üit geeft aanleitT'r.* fat aarSgêï^iiiiglteUit ate! overeen te brengen wfec
sen goed financieel beheer en leidt tot verwarring. De redenaar vraagt het
bovendien, waarmede de voorgestelde uitgavenzollen bestreden worden?
Ëene verhooging van belasting is niet denkelijk bij de groote opoffering,
welke de Natie zich getroost heeft. Zollen dezelve gevonden worden oit
de opbrenst der vrijwillige leening? Voor het tekort der uirgaven van
1844 eb f845 is ait die opbrengat slechts vijf rhillioen aangewezen, en die
gelden rijn, ook zonder de Vlaarasche wateren, benoodigri. Het stelsel der
gelden, uit de vrijwillige leening voortspruitende, is nog in de geboore
het is gevaarlijk de oitkomsten daarvan vooruit te loopjn. De redenaar ver
meent, door de aanneming der tegenwoordige voordragt, daarin 3 oornis re
2til!en brengen. Ëene tweede bedenking bestaat hierin, dat ook niet de
eigenaars der gronden in de kosten der uitloring deelèn. De slechte oitwa
tering, welke tot nu toe bestnod, zal verbeterd worden, en de Staat zoo
al de kosten dragen. Dit acht spreker Onbillijk, De Regering spreekt van
verkregen tegten doch deze zijn den redenaar niet duidelijk voorgekomen.
Hij ZjI ïijne s rm van de nadere inlichtingen des Ministers doen afhangen.
De heer van Rosenthal deelt de bezwaren, door den vnrige'n redenaar ge
maakt, niet, oati-.1v 1 de verpbgting, tot het doen der kosten voor de uitwa
tering een uitvloeisel ts van het roet Belgie gesloten trac.aat. Hij wenscht
tellier nog e< n'sre inlichtingen nrpens eenige punten te ontvangen.
De heer den Tlx geeft zttne verwondering te kennen, dat de kosten voor
ce uit te voeren w-.rkvii teeds drie maten op eene andere wijze zijn gera-ni i
en hij vraagt derhaive thans, of men de behoeften roet de aangevraagde
gelden zal kunnen beatrijnen? De deswege van Regeringswege gegevene
ophelderingen komen hem met voidoende voor,
De heer san Dam ven hsclt zal niet over de voordragt zelve sprelteh,
maar van de eer-te gelegenheid der tegenwoordigheid van een Minister ge
bruik maken, oir. de aandacht van Zijne f.xc. er np te vestigen, dat het
ontwerp tot aanvulling der middelen over 18.14 en 1845 nog niet bij de Kamer
13 Ingeleverd. De Regering heelt vroegvt geancwooid, dat daartoe meer
gelegenheid in de aanstaande zitting zon ztjn, maar de grondwet schrijft
voor,, dat de we-reo, regelende de uitgaven en middelen tevens moeten
worden aangeboden. Zonder nu aan woorden te hechten dat er door omstan
dikheden geen uitstel zou kunnen plaats hebben, bes.aat er een grondwettig
bezwaar in dat uitstel, ilet is pligtmstlg, dat-de wet tot aanvulling der
middelen, welke vroeger niet is aangenomenvdór het einde dezer zitting
worde aangeboden. Dit bezwaar zou intusschen geen invloed uitoefenen op
de stem des redenaars omtrent het egenwoordtge on werp.
Zijne Exc. Je Minister var. Binneislardsche Zaken heeft hit ontwerp breed,
voerg verdedigd. Zijne Ext*, ga at nawat er on rent deze aangelegenheid
vroeger is voorgevallen, en welke de oorzaken r.ijn geweest, dat men z ch
jegens Belgie, tot bet msken dezer kosten voor die watcrloing, verbonden
heeft. Zijne Exc. beioogt wijders de regivaardigheid en billijkheid van het
voorstel. L'e Minister verdedigt de overgelegde raming der te maken kosten
en veiklaan, dat dezelve is opgemaakt door eer.en der meest ervaren des
kundigen in het vak van der, wa.erstaat. Overigens merkt Zijne Exc. op,
dat een Minister wel verantwoordelijk is voor al tietgeen tot zijn departement
beiun rtriccb dat het hem cntnogelï]k is, ook al bezat hij daartoe de noo-
dige kundigheden, alle oe kansen eener zaak na te gaan Zijne Exc. meent
echter thans met genoegzame zekerheid te kunnen zeggen, dat de laatste
raming niet juistheid opgemaakt is en dat de aangevraagde aom met de
weikelfke beboette overeenstemt; geloovende de Minster tevens, dat de
aanneming der voordragt, ter voldoening aan het bir tractaac overeengeko-
mene gevorderd wordt. Overigens oordeelt Zijne Exc., dat de middelen,
cin de aangevraagde uttgaeco te dekken, zuilen kunnen worden vastgesteld
bij de bepalirg der mude.'en, tot aanvulling van 's Rijks Inkomsten over
1844 en 1E45waaromtrent welke eene voordragt tegen het begin der
volgende zitting is toegezegd. Zljr-e Exc. voegt er bi), dat de Regering
vermeent, dat eerst dan het bedoelde ociwetp met genoegzame zekerheid
kan worden aangebeden.
De heer s-<z« Rostr.thai dringt nog nader_op zijn gevoelen aan.
De heer Luzac acht z ch verpligt, het gevoelen des Ministers, ten aan
zien der aanvulling van 's Rijks middelen over 1844 en 1845 te bes rijden.
De grondwet (ar-, 1^4) stelt uitd nkketijk vast, dat de Saatsir,komsten
TtvtNS voor geüikcn ttji van twee jaren bij de 1vet geregeld worden Het
doel van dat art. ts eerstelitk, flat uitgaven en ontvangsten over eenen tijd
van twee jarrn wcreen vastgesteld, en ten tweede, dat dezelfde Vergade
li-g, die de u.tgsven toes sat, ook de middelen aanwijst. Matr in de vol
gende vergadering der Kamers, die den 21 October aanstaande aanvangt,
hebben dezelfde leden geene zitting meer; et is alzoo niet dezelfde verga,
dering meer. Het «are derhalve wenschelijk, ja grondwettig, dat de aan
vulling van de middelen voor 1844 en 1845, nog in de tegenwoordige zitting
plaats vend.
Ce heer Thotbecke verlangt nog eenige inlichtingen en is over de verkregene
niet voldaan.
De heer Bruce kan de uitlegging door vorige sprekers, san art. 124 der
grondwet gegeven woidende, niet deelen. Naar zijne meening is aan het
grondwettig voortchrlft van dat art. volkomen de hand gehouden. In Oc
tober 1843 werden alle gewone staatsinkomsten voor den tijd van twee jaren
vastgesteld, nadat de gewone uitgaven voor gelijk tijdsbestek waren gere
geld. Maar de gewone nitgaven werden door de gewone middelen niet be
streden. Er zal over het loopende jaar een tekort ontstaan. Er zal aan
vulling van middelen dienen te geschieden. Doch voor welk bedrag dit zat
moeten plaats hebben, kan nu nog niet worden bepaald, maar kan eerst
met zekerheid plaats hebben, nadat alle uitgaven, die door de wet ingewil
ligd zijn, zullen zijn bewerkstelligd. Eerst dan, wanneer de behoeften
werkelijk zullen zijn gebleken, zal men kunnen overgaan tot de vaststelling
dei som, die uit opbrengst dec leening toe bestrijding derzelve zal worden
genomen.
De heer v.«« Dam van hsclt bestrijdt het gevoe'en van den vorigen spre
ker, Eene geregelde comptabiliteit vordert de vaststelling zoowel van ue
uitgaven als der middelen. Tot dusverre zijn de middelen slechts ten deele
ingewilligd. Op een oogenblik, dat zich millioenen In 's Rijks schatkist
bevinden, ware het bilUk en staatkundig, dat door de Regering zelfs de
schijn vermeden wierd, aat zij niet aan een grondwettig voorschrift beant
woordt, tetuijl het in haar eigenbelang doelmatig ware, dat dezelfde leden,
die de uttgavea hebben ingewilligd, ook geroepen wierden, om de middelen
te serieenen. Op deze wijze zou men oen verkeerden indruk voorkomen,
die daaruit cms.aan kan, dat de Regering, nu zij over millioenen te Be
schikken heeft, geene aanvulltngswet meer veriangtj
Zijne Exc. de Minister ran Binnenlandsche Zaken geeft nog eenige nadere
inlicht.ngen. Wat oe aanvulling der middelen over 1844 en 1845 betreft,
tie Regering heeft de noodzakelijkheid daarvan verklaard en heeit tot dat
einde een voorstel van wet aan de Kamer ingediend, netwelk in Maart jl.
derzelver goedkeuring niet mogt wegdragen. Het Gouvernement beeft
thans toegezegd, dat het in het najaar een nieuw voorstel deswege zal aan
bieden; net stemt dus toe, dat er eene wet tot aanvulling der middelen
beltoorc tot stsnd gebragt te worden. Maar het verschilt alleen daarin van
gevoelen met sommige leden, dat de vaststelling dier wet, nog in de te
genwoordige zitting zou dieren plaat» te hebben. De latere aanbieding
van het bedoelde voorstel is in alle oprigten wenschelijk. De Regering
heeft daardoor den tijd, om te bepalen, wat er nopens de aanvulling dient
voorgedragen te worden en zij zal de aanvrage beter naar den wezenlijken
stand van zaken kunnen inrigten. Wat de millioenen betreft, waarover
men gesproken heeft, die ter beschikking van de Regering zijn, er worde
over geen een; derzelve beschikt dan uit krachte en overeenkomstig de wet.
Ter «remming overgegaan zijnde, Is het Antwerp aangenomen met «a,
meerderheid van 44 tegen 5 stemmen.
Tegen hebben gestemd de hëerenj LuzacGouverneur, ThorbeckeTrg.
line en den Tex.
Ni eene korte Woordenwisseling wordt besloten aanstaanden Wosntj,,
te beraadslagen over het omwerp van wettot opheffing van het fonds
den Zuidpias.
De vergadering wordt daarna géscheidèn.
Men verwacht aanstaanden Maandag of Dingsdag hét algemeene vein,,
der centrale tfdeeling over het voorstel wegens de conversie, weswege
beraadslagingen waarschijnlijk aanstatnden Donderdag een aanvang zalig
nemen.
Ingevolge artt. 84 en 137 der grondwet en de in Werking zijnde profit,
ciale reglemenrenzullen de b.aten der Provinciën op den laten Dingily
in de maand Julij bijeenkomen, en onder anderen zich bezig houdeo n»
het verkiezen van leden voor de Tweede Kamer der Staien-Generasl,
de plaats van de in dit jaar aftredenden, zijnde voor:
Noord-Brabandde heeren: A, J. IngenhousnMr. J. L. A. Lujbt,,.
Mr. J. A. Mutsaers.
Gelderland, de heerenJhr. Mr. IV. L. F. C. van Rappard en C. ff,
Dam van hselt.
Zuid-Holland, de heeren: Mr. P. C. Seheoneveld en A. van Rijckeventi
Noord-Holland, de heeren: Jhr. Mr. A. IVarin, Jhr. H. Backer,
Mr. P. van Akerlaken, Mr. H. A. van Bleiswsjk en Mr. J. J, Ustw
Sterling.
Zee and, de heer Mr. J. Snouck Hurgronje.
Utrecht, de heer fV. R. Baron van Heeckeren van Brandsenbwg.
Vriesland, de heeren: Mr. TV. van Heloma en Mr. IV, B. Buma.
Overijssel, de heer J. H. Graaf ran Rechreren,
Groningen, de heer Mr. H. J. H. Modderman,
Drenthe, de heer Mr. G. Kniphorst.
Limburg, de heer Jhr. Mr. P, F. J, Peilt.
Te zamen twintig leden, waarvan sommige leden, onder anderen de heer»
van Rappard en Buma, moeten verzocht hebben, bij de te doene kt»
buiten aanmerking te blijven.
De weduwe van den aden Luiteninc H. J. Andrissen, E. Ingoten
te Haarlem, heeft aan de schatkist f 50 geschonken, bij termijnen op tg
pensioen in te houden.
Wij vernemen met het grootste genoegen, zegt de Stoompott, dtu
Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij besloten heeft, om aanvang
den met 1°. Juli) aanstaande, weder 5 treinen daags te doen vertrekt»,
en wel van Amsterdam de> morgens 7, voormiddags 10, namiddags
4J en dei avonds ten 8 ore, en van *s Gravenhage telkena een kwint
uur vroeger.
Het badsalzoen te Schevenlngen is gisteren, den I4den dezer, geopr.
geworden,
Dc Atrondissements-Regtbank te Amsterdam heeft in de zaak wan dl
Indischen smker-fabrijkantden heer Pieter Cliban, en 's Koninga Rabin»
Directeur, den heer v<zb Rappardvonnis geveld. De Arrondiiiem»
Regibsntt heeft beslui, dat 's Koning Kabinets-Directeur niet behoorden
de openoaar gestelde tnagten: dientengevolge ts het Openbaar Ministerie e
ontvankelijk verklaard. De kosten moeten door den S aat gedragen watd»
Te Amsterdam is de huisvrouw van J. F. Schatterer een «3den dei:
van eene dochter en deo ijden van twee zoons verlost, welke allen la
leven en vrij wel lijn,
U-i Utrecht meldt men van den I3den dezer:
Bij sententieop heden bij bet Hoog Militair Geregtshof nitgesproki
zijn de heer.-n EJ. van Liath de Jeude, 2de Luitenant bij het iitereglni
lancters, IV. J. Knoop, Kapitein van de infanterie, en A. J. Pelt Ryde,
2de Luitensnt van het 2de regiment dragonders, schuldig verklaard tenia
van het tweegevecht, waarin de Hoogleeraar J. H. van Bolhuis hst leis
heeft vetliren.
Eerstgenoemde officier ia daarbij, als schuldig aan vrjjwilligen mam,
met verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot eene correctionele
vangentasiral voor den tjjd van vijf jaten; de beide andere officieren:;
ala medepligiig aan dien manilag, met verzachtende omstandigheden, 1:
oordeeld tot eene correctionele gevangenisstraf, ieder voor den tjjd t
drie jaren.
Uit Utrecht wordt gemeld van een ernstigen heibrtnd nnar de
van Amersfoort, welke tot een bosch van den heer Burgemeeiter van Zt
overgeslagen is en groote schade veroorzaakt zou hebben, terwijl ter geljji
tijd in een bosch, bi) Zeilt gelegen, van denzelfden heer brand is oncitn
welke echter spoedig gebluschtis; heidebranden worden asn kwaadwilligit
toegeschreven.
Van den walvischvaarders J. Bott en O. Mehlenvoerende de cchept
Spitsbergen en Ditkje Adama heeft men bertgten van 3 Mei, meldende,!
oe eerste 3, doen oe laatste nog geer.e robben geslagen had.
Te Duivendijke bij Brouwershaven Is den !4<ieo de hofstede va»!
Burgemeester C. Viergever afgebrytdhuis, scbuur en inboedel zijnet
prooi der vlammen geworden,
Het Provinciaal Geregtahof van Noord-Braband heeft ff. Remise
ter ootzaak van moedwillige brandstichting, tot den dood veroordeeld.
Te Oorrcho: is het huis en de bierbrouwerij, bewoond door den it
Bossent,aan de wed. Heuvelman toebehoorende, door een zwaren braad 1
I3d.11 verteerd.
Uit Groningen worden de volgende berlgten medegedeeld:
Ais een voorbeeld van hoogen ouderdom onder broedera en zuiterskoiil
IVIJ vermelden eene familie op hec Hoogezand, bestaande uic twee brotë
en vier zusteri, die gezamenlijk 478 jaren oud zijn, namelijk H. Mosü
89E. H Maathuis 86 Annechien Maathuis 83 Grietje Maathuis 77, l*
Maathuis 74 en Sijka Maathuis 69 jaren.
O -der ue voort.eeiden van boogen ouderdom kan ook gebragt wordttiü
van Hendrik Brand, oud landbonwer, wonende te Klooaterholt, gein»
Scheemda, genoten den 29 October 17S4, dus bijkans 90 jaren, en dietM
zijne tcntgenoote Grietje Derks Strijker, geboren den 8 Mei 1756, duld
88 ja en; zijnde gehuwd den 29 Mei 1783, zoodat zü den 29 Mei W
j ars 61 jaren zijn gehuwd geweest. Deze oude lieden genieten tot duitst
eene redeliute gezondheid, vooral de oude man, wiens gehengen nog lij
stuk is. Van de 8 kinderen, uit dit huwelijk geboren, la slechtsëéttedod
1 r meer in leven, en bestaan er 17 kleinkinderen en jachter-kleinklodtiij
Te SIrtgeimunster, in Wesi-Vlaanderen ia Zondag den pden dezeri
bliksem In deD toren der Rooimche kerk geslagen, terwijl de getnttij
verga terd wasonderscheiden personen ajjn ter aarde geworpen, van ia
ren de gleeüeren en haren verzengd, vin een zelfa een deel van het
weggetukt doch niemand gedood of gevaarlijk gewond.
Van de drie landbouwer», die met Ds. Betting, ter oprlgdng
biüokeo-kolonieoaar Suriname gegaan zijn, zijn de beiden, die aldaar»
atbeid beproefd hebben, namelijk Bovenkamp en ae Vries, aiek gewordt:
een 13 April jl. in het Vaderland wedergekeerd. Zij warer. met luit 111
werk gegaan; tn het begin hadden zij daartoe de noudige krachten, doel
Heiden spoedig door hevige landkoortsen aangetast. Na bun herstel hebi
zij 7 maten den arbeid herval, maar werden zij telkens bij het mioite
weuer door de koortieD overvallen. Zij konden het geene uren dei
gecs voor 8 uren uithouden;- vooral waa elke bukkende arbeid buo oadt
lijk. Hunne krachten meer er meer afnemende, verlangden zij nair:
Vaderland terug te keerett, hetgeen hun werd toegestaan. Zij zijn tot dal
niet vin zins weer naar Suriname te gaan; Bovenkamp ii nagenoeg beun