijsde
Noord-Hollandsche Kanaal naar het Nieuwe Diepen een andere vloot dien
dag van daar naar deze stad vertrokken.
DEVENTER, 21 Maart.
Het schijnt zeker te zijn, dat alsnu bet oorspronkelijke plan der rigting Van
den Geldersch-Overijsselscben spoorweg in zoo ver zal gevolgd worden, dat hij
zich bij Arnhem aan den Rijnspoorweg zal aansluitenmaar overigens geheel
de linkerzijde van den JJssel tot bij Deventer volgende, de rivier alhier zal
overgaan, om zich te Raalte met eenen zijweg op Kampen en Zwolle te ver
binden. Men moet ook erkennen, dat, indien de zwarigheden in het leggen
ecner brug over den IJsscl bij Deventer kunnen overwonnen worden, deze
rigting in meer dan één opzigt voor heeft boven eene aansluiting aan den
Rijnspoorweg bij Ede of Veenendaal, ook voor den handel met Zuid-Duitsch-
landwanneer in bet vervolg de verlenging van den Rijnspoorweg tot Keulen
tot stand mogt komen. Eene compagnieschapverzekert men is gereed de
noodige sommen tot het aanleggen van den weg te verschatten
FRANEKER, 20 Maart.
Daar het als eene bijzonderheid mag worden aangemerktdat het ijs thans
nog zoo dik en sterk is, dat van verschillende oorden dezer provincie, de
onderlinge gemeenschap zelfs door met paarden bespannen sleden kan plaats
hebbenen werkelijk dagelijks zonder gevaar plaats heeftzoo hadden eenigo
liefhebbers van harddraven eenen wedstrijd uitgeschreven met paard en narre-
sledewelke alhier gehouden is op de stads gracht op Woensdag den 19-ten
dezer.
Deze bijzonderheid, dat één dag vóór de lente een zoodanige wedstrijd kon
plaats hebben, heeft duizenden aanschouwers uitgelokt, om deelgenooten van
deze rijderij te zijnwelke onder begunstiging van liet schoonste weder is af
geloopen. Zestien beste harddravers hebben gedongen naar den aanzienlijken
prijsbestaande in een paar rijk met zilver beslagen hoofdstellenwelke
behaald werd door het blaauw-bles schimmel merriepaard van Eeltje Durks
Kortrljk Koopman te Oosterwierum welke in tiUjarigeri ouderdom, Dog met
de meeste lust zijn eigen paard bestuurde.
ARABIE.
MASCATA,
De Iman of Koning van dit groole Arabische rijk aan de Persische golf ge
legen, en die tevens Opperpriester, Alleenheersclier en Koopman is, heheerscht
niet alleen een groot gedeelte van zuidelijk Arabic, maar tevens een gedeelte
van de oostkust van Afrikalangs de vroeger beroemde thans zoo vergeten
kust van Zanguebar. Hij bezit eene aanzienlijke handels- en oorlogsvlooten
de verschillende havens van zijn rijk zijn de zetels van een' bedrijvigen handel
met Pcrsië, lndië', het groote eiland Madagascar en de verschillende Europe-
sche volkplantingen in de Indische zee. Zijne hoofdstad Mascata bevat 50 a
60 duizend inwoners, is de haven der Arabische koopvaarders en de stapel
plaats van den handel tussehen Indostan en Persië Bassora en Bomhay. De
beroemde Portugees Albuquerque nam ze in 't begin der 1G',C eeuwen in
1648 werd ze door de Arabieren hernomen.
Voor eenige jaren heeft de Koning zijne landen in Arabië aan de heerschappij
van een' zijner zonen overgelaten en heeft zich met zijn gansche hof en al
zijne schatten op het eiland Zanzibar, aan bovengenoemde kust van Afrika
700 mijlen verre van Mascata, verplaatst. Men gist de reden hiervan of in den
afbreuk, die de Engelsche handel hem doet, of in de meerdere ondergeschikt
heid zijner AlVikaansche onderdanen, of in het meerdere voordcel, dat deze
vruchtbare streek hem kan aanbrengen.
Hij is daar een planter in het grootbestuurt het werk van 8,000 slaven
en heelt ontzagchelijke plantaadjen van suiker, kruidnagelen en koffij want
Zanzibar ligt als Java op 5 gr. zuider-breedle, en onder zijne heerschappij is
dit eiland de stapelplaats geworden van de kust, van kaap Dolgado tot de
Roode Zee. De kust van Zanguebar bevat vele goede havens en steden die