BUITEINLAJXDSCHE BERIGTEJN. genomenzijwier vee werkelijk door de longziekte is aangetastof in de laatste drie maanden is aangetast geweest; en 5°. Dat, na de oprigting, zoodra de longziekte zich in de gemeente open baart, geene nieuwe deelnemers zullen worden toegelaten, en dat liet aan den bestuurderof dengene die de directie heeftwordt vrijgelatenom ook bij het aanwezig zijn der ziektein ecne aangrenzende gemeentede deel neming te weigeren. Ik vlei mijdat de totstandbrenging van den bedoelden maatregel veel zal kunnen toebrengen tot leniging van eene ramp, welke reeds zoo lang de veehouders in dit gewest ter neder drukt en den ondergang van velen heeft veroorzaakten datofschoon daardoor de verliezen niet geheel zullen worden vergoeddezelve gedeeltelijk door velen gedragenminder drukkend zullen zijn. Ik rekentot bereiking van dit doelop de ijverige en welwillende medewerking der plaatselijke besturen, welke ik mij vleijen durf, dat vol gaarne eenen maatregel zullen bevorderen, die, indien zij door hunne zorg wordt tot stand gebragt, hun de zelfvoldoening zal schenken van, indien onverhoopt de bedoelde ziekte zich onder het rundvee in hunne gemeente mogt openbarenvoor sommige hunner mede-ingezetenen het middel te zijn geweest om hen voor ondergang en armoede te bewarenen alzoo op eene doelmatige wijze aan hunne roeping en den door henbij de aanvaarding hunner functiëngedanen eedvan het welzijn der gemeente met al hun vermogen te zullen bevorderente hebben beantwoord. In dat vertrouwen meen ik dan ook te mogen verwachten, dat, ten einde het denkbeeld tegen te gaandat winstbejag de drijfveer der opzigters of bestuurders zoude kun nen zijnwaardoor vaak goede en nuttige ondernemingen falen of medewer king missen, de hoofden der plaatselijke besturen of een of meer leden van bet collcgic van dagelijksch bestuur of van den raad daartoe verzochtzich zonder belooning en alleen tegen vergoeding van gedane uitschottenmet de noodigc directie zullen willen belastenen dat de plaatselijke Secretarissen of Ontvangers, daartoe verzocht, hen daarbij, voor zoo veel betreft de vcr- rigting van schrifturen en het houden van aanteekeningen van ontvangsten en uitgaven, wel zullen willen behulpzaam zijn; zullende het mij aangenaam zijn ter zijner tijd van het, ten gevolge dezer circulaire, verrigte en van den uitslag daarvanmet toezending casu quo van een afschrift der in uwe stad of gemeente gesloten overeenkomst, en opgave van het getal runderen, waar voor in dezelve is deelgenomen, door UEd. te worden onderrigt." Er is op eene allezins loffelijke en betamelijke wijze door de Besturen van onderscheidene godsdienstige gezindheden, aan de behoeftigen alhier brood en kaas uitgedeeld, van de door Z. M. onzen geëerbiedigden Koning zoo milddadig geschonken gift, bij gelegenheid der gelukkige en voorspoedige bevalling van II. D. geliefde Dochter. Zoo ook zijn in de algeloopcn week ,(door de zorg en het overleg van Heercn Regenten der II. C. armen-weezen alhier), van gemelde gift bovendien meer dan 150 oude lieden en kinde ren in de R. C. bestcdelingshuizen verpleegd wordende, alsmede de kinderen in het R. C. weeshuis alhier, onthaald geworden op een gastmaal, bestaande in groenten en vleeschhetgeen voor allen een ware vreugdedag opleverde, en bij welke gelegenheid zij met een dankbaar en erkentelijk gevoel voor deze weldaadin hunne gebeden Z. M. den Koning en II. D. Doorluchtig Huis zijn indachtig geweest. HAARLEM2 September. 'Gisteren avond isbij de draaibrug van den spoorweg over het Sparen een wagentje, waarin twee kinderen gezeten waren, in het water geraakt. De brugwachter, Stoetz genaamd, is terstond in het water gesprongen, om die kinderen te hulp te komendoch is onmiddelijk gezonken en daarbij om het leven geraakt. Hij laat eene weduwe en kinderen na. Daar het wa gentje nog eenigen tijd drijvende was gebleven, zijn de kinderen gered. MONNIKENDAM, 26 Augustus. Ten gevolge van den noordwesten wind was de zee heden zoo hoogdat dezelve tot voor deze stad stond en haar bedreigde: de Demsluis konde bijna geenen wederstand bicden en had niet een menschenvricnd het drei gende gevaar te hulp gekomendan had Noord-Holland welligt een dergelijk ongeluk getroffen als in het jaar 1825. Aan de menschlievende en ijverige pogingen van den Heer Simon Kater lid van den Raad dezer Stadhebben wij het te dankendat onze stad voornamelijk voor eene algeheele vernieling is behoed, en had die Heer niet, door inspanning van eigene krachten, ge durende dag en nachtdoor het opwerpen van aarden kistingenonze stad te hulp gekomendan ware het ongeval niet te berekenen geweest. Het ware te wenschen dat deze edelmoedige daad ter kennisse van de Hooge Regering mogt komen, opdat genoemde menschenvricnd, voor zijne ijverige pogingen naar waarde wierd beloond. ARNHEM26 Augustus. Gisteren heeft een treurig ongeval op nieuw het bewijs opgeleverdhoe onvoorzigtig ouders handelen, om jonge kinderen alleen in huis te laten. Ecne, door haren man kortelings verlatene, daghuurders vrouw, uit huis gaandeliet een kind van ongeveer 6 jaren in hetzelve achter. Weldra liooren de buren een vreeselijk noodgeschrei en ontdekken, bij het ingaan der woning, dat de kleederen van het kind in vlam waren geraakt en hetzelve zich deerlijk had gebrand. Spoedig wordt er heelkundige hulp ingeroepen doch in weerwil daarvanis het kind heden aan de gevolgen zijner wonden bezweken en alzoo het slagtoffer geworden van de onvoorzigtigheid zijner moeder. YL1SSINGEN29 Augustus. Gisteren namiddagtusschcn 3 en 4 ureis eene ièlle brand ontstaan op eene hofstede onder Aardenburgbewoond door tie Wed. van de Vijver met dat gevolg, dat geheel de schuur, met al den ingezameldcn oogst, de menwagens en andere goederen alsmede een veulen ecne prooi der vlammen zijn geworden. Het huis, dat aan de schuur vast was, is door behulp der brandspuit bewaard gebleven ofschoon een weinig beschadigd. Niets was voor brandschade verzekerd. De oorzaak schijnt door hroeijend hooi of garst te zijn ontstaan, dewijl de brand op dat punt begonnen is, welkeen en ander weder tot eene geduchte waarschuwing moge strekken. ALGE 11 IE. Thans heeft de Fransche Regering de rapporten van den Gouverneur-Generaal Bugeaud en "Van den Prins de Joinville, omtrent de laatste wapenfeiten be kend gemaakt. Dat van den Maarschalk bevestigt volkomen het roemrijke van het gevecht van Isly. Hij heeft niet dan tot het uiterste gedreven, tot het gevecht besloten. Het leger der Marokkanen vermeerderde dagelijks, evenzeer als hun trots. Men zeide openlijk in hun kamp, dat zij Tlemecen, Oran, Mascara en zelfs Algiers zouden innemen. Het was een wezenlijke heilige oorlog om de zaken van het Islamismus te herstellen. De weifeling der Franschcn had reeds een' ongunstigen indruk gemaakt op de volkstammen, die begon nen te weigeren ons levensmiddelen te verschaffen, te meer, daar reeds twee maal konvooijen waren aangevallen. De Maarschalk besloot eindelijk tot het gevecht. De uitslag is bekend. Dezelve was allcrluisterrijkst. De infanterie deed den eersten aanval. De Moorsche ruiterij trachtte den overtogt van den Isly te betwistendoch werd door de tirailleursmet eenig verlies van beide zijden, teruggedreven. De rivier overtrokken zijnde, kwamen onzettendc massa's ruiterij van beide zijden der heuvelen opdagen, en vielen de beide flanken en de achterhoede der Franschen aan. Al de moed en standvastig heid der infanterie waren noodig, om niet te buigen. De tirailleurs wachtten die massa's met vasten tred af, zonder een' stajr achterwaarts te doen. In- tusschen onderhield de artillerie een hevig schrootvuur. De vijandelijke massa's raakten aan het wankelen, en de aanval van hunne zijde stakende, begonnen zij te vlugten. De Maarschalk liet alstoen het door hem gevormde vierkant ope nen deed de ruiterij te voorschijn treden, om den vijand naar alle rigtingen te vervolgen. Toen was het met den vijand gedaan. In de grootste verwarring liep alles uit elkander, en elk zocht, zoo goed mogelijk, een heenkomen. De Marokkanen hebben 800 dooden, meest ruiterij, op het slagveld gelaten. De infanterie, welke niet zeer talrijk was, ontsnapte grootendeels langs on toegankelijke wegen. Het leger heeft bovendien zijn geheel materieel verlo ren, en moet 1500 tot 2000 gekwetsten hebben. Het verlies der Franschen is 4 gesneuvelde officiers en 10 gekwetst; 23 onderofficieren of soldaten ge sneuveld en 86 gekwetst. Volgens het rapport der gevangenenwaren de vijandelijke ruiters 25,000 duizend man sterk; zij hebben zich zeer dapper betoond, doch de verwarring maakte hunne pogingen nutteloos. Uit het rapport van den Prins de Joinville omtrent het bombardement van Tanger blijkt, dat hij niet tot den aanval besloten heeft, dan nadat het hem overtuigend was gebleken, dat de onderhandelingen tot niets hadden geleid, en de Keizer slechts zocht tijd te winnen om Frankrijk om den tuin te leiden. Zoo had hij doen weten, dat Abd-el-Kader niet meer op het Marokkaanschc grondgebied was, en dat er bevelen waren gegeven om zijne terugkomst te belettenen evenwel was hij op twee dagreizen achter hel Marokkaanschc kamp. Eerst toen heeft de Prins tot den aanval besloten, welke hern een verlies van 3 man aan dooden en 16 gekwetsten heeft gekost. De vijand beeft, volgens eigen opgave, 150 dooden en 400 gekwetsten gehad. Men hield het er echter voor, dat dit getal te gering was opgegeven, naardien men den 8slen nog bezig was met lijken onder de puinhoopen weg te balen. Het tweede rapport van den Prins meldt, dat hij den 11 reeds voor Mo- gador was aangekomen, doch dat gedurende onderscheidene dagen het weder zoo ongunstig was, dat de schepen onderling geene gemeenschap konden heb ben. Ondanks eene ankerketting van 200 vademen, knapten de ankers als glas. Den 15 helderde het weder eindelijk op, en de Prins maakte er gebruik van om de stad aan te tasten. Zoodra de Arabieren zagen, dat de schepen zich naar de stad rigtten, begonnen zij uit al hunne batterijen te vuren. Het was toen 1 ure namiddag. Ten 4) ure begon het vuur te verflaauweri. Drie brikken liepen toen de haven binnen en plaatsen zich voor de batterijen van het eiland, waarmede zij een' vrij levendigen strijd aangingen. Ten 5had de landing plaats. Het eiland werd wanhopig door 320 manMooren en Kabylen, verdedigd. Een groot aantal sneuvelde: 140, in eene Moskee op gesloten, gaven zich eindelijk over, Het verlies der Franschen bedroeg 14 man aan dooden en 64 gekwetsten. Nadat het eiland genomen waszijn de bat terijen geheel vernield geworden. De kanonnen en het kruid werden in zee geworpen, en de bodems der vaartuigen, welke in de haven lagcu, ingeslagen, Eenige kanonnen zijn door de onzen medegevoerd. Men hadwordt in het rapport gezegdzonder gevaar tot in de stad kunnen doordringendoch dit zou noodeloos geweest zijnen de Prins deed het eiland door 500 man bezetten. De stad werd, tijdens het rapport geschreven werd, door de Kabylen der bin nenlanden in brand gestoken en geplunderd, die, na de Keizerlijke bezetting verjaagd te hebben, er bezit van hadden genomen. Uit het rapport blijkt nog, dat dc Prins zich voor dit oogenblik bij deze twee operaliën zal bepalen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1844 | | pagina 2