zaken was. Er ontbreekt slechts één ding aan. Het is gcdagtcekcnd uit
l.ondcn! dat is de erkenning van zijn' val, het bewijs dat die weldaden, waar
van hij spreekt, niet meer bestaan.
Indien dit adres iets te beteckenen had, zou bij Spanje hebben moeten ge-
lukwenschen, dat die groote voorregtenwelke hij zich vleit, aan hetzelve
te hebben bezorgd, nog in wezen waren. Anders is zulk een stuk meer dan
overtollig, het is beleedigend. Espartero heeft geen voortdurend of uitsluitend
voorregt om Spanje vrijheid en eene goede regering te geven. Hij heeft een
mislukte poging gedaan. Anderen hebben hunne rol gespeeld en hem ver
dreven.
Kan hij nu niets meer voor de zaak der constitutie in Spanje doen laat
hij ten minste welwillend in zijne ballingschap berusten en dat hij zich nu
niet op den voorgrond stelle met het ceuig doel om aan de wereld te herin
neren dat hij regent van Spanje zou geweest zijn (als hij niet besluiteloos of
dom ware geweest) tot den 10de" dezer maand dat hij Spanje eene regering
en eene staatsregeling zou hebben gegevenals hij genoegzamen geest en be
kwaamheid gehad had.
De Morning Chronicle, orgaan der Whigs, beziet de zaak uit een vlak te
genovergesteld oogpunt
Nooit voorwaar heeft zich een staatkundig verbannene met meer waardig
heid matiging en eerbied gedragen voor de onzijdigheid van het land dat
hem heeft geherbergddan de Hertog der Overwinning. Zoo het noodig ge
weest ware om de lompe lasteringen tegen zijne voorgewende heerschzucht te
beantwoordenzon de vreedzame onbekendheid waarin hij in Engeland geleefd
heeft, een voldoend antwoord zijn. Indien dan de Ex-Regent van Spanje
thans het stilzwijgen meent te moeten breken op het tijdstip w aarop de door
de Cortes aan hem toevertrouwde regering ten einde looptkan men hem
niet beschuldigen, dat hij het publiek met zijnen naam of zijne aanmatigin
gen verveeltwij durven staande houden dat er geen enkel vrijzinnig Span
jaard is, zelfs onder de vijanden van Espartero, die heden zijnen val niet diep
betreurt, of niet toestemt dat het aanblijven van zijn bestuur, welke ook
zijne bijzondere gebreken of hebbelijkheden mogten zijn, niet een waar staat
kundig paradijs zou geweest zijntegenover het Dictatorschap van Narvaez
dat niets minder is dan de afschaffing van alle vrijheden, niet alleen die door
de grondwet zijn bepaaldmaar zelfs van die welke de Spaan sche burger
sedert onheugelijken tijd onder willekeurige Koningen bezat.
Eene zoo eenvoudigeduidelijkeware opmerking moet den Hertog wel aan
geheel het vrijzinnige Spanje doen betreuren. De Hertog rigt gcene andere
eischen tot zijn land dan die van een' Generaalwelke het van eene despotieke
en bijgeloovige partij heelt bevrijden van een' Regent die te midden van j
allerlei moeijelijkheden en wederwaardighedennooit van de constitutionele
regten is afgeweken. Al de brieven uit Spanje gewagen van de regeringloos
heid die in het kabinet heerscht, en de dagbladen strekken alleen om den oor
log tusschen deszelfs leden te ontvlammen. Narvaez heeft nu de meeste man
nen beproefd van de gematigde partij zelfs van den tweeden rangmaar
hij kan zich met geen hunner als ambtgenoot vercenigenen terwijl hij
vreest door hun toedoen het lot van Olozaga te deelenheeft hij besloten zijne
gewone middelen van geweld te gebruiken, om zich van zijne medestanders
te ontdoen. Hij heeft zich nogtans van Monden leerling van Torenobe
diend om zekere finantiële zaken te regelenen het te kort van de schatkist
te vergrootendoor vooraf over al de hulpbronnen te beschikken.
De Cortes bereiden zich tot eene bijeenkomstzij zullen uitsluitend uit
gematigden zijn zamengesteldonder bescherming der bajonetten van het le
ger. En nogtans, hoe gematigd ook, stelt Narvaez zoo weinig vertrouwen in
hendatzoo hij zich van zijne ambtgenooten wist te ontdoendie Cortes
zelf het hem lastig zouden maken, ten naastenbij als de beruchte Cortes der
halve ultra's, die hij bedroog.
Het is echter duidelijk dat er een strijd op handen is. De vrijzinnigen
hebben in de daad van het bieden van tegenstand afgezien, en de ontwapende
burgers laten het leger de zorg over om naar zijn goeddunken te handelen.
Maar de werktuigen en de ambtgenooten van Narvaez vervangen heden de
oppositie. De gematigden wilden wel gaarne zich aan de plak van den sol
daat onttrekken, en de vrijzinnigen hopen,, dat eene niet bloedige, niet
stuiptrekkende omwenteling hen van hunnen militairen dictator zal verlossen.
In zulke omstandigheden is het naamfeest van den Hertog der overwinning
beteekenend rond en moedig
STABS BERIGT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad LEYDEN
Gehad hebbende het verzoek van P. Goddyn, Smit, wonende alhier, strek
kende ter bekoming van de vcrcischtc vergunning om in de Huizinge, staande
en gelegen binnen deze -Stad, in de Wintersteeg, Wijk VII. N°. 1015 eene
Smitse te mogen doen stellen.
Gelet op Zijner Majestcits besluit van den 31steD Januarij 1824, rakende
vergunning ter oprigting van sommige fabrijken en trafijken.
Krengen bij deze ter kennis van alle daarbij belanghebbenden, dat tot het
hooren der Eigenaars en Bewoners van de naastbijgelegene en belendende pan
den ten opzigtc der inl'ormatiën de Commodo et Incommododoor de Com
missie van Fabricage zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer Stadop
Dingsdag den 22s,en October aanstaande, des middags ten twaalf ure,
I zullende de belanghebbenden verpligt zijn, hunne bezwaren tegen opgemela
verzoek op dien tijd bij genoemde Commissie in te brengen terwijl bij ver-
zuim daarvan zij gehouden zullen worden, tegen de inwilliging van hetzelve
zich niet te hebben verzet.
Ley den17 October 1844.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DU RIEU.
Ter ordonnantie van dezelve,
v. PUTTKAMMER.
AKADEME-NIEUWS.
PROMOTIEN AAN DE LEYDSCHE ÏIOOGESCHOOL.
Publiek.
Den 17deu October, de Heer C. E. Heynsius, van Moordrecht, in de Medicij
nen na verdediging zijner Dissertatie de Sonis Cordis.
Privaat.
Den 16den October, de Heer M. A. Roodenbcrg, van Delft, in de Medicij
nen, na verdediging zijner Dissertatie', continens: Nonnulla de Quuestione
utrum Phthisissit contagiosanee ne.
Denzelfden dag, de Heer P. A. van Toorenburg, van 'sGravenhagein de
Medicijnen, na verdediging zijner Dissertatie, continens: Annotationes circa
Scrofulosin infantium.
Den 17den October, de Heer J. de Ligt, van Rotterdam, in de Medicijnen,
na verdediging zijner Dissertatie, continens: Observationes quasdam Medicus
ex Clinice Cl. Pruys van der Hoeven.
De Promotie van den Heer J. N. G. Sassen, in onze vorige ge
meld, ons als privaat opgegeven, is publiek geweest.
MENGELWERK.
GEBRUIK YAN KOFFIJDIK.
De Heer RheindorlF, van Rhendsburg, geeft het volgend middel aan om
gaz-verlichting uit koffijdik te bereiden. Men droogt het koffijdik op linnen
schermendoet het alsdan in eene distilleer-pan van gegoten ijzeren maakt
deze gloeijend. Door middel eener buis of pijp van blik leidt men den zich
ontwikkelenden gazstroom in eene kleine ton die met water gevuld is en
waarin zwavelzuur lood (hetwelk bij de zijdeverwers of katoendrukkers te ver
krijgen is) is opgehangen. Van hier uit wordt de gazstroom insgelijks door
een met kalkmelk gevuld vaatwerk in den gazmeter en zoo verder henen
door de leidingbuizen gevoerd. Daar nu deze toestel niet kostbaar, en het
grondbestanddeel in ieder huishouden te verkrijgen is, kan ieder ligtclijk de
proef nemen. De overblijvende olie te onderzoeken laat hij aan de Heeren
Scheikundigen over; welligt worden ook Geneeskundigen op deze omstandig
heid opmerkzaamen deelen zij ons deswege iets naders mede. De verhouding
van het koffijdik tot het gaz is nagenoeg als volgt: 1 pond gedroogd koffijdik
levert 3240 kubiek duim zuiver brandbaar gaz buitendien verkrijgt incn de
overblijvende kooldie 10 lood weegtals ook de olie en de afgescheidene
ammoniak. Als men de overblijvende bestanddeelcn lot geld kan maken
zal de gazverlichting om-niet te bekomen zijn.
Omtrent het gebruik van koffijdik diene nog het volgende, hetgeen dezer
dagen door een Belgisch blad uit Gend wordt medegedeeld:
Men weet dat het kweeken van bloemen een der voornaamste nijverheids
takken dezer stadook sedert eenige jaren in de meeste omliggende dorpen
overgebragt is, waar het tegenwoordig geenszins aan goede en behendige
bloemkweekers ontbreekt. Een dezer laatste schrijft ons nopens eene soort van
mestaarde terreaudie hij reeds sedert meer dan zes jaren maakt, en voor
de meeste uitheemsche bloem-huisgewassenbijzonderlijk voor de Fuchsiae
CalceolariaeMimuliAzuliae indicaeboven alle andere soorten van
mestaarde verkiest.
Hij vergadert tot het maken van dezen grondhetgeen hij in het begin
der Hooimaand doet, al den koffijdroesem of koffijmerg, welke hij heeft
kunnen bekomen en in eene drooge plaats bewaard heeft, en mengt dien
droesem met dubbel zooveel gewone aarde en zand, in gelijke deelen onder
elkander bewerkt, in diervoege, dat hij op eene laag van dit zamenvoegsel
van aarde en zand van omtrent drie duim dikte, eene laag koffijmerg giet,
van alleenlijk een duim dikte, en gaat alzoo voort tot dat hij al zijn koffij
merg gebezigd heeft, beurtelings de lagen van aarde en zand en van droesem
makende.
Dit hoopjedat hij steeds zorg heeft tegen eenen zuidkant te maken
bedekt hij met stroo, opdat het niet zoude uitdroogen, en begiet het dagelijks
bij droog of heet weder. Het blijft er veertien of vijftien maanden liggen,
en alsdan, juist in den verplanttijd der heesters en plantgewassen, welke
men in de blocmhuizen of trekkassen moet laten overwinteren, is die mest
aarde welke men met de spade goed omkeert en van wormen en andere
ongedierten zuivert, in goeden staat van bereiding en geschikt om onmiddelijk
gebruikt te worden.