EGYPTE.
De Onder-Koning zon, volgens de laatste in Engeland aangekomen berigtcn,
met den Engelschen Gouverneur Golloway schikkingen gemaakt hebbentot
onverwijlde uitvoering van den spoorweg tusschen Cairo en de land-engte van
Suez. De togt door de woestijn, welke thans zooveel tijds vereischt, en met
de grootste inoeijelijkheden gepaard gaat, zou dan op de veiligste wijze binnen
3 uren kunnen afgelegd worden. Dit reuzenwerk .zou in den tijd van 3 jaren
kunnen voltooid wezen.
TURKTE.
KONST ANTINOPEL26 Januarij.
Gisteren is de Commissie tot oprigting van eene nationale bank alhier,
waartoe zij stellig besloten heeft, in het hotel van den Minister van Finantiën
vergaderd geweest. Zij bestaat uit den Minister van Koophandel en de voor
naamste Armenische bankiers, onder voorzitting van den Minister van Fi
nantiën.
ZWEDEN.
STOKHOLM, 9 Februarij.
De Heer von Ilartmansdorfaanvoerder van de ultra-aristokratische
partij, heeft het voorstel aan den Raad van Adel gedaan, om bij een adres
aau den Koning te verzoeken, dat de invoering van gelijkheid van het erfenis-
regtdoor de 3 Standen goedgekeurd op den Adel niet van toepassing mogt
zijnomdat dit vraagstuk de voorregten van den Adel betreft.
NOORWEGEN.
STOKIIOLM, 12 Februarij.
De Noorweegsche Storthing is den 10den dezer door Koning Oscar in per
soon met eene troonrede geopend waarin onder anderen voorkomt
Goede Heeren en Noorweegsche Mannen!
Het Noorweegsche Volkdat de pogingen van mijn' edelenoverleden
Vader, voor 'het geluk en den roem van bet Rijk, met onwankelbare liefde
en gehechtheid beloonde, heeft door zijn' trouw en dankbaarheid den onver-
gankelijkslen herinneringkrans op het graf van zijnen gekroonden weldoener
nedergelegd. Moge de Voorzienigheid, die hem verkoren heeft, om den on-
oplosbaren broederband tusschen twee tot gemeenschappelijk voordeel en zeker
heid vereenigde hooghartige volken te zamen te knoopen in het vervolg
even als vroeger, hun en zijn werk zegenen en beschermen!
Als erfgenaam van den troon van mijnen edelen overleden vader, onzen
grootmoedigen Koning Karei Johannes, evenzeer als van zijne levendige wen-
schen voor de zelfstandigheid en het geluk der broederrijkcnbeschouw ik
het als mijn' eersten Koninklijken pligtdatgene tc volbrengen wat de groote
Stichter der vereeniging door den dood verhinderd is geworden, zelf te vol
brengen, en, op eene voor beide natiën bevredigende wijs, zekere vcreenigings-
betrekkingen tot stand te brengennaar den maatstaf der in de vereenigings-
akte toegezegde gelijkheid der staatkundige rcgten.
»Onze toekomst is rijk aan hoop, en het vraagstuk, de ontwikkeling om
onze gelukkige betrekkingen te doen vooruitgaan, welke van den Stichter der
rijksvereeniging op Ons is overgegaanvordert Onze meest ernstige bemoeijin-
gen. De weldaden der verlichting, de ontwikkeling der gemeenschappelijke
krachten en de bevestiging der vrijheid zijn crfdeelen, welke wij onzer na
komelingschap in een' verbeterden toestand moeten achterlaten. De zegepraal
van het licht en den vrede is niet zoo roemrijk, maar duurzamer dan die
des strijdsen vordert niet minder moed en zelfverloochening.
De beriglen over den toestand van hel Rijk zullen u toonen welke vor
deringen wij, in den loop der drie laatste jarenuit een administratief en
oeconomisch oogpunt gemaakt hebban. Door de voorstellen en mededeelingen
welke aan den Storthing zullen worden voorgelegd zal ik uwe opmerkzaam
heid vestigen op hetgeen gedurende de tegenwoordige zitting van den Storthing
uitgevoerd of voorbereid moet worden en voor het algemeen welzijn wen-
schelijk of noodzakelijk is."
Nadat vervolgens (le Staatsminister Due het berigt over den toestand van
het Rijk had voorgelezensprak de Koning nog de volgende woorden
Goede Heeren en Noorweegsche Mannen I
»In dit plegtig oogenblik, waarop ik mij voor de eerste maal als Koning
van de Vertegenwoordigers van bet Noorweegsche Volk omringd zie, herhaal
Ik, in overeenstemming met de voorschriften der Grondwet, den door mij
bij mijne troonsbeklimming schriftelijk algelegden eed, terwijl ik de gelofte
doe en zwere, het Koningrijk Noorwegen naar de voorschriften zijner staats
regeling en wetten te willen regeren. Zoo waar helpe mij God en Zijn heilig
woord
De voorzitter van den Storthing beantwoordde de Troonrede met eenige har
telijke woorden. De Koninginde Prinses en de jeugdige Prins woondenin
eene smaakvol ingerigte logede plegtigheid bij. Na den afloop begaf zich
de Storthing naar bet Koninklijk slot, alwaar des middags groot diner was.
ITALIË.
ROME, 8 Februarij.
De geest van ontevredenheid in de Romagna is, luidens berigten van daar,
nog geenszins uitgedoofden de op zich zelf staande wanbedrijvenzoo als
onlangs de aanval op den Brigadier der Carabiniers, zijn niet uitvloeisels van
bijzondere wraakmaar kenteekenen van den aldaar heerschenden onrustigcn
geest. Tusschen de leiders van het Jeugdige Italië te Londen en Parijsen de
ontevredenen in het land bestaan veelvuldige verbindtenissenen het is daar
om zeer wel mogelijk, dat in den loop der aanstaande lente, door het Comité
een nieuwe aanval legen de rust van Italiëen wel van de zeezijde, beproefd
wordt. Men zegt, dat de Legaat van Ravenna voornemens is zijn ontslag te
nemen.
De Gravin van Nassauweduwe van wijlen Z. M. Koning Willem I der
Nederlanden, is alhier aangekomen.
Op onze kusten zijn door de stormen der laatste dagen vele schepen
vergaanen men verwacht nog ongunstiger berigten van ineer verwijderde
punten der kusten van de Middellandsche Zee.
SARDINIË.
TURIN, 6 Februarij.
De Koning heeft 50,000 lire's (ƒ25,000,) uit de schatkist aangewezen, en
eene Commissie benoemd om vrijwillige bijdragen in te zamelenvoor het ge-
denkteeken ter eere van Columbus te Genua op te rigten met het plan om
het vóór September 1846 voltooid te zien.
ZWITSERLAND.
De Sardinische Zaakgelastigde te Lausanne, Graaf Castiglione, had tegen
de omkeering van zaken aldaar geprotesteerd en die stad verlaten.
Een Zwitsersch Dagblad schrijft het volgende:
Al de opgewondene tegenstanders zijn naburen. Aargau, dat de Jesuiten des
noods met de wapenen wil verdrijven, grenst aan Lucern, dat ze roept. Bern,
welks omwentelingsgezinde en vrijzinnige regering naauwlijks de onstuimige
boeren kan bedwingen, en die nu aan het hoofd der tegen-Jesuitische bewe
ging zijne werkzaamheid, zijnen invloed en misschien zijn geld plaatst, is
van het kanton Waadtland gescheiden door Frihurg, waar, sedert zijne kin
deren in het Seminarie zijn opgevoedhet Jesuitismus tot in merg en been is
doorgedrongen. Waadtlandook Protestantsch en datop de roepstem van
Bern in massa opstaat tegen het denkbeeld om in Zwitserland cone vereeniging
te dulden, die zij als een vijandige magt beschouwt, heeft dig* bij zich hel
Kanton Wallis, Katholijk en fanatiek, reeds van krijgsvolk voorzien en
dreigend om op het eerste gerucht, de grenzen van het Kanton W'aadt over
te trekken onder aanvoering van hunne Priesters. Zelden zag men zulk eene
vreeselijke verwikkeling en eene dreigender uitbarsting, die de vier hoeken der
republiek in brand kan steken. In deze omstandigheid wordt den 246tcn Fe
bruarij de rijksdag geopend.
PRUISSEN.
BERLIJN, 21 Februarij,
De gewezen Gezant bij het Nederlandsche HofGraaf von Lottum is door
den Koning tot Gezant bij het Zwitsersche Eedgenootschap benoemd en dadelijk
naar zijne bestemming vertrokken.
KOBLENTZ, 20 Februarij.
Men heeft thans gelegenheid bij den buitengewoon lagen toestand van den
Rhijndeszelfs bedding tot diep in den stroom te onderzoeken en te leeren
kennenen onderscheiden overblijfselen van Roineinsche bruggen en andere
gedenkwaardigheden zijn dan ook reeds ontdekt. 'Het een en ander heeft
aanleiding gegeven, om te gaan zoeken naar de overblijfsels van een dorp,
Halen geheetendat nog op oude kaarten voorkomtdoch in de 16de eeuw
door de rivier is overstroomd gewordendit dorp lag niet ver van Duisburg
en schijnt eene niet onbelangrijke plaats geweest te zijn.
KEUEREN.
MUNCHEN, 17 Februarij.
Bij het belang, hetgeeen tegenwoordig de kerkelijke zaken opwekken, is
het doelmatig op eene brochure de aandacht te vestigendie vóór weinige
dagen in het licht is gegevenonder den titel: Aan den opsteller van het
werkje: «(Tweede openbare bedenking, betreffende de kniebuiging, bijzonder
betreffende het laatste kabinetsbesluit van 3 November 1844. Openbaar
rondschrijven van een Katholijk." In dat stuk merkt men onder anderen
het volgende op:
«Wij zijn op het innigst overtuigd, dat slechts de vrijheid de wonden
kan heelen, welke de scheuring der kerk in de 16de eeuw geslagen heeft.
Daarom zijn wij met al den c-rnst onzer godsdienstige overtuiging tegen
alleswat die vrijheid beperken of in hare ontwikkeling verstoren kan.
Die vrijheid echter kan slechts bewerkt worden door het vasthouden aan
den grondslag door Christus gelegd: scheiding van Staat en Kerk. Zoo als
de mensch inwendig slechts daardoor vrij is. dat hij aan den dwang der uiter
lijke omstandigheden, de onverwrikbare kracht van zijn onsterfelijk, geestelijk
wezen kan tcgenstellen, en zich aan den Oneindige, Eeuwige, bij het beperkte
van zijn eindig, aardsch leven kan aansluiten, zoo is hij ook in het uitwen
dig, maatschappelijk leven slechts daardoor vrij, dat hij van het gebied des
Staats door wet en geweld verdrongenop den geheiligden bodem van de
kerk kan vlugten, en omgekeerd, door de kerk verstoten, op het gebied van
den Staat een zeker toevlugtsoord kan vinden. De duidelijke, besliste
erkenning dezer waarheid in den kring der burgerlijke zaken (in de kerk
wordt zij steeds geleerd en beoefend) achten wij als een wezentlijk gewin,
hetwelk de bloedige ondervinding der drie laatste eeuwen ons heeft aangebragt.
(Augsb. Zeit.)
FRANKFORT.
21 Februarij.
Nadat de Heer Joh. Ronge, den 10den dezer, in eene vergadering der Ka-
tholijke of Algemeene Christelijke gemeente te Breslau, het woord gevoerd