LEYDSGHE
COURANT//
?A',
1844.
MAANDAG
28 OCTOBER.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
De Courant wordt driemaal in de week uitgegeven, des MaandagsWoensdags en Vrijdags. De Maandagsche Courant wordt, uit
hoofde van den ZondagZaturdag avond verkrijgbaar gesteld, en de Advertentiën voor dat nommer worden Zaturdag vóór drie ure verwacht,
De prijs van deze Courant is ƒ3.voor de 3 maanden.
LEYDEIV, 26 October.
Voor de Weduwe is nog ontvangen van G. ƒ2.00; malende met de reeds
vermelde gitten ƒ88.75.
Gelijk juist de pogingen, in vroegere tijden aangewend om oude kunstge
wrochten, die buiten den smaak vielente doen verdwijnen, tot zorgvuldige be
waring derzeive hebben medegewerkt; zoo helpt thans het toeval, om die weer
te doen aan het licht treden. Het een en ander ziet men bevestigd in de
Sb Pieterskerk binnen deze stad, waar dezer dagen, bij het ophijschen van
houtwerkaan een' der koorpilarendoor het afstooten der kalkeen aan
merkelijk gedeelte van Schilderwerk in fresco te voorschijn kwam hetwelk
indien al niet door schoonheid, dan toch door hoogcn ouderdom merkwaardig
is. Voor zoo verbet ontbloot werd, stelt het voor, behalven een Sb Pieter,
Sb Andreas, Sb Lanfrancus, Sb Gregorius van Tours, enz. vooral een Sb Christoffel,
het kind Jezus dragende en een Sb Antonie, alles tamelijk zuiver bewaard en,
naar den smaak des tijds fiks en delicaat bewerkt. Daar het geschilderd is op
den steen zeiven, waaruit de pilaar is opgetrokken en gedeeltelijk zelfs nieuw
schilderwerk over het oude is aangebragt, schijnt het, zoo niet uit den tijd
van de eerste inrigting der Kerk, in de XIIde eeuw, dan toch van hare ver
bouwing, in de XIVdc eeuw, te dagteekenen: eene tijdsbepaling, die ook met
het karakter der teekening en van het nog welbewaarde koloriet overeen
stemt. Overigens levert het ontdekte slechts eene kleine proeve van betgeen
op de overige pilarenen waarschijnlijk ook op de zijwandenverscholen zit.
Met blijdschap vernemen wij dat de aandacht van H. II. Kerkmeesters op deze
toevallige ontdekking gevestigd is, en dat zij zullen zorg dragen, dat althans
liet reeds ontbloot gedeelte voor de wetenschap niet verloren ga.
Op den 24slen October hield het Leydsche Departement der Maatschappij
tot Nut vim 't Algemeende jaarlijksche Openbare Vergaderingwaarinde
Redevoering werd gedaan door Mr. II. ObreenOver den niensch en zijne
betrekking tot de Maatschappij van den Staatin welken hij leeft.
Daarna werd het verslag medegedeeld van den staat en de verrigtingen des
Departements sedert October 1843, waarin de gunstigste berigten voorkwamen
aangaande de Inrigtingen des Departements, als: de Spaarbank, waarin ruim
ƒ505,000.00 is gedeponeerd door meer dan 4,000 inleggersde Volks-Lees-
bibliotheekwaar in het vorige jaar aan meer dan 200 personen omstreeks
5,000 boekdeelen ter lezing werden verstrekten de Brei- en Naaischool, waar
80 meisjes boven de 11 jaren oud, worden gevormd tot dienstboden, en be
halve in vrouwelijk handwerk onderwijs ontvangen in het Lezen Schrijven en
Rekenenop de afdeeling der Stads-School met die Inrigting verbonden.
Tevens werd medegedeeld, dat het getal Winkelkaartjes, door het Depar
tement in 4 Zomermaanden geplaatstruim 1,800 bedroeg van onderschei
dene prijzen, zoodat de nuttigheid van hare invoering dagelijks meer bleek,
en al de Ingezetenen in het vervolg met vrijmoedigheid konden worden uitge-
noodigd, om hunne fooijen, inzonderheid met Nieuwjaar, en hunne gaven
aan behoeltigen, in plaats van in geld, in zulke kaartjes uittcreiken.
Eindelijk werden door den Voorzitter den Hooglecraar J. F. van Oordt JWz.
de belooningen uitgereikt voor daden van moed en edelmoedigheiddoor Hoofd
bestuurders der Maatschappij toegekend aan de volgende personen:
P. Quaadgrasde Zilveren Medaille en vereerend Getuigschrift. J. Wester
man, de Bronzen Medaille. D. A. van den Dop, een Boekgeschenk. F. Klink,
ƒ10.00. D. Hemerik en D. van Gigch, ieder ƒ7.00 en J. Hansen, ƒ5.00.
Bijzonder treffend was de toespraak aan P. Quaadgraseen' man, onder
ons bekend niet alleen door talrijke daden van zelfopofferingwaardoor reeds
14 menschenlevens door hem zijn gered, maar ook door zijne groote zedigheid
die hem alle openbaarmaking steeds zoo veel mogelijk heeft doen verhinderen
waarom ook de Maatschappij hem den hoogsten eereprijs toewees, dien zij ge
woon is te schenken. Ook de jongeling A. van den Dopdie nog geen 14
jaren oud, een ander kind voor een' gewissen«dood gered had, wekte ieders
deelneming en achting.
In onze vorige deelden wij uit eenen vergelijkenden staat van den uitvoer van
Kaas cenige bijzonderheden mede; het volgende betreft den uitvoer van Boter. In
1841 werden uitgevoerd 8,502,200 Ned. boter, eene waarde hebbende van
7,205,000; in 1842, 6,492,200, voor cenc waarde van ƒ5,565.200 en in
1843, 6,755,200 Ned. ffiter waarde van 5,082,250. De grootste uitvoer
bestond naar Engeland, zijnde in 1841 bijna 8 millioen, in 1842 bijna 6 en
in 1843 ruim 6 millioen Ned. het meest komenna EngelandJava
Havana en Suriname in aanmerking, terwijl ter proviandering onzer O. I.
schepen ongeveer 144,000 Ned. in elk der genoemde jaren werden aange
wend.
Uit een' vergelijkenden staat der opbrengst van de middelen in de negen
eerste maanden van dit jaar tegenover die van 1843 blijkt dat de directe
belastingen 406,282.72de registratie-zegel- en successie-rcgtenenz.
157,161.52het regt van waarborg op gouden en zilveren werken ƒ6.297.311-,
de posterijen ƒ17,053.29 en de loterijen ƒ22,510 minder dan in de negen
eerste maanden van 1843doch de in- en uitgaande regtenscheepvaartregt,
vuur-, ton- en bakengelden 21,962.55^en accijnsen 572,058.22^ meer
hebben opgeleverd. De geheele ontvangst in 1843 had voor de 9 eerste maan
den beloopen ƒ39,169,302.03en beliep dit jaar ƒ39,154,017.96verschil
ƒ15,284.07.
's GRAVENHAGE26 October.
De Minister van Finantiën heeft bekend gemaakt, dat van de gelegenheid,
welke, ten gevolge van 'sKonings besluiten van den 28sten September 1844
Staatsbln°. 49) en van den 18den October 1844 (Staatsbl. n°. 52), van
den 7llen tot en met den 22slen dezer heeft opengestaantot vrijwillige ver
wisseling van 5 pCts. Nationale sóhnld in 4 pCts. Nationale schuld tegen den
prijs van 96J ten honderd, is gebruik gemaakt voor een kapitaal van
ƒ36,424,500.
In de Zitting der Tweede Kamer van de Staten-Generaalvan Donder
dag 1. 1., (zie onze vorige) zijn ingekomen de acht volgende ontwerpen van
wetals
1°. Tot wijziging van het eerste Boek des Strafwethoeks.
2°. Nopens het tarief der regten van in-, uit- en doorvoer.
3°. Wegens de aanwijzing der middelen tot aflossing van dc schuld aan de
Ned. Handel-Maatschappij.
4°. Omtrent de aflossing van de 3 J pCts. Amortisatie-Sijndikaat.
5°. Die tot bepaling van salarissen van de bewaarders der Hypotheken
het kadaster en de scheepsbewijzen.
6". Die tot wijziging van den accijns op liet geslagt.
7°. Wegens de zeepen
8°. Vijftien ontwerpen van wet, tot uitvoering van art. 6 der Grondwet
omtrent de uitoefening van het stem- en kiesregt.
Voorts is onder anderen ingekomen eene lijst van zes Kandidaten ter vervul
ling der opene plaats in den Hoogen Raadte weten de Ileeren Mrs. M. P. II.
Strens, Adv. Gen. bij het Limb, llof; R. J. E. Capitaine, Offic. bij de Arr.-
Regtbank te Maastricht; II. H. Gcradts, Presd. dier Regtb.; J. J. BattaPres.
van het Limb. Ilof; C. Star Busmann, Pres. van het Gron. Hof, en Jhr II. E.
van PanhuysProc.-Gen. bij het Limb. Ilof.
Onder de veelvuldige verzoekschriften die er aan de Tweede Kamer zijn
rondgedeeld, betrekkelijk het tarief op den in-, uit- en doorvoer, treft men
er een van handelaren in boter en kaas, te Rotterdamwaarbij zij het in
het belang van handel en veeteelt rekenen, llun Ed. Mog. eerbiedig eenige,
naar zij vermeenengegronde bedenkingen voor te dragenbetrekkelijk de
belasting op den uitvoer der artikelen: boter en kaas, zoo als die wordt voor
gesteld. Zij hebben met de meeste verwondering opgemerkt, dat de be
staande belasting op den uitvoer van boter en kaas behouden is. Zij dur
ven met vertrouwen beweren, dat zij noch in de beginselen van vrijheid van
handel, noch in die van bescherming eener vaderlandsche nijverheid, welke
de Regering bij hare memorie van toelichting zegt voor te staan eenige re
den hebben kunnen vindenwelke de voortdurende bezwaring van zoo be
langrijke vaderlandsche voortbrengselen bij den uitvoer zouden kunnen aan
raden, hetzij men het tarief beoordeele uit het oogpunt van handels-vrijheid
of bescherming van nijverheid. Zij zijn van oordeel, dat die regten eene
allerverderfelijkste strekking hebben, daar, eensdeelszij den handel belem
meren, door verhooging van onkosten, en de vermindering van kans om op
buitenlandsche markten met vreemde boter en kaas te concurrerenen an
derdeels vermindering van uitvoer nadeelig werkt op de productie. Deze
regten wekken te meer bevreemding, daar de Regering vlas cn meekrap