NEDERLAPSCIIE NAPEL-MAATSCHAPPIJ. »Na het Seminarium verlaten le hebben, werd bij Kapelaan in Grotthau, ongeveer 7 mijlen van Breslau. Als zoodanig nam hij tevens het onderwijs der kinderen op zichen verwierf zich door ernst en zachtmoedigheid en bij zondere paedagogische bekwaamheden hunne liefde zoo zeer, dat zij hem als eenen vader eerden. In niet minderen graad bezat hij de achting der ouders. Toen ter tijd was het Bisdom Breslan, door het bedanken van von Sedlnitsky, zonder Bisschop. De Domheer Rittcr noemde zich, ofschoon hij van Rege ringswege niet erkend was, bestuurder des Bisdoms, en veroorloofde zich als zoodanig aanmatigingenwaarover hijdoor eene openhaar gemaakte kabi- nets-ordcr, gestreng werd berispt. Over het algemeen trad de partij der Ullramontanen en Jezuiten toen stout te voorschijn maakte zich van de ge moederen der jeugdigere geestelijkheid meester en heerschte met geweld over de gewetens-vrijheid. Toen trad Ronge in de Sachsischen Vaderlandsbliitter opdoch zonder zich te noemenen viel met kracht van woorden de machi- natiën aan der Jezuiten in dit Domkapittelhetwelkzoo als boven vermeld is, door den Domheer Ritter geheel werd heheerscht, zelfs nadat de nieuwe Vorst-Bisschop Knauer gekozen was. Nadat Ronge opgevorderd werd, op zijn Priesterlijk woord van eer te verklaren, of hij de steller van dit artikel was, bekende hij zulks, daar hij niet in staat is om te liegen, en tevens bereid, om alles voor hetgeen hij als ivaar hield op te offeren. Dientengevolge werd hij veroordeeld, in het Seminarium alhier gestrenge boete te doen. Daar hij echter uit vroegere ervaring wist, hoezeer de geest in deze inrigting in slavernij werd gebonden, gehoorzaamde hij niet, en werd dientengevolge uit zijn ambt ontzet. Met hoeveel droefheid de Katholijke Gemeente in Grotthau hem van haar zag scheidenblijkt daaruitdat de magistraat en stedelijke raad zich aan het Domkapittel voor hem adresseer den, natuurlijk zonder gevolg. Ronge begaf zich toen naar Laurahiitte, een bergwerk in eene kolonie bij Beuthen in Opper-Sileziëen gaf aldaar onder wijs aan de kinderen der ambtenaren. Ook hier verwierf hij zich door zijne in allen opzigtc voorlrefielijke eigenschappen de liefde en achting der ouders en kinderen. Uit deze plaats schreef hij den brief over den Trierschen Rok in de Saclisischen Vaderlandsbliitter. Dat dezelve het uitvloeisel is zijner innige overtuigingbehoeftna hetgeen hierboven van hem gezegd is niet verzekerd te worden. Ronge is onbekwaam met woorden of daden tegen de waarheid te zondigen; hij is, wat deugd en reinheid van zeden betreft, mis schien te streng tegen zich zeivenmaar ook even zoo toegevend en zacht moedig jegens anderen. Slechts de hedendaagsche woelingen der Ultramon- tanen en Jezuiten hebben in hem eenen heiligen ijver doen ontstaanen in dien ijver heeft hij dien bekenden brief geschreven. Intusschcn, wat sommigen wenschen en anderen vreezen, dat Ronge tot het Protestantismus zal over gaan, zal nooit gebeuren. R.onge is en blijft getrouw aan het Katholijk geloof in deszelfs waarheid en reinheid, maar hij is en blijft ook een onver zoenlijk vijand van het rijk der duisternishet bijgeloof en de Jezuiten. Ten slotte moet ik nog opmerkendat elk woord't welk hier geschreven staatwaarheid behelst. Van een Vriend van Ronge. [Hamburger Bürsen-IIalle.) Ronge genoodzaakt geweest zijnde Laurahütte te verlatenheeft zich eenigen tijd bij den Graaf von Reichenbach te AValtdorf bij Neisse opgehouden en bevindt zich sedert den 23sten der atgeloopen maand in de Silezisehe hoofd stad Breslauwaar hij zijnen tijd met godgeleerden arbeid wil doorbrengen. Dat hij de hooiü-redacteur van het nieuw te Parijs uitkomend dagblad l'Ordre zijn zou, schijnt op eene dwaling te berusten. Uit alle oorden van Duitschland ontvangt hij adressen van dankbetuiging, grootendeels door Roomscfi-Kalho- lijken onderteekend, wegens het schrijven van den genoemden brief. Een aantal ingezetenen van Bielefeld had deelgenomen aan eene inteeke- ningwier opbrengst gestrekt zou hebben tot vervaardiging van een eerebeker voor den Heer Ronge. Daar men echter sedert vernomen heeft dat die geeste lijke zich in geene gunstige finantiële omstandigheden bevindt, zal hem,' in plaats van den bekerhet daarvoor bijeengebragte geld worden toegezonden. Van een anderen kant heeft de Roomsch-Katholijke Pastoor van Schneide- miihlin Pruissen weinige dagen geleden in de Pruis. All. Zeitung op de afschaffing van den ongehuwden staat der geestelijken zijner gezindheid aan gedrongen naardien hij meent dat ook voor hen de echt meer overeenkomstig is met de Goddelijke bevelen. De Vorst van Schönburg Waldenburg heeft 60,000 thl. ter beschikking gesteld, om behoeftige Schoolonderwijzers van de Evangelische Godsdienst in Oostenrijk te ondersteunen. ENGELAND. LONDEN, 2 December. Volgens het laatste rapport der Commissarissen voor de armen-wet in Ier- lan waren er 1°. Januarij 1844, 92 werkhuizen geopend voor 31,981 armen. Bij het jaarlijksch budget van die inrigtingenhetgeen bijna 2,800,000 bedraagt, moet men, om het geheel der uitgaven van die huizen te kennen, bijvoegendat de bouwing f 20,000,000 gekost heeft. En ondertusschen zijn de armen in Ierland nog even zoo arm als ooit. FRANKRIJK. PAFxIJS, 2 December. Gisteren heeft het Hof van Assises uitspraak gedaan in de zaak eener ge duchte bende, die zich aan velerlei geweldadige herooving met bedreiging van moord had schuldig gemaakt. Vijftien mannen en eene vrouw zijn ge- vonnisd; een ter dood en al de overigen benevens de vrouw tot langoren of korleren dwangarbeid. De stad Lyon heeft 20,000 francs afgezonderd voor de kosten van ont vangst HH KK. HII. den Prins van Joinville en den Hertog en Hertogin van Aumale. De 14de verjaardag van de mislukte Poolsclie omwenteling is alhier door de uitgewekenen gevierdzij waren ten getale van 2,000 bijeengekomen hebben eene plegtige lijkdienst voor hunne gesneuvelde broeders bijgewoond, en des avonds zich aan eenen grooten maaltijd vereenigd. De Gazette de France geeft de gezamentlijke schuld der onderschei den Europesche Staten op te zijn ƒ18,687,500,000; Engeland zou alleen voor ruim de helft daarmede bezwaard zijn, en Turkije het eenige land zijn, waar tot dus ver geene staatsschuld is ook zou Zweden hierbij kunnen gerekend wordenhoewel daar papierengeld in omloop is dat onder pari staat. STRAATSBURG, 25 November. Het Ministerie voor de openbare werken verordent reeds de voorbereidende maatregelenom met het voorjaar den spoorweg van hier naar Parijs met kracht te kunnen beginnen. Volgens l'arijsche brieven zullen de beide maat schappijen dezer onderneming zich vereenigen. De regering schijnt weinig lust tot de uitvoering te hebben. Behalve den brug hij Lauterburg zullen er nog meer dergelijke overgangen over den Rijn worden aangelegd, waardoor de moeilijke overvaart ophoudt en een gemakkelijker gemeenschap met het Groot-Hertogdom Baden ontstaat. STARS BERIGT. In de maand November 1844zijn binnen de Stad Leyden overleden 58 per sonen; als: 11 Mannen, 28 Vrouwen, 7 Zoons en 12 Dochters; levenloos aangegeven 10. In diezelfde maand zijn aldaar geboren 111 kinderen, als: 56 Zoons en 55 Dochters. ADVERTENTIES. Heden verloste van eene DOCHTER, C. S. J. S. van GENNEP, geliefde Echtgenoot van Leiden, 4 December 1844. J. II. EICHMAN. Heden ontsliep tot hittere droefheid van mij en mijne Kinderenmijne geliefde Echtgenoot AGATHE GUILLELMINE I1UYGENS, in den ouderdom van ruim 64 jaren. Leiden, 1 December 1844. C. NARET OLIPHANT. Heden overleed het jongstgeboren Kind van IV. G. PLUYGERS en C. A. VOORHELM SCIINEEVOOGT. Leyden, 5 December 1844. Bij Vonnis van de Arrondissements-Regtbank te Leydenin dato 3 De cember 1844, behoorlijk geregistreerd, is IZAAK BREVEE, Kleedermaker wonende te Leydenaan de Hooglandsche Kerk, Wijk VII. N°. 1027, ver klaard te zijn in staat van Faillissement. Tot Reyter-Commissaris in dezen Boedel is benoemd, de Edel Achtbare Heer Mp. J. F. PRINGLE, Regter in de Arrondissements-Regtbanken tot Curator Mr. C. W. HUBRECHTAd vocaat wonende te Leyden. Hebbende dit Faillissement een aanvang geno men op Maandag den 2dcn December 1844. Leyden', 5 December 1844. Mr. C. AV. HUBRECHT, Curator. De Directie, aan zoodanige Houders van Schuldbekentenissen uit de leeningen van 10 en 13 millioen Guldens voortgevloeid, welke verlangen inogten de zelve vroeger dan op den l5tcn Januarij 1845 afgelost te zien, de gelegenheid daartoe willende openenmaakt ten vervolge op hare aankondiging van 28 Junij 1844, hekend, dat op aanstaanden Woensdag den 4dett dezer en ver volgens tot en met Zaturdag den 14dcn dezerde bovenbedoelde Schuldbe kentenissen tegen intrekking derzelve en van de daarbij behoorende niet ver schenen Coupons, ten Kantore van de Nederlandsche Bank te Amsterdam ter aflossing zullen kunnen worden aangebodenom te worden afbetaald die ad 1000, met 1008.75 en die ad 500, met 504.375. Amsterdam2 December 1844. Van der OUDERMEULF.NPresident. T. SCHUURMAN, Directeur fungerend Secretaris. VERKOOPING in de Stads-Bank van Leening te Leydenop Dingsdagden 10den December 1844, des voormiddags ten tien ure, van VERSTANE PAN DEN, zoo van Juweelen, Goud, Zilver en Horologiën, als van AVollen, Linnen en andere, zoo gemaakte als ongemaakte GOEDEREN, beleend in de maand Augustus 1843. Zijnde daags vóór den Arcrkoopdag, des voormiddags van tien tot des na middags ten twee ure, voor een ieder te zien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1844 | | pagina 3