daartoe met ernst had aangegord. Geen der antwoorden werd bekroond en de geleerde wereld bleef eene herinnering aan den grooten man missen. Dit bewoog Tresling in den jare 1830 om zijn stuk in het licht te zen den. Buitenlanders hadden Agricola gevierd en zijnen lof verkondigd: zou hij in Nederland vergeten blijven De arbeid van onzen ontslapene kan zeker niet als een heerlijk opgetrokken eeretempel van Agricola worden beschouwd: maar dit heeft bij te weeg gebragtdat de aandacht buiten lands en bij hernieuwing op den grondlegger der hedendaagsche beschaving en tevens op den jongen Tresling zeiven gevestigd werd. In het bekende werk van Schoell Geschichte der Griechische Litter al urd. UI) wordt dit geschrift met lof vermeld en de Hoogleeraar BeifFenberg maakte de Koninklijke Akademie te Brussel met deszelfs prijzenswaardigen inhoud bekend. Zoo gaf Tresling gedurende zijn Akademie-leven de doorslaandste blijken zijner grondige beoefening van de staat- en letterkundige geschiedenis des Vaderlands, en van die der Bomeinen. Was hij met de gedenkstukken der Grieksche Oudheid minder bekend? Zijn eerste geschrift bewijst, hoe gaarne hij ook dien tak zijner veelomvattende studiën tot nut en genoegen van het algemeen dienstbaar maakte. De bekende Roman van Xenophon den Ephe- siër Habrokonies en Anthia getiteld werd reeds in 1829 door hem in een Nederlandsch gewaad gestoken, 't Was gedeeltelijk eene huldedie de dank bare zoon aan de nagedachtenis van den ontslapen' vader bragtwiens aan dacht en ijver jaren lang bij dit gedenkstuk der oudheid was bepaald geweest. Bij het voleindigen zijner Akademische studiën werd Tresling in den jare 1834na de opentlijke verdediging van twee Akademische proefschriften over de wijze, waarop de Romeinen de overwonnene volken beheerscliten met grooten lof tot Meester in de bespiegelende Wijsbegeerteen Doctor in de Letteren en heide Regten bevorderd. Sedert dat tijdstip heeft hij zich onaf gebroken met de regtspraktijk bezig gehoudenzonder immer eenig regterlijk of ander ambt te bekleeden. Den vrijen tijd die altijd in 't begin zijner loophaan den jongen Advokaat ruimschoots overblijftbesteedde Tresling aan de Voortzetting zijner geliefde letteroefeningen. Daaraan hebben wij zijnen beredeneerden Catalogus te danken van de belangrijke Bibliotheek zijns be huwd-groot vaders Prol', van Eerde, en vooral zijn uitmuntend geschrift over de oude rcgtsinstellingen te Groningen getiteldde War ven en de Hoofdmannenkamerdat ook voor de staatkundige geschiedenis van genoemd gewest van groot gewigt is: eindelijk zijne Beschrijving der Provincie Gro ningen in het Magazijn de Aardbol opgenomen -). AVij zwijgen van 's mans dichterlijke ontboezemingen, deels in de Vader- landsche taal, toen hij met zijne medemakkers in 1830 ten strijde trok, deels vroeger en later in de Vriesche en Groninger tongvallen opgesteld waardoor hij het Fricsch Jaarhoekje versierde, of openbare vergaderingen te Groningen doeltreffend onderhield. Slechts gewagen wij met een woord van de vele bijdragen, die hij leverde in de Groningsche Vólks-Almanakvan zijne grondige verslagen in het Tijdschrift de Gidsdie wij, ook zonder naamcijfer, spoedig als van hem afkomstig herkenden; van zijn voornemen, om Westen dorps Jaarboeken voort te zetten, om aan te wijzen, wat men van zijnen ijver had mogen verwachtenzoo hem een langer leven ware beschoren geweest. Is liet wonder, dat veelzijdige onderscheidingen den jeugdigen geleerde te beurt vielen Reeds als Student werd hij in den engen kring der buiten gewone leden van het Vriescb Genootschap voor Taal-Geschied- en Oudheid kunde opgenomen: en in 1843 benoemde zoowel de Maatschappij van Neder- landsclie Letterkunde te Leyden, als het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen hem tot beur medelid; ja, toen voor weinige jaren de leerstoel der Hollandsehe Letterkunde aan het Athenaeum te Deventer vacant was, mogt het Tresling gebeuren, op het tweetal door Curatoren te worden geplaatst. Zijne grondige regtskennis en braaf karakter maakten hem geëerd en bemind bij allen in de stad en bet gewest zijner inwoning: en als in 1843 de Heer Mr. Joost Gockinga zijnen wensch had te kennen gegevenom de Provincie Groningen niet langer te vertegenwoordigen in 's Lands Hooge Ver gaderzaal werd de keuze der Staten op Tresling gevestigd. Kort heeft hij deze betrekking mogen bekleeden te kort om een op goede gronden steunend oordcel toe te laten nopens zijne mindere of meerdere geschiktheid voor deze hooge roeping. Dit echter hebben velen niet onopgemerkt gelatendat hij ook daar en in de afdeclingen, en bij de openbare vergaderingen en als lid der Commissie tot de Verzoekschriften den warmsten ijver aan naauwgezette pligtsbctrachting paarde. Eindelijk, om wel te bcoordcelenwat de maatschappij in Tresling ver loor, lette men op zijne veelvuldige bemoeijingen tot heil van de lagere volksklassen. AVij herinneren slechts onzen lezer (om hier de woorden van den Groninger berigtgever te volgen), wat hij deed tot verzachting en leni ging van het lot der armen; hoe hij steeds vol ijver, met kracht en be kwaamheid medewerkte tot het daarstellen van nuttige en misbruik te keer gaande inrigtingen; hoe hij zich vooral ook verdienstelijk maakte, toen het armenfonds der Nederduitsche Hervormde Gemeente te Groningen aan hem was toevertrouwdhoe het armen-werkhuis ter genoemder stede (waarvan nog onlangs in het jaarlijksch verslag van Gedeputeerde Staten gezegd werd dat hetzelve een sprekend bewijs oplevert, wat mensehenlieHe vermag, wanneer zij met overleg en beradenheid gepaard gaat") zijn be staan uitbreiding en bloei hoofdzakelijk aan hem is verschuldigd. Voeg hierbij de dienstendie hij aan de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen 1") Dc Warvcn en de Hoofdmannenkamer, of het voormalig Provinciaal Geregtshof. Gron. 1839. 21 De Aardbol, 11 fBeschrijving der Nederlanden. Amst. 1841. bl. 267-310. De Schrijver heeft later kenbaar gemaaktdat veel in dit werk door de Redactie van voornoemd Magazijn buiten zijn voorkennis, was veranderd. bewees, die, waar het de verbetering van het armwezen gold, bij hem raad en voorlichting zocht, en men zal het verlies gevoelendat ook dc mindere standen in dezen man geleden hebben. Binnen den tijd van drie dagen zijn aan dc Maatschappij van Nederland- sche Letterkunde te dezer slede twee verdienstelijke mannen onttogenvar» Roijengrijs in wetenschapgodsvrucht en ervaringin de hoogste bedienin gen werkzaam, reeds lid der Maatschappijtoen Tresling ter wereld kwam: Tresling, in de schoonste vaag des levens, met talenten begaafd, en in de schitterendste gelegenheidom ze ten nutte van Vaderland en cvenmensch aan te wenden. Zoo spaart de dood noch jong noch ouden is hij het gelukkigst te achtendie iederen dag zijns levens op een welbesteed verleden kan terugzien. Leyden17 Julij 1844. 193"= KONINKLIJKE NEDBRLAWDSCHE LOTERIJ. Trekking der Tweede Klasse. 5de Lijst N°. 21984 een prijs van 20,000. N°. 21272 een prijs van ƒ1500. N°. 1967 een prijs van 2500. 6Jc N°. 17407, 6536, 10766 en 13040 ieder een prijs van ƒ1000. 7de N°. 7044 en 17892 ieder een prijs van ƒ1000. 8stc N°. 18744 een prijs van 1500. N°. 13888, 8855 en 4677 ieder een prijs van 1000. N°. 16996 eene premie van 1000. ABVERTENTIEN. Heden overleed alhier in den ouderdom van ruim 75 jaren, onze hartelijk geliefde Aioeder en Behuwd-Moeder Mejufvrouw HAASJE FIERMAN, AVeduwe van den Ileer II. Kruit. LEIDENS. F. KRUYT. 11 Julij 1844. Alede uit naam van mijne Broeders en Zusters. Heden overleed onze waarde Aioeder A. E. BUSING, AVed. J. Ter Hoeven, in den ouderdom van ruim 79 jaren. Leiden, T. TER HOEVEN, 14 Julij 1844. AI. AV. TERBURGH, Geb. Ter Hoeven. Geene uiterlijke, teekenen van Rouw zullenop verzoek van de Overledenedoor ons gedragen ivorden. Ter voorkoming van alle misverstand dient, dat de Onder- i geteekendc nimmer op naam van haren Echtgenoot iets gekocht ol' ooit de betaling van eenige rekening ontvangen en niet afgege ven heeft: hoewel de bejegening welke zij van haren Alan ondervindt daar toe welligt aanleiding zoude kunnen geven. Leyden18 Julij 1844. AI. HOEFFTKE Geb. Epp. AA OENSDAG 17 JULIJ. Laagst, koers. Hoogst, koers. Gebleven. Nederland, AVerkelijke Schuld. a 2> pCt. 611 614 3 33 74 A 744 Dito dito op resc. 3 74; 5 iooTv 5 too 4 96} 44 99 99A 99 A Dilo dito 3i 33 874 87 TV 44 3) 1441 1454 145 4 j 33 1001 5 33 Aandeelen Rijn-Spoorweg 44 33 - 1041 Aand. Holl. Spoorweg Alaatschap. 33 Spanje, Leen. bij Ardoin van 85 5 33 21A 21A 2U Dito bij dito, onbep. stukken 5 3) 1811 191 3 3) 344 344 34 A 33 23 24 33 Portugal, te Londen 24 33 15 TE 454 45 A Denemarken, Oblig. te Londen 3 33 Rusland, Obl. Hope 1798 en 1816 5 33 1074 Dito dilo 1828 en 1829 5 33 1061 Cert. hij dito 1831 en 1833 5 33 981 Dito bij Hope 4 33 901J Dito bij Stieglitz C° 4 3) 901 Certificaten te Hamburg 5 33 6 33 Certificaten van dito 6 33 734 Polen, Aandeelen met Loting 11. 300 745- A a Dito dito 500 Oostenrijk, Oblig. AVeenerBank. 5 pCt. 1044 4 33 5 33 1094 2ï 33 Aandeelen 28 Mei 1834 500 Idem 1 April 1839 Napels, Certif. Adm. alhier 250 a 5 pCt. 95 Brazilië, Idem 5 3) 6 33 5 33 7 74 Te Leyden ter Boekdi ukkeri j van J. G. LA LAU.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1844 | | pagina 4