LEYDSCHE
COURANT.
1844.
N°. 35.
WOENSDAG,
18 SEPTEMBER.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
De Courant wordt driemaal in de week uitgegeven, des MaandagsWoensdags en Vrijdags. De Maandagsche Courant wordt, uit
hoofde van den ZondagZaturdag avond verkrijgbaar gesteld, en de Advertentiën voor dat nommer worden Zaturdag vóór drie ure verwacht.
De prijs van deze Courant is ƒ3.voor de 3 maanden.
LEYDEN, 17 September.
Eergisteren is alhier op de gebruikelijke wijze de eerste verjaardag gevierd
van Z. K. H. Prins Manrits, tweeden Zoon van HH. KK. IIH. den Prins en
Prinses van Oranje.
Ter vervulling der vacature van Regter in de Arrondissements-Regtbank
alhier, ontstaan door de benoeming van den Heer Mr. C. J. Luzac, tot
President van dat collegie, heeft de Regtbank, op den 6den dezer, het navol
gende drietal geformeerd: 1°. Mr. J.T. Pringle, Griffier bij het kantongeregt te
's Gravcnhage; 2°. Jhr. Mr. E. J. van der Goes, Regter-Plaatsvervanger in de
Arrondissements-Regtbank alhier; en 3°. Mr. J. A. Vaillant, Regter-Plaats
vervanger te Rotterdam.
Wij gelooven onze geëerde Stadgenooten te moeten opmerkzaam maken
dat behalve de nu opgerigte Zieken- en Begrafenisfonds, den grooten naam
voerende van Boerhaave (wiens zinspreuk echter wasde eenvoudigheid is
het kenmerk van het ware), ook nog sedert vele jaren in deze Stad bestaan
onderscheidene Fondsenten doel hebbende om aan de werkzamen mingegoede
klassen onzer medeburgers, tegen eene geringe wekelijksche betaling, Genees-
Heel- en Verloskundige hulp, gedeeltelijke bijdrage, en bij overlijden, aan
hunne erveneene niet onaanzienlijke uitkeering tot goedmaking der begrafe
niskosten te verleenen dat deze gevestigde fondsen steeds met het meeste
nut] werkzaam zijn en aan het goede en heilzame doel van derzelver inrigting
volkomen beantwoorden; dat ook daartoe mag gerekend worden, het fonds
opgerigt onder de eenvoudige spreukHulp in Lijdenin hetwelk bij voortdu
ring nieuwe leden worden aangenomen en datom deszelfs zeer doelmatige
inrigting wel verdient meer algemeen hekend zijnwordende de administratie
geheel om niet waargenomenterwijl de gegronde waarborgen voor de leden
om datgene te genieten waarop zij aanspraak hebbengelegen zijn en in de
getrouwe behartiging hunner belangen, en in eene aanzienlijke reservekas
waarvan de geldenten voordeele der inrigtingin landseffeclen zijn belegd
waarom het Bestuur van hetzelve dan ook hartelijk wenscht, dat door geene
te groote en misschien ontijdige concurrentiedie ook in het oprigten van
Zieken- en Begralfenisfondsen schijnt door te dringende beslaande inrigtin-
gen, en dus ook de hare, door de zoodanigen, die nog gevestigd moeten wor
den zich zien verdrongen of in hnn gewenschte uitbreiding verhinderd.
(Ingezonden van wegen het Bestuur van het Zieken- en Begrafenisfonds
Hulp in Lijden.)
De Commissie van beheer en toezigt over het droogmaken van het Haarlem
mermeer heeft de gegadigden verwittigddat de aanbesteding geen plaats zal
hebben op den 19den dezer, zoo als aangekondigd was, maar op den 23sten,
ter zelfdcr plaatse en ure.
's GRAVENHAGE16 September.
Men verneemt dat Z. M. de Keizer van Rusland een blijk van Iloogst-
deszelfs bijzondere welwillendheid wenschende te geven aan de Heeren Baron
A. E. Mackay, Baron van Tuyll van Serooskerkenen Baron W. D. A.M. van
Brienen, alle drie Kamerheeren van Z. M. den Koning der Nederlanden, hen
vereerd heelt, den eerstgemeldemet de SE-Anna-orde, 2C klasse, en de
twee laatstgemelden, met de orde van SE Stanislaus, 2e klasse.
Men verzekert, dat onder de verschillende wets-ontwerpen, die in de
aanstaande zitting der Kamers aan dezelve zullen worden aangeboden, ook zal
behooren een betrekkelijk de invordering der directe belastingenwaardoor al-
zoo zullen worden afgeschaft de menigvuldige decreten en besluiten nopens dat
onderwerpzelfs van Franschen oorsprongomtrent wier toepasselijkheid en
wettigheid dikwerf verschil van gevoelen bestaat. Door de daarstelling van
eene zoodanige wet en de bepaalde afschaffing van alle vroegere verordeningen
op dat stukzal er aan eene wezenlijk bestaande behoefte worden voldaan.
Men verneemt dat de vraag of, en welke wijzigingen er in de wet op
de onteigening zullen worden gemaakt, bij de Regering in ernstige overweging
is genomenen een onderwerp van behandeling bij de daarbij betrokken be
sturen uitmaakt.
WEST-KAPELLE, 10 September.
Men schrijft van daar, dat het berigt omtrent het zinkstuk waarop negen
werklieden een etmaal in volle zee zouden hebben omgezworven, zeer vergroot
is, daar die lieden na 's morgens te 7 ure losgeslagen te zijn, door hulp van
een Belgische loodsboot,reeds te 11 ure, dus na verloop van 4 uren weder te
West-Kapelle zijn gebragt.
Het zinkstuk waarop zij zich bevonden, en vier bemande booten, dreven door
het springen van een tros, van het schip af waaraan zij waren vastgemaakt;
het schip volgde het, maar uit een der sloepen werd aan eene uitzeilende Bel
gische loodsboot verzocht, die merischen te willen opnemen, 't geen door deze
met de meeste bereidwilligheid, en op eene allezins lofwaardige wijze ge
schiedde, welke in ruime mate den dank der belanghebbenden verdient.
CHINA.
NING-POO, 21 Junij.
Er heeft alhier eene gebeurtenis plaats gehad, die de Chinezen van het
vaste besluit der Engelschen zal overtuigen, om het laatst gesloten verdrag
te doen handhaven. De mandarijnen van Ning-poo hadden zich veroorloofd
om een Chinees in hechtenis te nemenzonder de Engelsche overheden te
kennen, die, volgens de bepalingen van het verdrag ten minste van deze
handeling verwittigd hadden moeten worden. De Britsche gezagvoerder in de
genoemde plaatsde Heer Tomheeft de onmiddelijke invrijheidstelling van
den gevangene gevraagd en nog vóór daaraan voldaan was, de Engelsche vlag
op het gevangenhuis geplant en schildwachten aan de deuren daarvan tot be
scherming van den gevangene geplaatst. De mandarijnen door de vastheid
van den Heer Torn bevreesd gewordenhebben den gevangene in zijne handen
gesteld.
OOST'INDIE.
BATAVIA, 15 Mei.
Van hier meldt men het volgende, omtrent het voorgevallene met de twee
Engelsche schepen op Borneo die daarzoo als wij in ons nommer van den
9den September hebben berigteerst vriendelijk ontvangenmaar toen verra
derlijk aangevallenmet veel verlies van volk de wijk hadden moeten nemen
In de Javasche Courant van den 30stcn December 1843, n°. 104, is be-
rigt gegeven van de uitrusting van de Engelsche schoener Young Queen, Kant.
Hast, en de brik Anna, Kapt. Leurs, op kosten van den Heer Erskine Mur
ray die het bevel zoude voeren over deze expeditie, met de bedoelingom te
trachten eene gemeenschap te openen met de inlandsche hoofden, in de hoop,
daardoor eenig land te verkrijgen, ten einde eene kolonisatie daar te stellen in
eene der vruchtbaarste gedeelten van het groote en tot dusver nagenoeg onbe
kende eiland Borneo.
Die schepen zijn, onder aanvoering van den Heer Erskine Murray, die zich
als eigenaar van beide opgaf, den 25stett November 1843 onder Engelsche
vlag te Sambas aangekomen, zonder eenig ander opgegeven doel dan om handel
te drijven en van daar den 30stc" November vertrokken, met oogmerk, om
regelregt naar Banjermassing te stevenen.
Aldaar zijn zij den 12den December 1843 ten anker gekomen, en is een
gedeelte uit de lading, bestaande in Chinesche kramcrijen, stalen pennen,
aard- en ijzerwerkenofferpapierChinesche boekenlijnwaden zijdethee
en eenig gemaakt Europeesch ijzerwerk verkocht.
Na een verblijf van 23 dagen, hebben zij in de eerste helft der maand Ja
nuary 1844 het anker geligt, zeggende de reis voort te zetten naar de Moluk-
schc eilanden.
Volgens handelsberigten hebben diezelfde vaartuigen sedertin de maand
Maart het eiland Mcnado aangedaan, doch zonder liet hoofd der expeditie, den
Heer Erskine Murray, die gezegd werd met een gedeelte der equipage gesneu
veld te zijn, in den bovengemelden verraderlijken aanval van de inlandsche
bevolking, in de rivier van Coeti (Cotti) onder het gebied van den Sultan van
Coetiter oostkust van Borneo.
Zr. Ms. brik Siewa, bevelhebber Luitenant ter Zee lsle klasse P. Sauvage,
is op een rif benoorden Poeloe Karang nabij Baros gestrand en geheel vergaan
de equipage evenwel en een gedeelte van het tuig waren geborgen.
De geheele scheepsmagt was vertrokken tot de opsporing der zeeroovers,
zoo men meende naar straat Sundaomdat deze grootelijks door hen onveilig
werd gemaaktonlangs waren wederom twee koloniale schepen vermist
zijnde waarschijnlijk door de roovers genomen.