BUITENLANDSCHE BERIGTEN. Op het gedaan rapport van het aanwezen der ziekte, is door den lieer StaatsraadGouverneur van Frieslandgelastdat al het rundveeop die stallen aanwezigzoude worden gedooden dat hetzelvena onderzocht te zijn door de Rijks veeartsen Mossel en van den Boschte Akkrum zouden worden hegraven, overeenkomstig de bestaande verordeningen. Aan dezen last is gevolg gegeven, en zijn eerst de 5 zieke runderen afgemaakt, welke bij onderzoek bleken aan de longziekte te hebben geleden. Hierna tot het dooden der overige runderen overgaande, is het eerst afgemaakt eene koe, welke de eigenaar beschouwde als de beste van zijne stallen en als volmaakt gezond. Intusschen bleek bij de opening, dat ook deze koe reeds door de ziekte was aangetast, en zoo erg was reeds de besmetting doorgedrongen, dat van de 15 op den eersten dag afgemaakte koeijen slechts 2 onaangetast werden bevon den. Deze 15 koeijen zijn, nadat de huiden waren doorkorven, allen in een graf, ter diepte van 3 Ned. ellen, naast eikanderen begraven, na met kalk te zijn overdekt. Den daarop volgenden dag is, op gelijke wijze, met de 16 overige runderen gehandeldgelijk mede met een op den 22,ten dezer gewor pen kalf. Onder deze runderen werden slechts 5 onaangetast gevonden en zelfs het 3 dagen oude kalf bleek bij de opening reeds aan de ziekte te lijden, welker bestaan in de beginselen van buiten niet is te onderkennenzoo dat het onmogelijk is, te bepalenwelke koeijen van eenen besmetten stal als gezond kunnen worden beschouwd, een bewijs, hoe de afmaking van al het vee van zoodanigen stal, zonder eenige uitzondering, een volstrekt noodzakelijke maatregel is, zoowel, om de verspreiding der ziekte te keer te gaan, als om aan den landbouwer, wiens vee besmet is, eene behoorlijke schadevergoeding uit het veefonds te waarborgen, dewijl daaruit voor het schijnbaar gezonde vee de volle waarde en voor het uitwendig kenbaar zieke slechts een derde der waarde wordt teruggegeven. Na de afmaking van het vee zijn begraven of verbrand alle touwen en an dere goederenwelke met het vee in onmiddelijke aanraking waren geweest. Hetzelfde is geschied met de kleederen der veeartsen en der werkliedenwelke den maatregel hebben helpen uitvoerenalsmede met de kleederen der taxa teurs. Berookingen en andere zuiveringsmiddelen zijn en worden nog dage lijks op de stallen en in de woning van den landbouwer toegepast, gelijk mede op de zich daar bevindende personen. De mesthoop is met kalk overdekt, en omtrent deze, zoowel als het hooi, worden nadere bevelen ingewacht. Het graf is door slooten van het overige land afgescheiden, en zal waarschijnlijk met boomgewas worden beplant, ter wijl zoodanige middelen zullen worden aangewendals geschikt zullen schij nen, om het vee den toegang tot de slooten rondom het graf te beletten. (Pro». Groningsche Courant.) DEVENTER, 31 Januarij. Maandag is alhier gevankelijk aangekomen de Notaris J. Ayelts Averink van den Ilardenbergh, als verdacht wegens valsche handteekeningen. Men zeet, dat hij des avonds de feiten ontkend heeft, doch, na zijn nachtver blijf in een hokis door de mand gevallen. Een paar van die handteeke ningen zou hij uitgegeven hebben voor die van personen onder zijne aller naaste betrekkingen. Sommigen beklagen hem eenigermate als eenen man van matig verstand en weinige opvoeding, die de aard zijner handelwijze niet ge noeg zou hebben ingezien. Het berigt dat er ernstig aan gedacht wordt, om den Rijnspoorweg met den spoorweg in Noodwestelijk Duitschland te verbinden, is hier ter stede met blijdschap vernomen, als voor den handel en den landbouw van Overijs sel van het uiterste belang. De Ilanoversehe Regering schijnt in deze verbin ding met Nederland groot belang te stellen van onzen kant schijnt de poli tiek ook meer genegen te zijn, zich aan het, buiten het Tolverbond blijvende Hanover, dan wel aan Prnissen aan te sluiten. In den loop dezer week heb ben er te Lingen conlerentiën plaats tusschen eene deputatie der Kamers van Koophandel in deze provincie en Gedeputeerden van Osnabriick. Het benoo- digde kapitaal begroot men voorloopig op 7a 8 millioen. Komt dit plan tot standgelijk men hooptdan zal de provinciena verloop van eenige jaren als van gedaante veranderd zijn. AMELAND, 27 Januarij. Gisteren is door den harden noordwesten wind het water alhier bijna 2 cl boven peil opgevloeid, ten gevolge waarvan aan de bestaande polderdijken, in het algemeen, niet alleen veel schade is toegebragt, maar waardoor de dijken der binnenlanden ven Ballum, gelijk ook die van Nes en Buren, zijn doorgebrokenzoodat het grootste gedeelte der hooi- en bouwlanden dier dor pen door zeewater zijn overstroomd. Kommervol is hierdoor het vooruitzigt van velen, naardien het te verwachten is, dat deze overstroomde landen, even als na den watervloed in 1824, sedert welk tijdstip dezelven niet weder overstroomd zijn geworden, in de eerstvolgende jaren weinig of geen vruchten zullen opleveren. OOiT-lNDIE. BATAVIA, 22 October. Op verzoek eervol ontslagen onder toekenning van pensioen de eerste kom mies bij de algemeene rekenkamer G. C. L. Schleunig. De Wel-Ecrw. Heer W. H. Medhurst, vroeger Leeraar bij de Engelsche gemeente alhier en sedert naar China geroepen, heeft in de Friend of China van 3 Augustus 11. zijnen dank betuigd voor het aan hem door zijne gemeente alhier geschonken zilveren ontbijt-servies. Op den 5,lc" dezer is de gehecle dessa Mroetack een der grootste van het district Rcmkes in de afdeeling Toebanop twee of drie kleine woningen na, in de asch gelegdwaardoor eene bevolking van ongeveer 850 zielen van huisvesting beroofd was. Het getal afgebrande gebouwen bedraagt 326, de schade wordt op ƒ3,000 begroot. Op den 8sten daaraanvolgende is in de residentie der Preanger regentschap pen brand ontstaan te Manon Djaijahoofdplaats van het regentschap Soeka- poerawaardoor 59 woningen2 padieschuren en 6 stallen ziin vernield en een schade veroorzaakt die men op ƒ7,500 schat. 1LGERIE. ALGIERS, 15 Januarij. De Moniteur Algerien van den 15den Januarij bevat uitvoerige berigton wegens de handelsbetrekkingen met het binnenlandwelke al meer en meer toenemen. Door de veiligheid der wegen aangelokt, riglen de karavanen uit de woestijn hunnen togt naar de plaatsen waar de Franschen meesier zijri. Men maakt hieruit op, dat men in het binnenland de zaak van Ahd-el-Kader als verlorenen het gezag der Franschen als gevestigd beschouwt. TUREIE. KONSTANTINOPEL15 Januarij. Volgens Fransche dagbladen zou in den Divan een stuk, door den Sultan zeiven geschrevenvoorgelezen zijnwaarin hij ernstig aandringt op de ver betering in den toestand des Rijks, waartoe hij als hoofdmiddel aangeeft: de verspreiding van verlichting en wetenschappelijke kennis, door het oprigten van scholen in al de oorden van zijn gebied. Hij had van het begin zijner regering steeds getracht, om die verbetering, en daardoor het welzijn zijner onderdanen te bevorderen; doch thans wilde hij, dat zijne Ministers onver wijld de noodige maatregelen zouden nemenom zijne plannen te verwezent- lijken, en alzoo de onwetendheid en domheid zijner onderdanen, die rampen der maatschappijweg te nemenwelke de godsdienst en het gezond verstand evenzeer veroordeelen. SPAMJE, MADRID, 30 Januarij. Men zegt dat de Regering den aanleg van spoorwegen heeft goedgekeurd van Madrid naar Santander, van Madrid naar Barcelona en van Madrid naar Seville. De twee Koninginnen zullen de Paaschweek te Seville doorbrengen waar de kerkelijke ceremonien met den meesten praal worden verrigt. Den 28stcn is er groote wapenschouw in het Prado gehouden. De Koningin was te paard gezeten. Dit was voor de eerste maal. Men schrijft van Ceuta, de Spaansche bezitting op de kust van Afrika, dat een magazijn in de tweede linie der vestingwerken met 5 quintalen buskruid, 20 geweerpatronen en 150 handgrenaten in de lucht is gevlogen, en hoewel gelukkig slechts 2 menschen gekwetst hebbende, vrij belangrijke schade heeftveroorzaakt. ITALIË. ROME, 19 Januarij. Het feest der talen van de Propaganda is den 12den hier gevierd; 33 volken van alle oorden der wereld werden er door hunne afgevaardigden op vertegen woordigd, die den lof van Christus elk in de taal van hun land, vermeld hebben. Onder de 6 Kardinalen, die het feest bestuurden, merkte men ook Angelo Majo op, de geleerdste taalkenner van den tegenwoordigen tijd. TOSCANE. LIVORNO, 10 Januarij. De Jesuiten niet te vrede de tweedragt in de Zwitsersche kantons te hebben gezaaid, hebben ondernomen hun stelsel tot in Toscane en in Lucca uittebrei- den. De Heer Paver, Minister van Binnenlandsche Zaken alhier, beschermt hen. Onderscheidene zijn er reeds toe geraakt, om zich geld en de noodige middelen te verschaffen ten einde in de voornaamste steden kloosters op te rigten. De Groot-Hertog is tegen hen; maar al de personen, die hem omringen, zijn op hunne hand. Indien zij hier meester worden is het met ons ongelukkig land gedaan. Te Lucca is de Marquis Mazarolli, Minister van het openbaar on derwijs, afgedankt en vervangen door iemand, die hunne belangen is toe gedaan. ZWITSERLAND. ZURICH28 Januarij. Op de volksvergaderingdie eergisteren te Unterstrasz heeft plaats gehad ten einde eene petitie op te maken aan den Landdag, om de Jesuiten uit Zwitserland te drijven, waren tusschen de 25,000 en 30,000 menschen tegen woordig. Nimmer is nog in Zwitserland zulk eene talrijke vergadering ge houden. BEriN, 29 Januarij. Ten gevolge der bijeenroeping van een buitengewonen Landdag zullen de groote raden van al de kantons dezer dagen moeten bijeenkomen om de in struction voor hunne afgevaardigden vast te stellen, opzigtelijk de vraag van de uitdrijving der Jesuiten uit Zwitserland. De Regering van het grootste der kantons, dat van Bern, wenschende, dat omtrent hare denkwijze over deze zaak geenerlei twijfel zou bestaan, heeft de vertegenwoordiging van haar kan ton het eerst bijeengeroepenwelke heden in grooteren getale dan immer te voren is vergaderd, zijnde van de 240 leden meer dan 220 opgekomen. De Landamman heeft de vergadering met eene aanspraak geopend, waarin hij zeide:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 2