LEYDSCHE
COURANT.
1844.
N°. 28.
MAANDAG,
2 SEPTEMBER.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
Tusris.
De Courant wordt driemaal in de week uitgegeven, des MaandagsWoensdags en Vrijdags. De Maandagsche Courant icordtuit
hoofde van den ZondagZaturdag avond verkrijgbaar gesteld, en de Advertentiën voor dat nommer worden Zaturdag vóór drie ure verwacht.
De prijs van deze Courant is f3.voor de 3 maanden.
LEYDEN, 31 Augustus.
In eene plegtige zitting van de Arrondissements-Regtbank alhier den
27sten gehouden, heeft de installatie van den Edel-Achtb. Heer Mr. C. J. Luzac,
als Voorzitter van die Regtbankplaats gehad.
Z. M. wordt den 3den September in de Residentie, van H. D. reis naar
AVeimar terug gewacht.
Z. BI. heeft bij besluit van 20 Augustus eene Commissie benoemd,
om zich met het onderzoek te belasten wegens het nemen van maatregelen tot
voorbereiding van wettelijke verordeningen op het verleenen van pensioenen
aan burgerlijke beambten. De Commissie bestaat, onder Voorzitterschap van
den Minister van Finantiënuit de Heeren M. PiepersLid van de Eerste
Kamer der Staten-Generaalals Vice-President, Jlir. M'. P. van Akerlaken,
BIr. J. R. Raron van GoltsteinMr. G. J. BruceMr. BI. J. de BlanMr.
C. B. NederburghLeden van de Tweede Kamer der Staten-Generaalen
Jhr. J. C. R. van Hoorn van Burgh, Lid van den Raad van State, als Leden,
en den Secretarisden Heer H. C. BlartijnSecretaris van den Raad van
Bestuur van liet algemeen burgerlijk pensioen-fonds. De Commissie voornoemd
zal den 17deB September te 's Gravenhage bijeenkomen en zoo mogelijk hare
werkzaamheden voor 1°. November eindigen.
Z. Exc. de Minister van Oorlog zal den 3deB September zijne gewone
audiëntie niet geven.
De zaak tusschen den Blinister van Koloniën en de AA'eduwe en Zoon
van wijlen den Blaarschalk Daendelsis tot wederzijds genoegen bij schikking
ten einde gebragt.
AMSTERDABI, 29 Augustus.
De Amsterdamsche Courantwaaruit wij ons herigt omtrent den brand
in de Halsteeg den 27steB jl. hadden overgenomen, meldt thans dat de wo
ning door de inwoners niet verlaten was toen de brand ontstond maar dat
bet geheele gezin van den Heer Marchant zich te huis bevond en reeds te bed
was toen de vlammen uitbarstten. Op eene bovenverdieping slapende en de
trap reeds in volle vlam staande, was het ontkomen langs dien weg onmoge
lijk, en is de Heer Blarchantzijn zoontje op den arm nemende, met zijne
vrouw door een dakraam ontvlugt, aan de dienstbode toeroepende hen op den
voet te volgen. De meid evenwelzulks niet gehoord hebbendezocht te
vergeefs zich langs den trap te redden en was reeds op het punt uit een ven
ster op de straat te springentoen zij gelukkig nog het openstaande zolder
raam ontdekte en zich alstoen ook daardoor over de daken redde.
Van de aanleiding tot den brand is met zekerheid niets bekend: het eenige,
waaraan men schijnt te kunnen denken, is, dat een stoof met vuur, die in
den avond in het voorhuis is geweest, daar vergeten heeft kunnen zijn en
welligt het ongeluk heeft veroorzaaktof andersdat misschien een vonk
der lamp zich aan een' der stroohoeden beeft medegedeeld.
Met genoegen kunnen wij vermeldendat verscheiden personen bij dit on
geval blijken van edele menschenliefde en moed gegeven hebben. De vier
Heeren StapelveldtJ. G. HardesW. F. Gudde en K. AV. Frenzel hebben
twee of drie kinderen gered, en de Heer L. Gieseke, met levensgevaar, ver
mits hij door de vlammen breken moesteene vrouw uit het insgelijks in
brand staandetegen overliggende huis. Hetzelfde is in dit huiswaarin
verscheiden verhuurde bovenkamers warenten aanzien van twee. andere
vrouwen geschied door D. Dirks en F. Frikke.
Als een blijk van vertrouwen aan den eenen en eerlijkheid aan den ande
ren kantkan ook nog aangehaald worden hoeuit een ander tegenover
staand huis, zekere Heer S. Esser, in zijnen schrik, een ongezegeld pakket
met effecten aan eenen volstrekt onbekende, maar die hem voorkwam een
fatsoenlijk man te zijntot berging ter hand stelde. Deze effecten zijn hem
naderhand, door dengeen, aan wien zij toevertrouwd waren, teruggehragt
welke toen bleek de Heer J. van Duin te zijn.
ZWOLLE26 Augustus.
Kapitein II. J. Schippersvoerende het kofschip Nijverdalden 23sten
dezer van Memel vóór deze stad aangekomen rapporteertdat hij met zijn
volk, na het doorstaan van vele stormen en noodweder uit het noordwesten,
op Maandag den 19denop 54° 40' noorder breedte en 5 11 lengte, bij
een vliegenden storm (terwijl zij vele stortzeeën overkregenwaardoor zij
zich bij de leipomp niet langer konden houden)omstreeks 4 ureeen vaar
tuig met eene noodvlag aan den top ontdektenop welk teeken zij een we-
derkeerig sein gaven, en na gehouden raad besloten op gedacht schip af te
houdenten einde hulp te biedenhetwelkbij den toen nog al meer en
meer aanwakkerenden storm zelfs bij groote inspanning van krachtenmet
hun diep geladen vaartuig bijkans niet doenlijk was, doch hun eindelijk ge
lukte, als wanneer het hun bleek te zijn het Nederlandsche kofschip Herma-
nus, gevoerd door Kapitein J. H. Sterenborg, te Pekela te huis behoorende
komende met hout van Brevig en bestemd naar Termunterzyl. De boot was
van het zinkend schip geslagen en het geheele vaartuig uit elkander gerameid;
zijnde de balken reeds door de boegen geboordzoodat hun drijven alleen óp
de lading was, en men vreesde elk oogenblik alles uiteen te zien slaan en
den dood in de golven te zullen vinden.
Hun werd nu van boord der Nijverdal toegeroepen om te trachten vóór
den wind langs zijde te komen, hetwelk echter de eerste keer mislukte,
doch ten tweeden male herhaald werdmet dat gevolgdat vijf mannen en
eene vrouw konden overspringen terwijl de stuurman alleen aan boord ge
bleven en naderhand den sprong wagendeslechts door een uitgeworpen
strikdie hem toevalliger wijze om het middel greep, van een gewissen dood
gered werd.
De zeven schipbreukelingen zijn daarna in het Vlie aan land gezet, en
hebben dankbaar afscheid genomen van Kapitein Schippersdieschoon
zware schade geleden hebbende, gelukkig zijne bestemming bereikt heeft.
GRONINGEN, 29 Augustus.
Nadat laatstleden Zondag in de Kerken der Ned. Hervormde gemeente alhier
godsdienstig gedacht werd aan het beleg dezer stad in den jare 1672, is de
gedenkdag dezer belangrijke gebeurtenis gisteren wederom door Groningens in
gezetenen gevierd. Uit vele huizen wapperden de nationale en oranje vlaggen
het uitmuntende korps muzijkanten der schutterij voerde in den morgen op
de groote markt eenige muzijkstukken uit, en des namiddags had er buiten
de Ebbingepoort een luisterrijke harddraverij plaats om een kompleet en zwaar
zilveren theeservies (a la renaissance) tot prijs, en om een zilveren tabaks
pot tot premie. Des avonds zijn er eene menigte onschadelijke vuurwerken
afgestoken, en hebben zich velen op onderscheidene bals, muzijkpartijen en
gezelschappen vereenigd, om dezen dag in vrolijkheid te besluiten.
's HERTOGENBOSCH, 28 Augustus.
Gisteren heeft hier een wedstrijd plaats gehad tusschen 19 handboog-schut
terijen, die uit Rotterdam, Bommel, Eindhoven, Tilburg, Vught, enz.,
den 26steB in deze stad waren bijeengekomen meer dan 80 bekende hand
boog-schutterijen waren tot den wedstrijd uilgenoodigd. Het was een ware
feestdag, welke aan vroegere eeuwen herinnerde. De Heeren Gouverneur der
ProvincieBurgemeester en andere Autoriteiten woonden het feest bij. Des
avonds ten 5 ure kondigde het kanon de uitdeeling der prijzen aan. De gou
den medaille is door de schutterij van Oirschot behaald, de zilveren medaille
door die van Tilburg en de bronzen door die van 's Hertogenbosch. De deco
ratie is toegekend aan den Heer Moonente Stratumvoor het schieten der
meeste punten.
De doofstommewelke te 's Gravenhage en Rotterdam diefstallen had
gepleegd (zie ons vorig nommer), is hier gearresteerd; hij heeft zijn naam
opgegeven te zijn Adolf van Papelhorst van Parijs, hoewel hij onder den naam
van Blaase zijn intrek in een logement had genomen.
7 Augustus.
Prins Hendrik der Nederlanden, die thans met zijn smaldeel, uit twee
fregatten en eene brik bestaande, de onderscheidene punten aan de Afrikaan-
sche kust van de Bliddellandsche zee bezoektheeft zich te Tunis opgehou
den waar hij van de zijde van den Bey de hoffelijkste ontvangst heeft ge
noten. Den dag na zijne aankomst heeft Z. K. 11. van zijnen staf verge
zeld zich naar de bouwvallen van Carthago begevenom het gedenkteeken te