s, \y WN El en, «li inderen, "erj^ R. Jr. K. van its 8«. '839(1 WJillj 'er S« '8 voor n hooi» sniiau VII dej geiitti cum fa "g lit n gin, lavetiij iti, n ondtt erd tin fe Ltin eritilld n heda gstgeeit aanwj. rmiddiji "oogila, G. NGEN, in he fs msdi or eijti BAAS, i Dingi STAN} an Wi N, be. tot dei acht si* werder R.MEY,1 :gh, 844,11 '8. Vlli olcooidi bij dn rdspoort net veil ctie A, ingsdiji ad ere In* Lrydei, Geneet. NGEL* B. vis COOL, 1 dag'' 1 deitrsii komen inchn, ten, in 'aariif 1 hair 'enit »K ten hi Paplet lenstlje t, doe; )eelen, 844 hi ichtatlt ngetiuh mildn de Dill tal ma Jeer warde." ydes. ISM. L E Y I) S a a Sjv aid MAAND AG, NEDERLANDEN. Le? den 9 Junjj. Uit onze Stad schrijft men nan bet //gem-en Handelsbladdat aibler in deze week de personen van N. Sinteur en J. P, Driesten de achavotstral waartoe zij veroordeeld zijn, rullen ondergaan, Uit 's Gravenhage meldt men van den 7den derert Zijne Maj. de Koning is In den avond van den 4ddc dezer, van H. D, teize naar Vlissingen, in dere Residentie teruggekeerd, -Heden morgen is er op het veld, voor de nieuwe cavalerie kazerne aftier, eene groote waperschouwing gehouden over de troepen, uitm.kende de bezetting dezer stad (grenadiers, jagers, dragonders en rijdende artillerie.) üjjne Maj. de Koning, van een luisterrijken staf vergezeld, heef: de troepen geïnspecteerd. Dezeive hebben onderscheidene krijgsbewegingen voor H, D. uitgevoerd. Vervolgens hebben zij voor den Koning gedefi'eerd. De goede bonding der troepen eo- de jüisiheid en vlugheid bij dé uitvoering der bewegingen, trókken ieders aandacht. Fraai weder begunstigde deze luister rpe inspectie. Eene groote menigte ingezetenen was rond het veld ver anderd eenigd, om die inspectie te aanschouwen. Zijne Maj. beeft aan den Kapitein-Luitenant ter zee J. F. A, Coert. ten de Militaire Witlems-orde geschonken, Zijne Maj. heef: de doodstraf, waartoe J. de Laby, wegens brand stichting door bet Provinciaal Hof van Zuid-Holland veroordeeld was, ver. in brandmerk, tepronksteiling en 20 jaren gevangenis. Sedert de- laatst gedane bekendmaking zijn door de belanghebbenden geligt de navolgende door Zijpe Maj. verleende octrooijen: Een octrooi in dato al November 1842, voor den tijd van vijfjaren verleend aan G. Nasmy'th, woonachtig te Manchester, domicilium gekozen hebbende bij Mr. J. IV. Gefken, Advocaat te 's Gravenhage, op de icvoe ring van zekére verbeteringen tn de toesiellen, dienende tot het smeden eD bewerken van Ijzer en andere metalen. Een octrooi in dato 23 December 1842, vcor den tijd van vijftien jaren, verleend aan J. J. Janssen de Kuijper, woonachtig te Brussel, domicilium verkozen hebbende bi) Oppelt te 's Gravenhage, op de uitvinding van nadere verbeteringen in de zamenstelling van ijzeren spoorwegen. Een octrooi in dato 28 Mei 1843, voor den tijd van vijfjaren verleend sin H, Berail te St. Michielsgestel, op de uitvinding van een reukloos- ültreer-secréec, strekkende tot eene meer doelmatige verzameling van mest ter bevordering der aankweeking van den witten moerbeziën-boom. Een octrooi in dato 19 Februsrij 1844, voor den tijd van tien jaren ver leend aan A, Ferrier, Consul vin Gioot-Britannie te Rotterdam, op de invoering van verbeteringen in stoommachines. Een octrooi in dato 14 Maart 1844, voor den tijd van vijfjaren verleend tan J. H. Fortuin en /V. Nyhöff te Leeuwarden, op de uitvinding van een werktuig om iQggebroodsdeeg -e kneden... Een octrooi in date 23 Maart 1844, voor den rijd van tien jaren verleend aan J. R. Kuipers te Leeuwarden, up de uitvinding van een midvei om de hoedanigheid vau het roggebroou te onderzoeken. Een octrooi In dato als voren, voor den tijd van vijfjaren verleend aan A. C. Boonzajer te Gorincheraop de uitvinding van eene verbeterde wijze om met wol en goud te arukken op fluweel, gaas en laken. Een octrooi in dato 6 April 1844, voor den tijd van vijf jaren verleend aan P, C. Glaasen te Amsterdam, op de uitvinding van een middel 01a houc tegen verrotting en insec en ie bewaren. Een ocirooi m daio 19 April 1844, voor den tfld van tien jaren verleend ain F. Prévinaire de Zoonte Haarlem, op de uitvinding van verbeteringen in het drukken van batist, zijden of katoenen stoften, in allen deele gelijk aan die, welke tot nog 10e alleen in de Oost-Indiëu vervaardigd worden. Heden zijn alle de afdeelingen van de Tweede Kamer der Stalen. Generaal vergaderd geweest, om te onderzoeken bet ee-gisteren aangeboden ontwerp van wet, tot vaststelling van het batig slot der geldmiddelen van 8e Overzeesche Bezittingen over den jare 1842. De centrale afdeeling heeft zich bezig gehouden met het opmaken van haar voorloopig verslag, betrekkelijk net wets-ontwerp wegens de aflossing en verwisseling van schuld. Morgen zal de centrale afdeeling bijeenkomen i°. over de opgemelde voordragt van wet, ten aanzien van het koloniaal baiig alot, en a°. over bot reglement van orde der Kamer. Van den Zsten dezer. Het Hof beeft gonstige lijdingen van het smal deel, onder oevei van Z. K. H, Prins Hendrik, ontvangen. Hoezeer hei zei ve met legenwind vertrokken is, bevooa het zich. op het oogenolik, dat de berigien werden afgezonden, in bec gezigt van Osteode. Thans ia opgemaakt bet voorloopig verslag der centrale afdeeling van 8e Tweede Kamer der Staren-Generaalover de voordrage van wet tot ijlosiing of verwisseling van Nationale Schuld. Aan bet vootloopig onderzoek van dat ontwerp van wet hebben 40 leden del Kamer deel genomen. Dat venlag vangt aan met eenige algemeene aanmerkingen Met opzigt tot de mededeellngenin de memorie van toelichting vervat, nagaande den tegenwoordigen toestand van 'sRijka financiën en de vooruit- ligten voor de locpenpe dienat, zijn de volgende bedenkingen en vrageo in liet midden g-ebragt, Fooreerst wenscht men te vernemenwaarop gegrond ia de op pag. 1 der iitmone veronderstelde mogelijkheid, dat de aangewezene middelen tot dekking van den achterstand van 1840 en vroegere jaren een aanmerkelijk vveiscnot zullen kunnen opleveren. Ten andere heelt men verlangd de reden te vernemen, waarom bij de be handeling van net voorstel tot aanvulling van de middelen over 1841, 1842 tn 1843, lo den aanvang van dit jaar, aan de Stafen-Generaal geene meae deeling is gedaan van het aanzienlijk verschil, hetwelk, blijkens de met ultimo DecemDer 1843 afgesloten staatsrekening over het jaar 1842tuaschen de werkt lij ee en oe geraamde uitgaven over die dienst is verkregen. Ten derde is gevraagd, of niet mede van de koloniale rekening over 1842 eene definitive afsluiting behoorde te geschieden en het gebroik van het bang slot dier rekening bij de wet te worden geregeld. Aan het bestaan van een batig slot toch, in verband met het stelsel, hetwelk de Regering opztgtent «en aard der Oost Indische scholden heeft aangenomen, schijnt wél mee getwijfeld ie kunnen worden. Ten vierde hebben sommige leden aangemerkt, dat de aan de Kamér toe. gezonden staatsrekening over 1842, even als vorige rekeningen, weder g-ena COIJR m ïJr, 'y: A*,-- '"V 'y" 10 JUNIJ. tins vo doet aan het voorschrift van art 126 der grondwet, herwelk niet alleen beveelt de mededeeling der btj de Rekenkamer afgesloten algemeene tekening, die zoowel alle ontvangsten als alle uitgaven moet bevatten maar tevens, afgescheiden van die rekening, de mededeeling van een uitvoerig verslag van her gehruik der geldmiddelen. Ten vijfde heeft men verlangd met net voornemen der Retterlng te worden bekend gemaakt ten aanzien van de aanvulling der minnen toi dekking van de uitgaven over 1844 en 1845, waaromtrent een voorstel aan de Staten Generaai ingediend maar door de goedkeuring der Tweede Kamer niet it achtervolgd kunnen worden. Eindelijk heeft men verklaard met genoegen kennis te hebben genomen van de gunstige berigten nopen» den toestand der schatkistmaar daarbij niette, mtn het venronwen te koesieren, dat de Regering zal blijven voortgaan om door bezuinigingen eene vermindering van hei cijfer der uitgaven te weeg te brengen. Voorts is in alle afdeelingen het besloit van den 13 April jl. Staatsblad N°* 23) ter sprake getiragt en opzettelijk behandeld. De oevoegHneid der Regering, om, uit krachte van de wet van den 11 Maart 1837 Staatsblad N°. 9,) de 5pCti. losrenten ren laste van 'sRijka Overzeescne Bezittingen af te lossen en daartoe een 4pCbs. fonds ten laaie dierzeifde Bezittingen nu te geven, is door de groote meerderheid der leden Diet berwisc geworden. Daarenegeo was de helfr der leden, die aan het voorloopig onderzoek deel hebben genomen, van gevoelen geweest, dat de Regering niet be. voegd zoude geweesc zijn, om, zoo als bij' art, 3 van het bealuit van den 13 April jl. is bepaald geworden, uit de opengat der vrijwillige geldleening aan te vullen, heigeen toi bet doen der Dij art. 2 van het besluit toegezegde betaling van 57 per aandeel aan gereed geld zou zijn te kort gekomen. En hpezeer de Regering niet in het geval is geweest om die bepaling toe te passen, hebbeo de voorzeide leden nogtans gemeend bij deze gelegenheid de verklaring niet te mogen leroghoudeo, dat hunnes inziens die bepaling In geenen deele kan worden goedgekeurd. Van de andere leden hebben sommigen verklaard omtrent de bevoegdheid der Regering ten deze geeuerlei twijfel te koesteren, terwijl de meerderheid hünner heeit geoordeelu, dat het in de tegenwoordige omstandigheden onooo. dig is, cm zich daaromtrent bepaaldelijk te verklaren. IVIet opzigt tot de bij art. 2 van het Koninglijk bealuit van den 23 April jl. Staatsblad N°. 24) bepaalde aflossing van een kapitaal van 10 milltoen loitenien ten laste van 's Rijka Overzeesche Bezittingen, hebben eenige leden het gevoelen geuit, dat die losrenten niet kunnen gebragt worden onder de schulden ten laste van het Rijk, bedoeld bij art. 16 der wet van den 6 Maart jl., en dat mitsdien de gelden tut de vrijwillige leening voort gesproten, niet tot de aflossing dier losrenten haddeo behooren te zijn gebe zigd. De groote meerderheid heeft zich overigens verklaard ten gunste van de schulden ten laste der "överzeesche' fjezufingénonder gatantie van den Staat aangegaan, als gewone Rijks schulden te beschouwen. Door eenige leden Is opgemerkt, dat de besluiten van den ijden en 23itea April jl, geen blijk dragen, dat dezelve ter overweging bij den Raad van S*ate zijn gebragt. Men hield het intnsschen voor niet twijfelachtigdac die Raad, ingevolge het bepaalde bij art, 7a oer grondwet, over die beslui ten had behooren gehoord te zijn. Wat hei raadzame van den bij ecrstgemeld besluit genomen maatregel aan» belangt, zoo heeft men zich met de zienswijze der Regering te dienopzigte niet kunnen vereenigen. Men meende dat door dien maatregel is vooroltge. loepen op de beslissing der wetgevende magt nopens de wijze waarop eene conversie der schuld met het meeste voordeel zou kunnen plaais hebben men hield dien maatregel csar te boven voor onstaatkundig, zoo wel tegen over de Siaten-Geueraalwier vertrouwen op de Regering daardoor konde geschokt, als tegenover de natie in het algemeen, welke daardoor ligieltjic zot bei denkbeeld konde gebragt worden, dat de geldmiddelen van den Staac bjj besluiten zouden kunnen worden geregeld; men oordeelde, eindelijk, dat die maatregel, om der gevolgen wille, mede oiet vrij van bedenking was te achten, daar dezelve, naar het gevoelen van vele leden, eene on gunstige uitwerk'ng op den prijs der nj en 3 pCts. schulden zou hebben gebad. Over het vraagpunt, oi aan eene cunversie in 4 pCts. schulden de voor keur behoort gegeven ie worden boven eene conversie in 3 pCia. ichul- den, Is In alle atdeeiingen opzettelijk gehandeld en beraadslaagd. Te dien opzigte bestond onder de leden verschil van gevoelen, zoo als trouwens reeda bjj de behandeling van een vroeger voorstel tot conversie van schold was gebleken het geval te ziin. De meerderheid echter heeft verklaard, iu de tegenwoordige omstandighedenhare goedkeuring te kunnen verleenea aan de voordragt der Regering, om eene conversie in 4 pCia. scholden te beproeven. De minderheid, aan weike eene conversie in 3pCtS., zonder aan. merkelijke schuldvermeeideringgeenszins onmogelijk Is toegescnenen heeft den wenich te kennen gegeven, om meer omstandig te worden be kend gemaakt gemaakt met de beweegredenen, welke de keuze der Rege ring tot eene converaie in 4 pCts. schalden bepaald hebben. In de berekeningen, op pag. 5 der memorie van toelichting voorkomende worden de koaten dor verwisseling van de alsnog te couverteren schuld, ter gelijkmaking, gesteld op ƒ1,183,800. Onder opmerking, dat deze som, welke bijkans een half pCt. van het gebeeie kapitaal beloopt, hun vrij aan zienlijk is voorgekomen, hebben sommige leden gevraagd, of niet de waar schijnlijkheid bestaat, dat die kosten veel minder zullen bedragen. Wat het ontwerp zelf aangaat, Is opgemerkt, ad art. i! Hoezeer erken. Bende, dat de voorgestelde verwisseling van ej pCts. Belgische inschrijving tegen 2}- pCts. Nederlandichenit het oogpunt oer aanzieniuze kapitaals-ver mindering, welke daardoor zoude verkregen wordenzich niet ongunstig aanbeveelt, heeft nogisns de groote meerderheid gemeend, voor *s hands zwarigheid te moeten maken, om tot dat voorstel toe te tredeu, zoowel uic aanmerking dat men daardoor veraioken zonde zijn van de oogenblikkelijke winst, die vati eene te gelde making der Belgische inschrijving kan verwacht worden, als ook en deze Beweeggrond werd door de meerderheid van groot belang geacht omdat oien daardoor sen krachtigen hefboom uit de banden zou geven, om den voorgenomen maatregel van conversie spoe dig en zeker te doen gelukken. Men ziet derhalve omtrent dit pnnt nadere inlichtingen te getnoét en wei) cht daarbij tevens te vernemen, of bet gemis der kasontvangst van 4,000.000, waarop bfl de nota, gevoegd bij de me solie van toelichting der wet ouiiieiu de aanvulling der middelen over 1844 I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1844 | | pagina 1