LEYDSCHE
COURANT.
VRTJDAGn
8 NOVEMBER.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
1844.
N°. 57.
De Courant wordt driemaal in de week uitgegeven, des Maandags, Woensdags en Vrijdags. De Maandagsche Courant wordt, uit
hoofde tan den ZondagZaturdag avond verkrijgbaar gesteld, en de Advertentiën voor dat nomrner worden Zaturdag vóór drie ure verwacht.
De prijs van deze Courant is ƒ3.voor de 3 maanden.
LEYDEN, 7 November.
Voor de Weduwe, wier man verdronken is, voor wie wij reeds eenige lief
degaven ontvingenen die gisteren van haar zesde kind is bevallenis ons
nog van W. v. G. ƒ3.geworden.
Onder de talrijke adressen betrekkelijk bet tarief, bevindt zich ook een
van de Heeren Broms en Comp.Kooplieden te Amsterdamdie in het alge
meen eenige punten aanwijzenwelke in geenen deele aan de bij de memorie
van toelichting uitgedrukte verzekeringen beantwoorden.
1°. Voeren de adressanten aandat de woorden der memorie van toelichting
dat: meer nog dan in andere rijken het handelstelsel in Nederland zich door
groote vrijgevigheid behoort te onderscheiden," zonderling met het tarief zelf
in strijd zijn, wanneer men hier nog zeer vele inkomende regten tot 6pCt.,
ja niet weinigen tot 15 pCt. en hooger vindt voorgesteldterwijl men in
Hamburg en Bremen van alle goederen niet meer dan en J pCt. betaalt.
2°. Is met die voorgegevene vrijgevigheid moeijelijk te rijmen de verzwa
ring, door de ontzettende formaliteiten en onkosten, een noodzakelijk gevolg
van den maatstaf hij gewigtmaat ol' getaldien men grootendeels heeft
behouden. Ook bier wijzen de adress. op Hamburg en Bremenwaar de
maatstaf doorgaans de waarde iswaardoor vele formaliteiten worden ont
weken, terwijl ecne strengere straf op ontduikingen en bedrog, alsmede de
mindere verlokking lot smokkelarij daar wel van meer invloed zijndan alle
maatregelen van voorzorg hier
3°. Dal de maatstaf van getal of gewigt en maat tot groote onbillijkheden
aanleiding geeftdaar nu van dezelfde goederen de goedkoope soorten dikwijls
onmatig hoog belast zijn. Dit wordt door sterk sprekende voorbeelden gestaafd.
4°. Dat bij bet concept-tarief eene onmatige ongelijkwerkcnde en verkeerde
bescherming aan de inlandsche scheepvaart wordt toegekend, in plaats van
het gelijkmatige 1/10 restitutie, welke dezelve nu bezit. Deze bepalingen
zullen hoogst nadeelig zijn voor den handel niet alleen, maar voor de scheep
vaart zelve. Van de 30 artikelen, waarvoor die begunstiging bij uitzondering
zal gelden, zijn er vele waarbij die begunstiging tusschen 30 en 70 pCt.
van de vrachten zal bedragen. Zoo iets moet den handelaar in zijne opera-
tien noodzakelijk zeer heiemmeren en de vreemde natiën natuurlijk tegen ons
in het harnas jagen en tot represailles uitlokken.
5». Dat men veel beter voor de scheepvaart zoude zorgenindien men de
gelegenheid openstelde, om goedkoop schepen te bouwen en uit te rusten, in
plaats van de bouwstoffen voor schepen als houtijzer, enz.met een aan
merkelijk hooger inkomend regt te bezwaren.
6". Dat het zonderling is, dat het Gouvernement verklaart, de belangen
van landbouw, nijverheid en handel gelijkelijk te willen bevorderen, en, bij
uitzondering een hoog uitgaand regt op boter en kaas legtwaarbij de land
bouw en handel in zoo liooge mate betrokken zijn, en dat, terwijl de bui-
tenlandsche boter en kaas op de vreemde markten meer en meer de onze
dreigen te verdringen.
7°. Dat het opmerkelijk is hoe overdreven begunstiging zonder reden in
strijd met de regten en wetten van het vrije entrepót, verleend worden aan
de glasblazerijen.
8°. Dat de bepaling omtrent de pik- of teer-olie, welke bij het voorgedra
gen tarief onder de terpentijn-olie gebragt wordt, getuigt, dat men met dit
artikel niet bekend is, en dat zeker deze bepaling moet leiden om den aan
voer van dit handels-artikeldat voor den scheepsbouw en vele fabrieken eene
behoefte isschier onmogelijk te maken.
Ten slotte voeren de adress. nog eens dringend aandat dikwijls niet zoo
zeer de beschermende regten zelve den vrijen handel belemmeren, maar, »dat
inzonderheid door den handel niets zoo zeer wordt gevreesd als de formalitei
ten, visitatiën, verificatiënhet verzegelen en ontzegelen, bewaken, verge
zellen en soms drie dubbel controleren, met de daarmede verbondene on
genoemde en toch niet te vermijden dikwerf ongeloofelijk hooge kosten en
het voor den handelaar nooit te berekenen en onmogelijk te vergoeden tijd
verlies."
Uit het belangrijk verslag der Commissie tot herziening van het regle
ment van orde voor de Tweede Kamerhetwelk te uitgebreid is om in zijn
geheel hier te worden geplaatst, deelen wij het volgende beknopt overzigt mede:
De Commissie zegt, dat de tegenwoordige wijze van onderzoek en beraad
slaging twee hoofdbezwaren heeft.
1°. Omslagtigheid en daardoor langen duur der zittingen.
2°. Het te groot gewigt aan den arbeid der afdeelingen gehecht en daardoor
verminderd belang der openbare behandeling.
Die omslagtigheid verhindert bet daarstellen van vele hoogst noodige of
vurig verlangde wetten. Vele verdienstelijke mannenwier kunde anders het
volk van nut kon zijnonttrekken zichomdat de langdurigheid der zittin
gen andere pligtsvervullingen verhindert.
Het tweede bezwaar is niet minder belangrijk. In plaats van noodzakelijke
voorbereiding ter beraadslaging van een wetsontwerp, wordt het reeds vooruit
beoordeeldwelk te vroeg geveld oordeel vooroordeel wektontmoedigend is
voor de Ministers, de Regering doet aarzelen en op een dwaalspoor leidt.
De Commissie meent dat men den ouden weg moet verlaten omdat het
1°. onmogelijk is langs denzelven met zekerheid de voorloopige meening der
leden te kennen, en 2°. omdat zij het niet voordeelig acht dat de meening
der leden zoo vast bepaald worde voordat het eindoordeel, door het licht der
openbare beraadslagingen is voorafgegaan; want hoe meer elk lid in zijn ge
heel blijft, hoe meer onbevooroordeeld, hoe beter ingelicht de eindbeslissing
zou worden geveld.
De Commissie beoogt met haar stelsel de volgende doeleinden
a. Eenvoudige overwegingen, geene voorloopige oordeelvellingen in de afdee
lingen, de delegatie van een lid uit elke afdeelingom uit haren naam het
algemeen verslag te helpen opmaken; b. Goede en doelmatige bearbeiding van
het wets-ontwerpten einde hetzelve tot de openbare beraadslagingen voor
te bereidenc. Spoedige afdoening van zakenen daardoor korteren duur der
zittingen; d. Het voorbehoud der bevoegdheid voor elk lid, oin in een of ander
punt van het wets-ontwerp eene verbetering of wijziging voor te dragen
e. Het zoo veel doenlijk vervallen der betrekkelijke minderheden tegen de voor
stellen of wets-ontwerpenHet bevorderen door dit alles van het gemeen
overleg met de Regering.
De veranderingen splitsen zich in twee hoofddeelen
1°. Bewerking van het wets-ontwerp tot aan het inleveren van het algemeen
verslag. (Yerg. de Grondw. art. 110). 2°. Inlevering door de enkele leden
en behandeling van voorstellen tot wijziging.
De Regering en sommige leden der Kamer meeneri dat zulke voorstellen de
zelfde strekking en alzoo dezelfde misbruiken en bezwaren van zoogenaamde
amendementen zouden hebben, doch de commissie wil alleen het nuttige van
individuele voorstellen ter wijziging behoudenen hoopt dat de Kamer en de
Regering hare gronddenkbeelden zuilen goedkeuren.
Zij stelt onder andere voor, de volgende artikelen aldus te veranderen:
»De centrale afdeeling regelt de volgorde, waarin de verschillende ontwer
pen en voorstellen in de afdeelingen worden onderzochtzij treedt met de
hoofden der departementen van algemeen bestuur in overleg, zoo dikwijls
deze dit noodig oordcelen."
Art. 70. De Voorzitter der afdeeling geeft aan ieder lid die verlangt zijn
gevoelen over het wets-ontwerp of voorstel mede te doelen het woord.
Dit art. is met opzet alzoo gesteld, om krachtig te doen uitkomen het ver
schil hetwelk tusschen ons stelsel en het thans bestaande aanwezig is.
Volgens het bestaande, moet de leiding van den Voorzitter ten doel hebben,
over het geheel zoowel als over de bijzondere bepalingen van een wets-ontwerp
de denkbeelden en meening van al de leden uit te lokken.
Volgens ons plan daarentegen kan elk lid zich daarvan onthouden, en alleen
aan hendie den wensch uiten iets in het midden te brengenmoet het
woord worden gegevenbij de overweging in de sectie zou alzoo de hoofdelijke
omvrage geen vereischte wezen.
Art. 71. Het staat aan elk lid vrij om schriftelijke nota's in te leveren,
die aan de Commissie van rapporteurs worden medegedeeld.
Bij dit art. waren door de Commissie van 1843 behouden de woorden na
te zijn voorgelezenmaar vermits aan elk lid en ten alle tijde moet gewaar
borgd blijven het vermogen, om bij de Commissie nota's in te leveren, zoo
hebben wij beter geoordeeld die woorden achterwege te laten.
Art. 72. Na den afloop dezer overwegingen wordt een der leden tot rap
porteur benoemdop de wijze bij artt, 46 tot 53 voorgeschreven.