LEYDSCHE
COURANT.
1844.
MAANDAG,
14 OCTOBER.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
De Courant wordt driemaal in de week uitgegeven, des Maandags, Woensdags en Vrijdags. De Maandagsche. Courant wordt,
hoofde van den ZondagZaturdag avond verkrijgbaar gesteld, en de Advertentiën voor dat nommer worden Zaturdag vóór drie ure verwacht
De prijs van deze Courant is ƒ3.voor de 3 maanden.
LEYDEN12 October.
Voor de weduwe en kinderen, wier man en vader den 4<len dezer alhier
verdronken iszijn wederom ingekomen de volgende giften
Van N. S. 5. Van L. f 1.50. Van L. 6. Van C. 2.60.
Van E. 3. Van T. 1.50. Van G. 2. Van Deen kin
derhemd en muts; en van eenige menschenvrienden te Valkenburg en de
heide Katwijken 24.40.
Men verneemt, dat het gedeelte van den Rijnspoorweg van Driebergen
naar Ede den 7dcn December aanstaande zal geopend wordende geheele weg
zal waarschijnlijk in April van het volgend jaar voltooid wezen.
De bevolking der Staten van Midden-Europa, is sedert 25 of 30 jaren
aanmerkelijk vooruitgegaan. In 1815 telde Nederland 2,150,000 inwoners, in
1844, 2,953,618; België 3,130,000, thans bijna 4,000,000. In 1815 had
de Oostenrijksche Monarchie even 28,000,000 zielen, in 1841 bijna37,000,000.
Pruissen telde in 1816, 10,600,000 inwoners, do laatste telling brengt dat
getal tot bijna 15,000,000. De zoogenoemde Duitsche Staten hadden in 1822
nog geen 14,000,000 zielenthans 15,500,000. [Deze in vergelijking van
andere landen geringe aanwinst in bevolking schijnt aan de gedurige land
verhuizingen te moeten worden toegeschreven.] De bevolking van Zwitserland
werd in 1822 geschat op 1,855,000 zielen, in 1841 op 2,250,000. Einde
lijk lelde Frankrijk in 1816, 29,152,000 inwoners, in 1841, 34,230,000.
Bij deze toeneming der bevolking komt eene andere omstandigheid, welke
niet minder merkwaardig is; de middelbare levensduur is sedert 30 jaren
aanmerkelijk toegenomen, namelijk in plaats dat die voorbeen in de genoemde
landen op 2830 of 35 jaren berekend werd is deze thans 4045 tot 50
jaar. De geslachten leven thans langer dan voorheenen hunne opvolging-
is daarom minder spoedig.
's GRAVENHAGE11 October.
Z. M. heeft benoemd tot Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw,
den Heer E. G. Bruyns, Commies bij het Departement van Buitenlandsche
Zaken.
Aan den Consul der Nederlanden in het Lombardijsch Venetiaansch
Koningrijk, den Heer C. Rampertiis een eervol ontslag verleend.
Men verneemt dat Z. Exc. de Minister van Binnenlandsche Zakenals
een middel ter vermindering van armoede onder de arbeidende klasse in dit
Rijk de noodige instruction aan de H. II. Hoofd-Ingenicurs van den waterstaat
heeft doen toekomen, om toe te zien dat bij de uitvoering van 'sRijks wer
ken zooveel mogelijk Nederlcmdsclie en geen vreemde arbeiders gebezigd
worden.
Het Provinciaal Geregtshof van Zuid-Holland heeft Johanna Hulsker
beschuldigd van poging tot brandstichting in bet logement het Roode Hert
te 's Gravenhageniet schuldig verklaard.
AMSTERDAM, 10 October.
Naar wij vernemenis bij den Raad dezer Stad aanhangigeen voor
stel van Prof. J. Bosschaom tol mede ambtgenoot te mogen nemenden
Heer Mr. Is. da Costa, welke laatste zich met de collegien in de Latijnsche
en Grieksche talen zoude belastenen daarbij nog een afzonderlijk collegie
zoude voegen over moderne Europesche talen.
BARBARIJE.
TRIPOLI18 Augustus.
De ellende en de nood hebben hier waarlijk een gruwzame hoogte be
reikt. De Pacha is met de Consuls, en Europeanen op een' goeden voet en
betaalt ook het dagblad van Smirna dat hem prijst, en alzoo staat hij
als een geschikt man te boek, maar hij perst het land uit als een citroen.
De halve stad is letterlijk een puinhoop twee derde gedeelte der woningen
is ingestort. In het vorige jaar heeft hij ruim I J millioen guldens afge
perst, hetwelk alles naar Konstantinopel gaat, terwijl de vorige Pacha hoog
stens J millioen hief. Van nog grootcr gewigt is het dat de Franschen be
reids alle toegangen tot Sahara bezet hebben; van Tuggurt tot Tripoli heb
ben zij hoogstens acht marschen>hun plan schijnt te zijn om de kustlanden
van Noord-Afrika te bezetten, zoo naar Egypte te geraken, en zich het bezit
daarvan te verzekeren. Een ander plan van do Franschen isom zich van
de groote woestijn en den rijken handel met Sudan, Besuan en Tombuctoo mees
ter te maken. De groote woestijn Sahara wordt door twee talrijke volken be
woond de Twariks en de Tuati's, de laatsten hebben steden, dorpen, tuin
bouw en groote welvaart in het westen der woestijnde eersten beslaan een
veel grooter gebied ten Oosten maar van mindere hoedanigheidook zijn
zij meer zwervende en hebben slechts een eenige stad Ghat. Doch zij zijn
zeer oorlogzuchtig en vooral door de menigte hunner kamelendromedarissen
en paarden beroemd. Deze volken, hoewel nog vrij en onafhankelijk, zijn
bereids aan de staatkundige kunstgrepen van Frankrijk blootgesteld, dat er
op uit is om ben aan zich te onderwerpen met de groote woestijn zich in het
alleenbezit der wegen naar het beschaafde Midden-Afrika te stellen, en den
winstgevenden handel in goud tot zich te trekken die nu alleen in handen
der beide genoemde volken is. Vijandschap is in het binnenland van Afrika
zeer gewoon en thans is er een zeer ernstige oorlog uitgebroken tusschen
de Twariks en de Schamba's, eene kleinen onaanzienlijken volkstam, die zich
op de grenzen tusschen de Twariks en Tuati's ophoudt. Deze Schamba's zijn
nu in het Fransche gedeelte van de woestijn van Sahara gevlngtwerwaarts
de Twariks eenige duizende dromedarissen om ben met snelheid te over
vallen, hebben afgezonden. Frankrijk heeft nu aanleiding van de Schamba's
te beschermen, de Twariks te tuchtigen en het land te bezetton.
PER§IE.
Onder het opschriftDe Schah van Persiëdeelt de Revue de Paris een
artikel mede waarvan het volgende een uittreksel is. Na twijfeling geopperd
te hebben over den troonsafstand van den Schah, in navolging van de Bom
bay Times door andere dagbladen medegedeeld, welke tijding de Revue aan
merkt als een tegenhanger van die omtrent den afstand van Mehemed-Ali
gaat dat tijdschrift dus voort
Mehemed-Schahzoon van Abbas Mirza, heeft den troon beklommen in den
maand October 1834, en is naauwelijks 40 jaar oud. Bij zijne beklimming
barstten ernstige onlusten in geheel Persië uit, omdat de wet van troonsop
volging in zekeren zin geschonden wasdaar zijn grootvader en voorganger
bestemd haddat zijn tweede zoon Abbas-Mirzawiens bekwaamheden en ver
stand overal uitgebazuind werdenhem zou opvolgen. Toen hij Kroonprins
was trachtte hij de Europesche krijgskunst bij het leger in te voeren en de
eenige vorderingenwelke de Persen daarin gemaakt hebbenis men aan
dien Vorst verschuldigd. Abbas-Mirza stierf voor zijnen vader en liet onder
scheiden kinderen na. Mehemed-Schahde tegenwoordige Koningis de
oudstede tweede was Kharaman-Mirzawelke Gouverneur van Tabris was
en die plotseling stierf ten tijde van het uitbreken der oneenigheden tusschen
Persië en de Porte.
Men heeft het groot aantal plotselinge sterfgevallen opgemerkt, welke in dien
tijd den Persischen adel troffen; zij hadden vooral plaats onder diegenen, welke
cenigen tegenstand boden aan de oorlogzuchtige gedachten van den Schah.
Kharaman-Mirza was een vredelievend mangroot vriend van Ruslanddie
hem een pensioen betaalde, alsook van den Groot-Seïd van Tabris. De jongste
broeder van Mehemed-Schah heette Meheined-Rheiim-Mirza, en was Gouverneur
van Khoïe, Een ander jonge Prins, Ferrhad-Mirza, was in 1840 tot Gouver
neur benoemd van Schiras en werd weldra door de bevolking verdreven, welke
nog vijandiger tegen de Regering wasdan die van Ispahan. Het is een haat
van eene kaste, welke nooit wordt uilgcbluscht; de inwoners van de zuidelijke
Provinciën beschouwen zich als alleen van zuiver Persisch bloedwillen zich
niet door den stam van Khadjars, tot welken de Schah behoort lat.cn rege
ren, en zien hen aan als van Turksch ras. Men weet dat het gebruik van de
Turksche taal in het noorden van Persië en aan het hof van Teheran alge
meen is.
Abbas-Mirza had een' ouderen broeder Mehemcd-Ali-Mirza genoemddie
Gouverneur was van Kherman-Schah gedurende het leven van bovengenoemden
grootvader. Deze Vorst had zijne komst tot den troon, van welken hij zich
onregtvaardig verbannen zagwillen voorbereiden en deelgenooten in het
westen van Persië aanwerven; men beweert zelfs, dat hij aan een Fransch-