LEYDSCHE
COURANT.
WOENSDAG,
25 DECEMBER.
BINNEN LA NDSCHE BERIGTEN.
De Courant wordt driemaal in de week uitgegeven, des Maandags, Woensdags en Vrijdags. De Maandagsche Courant wordt, uit
hoofde van den ZondagZaturdag avond verkrijgbaar gestelden de Advertentiën voor dat nomrner worden Zaturdag vóór drie ure verwacht
De prijs van deze Courant is ƒ3.voor de 3 maanden.
1844.
N°. 77.f
- fe-
a
LEYDEN24 December.
Wij ontvingen dezer dagen een exemplaar van een' briet van den Heer
Mr.-Dirk Donker Curlins, welke brief door sommige dagbladen is opgenomen,
te 's Gravenhage bij Langenhuyzen uitgegeven, en sedert algemeen verspreid
geworden, als eene aansporing om de allezins lofwaardige pogingen der acht
Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ter herziening van de Grond
wet te ondersteunen.
De Heer Donker Curtius is van gevoelendat elk die 's Lands welzijn ter
harte gaat, zijne toetreding biertoe door eene verklaring aan deze Heeren in-
zende. De Kamper Courant juicht dien maatregel zeer toe, zoodat te gelijk
met zijn Nommer van den 21sten dezer dergelijke gedrukte verklaringen zijn
rondgezonden, die bij dezelve geteekend terug ontvangen wordende, verder
zullen worden bezorgd. Daar ook wij den brief ontvingenook ons het wel
zijn des Lands ter harte gaat, en wij ons nogtans met dien maatregel niet
kunnen vereenigenzoo kunnen we niet van ons verkrijgen om deswegens
geheel het stilzwijgen te bewaren.
Wij nemen de vrijheid onze lezers terng te wijzen op ons woord in het
eerste nommer van dit blad, van den lslen Julij 11., ten einde zich op het
standpunt te kunnen plaatsen, hetwelk wij voor ons meenden te moeten nemen.
Daaraan getrouw, stellen wij ons geen partij; maar willen ook niet vlak
tegen onze toenmalige redenering in, beslissen, dat zulk een maatregel noodig,
nuttig, dat ze zelfs den Heeren voorstellers van de herziening welgevallig zal
zijn, en achten ons onbevoegd om rijp en groen uit te noodigen tot teekenen,
en het videant consules ne quid detrimenti etc. te veranderen in videant
omnium ordinum cives.
Ook wij betreuren hetdat de doorgaande stemming der regeringen schijnt
te zijn om zich liever morgen door volksgeweld te laten afpersen, wat dat
zelfde volk gisteren nog met dankbaarheid als weldaad zou hebben ontvangen;
doch zijn geen voorstanders van algemeene petitiëngeene voorstanders om
honderden, die er niets van begrijpente laten schreeuwen, op aansporing van
anderen die zich geroepen achten. Maar of zij die zich geroepen achtenwe-
zentlijk geroepen zijn dat is weer iets anders't geen wij bier niet verder
willen nasporen. Zoo veel is zeker, dat de Kamer, dat ieder Lid van dezelve
gewis roeping daartoe heeftgeen volksvertegenwoordiger behoort om andere
bedenkingen dan die zijner innige overtuiging, achter te blijven.
Wij achten dat de 8 Heeren een verdienstelijk werk hebben ondernomen
maar om thans, nu wij nog niet weten wat het zal uitwerken, als onder het
motto: si superos jlectere nequeoacheronta moveboeen heirleger pe
titiën naar 's Gravenhage te laten storm loopen, dit rekenen wij voorbarig.
Ziedaar wat ons bewoog den in vele opzigten behartigingswaardigen brief
van den Heer Donker Curtius ter zijde te leggenzonder daarom in het
minste aan de zuiverheid der bedoelingen te kort te doen, die den zoo be
roemden, zoo knndigen regtsgeleerde tot dien stap hebben bewogen.
Oligarchie en aristokratie zijn wel hatelijke namen, groote misbruiken heb
ben ze ook in ons vaderlandgetuige onze geschiedenisin haar gevolg ge
hadmaar als het volk regtstreeks zijne vertegenwoordigers kiest, zullen er
dan alleen regtschapenebelanglooze, kundige, ijverige, welgezinde mannen
aan het roer staan zal dan het vaak zoo zuur opgehragte geld met de meeste
naauwgezetheid worden besteed zal dan de geringe burger verligting vin
den daarop toch komt het hoofdzakelijk aan. Duizenden gevoelen geen de
minste drukking van de gebreken eener grondwet waarvan zij geen denkbeeld
hebben; maar de hooge belastingen op het allerononlbeerlijkste in hunnen
behoeftigen toestand drukt dezen meer, dan diegene, welke niet weten wat
gebrek iswelligt beseffen. De gezindheid dergenen die regerenzal altijd
nog van meer belang zijn dan de wijze hunner verkiezingen dit mag wel
in het oog worden gehoudenniet om meer regtstreeksche verkiezingen voor
een onverschillige zaak te houden, maar om bij het wenschelijke daarvan,
niet in te hoog gespannen verwachtingen omtrent hare gunstige gevolgen te
worden teleurgesteld.
Staatkundige maatregelen ter verbetering van den toestand des volkszul
len op zich zelve daartoe wel altijd onvoldoende worden bevonden. Teregt
zeide Herder: «Terwijl de slechte zedeleer zich met den stelregel vergenoegt
«ieder voor zich, niemand voor allen; zoo is de spreuk: niemand voor zich
«alleen, ieder voor allen, de leus van het Christendom."
In het voorloopig verslag der centrale afdeeling over de ontwerpen ter
wijziging van het eerste boek van het strafregt, wordt medegedeeld, dat
33 leden zich vereenigen met het stelsel van opsluiting in afzonderlijke cellen,
zoo bij nacht als bij dag, gepaard met verpligten arbeid. Onder de straffen
verlangden 35 leden de overbrenging van veroordeelden naar eene overzeesche
kolonie, als eene zaak van groot nut voor de maatschappij. De meerderheid
heeft gemeend de onderscheiding van criminele en correctionele straffen te
moeten behoudenvooral ook op grond dat het wegvallen dezer benaming in
vele bestaande speciale wetten moeijelijkhcid zou baren. 36 leden hebben zich
voor het behoud van de doodstraf verklaard. De onderscheiding in lang
durige, zwareen enkele tuchthuisstraf wenschte men weggelaten. 37 leden
hebben het behoud van de verbanning wenschelijk geacht. Omtrent de eer
loosverklaring scheen het verlangen der meerderheid te zijnom daarvan
geen afzonderlijke straf te maken, maar als aan criminele straffen verbonden.
21 leden hebben zich onbepaald tegen de straf der tentoonstelling verklaard,
die ongelijk treft, meestal eene loutere vertooning is, en in strijd met het
aangenomen gevangenisstelsel. Over het maximum der tuchthuisstraf liepen
de gevoelens zeer uiteen. 20 leden hielden 12 jaren voor genoegzaam.
De afdeeling heeft den wensch uitgedrukt dat nog in deze zitting het ont
werp van het strafwetboek in zijn geheel zou worden ingezonden, om in des-
zelfs zamenhang te kunnen worden behandeld, en dan tevens een nieuw
tarief van kosten in strafzaken.
Uit de verschillende berigtcn omtrent den toestand onzer rivieren, ver
volgens medegedeeld blijktdat dezelve bij voortduring bedenkelijk en ge
vaarlijk is.
Nopens de bevolking van de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid,
verneemt men, dat dezelve sedert Aug. 1843 bestendig is afgenomen, voor
namelijk door de beperking van de opzending van bedelaars. Op 1 Jnlij
1844 bedroeg de bevolking 9,876 en op 1 Oct. 1844, 9,621, als in de ge
wone koloniën 2,432 Ommerschans 1,851, Veenhuizen lsle gesticht 1,798,
2dc 1,499, 3de 1,340, Wateren 72 en ambtenaren met hunne huisgezinnen
629 personen. In dit jaar zijn bebouwd 818 bunders met Rogge, 71 met
Zomer-gerst, 103 met Haver, 131 met Boekweit, 9 met Erwten, 533 met
Aardappelen, 44 b. Tningrond, 765 b. Groenland, enz.
Sedert de stremming der vaarten door de ingevallen vorst, heerscht er
op den Hollandschen Spoorweg eene groote bedrijvigheidvooral door het ver
voer van koopmansgoederen en wel hoofdzakelijk boter enkaas, welke naar
Engeland bestemd zijn en te Scheveningen en Noordwijk geladen worden. Zoo
sterk is dit vervoerdat men reeds talrijke malen buitengewone goederen
treinen heeft moeten doen rijden en de opbrengst hiervan eenen hoogst guu-
stigen invloed op de ontvangsten der onderneming heeft.
Aan de machinisten portiersbagageineesters en bokrijders is eene zeer
warme winterkleeding gegeven bestaande uit een zeer wijden jas van blaauw
Engelsch linnen geheel met schapenvacht gevoerd grooteinsgelijks met
schapenvacht gevoerde laarsen tot boven de knie en wollen muts.
KATWIJK, 23 December.
Gister avond is de laatste pink van deze plaats, van de Steurharingvisscherij
teruggekeerd; sedert den 6den dezer werd de tehuiskomst dezer vaartuigen
van dag tot dag te gemoet gezien, doch heeft de bestendig heerschcnde
oostenwind, hunne tehuisreize belet; het verblijf onder den Engelschen wal,
in dit barre jaargetijde, zonder eenige winst te kunnen doen, heeft de beman
ningen veel doen uitslaan, temeer, alzoo hunne uitrusting en proviandering
niet op een zoo langdurig uitblijven berekend is. Gelukkig heeft de vangst,
welke in het begin der visscherij van weinig of geene beteekenis was, zich in
het laatst der teelt genoegzaam verbeterd, dat de einduitkomst voor enkele
reeders tamelijk voordeelig zal zijn, ofschoon die over het algemeen wederom
zeer ongunstig is uitgevallen.
NOORDWIJK BINNEN, 22 December.
Het heeft H. M. onze geëerbiedigde en geliefde Koningingoedgunstig be
haagd aan Bestuurderessen der Vrouwen-Vereeniging van Weldadigheid alhier,
op de minzaamste wijze, II. D. goedkeuring wegens deze instelling te kennen
te geven, en dezelve met eene jaarlijksche gift van ƒ50.te bevoorregten.