EGÏPTE. ALEXANDRIE, 9 Januarij. De Correspondent van de Allgem. Augsb. Zeitung schrijft van daar het volgende berigt, van een bezoek in de smaragden mijnen van den berg Zaba- rah bij de Roode zee gelegen. De werken der ouden, die ik hier zag, hebben mij verrast, die welke ik in het tien ure zuidelijk van hier gelegen Sakout aanschouwde, hebben mij met verbazing vervuld. In een oogenblik van geestverrukking riep ik uit: O dat overtreft den bouw der pyramiden! en nu moet ik deze uitroep door gronden en berekeningen staven. IVat ik zelf met vier arbeiders sedert- tien maanden heer heb uitgevoerd, gelijkt in evenredigheid van het voorhandene, het werk van een mier in eene ommetelijke vlakte. De Smaragdendie ik tot hiertoe heb gevonden, zijn in grooten getale te zamen ongeveer 3,000 karaten, maar van geringe waarde; de meesten zijn dof, bleekgroen en schilferachtig, en daarenboven gevlekt door kiezelaarde en andere stoffen daarom geloof ik dat de mijn uitgeput is en het nog overige de kosten der opgraving niet dekken kan. Daarbij heeft Amerika den smaragden enz. der oude wereld hare waarde benomen. Na dit onderzoek, ben ik tot dat van den grond tusschen Zaharah cu Kosseyr, in de bergketen die zich tot aan de Roode zee uitstrekt en door de Arabieren Amerousse genoemd wordtovergegaan. Men ziet hier vele gewelven, holen en afgronden, waar ik meen dat sporen van zilvererts voor handen zijn. Een dagreis zuidelijker zijn lood- en goudmijnen alleen merk waardig meer om de werken die de ouden ter verkrijging der erts hier hebben ingevoerd. De reiziger staat vörbaasd bij het doorwandelen dezer wildernissen als hij bij iedere schrede de sporen van reuzenwerken der ouden ontdekt. Men vindt in deze bergen geen enkele quarts-ader die niet doorgraven is. Het lijdt bij mij geen twijfel dat de oude Egyptenaren van hier het weinige goud haddendat zij bezaten en uit de verwijderde landstreken van Fazogl. Uit eenige Grieksche opschriften, welke ik gevonden en voor het Oudheidkundig Genootschap te Athene bestemd hebblijkt dat onder de heerschappij der Grieken en Romeinen deze mijnen druk bewerkt werden. De zwavelmijnen verdienen melding. Ik heb ook het Smaragden-eiland bezochtwelke de Ababde-Arabieren, Zebirdjet noemen; het ligt in de Roode Zee, vlak over den Kaap Bernesse (Berenice), 35 mijlen van den bouwval van dien naam, en wij vonden daar zelf sporen van een' vroegere mijnen-oritginning van aquamaren en phosphoriet. KOOR WE «EN. 18 Januarij. Men zal weldra weten of de Katholijken eene vrije uitoefening hunner ccrc- dienst zullen verkrijgen, want eene driemaal herhaalde bepaling van de Stor thing van dezelfde zaakgeeft kracht van wet. De Regering ziende, wat de uitslag zal zijnheeft ten dien aanzien het gevoelen van den Bisschop en van <le Theologische faculteit geraadpleegd. Van beide kanten zijn de antwoorden gunstig geweest voor de Katholijken. Het zal hun geoorloofd zijn om hunne eeredienst openbaar te vieren, aan kinderen uit gemengde huwelijken gespro ten dat godsdienstig onderwijs te doen gevenhetwelk zij voegzaam zullen oordeclen, gevaders te zijn voor Lutherschen, bevrijd te zijn van de kerkelijke belasting, welke zij aan de Evangelische geestelijkheid betalen, om hunne huwelijken in te zegenen. De Scandinaven verheffen zich dan tot de hoogte der Christelijke liefde; hetgeen lof verdient, vooral in onze dagen, waarin de onverdraagzaamheid van zoo veel kanten het hoofd verheft. SPANJE. MADRID, 1 Februarij. De aankomst alhier van den Heer Castillo y Ryensa uit Rome heeft de Carlisten en rc\olutionnairen zeer verheugd, die er de gevolgtrekking uit afleiden, dat de onderhandelingen met den H. Stoel aangeknoopt, eene slechte wending nemen. Doch deze vreugde is ijdel. De Zaakgelastigde keert onmid- delijk naar Rome terugen de redenwaarom hij hierheen is gekomen is orndat hij zich met de Regering in overeenstemming moet stellen over ver scheiden punten, waaromtrent hij geene bijzondere magtiging had. Men hoopt, dat de zaak weldra zal geëindigd zijn op eene voldoende wijze voor de kerk, zonder nogtans de belangen te kwetsen, die gedurende de omwenteling zijn ontstaan. C.4DIX27 Januarij. In den morgen van den 25stcn heeft het driemastschip Malespina, met 300 artilleristen aan boord, onze haven verlaten, vergezeld van de corvet Venus, die bevel had ontvangenhet 50 mijlen ten zuiden van Cadix te begeleiden. De Generaal Chacon bad dezen buitengewonen maatregel genomen, ten ge volge der verschijning op de zuid-westkust van Spanje van verscheiden sche pen zonder vlag, die op eenige handelschepen jagt maakten. ITALIË. ROME, 23 Januarij. Bijzondere brieven uit deze stad melden, dat H. K. H. Mevrouw de Prinses Albert van Pruisscn, gedurende haar verblijf aldaar, ook hare belangstelling in de Nederlandsche kunst en kunstenaren niet verloochent. Onlangs de werkplaats van den beroemden Heer C. Kruseman bezocht hebbende, heeft H. K. H. eene. den laatsten zomer, door dien kunstenaar te Aricia vervaar digde schilderij, op eene voor hem zeer vleijende wijs, aangekocht; terwijl ter gelegenheid van den verjaardag van H. M. de Koningin deze en andere Nederlandsche kunstenaars de eer mogten genieten, om bij H. K. II. met de Ileeren der legatie te dineren. De Bisschop van Sinigaglia, in de legatie van Pesaro en Urbino, de Kardinaal Cnggiano, had bij bevelschrift aan ieder jongman verbodenbezoeken bij familiën af te leggen, waar zich huwbare meisjes bevonden, zonder eene derzelve te huwen bij overtreding werd hij eerst gestraft met eene gevan genis van 2 maanden, bij herhaling, door het opsluiten in het klooster, en eindelijkdoor den ban. Ook mogt een meisje de haar gegeven geschenken niet houden, maar moest die aan haren biechtvader teruggeven. De Paus heeft echter, na de klagten hierover vernomen te hebben, dadelijk aan dien Kardinaal bevolen, zijn ongerijmd bevelschrift in te trekken. De ware beweegreden, om welke de Kardinaal Tosti van de finantiële zaken verwijderd is geworden, is thans voor niemand een geheim meer. Men heelt eerst getracht aan geldelijke ongelegenheden te doen gelooven, veroorzaakt door zijne giften en uitgaven; maar het is thans wèl bekend, dat de wezent- lijke oorzaak gelegen is in de gevoelens van den Kardinaal ten aanzien van de staalkundige rigting van het Pauselijk bewind en van den meer en meer toe- nemenden invloed der Jesuiten. Toen Tosti hij het departement van Finan- tiën kwam, was er een dpficit van 9,000,000 kroonen. Doch in 10 jaren is het evenwigt hersteld, niettegenstaande de buitengewone ui f ga ver.ter wijl er niet meer 3,000,000 geleend is op oneindig beier voorwaarden. Tosti heeft het muntstelsel hervormd, stoomboolen op den Tiber gebouwd, het prachtig hospitaal van St. Michael opgerigt, dat zoowel een hospitaal als eene school is voor kunsten en handwerken; hij heeft vele werken van alge meen nut daargesteld en de schoone kunsten aangemoedigd. Doch die uit gaven, welke men als verspilling heeft uitgekreten, zijn nimmer de som van 4 a 500,000 fr. jaarlijks te boven gegaan; en de inkomsten van den Staat waren door een wijs en verlicht bestuur toegenomen. Hetgeen men dus den Kardinaal Tosti voorwerpt als fouten in zijn beheer is niets dan een voor wendsel. Wat in hem mishaagt, is, dat hij de behoeften van onzen tijd begrijpt. SARDINIË. De Federal van Geneve van 4 Februarij meldt uit echte bronnen omtrent hetgeen er ten aanzien der Jesuiten te Turin is voorgevallen, het volgende: De Koning had op verlangen der Provinciale Raden een ondcrwijzersschool voor het lager onderwijs doen oprigten, en den Abt Aporte van Cremone hot onderwijs opgedragen. Deze Abt is de stichter der Bewaarscholen in Italië, waar hij algemeen als de weldoener des lands wordt geëerbiedigd. Hij werd te Turin met geestdrift ontvangen en begon zijn onderwijs in Augustus II. Maar Je Aartsbisschop door de Jesuiten-partij gedrongen, verzette zich tegen de Regering en de bevolking, en liet door hunne Priesters de Schoolmeesters verbieden om van dat onderwijs gebruik te maken. Van daar menigvuldige botsing tusschen het wereldlijk en geestelijk gezag. De Koning eindelijk de on verdraagzaamheid en de overdrevene aanmatigingen der Jesuiten moede, heeft het beheer van openbaar onderwijs aan den Bisschop van Alcxandrië ontnomen om het den Markgraaf Alfieri de Sostegno, Staatsraad, en bekend als de Jesuiten niet zeer gezind, toe te vertrouwen. Deze heeft zich den Abt Peyron, geleerd Oostersctie taalkenner, die doorgaat van de gevoelens van Port Fioyal, te zijn toegedaan. [Port Pioyal was eene beroemde R. C. geestelijke stichterij. Door de Jesuiten van onregtzinnigheiddat is, het streven naar redelijke, gods dienstige verlichting en regtmatige kerkelijke vrijheid beschuldigd, rustten deze niet voor dat zij in 1656 derzelver sluiting hadden weten te bewerken.] Eene Commissie van aanzienlijke mannen is belast met de regeling van het lager onderwijs. Indien de Regering volhardt en in het onderwijs eenige drin gende verbeteringen invoert, door de schadelijke voorregtcn aan de Jesuiten toegestaan, zoo dringend gevorderd, dan zal Piemont in de zedelijke bescha ving dien hoogen rang innemen welke bet in het beheer zijner stoffelijke be langen bezit. OOSTENRIJK. WEENEN, 23 Januarij. De regering heeft besloten om de godsdienstige vrijheid in het vorige jaar aan Hongarye toegestaanaan al de andere staten van het Oostenrijksch gebied te verleenen; alleen de tijding van dat besluit is reeds met de meeste vreugde door het publiek ontvangen. De doorluchtige staatsman, die sedert twee re geringen de zaken der monarchie beheert, zou door zulk eene belangrijke daad eencn der schoonste takken voegen aan dej lauwerkrans, die zijne werkzame loopbaan bekroont. PRUISSEN, POSEN, 29 Januarij. Het gewigtig nieuws alhier is, dat het Domkapittel den Heer Czerski op morgen den 30slcn gedagvaard heeft, om zijne beide geschriftenopenbare geloofsbelijdenis en regtvaardiging van mijnen afval van de Roomsch- Katholijke kerk te herroepen. Hij is tot hiertoe ter dezer stede niet aange komen en er is ook geen twijfel dat hij de dagvaardiging van hel Dom kapittel niet opvolgen zal, daar hij zich de» 225tcn Aug. II. reeds formeel en openbaar van de kerk heeft afgescheiden. De eenige schrededie het Ka pittel dus doen kan is hem te excommunicerenzoo als het Breslauër Ka pittel ten aanzien van Ronge gedaan heeft. WEIMAR. 3 Februarij. Heden werd de geboortedag gevierd van onzen vereerden Groot-Hertog. Dezelve was opgeluisterd door de tegenwoordigheid van Prins Hendrik der Ne derlanden Prins en Prinses Karei van Pruissen en den regerenden Vorst van Schwarzburg-Rudolstad. De Groot-Hertog is thans zijn 62ste levensjaar ingetreden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 3