LEYDSCHE
COURANT.
1844.
WOENSDAG,
14 AUGUSTUS.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
De Courant toordt driemaal in de week uitgegeven, des MaandagsWoensdags en Vrijdags. De Maandagsche Courant wordt, uit
hoofde van den ZondagZaturdag avond verkrijgbaar gestelden de Advertentiën voor dat nomrner worden Zaturdag vóór drie ure verwacht.
De prijs van deze Courant is f3.voor de 3 maanden.
LEYDEN, 13 Augustus.
Z. M. heeft op verzoek eervol ontslag verleend aan den 2(,en Luitenant bij
onze dienstdoende SchutterijJ. H. J. Grootholsen tot 2de Luitenants be
noemd Mr. S. Takthans Sergeanten A. Arnzthans Schutter.
Men verneemt dat de Arrondissements-Regtbank alhierbij vonnis van
den 6den dezerovereenkomstig de vordering van het Openbaar Ministerie
den Vlecschhouwer Willem Christiaan Biben, wonende onder Voorschoten,
heeft schuldig verklaard aan het niet dadelijk kennis geven aan het hoofd des
plaatselijken bestuurs der Gemeentedat een melkbeestwaarvan hij houder
was, verdacht werd van aangedaan te zijn door eene besmettelijke ziekte,
en dienvolgens veroordeeld tot eene geldboete van vijf en twintig gulden en
de kosten van het regtsgeding. De beklaagde is van de gevangenisstraf ver
schoond gebleven, vermits er van zijne zijde slechts zeer geringe nalatigheid
en verzuim hadden plaats gehad. Het is te hopen dat deze ernstige door de
regterlijke autoriteit genomen maatregel aan vele veehouders tot een waar
schuwend voorbeeld strekkeen tevens de aandacht der plaatselijke besturen
op deze zoo gewigtige aangelegenheid bij voortduring gevestigd houde.
Ingezonden
De Staats-Courant van heden bevat het Koninklijke besluit van 26
Julij, behelsende bepaling, om de daarbij gevoegde overeenkomst met Ilanover,
over de wederkeerige uitlevering van misdadigers en de opheffing der rcgts-
kosten in lijfstraffelijke gevallenin het Staatsblad te plaatsen. Ook vindt
men in die Courant door den Minister van Finantiën aangekondigd, dat Z. M.
besloten heeft om de verwisseling van 5 in 4 pCts. schuldbrievenbehalve
ten kantore van den Agent van het Min. van Fin. te Amsterdam, ook te
doen plaats hehben ten kantore van de Agenten van 's Rijks schatkist in de
hoofdsteden der onderscheiden Provinciën en te Rotterdamtot en met den
20sten dezer maand.
Volgens een nader berigt omtrent de thans zigtbare komeet, dat wij, op
ons verzoek, van den Hoogleeraar Kaiser ontvingen, is de vroegere mededee-
ling, die wij uit andere nieuwsbladen in ons nummer van den 31ste" Julij
jl. overgenomen hebbenen volgens welke de komeetmet eencn staart van
eenen halven voet lengte, voor het gewapend oog zigtbaar zoude wezen, van
allen grond ontbloot. Kattenstaarten laten zich met den duimstok uitmeten,
maar de staarten van kometen niet, en voor gewone goede, maar ongewapende,
oogenis de komeet niet te onderscheiden geweest. Naar de laatste waar
neming op het Observatorium alhier, stond zij den 10den Augustus des
avonds te 10 ure, op 212°5' regte opkl. en 22°31' N. afw. De eerste neemt
dagelijks 35', de tweede 45' af, zoodat de komeet zich gedurende de eerstvol
gende dagen digt bijen ter regterzijde van de ster Arcturus ophouden zal.
Eerst den 17lle" October zal de komeet op haren kortsten afstand van de zon
komenzoodat zijalthans aan het zuidelijk halfrond der aardenog lang
zal kunnen zigtbaar blijven.
Van verschillende plaatsen gewag gemaakt wordende van bestaande of
nieuw opgerigte Boogschutterijenzijn wij verzocht ook het Boogschuttersgilde
van Apollo te vermelden, in Mei dezes jaars te Koudekerk opgerigt, hetgeen,
bij gelegenheid der kermis, op den 15den Augustus, eene buitengewone bij
eenkomst zal houdenop welke naar den prijs zal worden geschotenen
welke feestviering men plan heeft om met een bal te besluiten.
AVij hebben in ons vorig nommer de aggreatie van Z. M. medegedeeld
der opklimming van twee Duitsclie vorstelijke edellieden als eerste en tweede
Jonkheer bij de Duitsclie orde, waarvan de tweede, oudste edele exspectant
was. Plaatsgebrek verhinderde ons dit artikeldat velen duister zal geweest
zijn, eenigzins toe te lichten. Zie hier een kort verslag dier Orde:
De Duitsche orde was tijdens de Kruistogten in 1190 in Palestina ingesteld,
naar het voorbeeld der Tempelieren. Haar zetel was te Jeruzalemlater
werd zij in elf groole administratiën Balpen geheetenverdeeld en deze
weder in Commanderyen. Een Balye was sedert 1230 te Utrecht gevestigd,
waar er in 1547 een Huis voor werd gesticht, (thans het Rijks hospitaal).
Met de hervorming verloor zij haar geestelijk karakter. De Staten namen het
oppergezag en regt van aggreatie der benoemde Ridders of Commandeurs.
Te Utrecht is een Landcommandeur, een Coadjutor en negen Commandeurs
of Riddersdie ieder een edelman tot exspectant of opvolger kunnen voorstel
len onder welke er velen zijn die nooit tot het Ridderschap gerakenzoo als
bijv. Prins AVillem de IV., die op zijn derdejaar exspectant werd en bij zijn
overlijden, in zijn 41ste jaar, nog geen Ridder was. De exspectanten moesten
zekere som storten. Het ordegewaad was wit met een zwart kruis op de
borsten het teeken een gouden kruis met een witten geëmaillcerden rand
aan een zwart lint om den hals. Napoleon vernietigde de orde in 1809. In
1813 werden haar hare goederen teruggegeven en uit derzelver inkomsten trek
ken de Landcommandeur en oudste Ridders een jaargeld. Twee zijn inge
schreven als Jonkersvoorts is er een Rentmeester en Secretaris. De orde
bezat vele goederen in verschillende plaatsen van ons land. Onder anderen
te Leyden waar de Pieterskerk door Graaf Floris den V. in 1287, aan de
orde werd geschonken, die er een huis bij stichtte. Van daar dat nog zekere
poort, digt bij die Kerk, en de steeg waarin de Drukkerij dezer Courant is
gevestigd, de Commanderij poort en steeg hceten, en tot vóór weinige jaren
verscheidene huizen in den omtrek met erfpachten ten behoeve dier orde
waren bezwaarddie sedert zijn afgekocht. Ook de kerken van Katwijk en
Valkenburg behoorden aan de orde.
'sGRAVENHAGE, 12 Augustus.
HH. MM. de Koning en Koningin en Z. K. II. Prins Alexander hebben
gisteren aan de dankzegging voor de bevalling van II. K. II. de Erfgroother-
togin van Saksen-AVcimar-Eisenachin de Kloosterkerk, onder het gehoor
van Ds. J. J. Dermoutdeelgenomen. Z. M. heeft bij gelegenheid van die
bevalling 5000 aan de armen der hoofdstad geschonken. De laatste
berigten omtrent de Doorluchtige Kraamvrouw en de jonggeborene waren zeer
voldoende.
Z. Exc. de Minister van Marine zal op Vrijdag den 16den dezer zijne
gewone audiëntie niet geven.
Uit eenen vergelijkenden staat van de opbrengst der middelen in de
6 eerste maanden van dit jaar en die van 1843, door de Staats-Courant
medegedeeld, blijkt: dat de directe belasting 35,870.83) en de accijnsen
446,658.95), te zamen ƒ482,529.79 meer hebben opgebragt, dan in
1843; doch de in- en uitgaande regten en scheepvaartregtenvuur-, ton- en
bakengelden ƒ221,484.65)., registratie, zegelsuccessieregten enz. ƒ546,059.82)
regt van waarborg op gouden en zilveren werken 5,891.74, posterijen
14,731.66), en loterijen 9,735, te zamen 797,902.88), minder
hebben opgebragt dan in 1843; de geheele ontvangst over de 6 eerste maan
den van 1843 had beloopcn 25,688,877.66, en van dit jaar 25,373,504.56).
Uit het verslag nopens den staat der hooge, middelbare en lagere scho
len in het Rijk, over 1842, hetwelk in de afgeloopenc zitting der Staten-
Generaal aan dezelve werd aangebodenblijktonder anderendat er op
31 Dec. 1842, aan de Hoogescholcn bij de verschillende faculteiten ingeschre
ven waren 1296 Studenten, als: 632 te Leyden, 374 te Utrecht en 290 te
Groningen. Dat getal bedroeg op ult°. Dec. 1841 1425, als: te Leyden
678, Utrecht 444 en Groningen 303. Het getal van 1296 Studenten was
op ult°. Dec. 1842 verdeeld als volgtGodgeleerdheid 234Rcgtsgeleerdheid
437Geneeskunde 318Wis- en Natuurkunde 89Bespiegelende Wijsbe
geerte en Letteren 218.
Uit een vergelijkenden staat van het getal leerlingen der Gymnasiën en
Latijnsche scholen, van 1837 tot en met 1842, blijkt, dat dit getal door
elkander omstreeks 1400 heeft bedragen. In 1842 was het getal van 1393
verdeeld als volgtin Noord-Braband 261Gelderland 175Zuid-Holland
220, Noord-Holland 147, Zeeland 28, Utrecht 98, Vriesland 82, Overijssel
65, Groningen, 85, Drenthe 42 en Limburg 190.
Uit het verslag nopens den staat van het armwezen over 1842, blijkt,
dat er in het geheel 6,385 instellingen van weldadigheid in dit Rijk bestaan.
De gevraagde inlichtingen ontbreken voor 202. 635,290 personen hebben
genoten van de weldaden van diegene dezer instellingen, omtrent welke
inlichtingen zijn ontvangen. Het geheele getal dezer personen staat tot de
bevolking als ruim 215 tot 1000. Volgens de opgaven bedragen de uitgaven
20,102,680.09 de ontvangsten 20,400,083.42). Die uitgaven maken
slechts gedeeltelijk eenen eigenlijk gezegden onderstand, aan behoeftigen ver
strekt, uit. Dezelfde personen staan meermalen tot onderscheiden instellin
gen in betrekking; daaruit ontspruiten dubbele berekeningen; daar echter