LEYDSCHE COURANT. 1844. YRIJDAG, 4 OCTOBER. LEYDEN ONTZET. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. De Courant wordt driemaal in de week uitgegeven, des MaandagsWoensdags en Vrijdags. De Maandagsche Courant wordt, uit hoofde van den ZondagZaturdag avond verkrijgbaar gesteld, en de Advertentiën voor dat nommer worden Zaturdag vóór drie ure verwacht De prijs van deze Courant is ƒ3.voor de 3 maanden. De derde October van het jare 1574 welke heden volgens ond gebruik plegtig in verscheidene Kerken is herdacht, is voor Leyden te merkwaardig, dan dat wij niet eens van het nieuws van den dag een' terugtred zouden doen naar eene gebeurtenisdie nu al 270 jaren achter ons ligt. Den derden October des jaars 1574 werd Leyden ontzet. Reeds van den laatsten October 1573 tot het einde van Maart 1574 was de stad door de Spanjaarden ingesloten geweest. De komst van Graaf Lodewijk van Nassau met een leger hier te landdeed de Spanjaarden toen het beleg opbreken. Het liet zich echter vooruitzien dat zij zouden terugkomen. Willem de I. zag dit vooruit en waarschuwdeom de stad in tijds met leeftogt te bezorgen maar gebrek aan geld of aan voorzorg of beide deze oorzaken te zamen had den zulks doen verzuimen. Den 26sten Mei daagde een Spaansch leger ruim 7,000 man sterk, onder bevel van Francisco de Valdez, andermaal op en sloot de van krijgsvolk onvoorziene stad met twee en zestig schansen op groo teren of kleineren afstand, van tijd tot tijd rondom haar opgeworpen, naauwer i n dan te voren. De veertien duizend inwoners die de sedert zeer uitgelegde stad toen bevattekonden bij den geringen voorraad graan die er gevonden werd, wilde men deze nog eenigzins doen strekken, niet meer dan een half pond brood per hoofd daags bekomen. Al spoedig ontstond er groote schaarsch- le, die tot nijpend gebrek klom, en zich tot eenen graad van gruwzamen hon gersnood verhief, welke met besmettelijke ziekte in haar gevolgbijna zes duizend menschen had weggemaaid toen de stad ontzet werd. Dat was dus een blijde gedenkdag, te blijder en onvergetelijkernaar mate de verlossing onmogelijker scheen. Reeds had de Spanjaard in trotschen waan zich durven beroemendat het even onmogelijk was de sterren met de hand van den hemel tc grijpen als de stad aan zijne magt te ontrukken. Reeds hield hij ze voor gewonnen. Wel lag er een vloot van twee honderd platboomde vaartuigen, met achthonderd Zeeuwsche matrozen bemand, door de zorg van Prins Willem, en de opoffering van Hollands ingezetenen, te Rotter dam gereed om de benaauwde stad te ontzetten cn leeftogt aan te brengen, reeds had men de ljssel- en Maasdijken doorgraven en de sluizen geopend om den vijand door het water te verjagenmaar zou dit batendan moest het water wassenen hier eindigde menschelijk vermogen. Inmiddels klom de nood op 't hoogst, en iederen dag scheen de val der stad on verm ij del ijker. Toen be haagde het Hem in wiens hand winden en wateren zijndeze dienstbaar te maken tot Leydens ontzet. Door een' noordwesten stormwind gedreven wies het water der zeewaardoor de rivieren stegen en de landen tusschen Gouda Rotterdam en deze stad onder water werden gezet. De Spanjaard vlugtte woedend van spijten de Zeeuwsche Admiraal Boizot voer den 3(len October 's morgens ten acht ure de Vliet bij de Koepoort binnen. De menigte verslond de haring en het brood en juichte langs de straten: Gode zij lofLeyden is ontzet! Welk een overgang! Wat moet er in het hart van velen zijn omgegaan! Welk een edele zelfsvoldoening voor den Bevelhebber van der Does, den Bur gemeester van de Werff en zoo velen, die in de stad de muiterij van eenigen, de moedeloosheid van velen, de ellende van allen, de listen en lagen van den vijand daar buiten, met nooit volprezen ijver, kloek beleid en onwrikbaar vertrouwen op de Voorzienigheid het hoofd hadden geboden. Nog een paar dagenen het ware met de stad gedaan geweesten de Spanjaard meende de ure nabij dat hij er het woeste krijgsgeweld dier vreeselijke tijden in al deszell's verschrikkingen den ruimen teugel zou kunnen vieren. Ware Leyden gevallende vreemde overheersching zou zich vaster dan ooit in Nederland hebben genesteldde vrijheid zou aan onderdrukking en ellende haren zetel hebben moeten inruimen. Ziet wat nog heden Spanje is, en leert uit die vergelijking de waardij van redelijke vrijheidvan christelijke verlichting cn met haar die van ontwikkeling van dejimensclielijkehgeestvan maatschappelijke veiligheidvan nijverheid en welvaart op hoogen prijs schat ten. Neen zoo er zijn kunnendie wanen dat het voor hen wenschelijk ge weest ware, dat de Spanjaarden overwonnen hadden, gewis, zij zien de ge beurtenis niet in het onbedriegelijk licht der onpartijdige waarheid. Deze verlossing toch was de zegepraal van het vaderland over vreemd ge weld over onderdrukking van wat den mensch het dierbaarste ishet was deze zoo kennelijk door de Almagt bestuurde uitkomstdie de verlossing des Vaderlands als in haar gevolg voerde. Dat ontzet gold ons volksbestaan het moet den weidenkenden Nederlander dierbaar blijvenhet mag nimmer door Leydens ingezetenen worden vergeten. Ieder gedenke het in zijnen kring, op zijne wijze, en leere uit deze hoogstmerkwaardige geschiedenis, dat zoo al ge weld of list ter onderdrukking van eene vrijheidwaarmede de ontwikkeling en hloei der Maatschappij staat of valtvoor een' tijd schijnbaar moge zege pralen hun raad niet uit God is en te zijnen tijd zal verbroken worden. Dat predikt dit ontzet, en de beroemde Hoogeschool, dat onwaardeerbaar geschenk van Willem de I., der burgerij voor haren trouw en volharding aan gebodenstaat daar in vollen luister als een eerwaardig gedenkteeken van de wonderbare uitredding dezer stadter verheerlijking van Hem in wiens hand de lotgevallen der volkeren zijn. LEYDEN, 3 October. In de Vergadering der Kiezersop gisteren gehoudenzijn tot Leden van den Stedelijken Raad verkozen de Heeren Mrs. H. A. Ncderburgh en P. G. Hubrecht. Den 31ste" Julij 1. 1. is de 28ste Algemeene Vergadering van het Hoofd bestuur en de Afgevaardigden der Districts-Commissiën van het Fonds ter aanmoediging en ondersteuning der gewapende dienst in de Nederlanden, ge houden. Uit de rekening door het Hoofdbestuur in deze Vergadering ingele verd is geblekendat van de inschrijvingen 5 pCts. Werkelijke Schuld ten behoeve van het primitive fonds is moeten verkocht worden 100,000, zoo wel tot dekking van het te kort op dit fonds, als voor nitkeering van het aandeel in dit fonds aan het Belgisch Gouvernement toegekend zoodat het kapitaal dezer 5 pCts. inschrijvingen is verbleven op den 31steD December 1843 958,700; Dat ten behoeve van het primitive fonds, van den Heer J. van Ouwerkerk de Vries is ontvangen een legaat groot 200 Dat ten behoeve van het primitive fonds, voor gratificatiën aan de deel- geregtigden over het jaar 1843 is uitbetaald eene somma van 50,414.51 en daarenboven nog voor aanzuiveringen van gratificatiënwelke over den jare 1842 niet waren uitbetaald, eene somma van 693.20 Dat aan het Invalidenhuis te Leyden zijn goedgedaan de pensioenen en gratificatiën, die door de in dat gesticht geplaatste militairen van den Slaat en van dit fonds worden getrokken alsmede de renten van de ten behoeve van dat gesticht thans bestaande 6900 inschrijvingen 5 pCts. AVerkelijkc Schuld, en alzoo te zamen ingebragt eene somma van 15,838.36en dat hoven en behalve deze som, tot onderhoud van het gebouw, administratie, voeding en kleeding der Invaliden is uitbetaald eene somma van 18,458.82£ Dat uit den intrest van de eerste gift van het Waterloo-Committé te Londenaan verminkten en nageblevenen van gesneuvelden van den veldtogt van 1815, en wel over de jaren 1842 en 1843, is uitbetaald eene soinma van 2316 Dat het Hoofdbestuur, ten gevolge van het genomen besluit in de Alge meene Vergadering des vorigen jaars, is voortgegaan met de provisionele hedeeling aan verminkten uit vroegere oorlogen gevoerd vóór November 1813, waarvoor aan gratificatiën over het jaar 1843 zijn uitbetaald 4520.99 terwijl van deze laatstgenoemden 4 verminkten in hel Invalidenhuis zich bevindenwaardoor het getal der personenmet inbegrip van 10 uit den strijd tegen België, in dat gesticht aanwezig, op den laatsten December 1843 in het geheel beliep 124 En eindelijkdat ten behoeve van de slagtoffere uit den strijd met België van de inschrijvingen 5 pCts. Werkelijke Schuld ten behoeve van dit fonds, voor het te kort komende op hetzelveis moeten verkocht worden f 5000. In den loop van dit jaar zijn aan bijdragen ingekomen 801.82en door het Hoofdbestuur ontvangen de renten der belegde gelden ter somma van 13,295.83, waaronder zijn begrepen de renten van ƒ3000 21 pCts. en 2000 5 pCts. inschrijvingen AVerkelijke Schuldwaarvan bloot de vruchten aan dat fonds zijn afgestaanen daarentegen aan gratificatiën over het jaar 1843 uitbetaald geworden eene somma van 28,534.37^. Het Hoofdbestuur, dit kort verslag van den staat van het fonds aan het publiek mededeclendezalzoo spoedig hetzelve zich hiertoe in staat zal l>e-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1844 | | pagina 1