KENNISGEVING. Heden was hier eene bijeenkomst der schuldeischers van Spanje, onder voorzitting' van den Heer Manguin. In deze bijeenkomst is een commissie van vijf leden benoemd, en de Heer Manguin om te Madrid de belangen der Franscbe schuldeischers te bandhaven. Men heeft een groot vertrouwen op het Spaansche volk opgemerkt, en een verlangen om zich geenszins in de staatkunde des lands te mengen, maar ook den vasten wil om alle middelen aan te wenden, die de Spaansche regering er toe zouden kunnen hrengen, om zich eindelijk eens met het lot barer schuldeischers bezig te houden. Zie hier de namen der luchtreizigers, welke eenen noodlottigen dood efevonden hebben Pilastre du Rosier en Romain verongelukten den 15dcr' Junij 1780, op het zeestrand bij Boulogne, van waar zij naar Engeland wilden oversteken. De Graaf Zambeccari in Italië omgekomen zijne luchtbal vatte vuur en werd half verbrand ter aarde geworpen. Olivari stierf te Orleans den 25ste" November 1802, door dezelfde oorzaak. Mosment, kwam om den 7den April 1806. Bitlort stierf te Mannheim den 17dcn Julij 1812; zijne ballon had vuur gevat. Mevrouw Blanchard stierf op dezelfde wijze te Parijs den 7dei» Julij 1819. Hawis, Officier van de Koninklijke Engelsclie Marine, doordien zijne lucht bal in 1842 hevig ter aarde geslingerd werd, kwam te Londen om, wegens eene fout in de zamenstellingdie hem niet toeliet de klep te sluiten. Ein delijk Ladler, een Engelsch luchtreiziger, stierf te Boston den 29stea Septem ber 1824. De Heer Joubert heeft de vertaling uitgegeven van een zeer merkwaar dig en geleerd Engelsch werk van Morgan Cavanaghgetiteld: de ontdekking ■van de wetenschap der talen. Zijne manier is nieuwstoutongehoord en zijn werk zal zeker, vooral door philologenmet genoegen worden gele zen. Zijn beginsel is, dat de woorden wel tot benaming der denkbeelden dienendoch dat de taal onvermogend is om de oneindige verscheidenheid der gedachte voor te stellen, en dat, hoewel het voorwerp zich aan 's men- schen geest onder gedurig nieuwe oogpunten voordoet, het woord niet van waarde of beteekenis verandert. "Wij hopenzegt het Journal des Débats nader op dit voortreffelijk werk terug te komenwaarmede der wetenschap een wezenlijke dienst is bewezenen waarvan de vertaling zeer getrouw is. BELGIË. BRUSSEL8 Augustus. De roman van den Ileer Sue de Wandelende Joodgeeft aan de hier te lande uitkomende bladen van de partij der geestelijkheidaanleiding tot verdediging van de Jesuiten die in dat geschrift hevig worden aangevallen. De lezing der bladen waarin die roman naar gelang der uitgaaf wordt mede gedeeld, is op het platte land door de geestelijkheid verboden. VEUREN, 4 Augustus Uit deze stad in West-Vlaanderen schrijft men het volgende: Den 2den dezer is een boomstronk, twee ellen lang, bedekt met duizende nog levende polypen, door de zee op het drooge geworpen. Eene menigte menschen begeeft er zich heenom deze bewonderingswaardige opcenhooping van plant-dieren te beschouwen. Een schilder is bezig om deze verzameling van Zoöphyten af te teekenenwelke met den boom waaraan zij gehecht zijn, slechts één geheel vormen, even als takken of vruchten. Men heeft de twee uiteinden op tonnen gelegd en besproeit de polypendie thans nog levendig zijn gedurig met zeewater. HANDELSBERIGTEN Uit een Statement of the foreign trade with China and an account of the inland or transit duties of the Chinese empire gedagteekend Hong-Kong den 16 Febr. 1844, en aan het Parlement voorgelegd, ontleenen wij het volgende: Jaarlijksche Uitvoer. Jaarlijksche Invoer. Dollars. Dollars. Thee 350,000 pikols 9,450,000. OpiumRijst en Geld 15,594,630. Ruwe zijde en zijden waren 2,747,000. Gember65,000. Suiker.370,000. Katoen5,000,000. Cassia240,000. Katoenen Manufacturen 2,090,000. Andere Artikelen532,750. Wollen dito1,047,000. Baar geld, (vreemde Munt) 14,160,250. Metalen261,650. 24,500,000. Andere Artikelen 941,720. 25,000,000. PiTA I»* BERIGT. BURGEMEESTER en AYETHOUDERS der Stad Leyden, gelet hebbende op het 2e en 3e Hoofdstuk van het Reglement voor het Bestuur dezer Stad gearresteerd bij Z. M. besluit van den 4dcn Januarij 1824, N°. 108, alsmede op de dispositie van II. II. Ged. Staten van Zuid-Holland, van den 8sten Ja nuarij 1830, waarbij is medegedeeld 'sKonings besluit, van den 24slen De cember 1829, N°. 123, houdende bepalingen omtrent de jaarlijksche vervul ling der buitengewone vacatures in de Kies-Kollegiënbrengen bij dezen ter kennis van derzelver ingezetenen, dat, ten einde het Kies-Kollegieop den 30slen September aanstaandevoor de daarin veroorzaakte buitengewone vacatures, weder aan te vullen, op den 31slen Augustus aanstaande, aan de stemgeregtigden, biljetten ter invulling zullen worden rondgezonden, benevens eene naamlijst der personen, die de vereischten bezitten om tot kiezers te kun nen worden benoemd welke stembiljetten na behoorlijk te' zijn ingevuld eigenhandig geteekend en gesloten op den vierden dag na de rondzending. van wege dit Kollegic, door de Stads-hoden, aan de huizen zullen worden oj> gehaald in eene geslotene kistterwijl degeen welke zijn biljet niet gereed ter afgifte zal hebben gehouden wordt ditmaal te hebben afgezien van de uitoefening van zijn stemregt. Dat gemelde naamlijstzoowel als die der stemgeregtigden van heden tot den 15dcn Augustus aanslaande de Zondagen uitgezonderd's morgens van 10 tot 1 ure, ter visie van het publiek zal liggen ter Secretarie dezer Stad, ten einde aan een' ieder, welke vermeenen mogt ten onregte daarvan te zijn afgelaten, gelegenheid tot doleantie te geven, en alzoo zijnen naam nog op dezelve, of op eene van beide zouden kunnen worden geplaatst; doch welke lijsten op den gemelden 15den Augustus finaal zullen worden gesloten. En opdat niemand onwetend zoude zijn zoo van hetgeen vereischt wordt om stemgeregtigd te zijn, als om tot kiezer benoemd te kunnen worden, wordt bij dezen herinnerd aan de navolgende artikelen van meergenoemd Reglement: Art. 2. A'oor stemgeregtigden worden gehouden zijdie ten minste gedu rende het laatslvcrloopene jaar ingezetenen der stad of van derzelver grondge bied geweesten nog werkelijk op het oogenblik zelve ingezetenen daarvan zijnde, den ouderdom van 23 jaren hebben vervuld, jaarlijks in de verponding en verdere beschrevene Rijksmiddelen, buiten het patent-regt, betalen niet beneden de zeven en twintig guldens aan de wettelijke verpligtingen aan gaande de nationale militie, naar aanleiding der grondwet, op hen gelegd, tot op hét oogenblik toe, hebben voldaan, en niet vallen in de termen van uitsluitingbij het volgende artikel bepaald. Art. 3. Van de uitoefening van bet stemregt zijn uitgesloten zij, die in dienst zijnof pensioen genieten van eenige vreemde Mogendheid buiten au torisatie des Konings die zich in staat van geregtelijke interdictie bevinden alsmede die, aan welke geregtelijk een raadsman is toegevoegd; die in staat van faillissement zijn, die cessie van hunne goederen gedaan hebben; die een crimineel vonnis hebben ondergaan door geene nadere uitspraak of beslissing krachteloos gemaakt; die ten tijde van stemopneming nog in staat van crimi nele beschuldiging zijn. Alt. 4. In de beoordecling der al of niet bevoegdheid tot uitoefening van het stemregt, naar gelang der betaald wordende jaarlijksche som in de boven gemelde belastingenzal alleen in aanmerking worden genomen het montant waarop men in die belastingen is aangeslagen, onverschillig, of de goederen in de Stad zelve, of elders binnen het Rijk gelegen zijn, en of de daarvoor te betalene belasting al, of niet, in eene andere gemeente wordt voldaan; zul lende echter diegenenwelke derzelver belasting betaling in eene andere ge meente ten deze zullen willen doen gelden, verpligt zijn, om daarvan vooraf aan het Stedelijk Bestuur kennis te geven, en des gevorderd, aan dat Bestuur de bewijzen van die betaling te vertoonen. Art. 5. De belasting wegens panden, in compagnieschap bezeten, opgebragt wordende, zal aan ieder eigenaar voor zijn aandeel worden toegerekend, mits de personen welke daaruit hunne stemgeregtigdheid of bevoegdheid tot het kie zerschap zouden willen ontleenen, werkelijk als mede-eigenaars van zoodanige panden op de registers der Ontvangers van de directe belastingen bekend staan. Art. 6. AVat aangaat bet bedrag van belastingen wegens verhuurd wordende buizen, of andere eigendommen, waarvoor de eigenaars zijn aangeslagen, doch door de huurders aan hen restitutie geschiedt, zal dit bedrag onder de opbrengst der eigenaren blijven, als alleen daarvoor bij de Ontvangers bekend staande. Art. 7. Zij, welke gehuwd zijn het zij in gemeenschap van goederen, of daar buitenmet vrouwendie de bepaalde somme in de bovengemelde be lastingen opbrengen, zullen, ofschoon ter zake van hunnen eigen aanslag niet. bevoegd, niettemin ter uitoefening van het stemregt worden toegelaten, wan neer zij de overige vereischten in zich vereenigenzoo als ook de vader van een minderjarig kind, hetwelk de bepaalde somme in de belastingen opbrengt, wanneer luj uit eigen aanslag niet reeds tot het stemregt mogt bevoegd zijn tot de uitoefening vau hetzelve zal toegelaten worden, indien hij de overige vereischten bezit, hetgeen evenzeer het geval zal zijn ten opzigte van een' meerderjarigen zoon, of eenen der meerdexjarige zoons van eene moeder-weduwe, welke zich in gelijk geval bevinden mogt. Art. 8. Zoodanige moeders-weduwen, welke vexdangen zouden, dat die uit oefening geschiedezullen verpligt zijn dengenen van derzelver zoonsdoor wien zij bij voorkomende gelegenheden de uiloefening tot weder opzeggings toe zouden begeeren verrigt te hebben, aan bet Stedelijk Bestuur kenbaar te maken, om daarvan de noodigc aanteekening te kunnen houden tot narigt; terwijl het voorschreven Bestuur de moeders-weduwen voor zoo verre die* aan hetzelve mogten bekend zijnof door hetzelve ondersteld worden in de termen te dezen te verkeerenmet de voi-enstaande bepaling zal bekend maken. Art. 9. Het zal onverschillig zijn, of de opgegevene zoon gehuwd of onge huwd isen alof nietbij de moeder-weduwe inwonemits hij den ouder dom van 23 jaren vervuld hebbe, en alle verdere vereischten (dat omtrent de belasting-betaling alleen uitgezonderd) in de stemgeregtigden gevorderd wor dende, bezitte, voor zoo verre hij namelijk niet reeds uit eigen hoofde het stemregt uitoefent, daar er door eenen persoon niet meer dan eene stem kan worden uitgebragt. Art. 10. Deze voorgaande artikelen zijn ook tot de bevoegdheid, om tot het kiezerschap te worden benoemd, toepasselijk, behoudens de verdere vci'eisch- ten der kiezersvolgens de bepalingen van art. 23 van dit Reglement. Art. 20. Indien er, ter gelegenheid der stemming voor kiezers, ter vervan ging van het gewone aftredende een derde, ook tevens voor de vervulling van buitengewone vacatures in het Kiezers-kollegie wordt gestemd, en er dus wordt gestemd voor een getal kiezers-plaatsen dat der gewone aftreding te boven gaande, zullen de personen, ten getalle als de gewone vacatures bedragen welke de meeste stemmen zullen hebben bekomen, beschouwd worden als ter vervulling der gewone vacatures te zijn benoemden diegenen welke op de zelve personen in betrekkelijke meerderheid van stemmen zullen volgenten getalle als de buitengewone vacatures bedragenworden beschouwd ter ver vulling dier buitengewone vacatures te zijn benoemdmet dien verstande, dat wanneer de nog overgeblevene termijn van zitting van de gewezene kiezers door wier gemis de Buitengewone vacatures zijn ontslaan, verschillend mogt zijnalsdan diegeen der benoemden voor deze buitengewone vacatureswelke het eerst in voege vorengemeld eene beti'ekkelijke meerderheid zal hebben beko men geacht zal worden verkozen te zijn ter vervulling van de buitengewone vacature, waax-aan nog de langste termijn is vei knochten zoo vervolgens bij afdaling. Art. 22. Een derde deel der kiezers zal om de drie jaren naar toerbeurten aftredende aftredenden zijn echter weder verkiesbaar enz. Art. 23. Niemand kan binnen de Stad kiezer zijn, tenzij hij den ouderdom van 25 jaren heeft vervuld, binnen het Rijk of deszelfs Koloniën geboren is, of blieven van naturalisatie bekomen heeft, of wel bij wetduiding voor Neder lander gehouden wordt, binnen de Stad stemgeregtigd is, en voor een in boorling der Stad, of met eene burger-dochter gehuwd zijnde, gedux-ende de laatste drie jarenen voor een' inboorling van het Rijk of genatui-aliseerden gedurende de laatste zes jaren Stads ingezeten is geweest, (zonder dat echter afwezendheid ten gevolge van bedieningendoor of van wege den Koning op-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1844 | | pagina 3