BUITEN LANBSCHE BERIGTEN. gcdoogcn om een deel schatkistbiljetten van 1834 buiten omloop te bonden, en nog andere renten te kunnen genieten, dat een voordeel van 250,000 zal kunnen opleveren. Betrekkelijk de som, voorloopig beschikbaar gesteld uit het slot der kolo niale administratie, wordt in de memorie gezegd, dat, volgens eene voorloo- pige berekening, het slot der koloniale administratie bier te lande, hetwelk in de schatkist zal kunnen gestort worden, over 1846 belooperi zal eene som van 13,165,000, waardoor voldaan wordt: 1°. De uitkeeringen voor de renten ten laste van de geldmiddelen der Over- zeesche bezittingen 6,500,000. 2°. De som wegens renten op schulden, regtstreeks geloopen hebbende of ten deele nog loopende ten laste van de Overzeesche bezittingen, doch welke nu in de schuldvcrwisseling of aflossing volgens de wet van 25 Junij 1844 zijnde begrepen, en alzoo vermengd zijnde met de Nationale schuld in het lXde hoofdstuk der begrooting A vermeld, aldaar op de uitgaven worden afge trokken 3,300,000. te zamen 9,800,000. Blijft als middel lot het mede helpen dékken der begrooting bij raming uit bet batig slot, hetgeen nader zal worden geconstateerd 3,365,000. AMSTERDAM 9 Januarij. Gisteren vierde onze Doorluchtige School het 213,Ie jaar harer stichting. Nadat reeds vroeg in den morgen op onderscheidene plaatsen vlaggen waren uitgestoken, werd er des avonds eene luisterrijke serenade, onder geleide van kavalleric en infanterie, gegeven, aan de Curators van Hall, van Reenen en Koenen; de Hoogleeraars Beijerman, Swart, Tilanus, Bosscha, van Hall en Veth den Burgemeester, den stedelijken Commandant en den Directeur van Policie. De Studenten-Societeit wasdoor zorg van Commissarissenop eene luisterrijke wijs geïllumineerd. Met een souper op de Sociëteit werd de pleg- tigheid besloten. GRONINGEN, 9 Januarij. Den 6<len is alhier in den ouderdom van 85 jaren overledenJonkheer Mr. J. JargesCommandeur der Orde van den Nederlandschen LeeuwLid van de Eerste Kamer der Staten Generaal. Met hem sterft eene der oudste en aanzienlijkste Groninger adelijke familiën uit. WAALWIJK. Particuliere bcrigten .meldendat de brand aldaar den 9dcn dezer voorge vallen, die, volgens de tijding in het Handelsblad van beden, verscheidene huizen zou hebben verslonden, zich tot één huis heeft bepaald. De brand was in een schuurtje uitgebarsten, de oorzaak nog niet bekend. OOST-l A I E. BOMBAY, 2 December. Uit Kabul schrijft men van eene nog onbekende ziekte, die in korten tijd 15,000 menschen heeft weggeraapteen ander berigt spreekt van 40 tot 50,000, die in 4 weken tijd aan de cholera zijn bezweken en waarvan ook de Emir van Bochara het slagtoffer zou geworden zijn. Ook uit Sind waren bedroevende berigten omtrent de verwoestingen die door ziekten in het En- gelsch observatie-leger werden aangerigt. WEST -INDIE. PARAMARIBO, 28 October. Op den 2Gslen Augustus 11. is alhier aangebragt eene kist met planten door de Koninklijke Nederlaudsche Maatschappij tot aanmoediging van den tuinbouw te Leyden, aan het koloniaal Gouvernement afgezonden. Iri dezelve waren 12 soorten van planten. Bij het openen der kist, die ruim 60 dagen was gesloten geweestvond men de meeste planten in eenen goeden staal eenigc exemplaren echter waren gestorven. Ieder zal gewis toestemmen dat door zoodanige bezeudingen van levende plan ten uit andere gewesten, voor deze kolonie van welke landbouw en cultuur steeds het bestaan hebben uitgemaakt, vele nieuwe bronnen van welvaart kunnen geopend worden. Het is dus te wenschendat deze bezending door anderen moge worden gevolgd, waarbij echter in het oog zal moeten gehouden worden, welke planten hier vroeger ingebragt en thans gevonden worden, ten einde herwaarts geene gewassen worden gezonden, die alhier reeds algemeen aange kweekt wordenzoo als dit thans heeft plaats gehad met de Araehys hypa- garawelker vrucht een geliefkoosd voedsel van de inboorlingen is. RUSLAND. PETERSBURG24 December. De Keizerlijke familie leeft steeds in stille afzondering, zelfs des Keizers jaardag is zonder eenige openbare feestelijkheden voorbijgegaan, alleen had eene uitgebreide bevordering in het leger plaats. De Akademie geeft in baar nieuwste wetenschappelijke verslag het vol gende merkwaardige berigt omtrent de luchtgesteldheid van Irkutsk, hoofdstad van Oost-Siberie: Hoe ruw het vroegere klimaat van Irkutsk ook ware, zoo neemt men toeh nu in het algemeen eene toenemende verzachting in hetzelve waar. Tot het jaar 1816 heerschtc daar zulk eene koude dat het kwikzilver niet zelden drie dagen lang in de weêrglazen stilstond. Tot het jaar 1820 had men nachten dat liet bevroor. Na 1820 beeft men deze verschijnselen niet meer bespeurd. Na 1830 is de grootste koude niet onder de 18° geweest. In de zomermaan den is de grootste warmte niet boven de 28°, alleen in 1843 steeg zij ver scheidene dagen tot 29° en eens tot 31° in de schaduw. Men merkte toen op, dat de graad van warmte met de vruchtbaarheid van den grond in gelijke verhouding stond. De wintermaanden schijnen te Irkutsk in hare zachtere luchtsgesteldheid een' periodieken loop te hebben, althans men bemerkt geen plotselinge overgangen. De stad ligt 1330 engelsche voeten boven de zee. Zoo verre de Augsb. Zeilung. Wij kunnen ons van zulke uitersten van koude en hitte naauwlijks een denkbeeld vormen, welke volgens de thermometer van Reaumur is waargenomen. De grootste koude hier te land was den 25slea Januarij 1823 nog maar 18° Reaumur of 4° onder 0 Fahrenheit; de opge- gevene hitte tot 31° Reaumur staat gelijk met 102° Fahrenheit, nog 10° meer dan de hoogste die bij ons is waargenomen, terwijl Irkutsk op dezelfde noorderbreedte ligt als Amsterdamen het verschil in klimaat dus aan den hoogeren grond schijnt te moeten worden toegeschreven. SAKSEÏ. In dit koningrijk zijn 2,698 fabrijken in werking, welke een kapitaal van 23,141,000 kroonen omzetten. De jaarlijksche opbrengst is 36,716,000 kroo- nen. Er worden in de fabrijken 102,500 werklieden bezig gehouden en van dezelve leven nagenoeg 234,000 menschen. ENGELAND. LONDEN, 8 Januarij. Dein- en uitgaande regtenacc.ijnsen, zegelgeldenen posterijen, hebben in 1844, 1,939,000 meer opgeleverd, dan in 1843. Men koestert door deze goede uitkomst de verwachting, dat ten gevolge van de conversie der 3' pCt. schuldbrieven, er nu jaarlijks een overschot van 3,000,000 zal bestaan. Hierom wenschen velen, dat de belasting op de inkomsten thans opgeheven zou worden. BELGIE. BRUSSEL, 9 Januarij. De ijzeren wegen in ons land hebben thans eene uitgestrektheid van 112 uren gaans. Voor den aanleg is aangewend een kapitaal van 150,000,000 fr. waarbij de Regering met 1843 nog een kapitaal van ƒ17,500,000 gevoegd heeft. De daarvoor gevorderde rente bedraagt 8,331,000 fr. Indien men van de ontvangsten in 1844 de kosten van de dienst aftrekt, schiet er slechts 4,903,000 fr. voor rente over, en is er dus een te kort van 3,428,000 fr. gïïADS BERIGTEN. NOTIFICATIE Hlilitie. Ligting van het jaar 1845. Oproeping tot de Inschrijving. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad Leyden, gezien hebbende art. 51 52, 53, 56, 57, 60 tot 68, en 166 der wet van 8 Januarij 1817, alsmede art. 5 der wet, van den 27 April 1820 Brengen bij deze ter kennis van de Ingezetenen dezer Stad alsmede van lien die vroeger onder de Gemeenten OestgeestLeyderdorp en Soeterwoude woonachtig zijn geweest, doch, volgens de laatstelijk opgenomene grens scheiding, tot het gebied dezer Slad zijn overgegaan, dat de inschrijving voor de ligting der Nationale Militie, van dit jaar, geschieden moet van de zoodanigen welke geboren zijn in het jaar 1826. Dat alle Ingezetenen zonder onderscheidwelke redenen tot vrijstelling van de dienst zij ook zouden mogen hebben, en of zij zich tegenwoordig of al- wezend of in Militaire dienst bevinden verpligt zijn zich te doen inschrij ven; dat Ouders, Voogden of Bloedverwanten, in deze, voor hunne naast- bestaanden of pupillen, mitsgaders Regenten van publieke Gestichten, voor de onder hun beheer staanden de belangen moeten behartigen, door de bij de wet gevorderde opgave te doen, en daarvoor verantwoordelijk zijn. Dat onder de Ingezetenen ten deze ook worden gerekend de vreemdelingen die den zetel van hun vermogen of hun verblijf in het Koningrijk komen vestigen; alzoo zij, even als de Inboorlingen, verpligt zijn mede te werken tot de gemeenschappelijke verdediging van den Slaatwelke hun veiligheid en bescherming verleent. En roepen dien ten gevolge op, alle de in de termen vallende Ingezetenen, om te compareren in een der vertrekken van het Raadhuis: Op Maandag den 13 Januarij 1845. Des voormiddags van 10 lot 2 ure, de bewoners van Wijk 12 en 3. En die van het buiten-territoir der Stad. Op Dingsdag den 14 Januarij 1845. Des voormiddags van 10 tot 2 ure, de bewoners van Wijk 4 cn 5. Op Woensdag den 15 Januarij 1845. Des voormiddags van 10 tot 2 ure, de bewoners van Wijk 6. Op Donderdag den 16 Januarij 1845. Des voormiddags van 10 tot 2 ure, de bewoners van Wijk 7 en 8. Vermanende Burgemeester en Wethouders voornoemd wel expresselijk de belanghebbendenzich door getrouwelijk op te komen vrij te waren tegen de nadeelige gevolgen, welke uit nalatigheid in deze onvermijdelijk zouden voort vloeien de boven opgegeven tijdsbepaling in betoog te houden, en bij de inschrijving zich te voorzien van hunne geboorte-akte, alsmede schriftelijk op te geven hunne woonplaats, en het wijk en nummer hunner huizen; ten einde hierdoor voor te komen de onaangenaamheden, welke voor de ingeschre venen volgen moeten uit eene verkeerde spelling van den naam of een abuis in de opgaven der woonplaatswaardoor dikwijls de ingeschrevenen te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1845 | | pagina 2