A°. 1844. t E Y 6 S C SI COD R A T; n. Pons j, Ie Clrci :en in Latild 11 Ij;. <e hebb, U't W||, ikt en er de on on 'lie tot U mi pltii, 1 oweruj, eerde offitn vernieil de (i •:.V MAANDAG, -v- 1^1 Hi' 6 MEL TK 599^ N I F I HER BURGEMEESTER. 5N WETHOUDERS 1 E. i de etii; verre r, enot tjj,, raar, I, •an it, lij voon, juffer 'is I odj 1,5-». *1, np de 3183, (i rIkotn lit bekonii RIENM i Ltld encore Inaiamt iG- ne ee»ol| Cenn b! H, op liefst id dr 0011 eeo fPtr C A IJ K. beu STAD LEYDEN, gezién lubbende ^Notificatie van Hun fed. Gr. Achtb. de Herren Gedeputeerde Staren van Zuid-Hoilaiid l'ato de 5 Januarij jl.betreffende den Herijk der maten fen gewigten in Zujd Holland eêlet op de voord'ragt van den Arroudissjenients-IJker alhier,. van den 2tsteu dezer «and; geVeh mits. dezen. den. ingezetenen dezer Stad lninne verpligtingte kennen, iot ta doeiiherijken van.alle de bereids te voren geijkte lengte-.en inhoudsmaten en gewig- benevens de bij de inhoudsmaten voor dtooge waren behoorende strijk elswiarioede dete overeenkomstig art. 8 van Z. M. beslui;, van den ai December 1822 Staatsblad n° v)* moeten worden afgestreken. En Worden zijlieden ten dien einde qpger-.epen, ter bezorging der gehielde 'maten en gewigten, wel schoon gemaakt en gezuiverd., aan lil bet lokaal vah den .ijk, in de Schoolsteeg aau de Latijnsche School. Zullende daartoe, I jpoeii dadelijke .betaling., worden gevaceerd 0 Voor Wijk 1, op den 1. April* 2, op den 2, April» 3 op den 3. en 4, April. --4, op den 10., u. en 12, Aprife 5, op den 15., 16. en 18. April. 6, op den 19., 22>£3. en 25. April. 7, op den 26.29; en.30. April eh 2. Mei, r:. 8, óp den 3. en 6. Mei. 'niet uitzondering eChtê? van de Goud- en Zilvcrsmids-benevens de Apothe.kers- of Mè- 'dicinale gewigten voor welker herijking afzonderlijk zitting zal gehouden worden te vveteen Voor de Goud- en Zilvèrsmids gewigten op den 8. Mei, é'n Medicinale op den 7. Mei telken dage des voormiddags van 9 tot li, en dek namiddags van 3 tot 6 uren. En waarschuwen Burgemeester en Weihouders voornoemd, allen en een' iegelijk wien bet aangaat, met herinnering' tevens aan art. 2 van Zijner Majcsteits besluitin dato 3o Maart 1827 (Staatsblad N°- .13-2) oin °P bovengemelde dagen na welke de.Arrondis. 5ements-I|ker zich, overeenkomstig art. 10 der Notificatie van Hun Ed, Gr.- Achtb. dc H. H. Gedeputeerde Staten van Zuid-Hoiland, in dato 18 Januarij 1822, tot uitoefening van dén Herijk naar de. buitengemeenten van hét Arrondissement moet begeven, eu alzoo buiten de mogelijkheid is, óm gereedelijk aan het verlangen der verzuimdhebbenden te voldoen), zich overeenkomstig, hunne verpligcing omtrent dezen Herijk stiptolijk te ge 'dragen, ten einde buitètt bekeuring te blijven; - zullende er, na den 'bepaalden termijn, ingevolge dispositie v.ah Hun Ed. Gr. Achtb. de Hécren Gedeputeerde Staten van Zuid - Holland, in dato 22 November 1831, gèene verlenging van tijdof zoogenaamde nadagen, jegevén vlorden. Wotdende de belanghebbenden in liet algemeen bij deze voorts herinnerd aan de Noti- licatie van Hun Ed.^ Gr. Achtb. de H. H. .Gedeputeerde, Staten van Ziiid Holland, 111 dato 4 Augustus 1820., volgens welke de ijkpligtlgheid zich uitstrekt tot alle handel- en neringdoende lieden,Fabrièkeui's en Ambachtslieden, die, in hunnen handel of hun be- drijf,"eeriige maten óf gevylgteH gebruiken, en de Apotlieitefs of Mëdicijnbereiders in hét bijzonder ,%ah art 3 en 5 van ,Z. M. besluit d. d. 21 October 1819 (Staatsblad N°. 52) bepalende huntie gehcrüdenheid tot het bezit vaii een vol stel .gewigtenen liiedeverpligting tot den jaarlykSèlieü Herijk van hetzelve, alsmede aan het ,Koninglijk besluit vaii den 5. Febrüarlj 1826, N°. 153,, volgens hetwelk de, bij derzelver eersten |k gesiemp.ëlde, greingevvigtenzónder die eene nadere stempeling te doen óndergaanjaarlijks door den Ijker moeten wórden nagezien én ouderzoclu. - 'En wordt wijders, door deze, tér kennis van de belanghebbenden gebrngt, dat tot jaarlèuef, gedurende 1844, voor den ijk der Maten en Gevvigtên bepaald is de Ier eer Z. Aldus gedaan, by H. H. Burgemeester en Wethouders der Stau Lvyden, Öp den 2isted Maart 1844. DU R l E U. Tér ordonnantie van dezelve, v. PU T T K A M M E R. BUfeGfeMEESTÈR fcn WETHOUDERS der STAD LEYDENachten het noodig iiaar aanleiding eener bij hun ontvangene circulaire van den Heer Staa-sraad Gouverneur van Zuid -Hollandvan den ïöden dezer maand (Provinciaalblad N°. 42), de belangheb benden bij vernieuwing aan derzelvèr verpligting te herinneren om i.ii het ontstaan van besmettelijke ziekten onder het rundvee enz.telkens daarvan onverwijld aangifte te dyen ïir Secretarie deter Stadmét opgave tevens van het soort, de ouderdom en den omschrij ving 'der uitèrlijke keiucekènen van het aangetaste vee, ten einde zicli bij verzuim dmr- van te vrijwaren voor de toepassing der strafbepalingen daarop gesteld weike behalve bei gemis der toekenning van éenfge schadevergoeding uit liet fonds van den Landbouw" (Saarvan het onvermijdelijk gevolg zijn zou.' Leyden dert 2Ó April 1844, y DURIEU. Ter ordonnantie van dezelve, v. PÜTTRAMMEk. publicati e. ïeschrijving voor het regt op de Patenten en het Personeel voor den jare 1844 en 1845. burgemeester er wethouders der STad leyden, brengen bij deze. mar aanleiding Van een ontvangen besluit van Zijne Exc. den Heer Staa-sraad Gouver neur van Zuid-Höllaiid, van den 24 April jl. n°. 84/5144 3Ó<? Aid., houdende ceni.-é bepalingen ten aanzien der beschrving, voor het patentregt over 1844 en 1845 Cd.it is, yanden 1 Mei 1844, tot den 30 April 1846, alsmede naar aanleiding van een .gellilt besluit van den 16 April 1844 n° 78/4910 3de Afd-, betrekkelijk de beschrijving voor et Personele Belasting voor het jaar 1844 en 184*5, ter kennisse van de Ingezeten dezer Stad 2 .Dar op den 1 Mei een. aanvang zal. worden gemaakt met de beschrijving dpr P.itent- pligtige'ntabel 14., N0..^—40, zijnde de Slijters, Tapnérs, Kroeg- en Kofiijhuisno.i- ilers, waarvoor de declafatoiren aaii de huizen zullen worden rondgebragt, en na verloop, van drie dagen, van wege den Ontvanger der Direcre Belastingentegen recu worden afgehaalden vvofden gemelde Patentpligrigeji herinnerd aap de bepaling van art, 2 der wet van den 21 April 1843 (Staatsblad N°. 16), dat zij hun beroep niet mogen uitoefenen dan nadat zij de helft van hunnen aanslag over het dienstjaar 1844 en 1845'hebben voldaan,; en nadat het verschuldigde over het vóórgaande jaarten volle zal zijn aangezuiverd, waarvan zal moeten blijken, alvofens de actens van Patent aan hen zullen kunnen worden afgegeven. Dat zoodra mogelijk hunne aanslagbiljetten zullen worden bezorgd de Pa- lênted in gereedheid gebragt," en de tijd bekend gemaakt, waarop dezelve zullen kunnen worden afgehaald. Dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel N°. 16, der Wet, van den April 1823, N*. 14, houdende wijzigingen en uitbreidingen van de Ordonnantie op liet regt van Patent, van den 21 Mei 1819, (Staatsblad N°. 34) de tijd der uitgifre van de dóór de Patentplig'tigen in té vullen verklaringen van aangifte, voor den jare 1844 wordt vastgesteld op den 8 Mei van dat jaar en dat de. wederinza.-neling derzelvetegen tifUy AooT den Ontvanger of deszelfs daartoe gequalificeerden geteekendop den achtsten dag na de uitgifte zal geschieden. ïf. zal schillenÜf c hie derJ 1 tot tem tn VER jtmuntei ,eydas CK?,rra^\ Dat de Registers der pa'tenipligtigen, óp of met den 3*1 Mei daaraanvolgende zullen JekhindC ]boeren gesloten worden, en er' na dien tijd volstrekt g' \forderf aangenomen. VV01 Patent geene verklaringen meer zullen Wordende ieder Paténtpligtige hij deze herinnerd aan art. 1.8 der Wet op het regt van Patent,, van d.'en 21 Mei 1819, inhoudende: „dat zij,, óie bij het aanbieden of bezorgen yi'ier verklaringen van aangifte, of ook bij het terughalen derzelve, niogten zijn ,J voorbygegaan^ zich niet mogen beroepen op eën of ander begaan verzuimmaar ,iintegendeel gehoudën zijn om zófcg te dragen, dat de. bij de Wet gevorderde aan- «giften, verklaringen en aanvragen, welke ter invulling aan het kantoor van den J, Ontvanger der Derecte Belastingen (°p bet Vrouwe Klooster bjnnen deze Stad) i, verkrijgbaar zijn, door hen in persoon of door hunnen gemagtigden behoorlijk itige- ,jvuld, op'dch daarbij bepaalden tijd, ter zeiver plaatse moeten worden ingediend." Alsmede aan art. 37 der voorschrevene wet, houdende: „de aan het regt van Patent jjorderbevige pèrsoneiiwelke, na den afloop van den tijd, tot het doen der aangif.e bipnaldbevonden zullen worden zich niet, of door valscheonnaauwkcurige of li'Oi.volledige opg-aye, niet behoorlijk vau iQjmie vérpligtingeu ten aanzien dier aaiijyilien 9i te hebben gekwetenzullen telken reizewanneer hun verzuim of overtreding wordt „ontdekt, vervallen in eene boete van niet minder dan 25, en niet meer dan 400 guldens.'* Dat, met betrekking 10; de Schippers, Schuitenvoerders enz., in de tabel N°. 16 d*er Wet, van den 6 April 1823..N°. 14, voorkomende, de eigenaren van schepen, Schip pers, Schuitenvoerders en alle zoouanigendie de administratie hebben over binnen- schepen, schuiten en andere vaartuigen, gehouden zijn, 0111 zich van behoorlijk Patent tc voorzien. Dat, tot de 'door hen daprtoe, te doene schriftelijke aangiftenzal worden gevaceerd ter Secretarie alhiery van den 4 Mei aanstaande, tot en met den igden dierzelfde niamd, 's voormiddags van 10 totj2 ure, de bondagen uitgezonderd, voor zoo verre dat beroep niet in den loop des jnars wordt aangevangen: wordende dezelve tevci s nitgenoodigd om de mee;brieven hunner vaartuigen mede te brengenen alle die inlicii lingen te geven, die van hun, betrekkelijk de vaartuigen, zullen worden gevorderd; terwijl er na .den 15 Mei voormeld geene verklaringen meer kunnen of zullen vvordeij aar-genomen en de gebreken, bij ontdekking, zullen .inc'ürreren de boetebepaald bij her.37 art der Wet..van dén 2i Mei 1819, hiervoren omschreven. Da.t echter gemelde termijn, voo. de alhier, piet gedomicil eerde Schippers,, verlengd wordt tot den 24stea derzelve maand, ten einde zij volgens 13 der wet, van den 6 April 1823, gebruik kunnen maken, om.in derzelver vase woonplaats bij termijnen te betalen, en dat zij dus gedurende .de geheele maand, volstaan kunnen met de veriooning, hetzij van hun vorig, Patent, hetzij van het bewijs van gedane aangifte. Dat verder, alle Patentpligtigenbij tabel N0.. 7 der Wet, van den 16. Junij 1832 bedoeld, zijnde inlandscbe en vreemde Kramers, welke met kramen, stallen, tafels enz." hunne waren in berbergen, huizen, kamers of op publieke markten en kermissen ui stal lenmitsgaders de debitanten, in loterijbriefjes, en alle handeldrijvende en ais Kooplieden te belasten personen, welke hunne waren ter verkoop, hetzij in 't klein, hetzij in 't groot, te water of. te. lande met zich .voeren, alsmede de ondernemers van op.enbare vermakelijk heden, in tabel N°. 15 genoemd,.voor zoo verre alle die Patentpligtigen in de algemeene beschrijving voor 1844 zullen moeten worden begreperfgehouden zullen zijn zich, ge durende de geheele maand Mei. ler bekoming van hiin Patent, aan re melden ter Secre tarie dezer Stad, 's voormiddags v?n 10 tot 12 ure, de Vrijdag,. Zaturdag en Zondag uitgezonderd; zullende .er pa dien tijd geene aanvragen meer wovóen aangenomenbehalve van de zoodanigen, die hun beroep of bedrijf na dién tijd aanvangen en alzoo in de bijzondere hescbr ij vingrn worden begrepen, welke gehouden zijnzich dadelijk bij dien aanvang van Patent te voorzien. §pDa.t jal mede.op den.8. Mei aanstaande, een aanvang zal worden gemaakt met de be schrijving voor de Personeele Belasting over het dienstjiar 1844 en 1845. Zij, welke, bij het bezorgen der biljetten, of bok bij het terughalen van dezelve, mogten zijn overgeslagen, zich, in geen geval, zullen mogon beroepen op zoodanig verzuim, .maar integendeel, gehouden zijn om de. vereischte en behoor ijk ingevulde ver klaringen in re dienen ten Kantore des Ontvangers, alWaar de biljetten ter invulling steeds verkrijgbaar zullen zijn. Een ieder is gehouden de te doene aangiften met zijne handteekening te bekrachtigen. Ingeval iemand betuigt niet te kunnen schrijven zal de ontvanger of zijn gemagtigde, des gevraagd, de invulling iii deszelfs naam en zonder daarvoor eenige betaling te kunnen eischenverrigtenmet vermelding der redenen waarom; en zal de aangifte door den Ontvanger of deszelfs gemagtigde, in tegenwoordigheid van een derden persoon en met cu benevens deze, worden geteekend, na voorafgaande voorlezing. De belastingschuldigen zullen de door hen in betrekking tot de belasting op het Perso neel te doene aangiften in het algemeen, behooren in te leveien in die gemeentenalwaar de belasting is verschuldigd. Öenzulkenechter, wier helastings-voorwerpen naar de vier eerste grondslagen, alle of gedeeltelijk gelegen zijn of zich bevinden in eene andere gemeente dan diewaarin zij hun verblijf hebben, zal hervrijstaan de aangifte voor aile dezelvemits alsdin,voor elke gemeente afzonderlijk., ter plaatse hunner woning of .van. hun verblijf te .bewerkstelligen. Zoo wanneer paarden der vierde klasse door een zelfden belastingschuldige 111 verschil lende gemeenten worden gehouden, zal hij in elk van deze, het aldaar gehouden wordend aantal behooren nan re geven. Eindelijk worden de Ingezetenen vérwittigd, dat tot Tcgenscliatters voor meergenoemde belasting zijn benoemd de navolgende personen, als: PAULUS FRANCIUMON |ANSZOON, WILLEM LEONARD ULJEE, en JAN WILLEM SCHAAP. Eu opdat niemand hieromtrent onwetendheid zoude kunnen voorwendenzal deze worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks te doen gebruikelijk is; terwijl een exemplaar dezer zal worden medegedeeld aan den Ontvanger der Directe Belastin gen, tot deszelfs informatie. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, cp den sgstén April 1844. DU R1EU, Ter ordonnantie van dezelve, v. PUTTKAMMER. KENNISGEVING. H U T E R IJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der STAD LEYDEN, gezien hebbende de Wet van den 11. April 1827, brengen bij deze ter kennis van de belanghebbendenJat, ter voldoening san nezclve, weder een aanvang zal worden gemaakt met de inschrijving voor de Schuttel lijke dienst van de genen, welke daartoe dit jaar in de verpligting vallen. Dat deze inschrijving zal moeten geschieden in tien afzonderlijke registersniet dien verstande, dat de personengeboren in 1810 tot i8i3 ingesloten, welke zich hier ter Stede, sedert.de vorige inschrijving, uit andere plaatsen met er woon hebben.nedergezet, waaronder ook zijn begrepciv de militairendie sedert de laatste inschrijving derzelver paspoort verkregen en zich alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in dit Rijk en bin nen deze Stad sints de laatste inschrijving gevestigd hebbende vreemdelingen (waardoor verstaan worden zij, die hun voornemen, om zich in dit Rijk neder te zetten, hebben aan den dag geTegd betzii d -of eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door bet werkelijk overbrengen van den zetel van bun bestaan, naar herwaarts zonder dat de tijdelijke uit oefening van een bedrijf ofhandwerk in eenige ondergeschikte betrekking als zoodanig voornemen wordt aangemerkt), .zullen worden ingeschreven achter de registers, waartoe zy volgens bunnen ouderdom behooren; terwijl de geborenen in liet jaar 1819, zullen worden geplaatst in een nieuw register, te weten: het eerste van den jare 1844; eu liet tiende of dat der geborenen in. 1809 van bet vorige jaar, zal komen te vervallen.. Dat van de inschrijving, niemand der bovengenoemde persouen is uitgezonderd, al vermeende hij tot de vrijgestelden of uitgeslotenen te behoorenen dus ook niet die personen, welke reeds hun ontslag uit de Scdutterlijké dienst hebben bekomen. Dat de registers van inschrijving zulle 1 worden geopend op Maandag den 13, Mei, en op Zaturdag deu 1. Junij daaraanvolgende finaal zullen worden gesloten. Dar derhalven de personenwelke zich vóór gemelde sluiting op den 1. Jllnij nier hebben doen inschrijven (en dus ook ieder persoon van elders zijnde komen wonen, of de in dit jaar zich alhier gevestigd hebbendé vreemdelingen, alsmede de Militairenwelke tot de laatste ligting belinotd hebbende, derzelver finaal' ontslag hebben bekomen, en niet weder zijn in dienst getreden), bij ontdekking, als nog acluer de teekening, rot sluiting, door.het hoofd van de regering aan hex einde van lier register te plaatsen, zullen worden ingeschreven, met de bijvoeging van het woord: ambtshalveen dezelve volgens art. 9, door den Schuttersraad zullen worden verwezen tot eene geldboete, en daarenboven da delijk, zonder lotingbij de Schutterij ingelijfd, indien het zal blijken dat er, tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aanzien bestond.enterwijl in zoodanig ceval het huwelijk hun ook geeue aanspraak geeft om in de tweede klasse gebraat te worden; alles onverminderd zoodanige strafbepalingen alsuit krachte der ,YVct vaij den 31,;. December 1832, pp hun mogten kunnen worden toegepasr. Dat een ieder wordt vermaand, 0111 voor zoo veel hij van geen bewijs zijner doop of geboorte voorzien isvoor diewelke alhier geboren zijn, hetzelve te komen afhalen ter Secretarie dezer Stad, van heden af aan, 's morgens van 10 tot 's namiddags 1 uur; terwijl diegenen welke elders geooren zijn, zich hetzelve onverwijld vóór de inschrijving zullen moeten aanschaften; zullende een teder verantwoordelijk zijn voor de gevolgen, wanneer hij, bij gemis ziiner doop- of geboorte acte, door eene verkeerde opgave van het gehoorte-jar.r, abusivelijk wierd ingeschreven. Dat de belanghebbenden bij deze nog worden herinnerd dar zij bij de inschrijving,- IeVais zullen moeten'opguven hur.nc IKconflaatsbenevens liet IVyk en Hommer hunner

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1844 | | pagina 1