1 Door liet Provinciaal Genootschap van kunsten en Wetenschappen in Noord-liraband, zijn in deszelfs in Julij 1. 1. gehouden Algcmeene Vergadering de volgende Prijsvragen uitgeschreven I. Eene geschied- en regtskundige beantwoording der vraag: Waren de Hertogen van Braband grondheeren der inculte gronden in de zoogenaamde Hertogs-dorpcn in Noord-Braband II. Eene geschiedkundige verhandeling over de Kimbrenuit de schriften der ouden oordeelkundig opgemaakt. III. Eene geschiedenis der Ueeren van het land van Altena. IV. Eene levensgeschiedenis van Gerardus Veltwijckgeboortig van Have- steijnSecretaris van Keizer Karei V. V. De bekende geleerde Janus Vlietiusvan Breda, heeft in zijn Breda- j sclien Almanak en de Kronijk van 1664, onder elke maand levensregelen in het Latijn en Nederduitsch medegedeeld, welke tot het midden der 13dc eeuw kunnen gehragt worden. Het Genootschap verlangt thans van deze levensregelen eene taal-, huis houd-, kruid-, heel- en geneeskundige verklaring, opdat langs dien weg het privaat leven onzer voorouderen van en in de IS110 eeuw naauwkeuriger gekend worde. 1 Door de Vergadering waren onder anderen benoemd tot honorair lid de Hoogleeraar Mr. II. W. Tydeman, en tot corresponderende leden Dr. C. Lee- mans en Dr. L. J. F. Janssen. In den nacht tusschen Zondag en Maandag aanstaande, zal de tweede J totale maaneclips in dit jaar plaats hebben welke even als die van den 31stCD Mei hij ons zigtbaar is. liet begin is den 24slcn dezer, des avonds ten 10 ure, 9 min,, het begin der totale eclips ten 11 ure 17 min., het midden den 25stcn des morgens ten 0 ure, 4 min., het einde der totale eclips ten 0 ure, 51 min., en het einde der gehecle eclips ten 1 ure, 59 min. In ons nommer van Woensdag 11. deelden wij het belangrijk besluit mede van Z. Mi, waarbij het Regcrlngs-reglement voor Suriname veranderd is, en de Koloniale Baad en andere ambtenaren van hunne posten werden ontzet. Wij zijn in 'staat gesteld den korten inhoud van het procés-verhaal van het verhandeldeop eene comparitie van Eigenaren en Administrateuren van Plantagienop den lslen Julij van dit jaar te Paramaribo gehouden, hetwelk tot genoemd besluit aanleiding heeft gegeven, hier mede te deel enniet om in ecni'ge goed-' of afkeuring der handelingen dier Eigenaren en Admi- I nistrateuren te treden of 'sKonings besluit te beoordeelen, waartoe het ons aan kennis en bevoegdheid ontbreektmaar om den belangstellenden lezer i die gaarne iets naders van het proces-verhaal verlangt te wetendaartoe in staat te stellen. De aanhef luidt, dat de ondergeteekenden gezien hebben eene publicatie van den Gouverneur-Generaal van den 19dcn Junij dezes jaars, houdende intrek king der strafbepalingen tegen pogingen om het circulerend medium (het papieren geld) in waarde te verminderen dat men weet dat het papieren geld reeds eenmaal tegen een agio van 210 pCt. tot Nederl. geld is herleid, nadat het voor nu ongeveer 18 jaren tegen de volle waarde was uitgege ven dat de Gouverneur-Generaal Rijk den 16licn October 1841 tegen de vermindering van de waarde van het papierengeld eene publicatie uitschreef, met den aanhef dat Zijne Excellentie «krachtdadige middelen noodig achtte, ter beteugeling van handelingen welke het openbaar crcdiet schokten en velen met ondergang bedreigden dat de ondcrlcekenaars zich hebben voorgesteldI 1". om de vermoedelijke gevolgen, welke de opheffing der bedoelde strafbepa lingen tegen die waarde-vermindering zullen kunnen hebben, aan te toonen 2°. op te geven, welke middelen er kunnen in het werk gesteld worden, om die waarde-vermindering te keer te gaan. Ten opzigte van het eerste punt hegeven de onderleekenaren zich 1°. in het vermelden van geruchten dat de Regering de particuliere bank zon willen opbellen, en het papier tegen schalkist-billettcn in Nederland verwisselbaar stellen met lOpCt. korting, hetgeen zij, oindat do bank hare verhindtcnissen niet heeft nagekomenuit wantrouwenniet onmogelijk ach ten, daar zij niet weten dat, gelijk gezegd wordt, de oorzaken der opgeheven strafbepalingen zouden geweken zijn en bier cenige geheime bedoeling ver moeden de veronderstelling, dat dit het plan der Regering zou zijn, wordt waarschijnlijk gemaakt, omdat daartoe eerst het nemen van agio onstrafbaar moest gemaakt worden; 2". uiten zij bet denkbeeld dat de Regering die vermindering der gelds waarde zou willen uitlokken om een agio te doen ontstaan, waarop de Rege ring zich zou kunnen gronden, om dan tevens in evenredigheid de belastingen en regtcn te verhóogèn. 3°.. redeneren zij daarop voort en zeggen dat de Regering het middel in handen heeft om door het ophouden van aan de bank afgegevene wissels, de behoefte aan geld dringender te makenen daardoor het agio te laten rijzen. 4°. stellen zij de mogelijkheid dat zulk een plan in verband zou staan met eene goedkoope schadeloosstelling bij mogelijke vrijlating van de slaven. Nu tot het tweede punt overgaande, willen zij, om bet veronderstelde doel der Regering tegen te werken, dat niemand van de verleende vrijheid om agio te nemen, gebruik make (ofschoon zij erkennen, dat er wel al geweest zijn die agio genomen hebben, doch dat zulks voor slechte wissels en door specu lanten zou gedaan zijn en beweren dat alle voordeel van agio door parti culieren te nemen denkbeeldig is, vermits bij het ontstaan van agio de belas tingen in die zelfde mate zullen worden verhoogd, de levensmiddelen en alle behoeften in prijs zullen rijzen, en de verminderde geldswaarde naderhand niet zonder groote opoffering is te herstellenwaarom zulke maatregelen den ondergang der kolonie moeten naar zich slepen en betoogen dat men in het trekken van de wissels op langere termijnen, of door het verkoopen van een deel der voortbrengselen in de kolonie, genoegzame schadeloosstelling zou vinden voor de agio, van welke men geen gebruik maakte. Het stuk is voorzien van 26 onderteekeningen. Uit den boven opgegeven korten inhoud blijkt dat bet stuk uitgaat uit veronderstellingenzoo als de onderteekenaars zeggen uit wantrouwen door vroegere ondervinding ontstaan geborenwelke veronderstellingen als bclee- digend voor de Regering het besluit van Z. M. hebben uitgelokt. Die met de Surinaamscbe zaken bekend zijn mogen oordeelen of de onderteekenaars zich geregtigd konden achten hunne verontrusting op zoodanige wijze aan den dag te leggen en of Z. M. in deze zaak naar eisch is ingelicht. Wij wensclien intusschen dat en dit voorval en al wat omtrent de zoo wenschelijke kolonisa tie aan het licht komt, in de gevolgen, onder kundige, ijverige en gemoe delijke ambtenaren strekken moge tot den bloei der kolonie. 'sGRAVENHAGE, 18 November. Z. M. heeft bij besluit van den 15Jcn dezer voor zooveel de dienst der posterijen en verdere middelen van vervoer aangaat, bet Rijk verdeeld in 6 Arrondissementen van inspectieaan bet hoofd van elk slaat een ambtenaar, met den titel van Inspecteur; zij zullen met Januarij in functie treden; de Controleurs zullen evenwelin zoo ver zij binnen genoemden tijd geene an dere betrekking hebben, voorloopig hunne bediening blijven bekleeden. In het 4dc Arrondissement, hoofdplaats Rotterdam, is benoemd tot Inspecteur J. M. Baron van Boecop. -De Minister van Finantiën heeft bekend gemaakt, dat op den lstcu dezer aan schatkist-biljetten nog in omloop was voor eene som van 2,979,300. In de Zitting van morgen ochtend zal van Regeringswege inkomen een ontwerp van wet betrekkelijk de uitoefening der takken van Geneeskunst. Uit dat ontwerp ontleencn wij de volgende bepalingen Art. 1. Tot de uitoefening der geneeskundige burgcrpractijkbetzij in derzelvcr gehcclen omvangbetzij voor elk barer onderdeden van inwendige geneeskunde, heelkunde, of verloskunde, moet men aan eene der hoogescholen van dit rijk den graad van med., chir. of art. obstr. doet. verkregen hebben. Hiervan zijn uitgezonderd, voor het verloskundige vak, de vroedvrouwen, alsmede voor de uitoefening van de genees- en heelkunst bij de ingezetenen de officieren van gezondheid der land- en zcemagt, die, na twintig jaren en daar boven in die betrekking te hebben gediendop eene eervolle wijze de dienst verlaten, en ook de zoodanigen onder ben, welke, reeds vroeger op non-activiteit gesteld zijnde, met terugzage op gevestigden roem en genoegzame ervaring, door Ons tot de uitoefening dier vakken bij de ingezetenen zijn be voegd verklaard. Art. 2. Alleen aan bendie vóór den lslen Januarij 1844 als leerlingen voor het beroep van stedelijk of plattelands heel- of vrocdmeesterof voor dat van apotheker, bij de daartoe bevoegde autoriteiten zijn ingeschreven, zal nog in den loop der twee eerst volgende jaren de gelegenheid openstaan, om, voor daartoe aan te wijzen speciale examinatoresproeven hunner bekwaamheid en geschiktheid tot de uiloefening dier beroepen af te leggen. Van deze bet vcreischte getuigschrift van toelating bekomen hebbende, wor den zij gelijk gesteld met ben die reeds overeenkomstig de vroegere verorde ningen ten deze geëxamineerd en toegelaten zijn. Art. 5. Alle de krachtens vroegere verordeningen wettig toegclatene ge neeskunst-oefenaren blijven bet genot dier toelating behouden. Art. 6. Zij, die ccnen wettigen titel tot uitoefening der geneeskundige wetenschappen, hetzij in derzelvcr gehcclen omvang, of voor eenig afzonderlijk onderdeel bezitten mogen zich overal in dit rijk vestigen of verplaatsen, zon der aan eenig nader examen onderworpen te zijn. Art. 7. Voor de dienst als Scneeps-arts mogen alleen aangenomen worden: a. wettig gepromoveerde doctores in de genees- of heelkunst h. heelmeesters ten platten lande, thans in die betrekking toegelaten, welke een examen als stedelijk heelmeester hebben afgelegd c. de op pensioen of op non activiteit gestelde officieren van gezondheid der land- en zcemagt. d. heelmeesters, volgens de vroegere verordeningen toegelaten, en bewijzen kunnende geven van kennis van de behandeling der meest voorkomende ziekten onder schepelingenen van het toebereiden van geneesmiddelen. Art. 11. De bijzondere qualificatie van oogmeester kan alleen verkregen worden door chirurgiae doctores, die, bij een opzettelijk door nader aan te wijzen examinatores ingesteld onderzoek, bevonden zijn bijzondere geschiktheid en ervaring te bezitten in bet behandelen van de ziekten der oogen en het gezigt. Art. 12. De bijzondere qualificatie van Tandmeester kan alleen verkre gen worden door hen, die, zonder in bet algemeen tot de uitoelbning der genees- of heelkunst bevoegd te zijndoor nader aan te wijzen examinatores bevonden worden bijzonder geschikt en ervaren te zijn in het werktuigelijk behandelen van de gebreken van het gebiten bet kunstmatig herstellen daarvan. Bekwaam bevonden, wordt bun een getuigschrift uitgereikt. In geen gevaf staat het bun vrijeenigcrlei mondwaters of andere genees middelen onder wat naam ooktoe te dienenol af te leveren. Art. 14. Het zoogenaamde dierlijke magnetismus mag ten geneeskundigen inzigte alleen worden aangewend door bevoegde genees-, heel- of verloskunst- oefenaren. Vervolg hierna.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1844 | | pagina 2