a*. 1844,
lëydsché
vrijdag,
of.
d 11 li k n f,
i me!.
nederlanden.
van JOliJi
!r"n doij
V.« ''ei
■Wijk (I,
W'.v J/m,
igvaprdiii,
benevM
j
Ie k
te I,.
iV-Tgnil
l'Jk aiscliri
E. A,
M
faarcoc
jden bol,]
-NiSEN
den zfl
PUBtlCA IE,
■J,ul
zondej
e hart zj
franstlit 3
^zoeken J jitehnjving voor het regt op de Patenten en het Personeel voor den jare 1844 en 1845;
"/l"" burgemeester er wethouders deR stad levden, brengen bij deze
aanleiding van een ontvangen besluit,vati Zijne Exc, den He?r Stadsraad Gonver-
van Zuid-HollandVan den 24 April jl. N®. 84/5144 3de Afd houdende üenige
Llinaen teri aanzien der begchlving voor het patentregt over 1844 en 1845 C^ac is,
Tden 1 Mei 1844, tot den 30 April 1846, alsmede naar aanleiding van een gelijk
yule van den 26 April 1844 N° 78/4910 3de AFd-, betrekkelijk de beschrijving voor
ITpersóneie Belasting voor het faar 1844 eri 1845, tel* kehnlssë van de lugezetèu dezer
Dat óp den i Mei een aanvang zal worden gemaakt met de Beschrijving der Patenk-
lietUên» tabel 14, N®. 37—'4°» zijnde de Slijters, Ta'pperfc, Kroeg- en Koffijhuishou-
lers "waarvoor de declaratoiren aan de huizen zullen worden rondgfcbragt, ën na verloop
n'drit dagen, van wege den Ontvanger der Direc:e Belastingentegen re?u wcjrden
ifaebaild; en V/oroen gemelde Pajentpligtigen herinnerd aan de bepaling van art. 2 der wet
in den Üi April 1843 Staatsblad N°. 16), dat zij bun bel-oep niet mogen uitofcfehen;
nadat zij de helFt van hunnen aanslag over het dienstjaar 1844 ën 184;? hebben voldaan
nadat het verschuldigde over het voorgaande jaarten volle zal zijn aangezuivèrd,
Larvan fcal ffl.oetèn blykén, alvofrens de actens van Patent aan heil zullen kunnfen worden
lUlifeeeeveh. Dat zoodra mogélyk hunne aanslagbiljetten zullen worden bezorgdde Pa-
liJünren iri gereedheid gebragt, eii de tyd bekend gemaakt, waarop dezelve zullen kunnen
wórden afgehaald.
Dat met ültzöndering der bedrijven; bedoeld bij de tabel N°. 16, der Wet, van den
April 1823, *4» houdende wijzigingen en uitbreidingen van de Ordonnantie op het
Li van Patetic; van den 21 Mei 1819, Staatsblad N®. 34) de tijd deruitgifte van de
door de Patentjlligugtn in te vüllen verklaringen van aangifte, Voor den jare 1844 wordt
Lfffesteld op den 8 Mei vah dat jaar en dat de wederinzameling derzelvetegèri
i__t ,l„;» HnfiiHttiTPr r»P Mpé^plfc rtfta!-
voofm/'ifJ
hét «lij
bietym ij
btïjjun,
ËGEMt||
curve,fa]
nt
76
IOo|
l°0,V
!9!
V»
'<si
'9ii
3«i
37
4®s
lo6{
91
7'?
73
Ufudooi* deii Óntyangei- of deSzëlfs diairtbfe getjualifkeerdën geteekfend; op den a*thts"cert
ig na de Uitgifte zal geschiëdbn.
Dat dè Registers dfer patentpligtigën, op of met den 31 Mei daataanvolgetide zulleri
IIIBioeien gesloten worden, eri er 11a dien tijd volstrekt geerie verklaringen meer zullen
fforden aangenomen.
Wordende ieder Pfltentpligtfgè bij deze herinnerd aan art- 18 der Wet op het regt vati
latent, van den 21 Mei 1819, inhoudende: „dat zij, die b(j het aanbieden of bezorgen
der verklaringeri van aangifte, óf ook bij het terughalen derzelvè, mogten zijn
Lvoorbijgegaanzich niet mogen beroepen op een óf ander begaan verzuim, maat
intègfcndeel gehouden zijn bhi zorg te dragen, dat de bij de Wet gevorderde aan
giften, verklaringen en aanvragenWelke ter invulling aan het kantoor van den
j.Oiuvanger der Derecte Belastingen,' (op het Vrouwe Klooster binnen'deze Stad)
VL verkrijgbaar zijn door hen in persoon of door hunnen getiiagtigdenbëhoörlijk inge
vuld op den daarbij bepaalden tijd, ter zëlver plaatse moeten worden ingediend."
Alsmede aan art. 37 der voorschrevene we,t, houdende: „de aan het regt van Patent
rt f 1000.
I onderhevige personen, welke, na den atloop van den tijd, tot h
'bepaald, bevonden zullen worden zich niet, óf door valsche,
'onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne verpligtingen ten aa.
#te hebben gekwetenzullen telken ïeizewanneer hun verzuim of overtreding wordt
u'ontdekt, vervallen in eerie bdëte van niét minder dan 25, en niet meer dan 400, guldens."
Dat met betrekking tot de Schippers; Schuitenvoerders enz., in de tabel N®. 16 der
iVet 'van den 6 April 1893, N®. 14, vóórkomende, de eigenaren van schepen, Schip*
iets! Schuitenvoerders en alle zoodanigendié de administratie hebben over binnen*
chrpen. schuiten en andere vaartuigen, gehóuden zijn, om zich van behoorlijk Patent
e Vooriien- Dat, tot de door hen daartoe te doene schriftelijke aangiften, zal worden
evaceerd ter Secretarie alhier, van den 4 M:i aanstaande tot en met den i5den dierzeifde
I ,aand 's voóririiddags van io tot ia ure, de bondagen uitgezonderd, voor zooverre
beroep niet in iléti loop des jaars wordt aangevangen wordende dezelve tevens
jtcenodüig'd orn de meetbrieven hunner vaartuigen mede te brengen, en-alle die inlich-
ingen te géven; die van hun, betrekkelijk de vaartuigen; zullen worden gevorderd;
trwiji er "na den 15 Mei vbohneld geenè verklaringen meef kunnen óf zullen worden
van /I Lietioraen en de gebreken Bij oiitdekkirg, zullen iricurreren de boete, bepaald bij
'37 art der Wet, van den 21 Mei 1819, hiervoren omschreven. Dat echter gemelde
nisfijn; voó, de alhier niet gedomicilieerde Schippers, verlengd,wordt tot den 24Sten
ïerielve maand, ten einde zij volgens 5 13 der wet, van den 6 April 1823, gebruik
Kunnen maken, oifi in derzelver vas e woonplaats bij termynen te betalenen dat zij
Jul gedurende de geheele maand, volstaan kunnen met de vertöoningj hètiij van hun
:oedgtkeufijorig pa ent 4 hetzij van het bewijs vdn gedane aangifte.
ïrde GemM pal vérder alle Patentpligtigcn, bij tabel N°. 7 der Wet, Van den i6. junij 1832
P' zijhde inlahdschfe ën vreemde KratnerS, Welke mét kramen, stallen, tafels ènz.,
Aun|ie warén in herbergen, Huizenkamers^df óp publieke marktèn en kermissen uitstal-
llen mitsgaders de debitanten in ldtefybriefjesen alle harideldrijvcnde en ais Kooplieden
ttSelusten personen, welke hunne waren tef verkoop, hetzij in't kleinhetzij in 't groot,
-iie water of te lande met zich voeren, alsmede de ondernemers van openbare vermakelijk^
it hy """Jjicdenin tabel N®. 15 genoemd, voor zoo verre alle die Patentpligtigen in de algemeens
jeligt ijJejchj-ijving voot 1845 zullen moeten worden begrepen gehouden zullen zijn zich,, ge-
t van li^Vurèndé de gëlveéle maand Meiter bekoming van hun Patent aan te melden ter Secrë*
Wie dèzef Stad, *s voormiddags ban 10 tot 12 ure; de Vrijdag, Zaturdög en Zondag
Bhgfczonderd ztrilende er na dien tijd geene aanvragen meer worden aangenomenbehalve
vah de zobdktiigfcn. die hun befoep óf bedrijf na dien tyd aanvangen eri Ölioo in de
Jbijzondéré besthrijvingen worden begrepen, Welke gehouden iijn; zich dadelijk by dleti
.„.Jlinvang van Patent te voorzien.
DRIENni Dat al mede óp den 8. Mei aanstaande, een aativang zal, worden gemaakt nïet de be-
Ichrij'ving voor de Personeêle Belasting over het dienstjaar 1844 en 1845.
Zij welkë, bij het bezorgen der biljetten, öf ook bij liet terughalen van dezelve;
moeten zijn overgeslagen, zich, m geen geval, zullen mogon beroepen op zoodanig
verzuimmaar integendeel gehouden zijn om de veréischte en behoor ijk ingevulde ver-
Gasselt,»
•rand ongd
H.
de Ruïat,
ARDS,
:reerk.
I, Breedij
inding vol
fl Z03 b(
Leydw
.NflJUliiinfrt in te dienen ten Kantote des Ontvangers, alwaar de biljetten ter invulling steeds
ïv ïtrktijgbaar zuilen zijn; j j
ïlqke W Etn jfder is geiiöuden de te doene aangiften met zijne handteekening te bekrachtigen.
Ingeval iemand betuigt niet te kunnen schrijven zal de ontvanger of zijn gemagtigde,
g g «v. jj. i«.,..illnn in rlp«7<»lfc nn!>m pii T/inia*r daiarvhnr f.f.ninie hetnlintr te. kunnen
D Yt
iiiuiitvanger ot oesztirs gemagiigucm ic^t..vYyw.u.5..t.e. e.v..
lieer MJ^ne^ens deze, vrofdeh geteekend, na vöörafgaaride voorlezing
rwoode,#
re zijotl
gevraagd, dè invulling in deszèlfs naam en zónder daarvoor ccnigè Betaling te kunnen
IAf«, verrigtenmét vermelding der redenen waarom; en zal de aangifre door den
jÖnrvanger óf deszelfs gemagtigde, in tegenwoordigheid van een derden persoon en met én
menens dezè, wofden geteekendna vöörafgaaride voorlezing
Dè bëlastirigschuldigèn iuileri dè door hen in betrekking tot de belasting op bet Perso-
fjèel te doene aangiften ^itr het algemeen; b'ehoören in tè léveren in die gemeenten, alwaar
Vrijdig tlide behjfting iè vërschüldigd,
ör Z^jnePlj pehzuikêri, échter. Wier belastirigs voorwerpèn naar de vier eerste grondslagen, alle of
Jtdeeitelyk geiégeri' zijri öf zich bevinden in eene andere gemeente dan die, waarin zij hun
wrblyf hebbenzal her yrijst'adh de aangifte voof alle dezelvemits alsdan voor élke
(ttaeente afzonderlijk, ter plaatse hunner woning of van liun verblijf te bèwerksteïligen.
Zoo wanneer paarden der vierde klasse door een zelfden belastingschuldige in verschil
lende gemeenten worden gehoudenzal hij in elk van dezehet aldaar gehouden wordend
Junta! behooren aan te geven,
den ra. Eindelijk worden de ingezeténen verwittigd, dat tót Tegenschatters voor meergenoemde
Stid £<wWasting'zyn benoemd de navolgende personen, als:
PAÜLUS FRJANCHÏMON JANSZOON,
WILLEM LEONARD ULJÈE, en
JAN WILLEM SCHAAP.
En óptfat niemand hieromtrent onwetendheid zoude kunnen voorwéndenzal deze
tract, etljworden afgekondigd en aangeplakt, alommé waai1 zulks te doen gebruikelijk is; terwijl
enooten <l|!en exemplaar dezer 2al wórden medegedeeld' aan den Ontvanger der Directe Belastin-
Ito, tot deszelfs informatie.
DYK# I Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders dér Stad
Leyden, op den agsten April 1844,
DU RIEU,
Ter ordonnantie van dezelve
v. PUTTKAMMEtt.
O A
Levden, 3 Mei,
Giiteren morgen zijn alhier doorgekomen de bitterljen rijdende ardllerle;
onoer bevel van dè Kapitein» van Wlckevoart Crommetin en van Peitelde
eerste zich van Anierifoor: naai 'sGtavenhagede tweede van Graven.
hagë naar Amersfoort begevende.
- Naar men verneetht ztillen de Veerschuiten van Leyden naar *s Hage
eb Delf' vice vendgedurende de zomermaanden, afvaren alt volgc:
Van Lejden naar 'sHage, voormiddag ten 6 eo 7{namiddag ten j en 7
ure; van 'j Hage naar Lejden, voormiddag ten 9 eo li, namiddag ten 3^
en ure.
Van Le-fden naar Delftvoormiddag ten 7} en io,, namiddag ten 3} ere
5 ore; vin Delft haar Legden, voormiddag teo 7 en è}t namiddag ten
en 4| ure.
Uit 's Gravénhage meldt men van den iden dezen
Heden morgen vroegtijdig is Zijne Maj. de Koning Uit deze Reiidentié
naar Tilburg vertrokken.
Zijne Maj. heeft benoënid rót Ridder» der orde van den Nederland.,
schen Leeuw, dsn gejrehsionneerden Kapitein-Lultenhnt ter zee, J, ff,
van Kervel, en den gepehsionnèérden Majoor der infanterie A. D, Weber.
tot Vice-President in her Provinciaal Gerégtsbof van ^uid.Hollaua
il door Zijne M"j. benoemd Mr. J. /i. PhUipse.
Men meldt dat wijlen Zijne Maj. Willem 6pk aan de algemeens
armen en de Hérvoimde Diakonie-armen van deze Residentie belangrijke
sommen gelegateerd heeft;
Eergiateren avond 11 er, in dé zaal Diligentia, een concert gegeven door
den heer /i. DrejschockKapelmeester van Z. K. H. den Groothertog vad
Henen, en Pianist aan hét Hoi van Z. K. H. den Groothertog van Mecklen.
burg-Schwerinwaarvan de opbrengst bestemd was voor de door den brand
te Aalsmeer, onge ukkig gewortiene. Hare Maj. de Koningin en HH. KKè
HH. de Ptins en Prinses van Oranje hebben,deze schooné muzijkale soiréè
mee H. D. tegenwoordigheid vereerd, welke ook dóór eed talrijk en aan.
zienlijk publiek weid bijgewoond, dat op deze wijze de menscblievendé
poging van den conCertgever; krachtdadig heeft ondersteund.
T- Gisteren avond is ér bij Zijne Ejcc. den Baron Bols Ie Comte, Gezant
ven Frankrijk bij Het Neaerlandsche Hof, ter gelegenheid van den naamdag
van Zijne Maj. den Koning der Pranschen een zeer luisterrijk bal gehotideo
hetwelk met de tegenwoordigheid van Zijne Maj, en onderscheidene leden
van bei Koninglijkè gezin Werd vereerd, en waarop het Corps Diploma-
tique, de Minister» en een aantal Aanzienlijken, genoodigd waren. De tuin
achter het bötel van den Gezant was heerlijk verlicht. Na aSoop vati
het bal weid er een prvchtig vuurwerk ontstoken.
De Minister van Financiën zal voortaan niet meer Woensdagmaar
Donderdag om 13 ure audiëntie verleenen.
Volgens eeh overzlgt door den Minister vah Ëinnenlandiche Zaken
bekend gemaakt, blijkt, dat in 1841 voor het fonds van den Landbouw
f 533 3°ö>65 is ontvangen en eene gelijke som uitgegeven
Uit Zwolle schrijft men van den dgsteh Aprils
Heden avond zagen wij onze Stoomboot naderen, terwijl zij op bet sleep,
touw eén half masteloos schip met zich voerde, hetwelk Weldra bleek te
Zijn het Beurtschip de Jonge PlelerKapitein Boxern, varende tuischendeze
stad en Haarlem Dit schip was van Zaturdag op Zondagnacht, terwijl het
met zwaar zeil een geZigt buiten het eiland Marken op de Zuiderzeé ste
vende, door denen rukwind overvallen, die zoo hevig was, dat alle 2ei!en,
touwen en het bovengedeelté van den mast naar beneden storteden, zoodac
alleen een stuk paal van den mast staan bleef. Gelukkig werd niemand van
de aan boord zijnde manschappen gekwetst, en zoo gelukte het, het deerlijk
gehavehde schip weldra voor anker te brengen en uit de zee zeil- en touw
werk re redden. De hoop der schepelingen op de voorbij komende Kamper
Stoomboot inogt niet verwezehtlijat worden, want de Kapitein Van deze
verontschuldigde zich door de omstandigheid, dat de boot nog denzelfden
dag weder naar Amsterdam lerüg moest ed hij zich niet durfde ophouden.
Hu Wees op de Zwoiache boot, dié Weidra zoude volgen. Deze nam dan
ook net schip op het sleeptouw, en voerde, niettegenstaande hetzelve
zwaar géladeh was, het zegevierend met zich over zee en door liet Zwol-
ache diép het ZWartewater op, liet aldtls Veilig brengende In dé naven
onzer stad.
De ongewone vracht en het oponthoud bij de ontmoeting heeft de aan
komst van onze boot, slechts één uur knnnen vertragen. Óp nieuw is aldni
gebleken het groot vermogen van de stoomkracht, die deze onze boot bezit,
welke bulten twijfel behoort tot dé Schoonste jjzerén booten, dié obze
VaderlaudiChe wateren klieven;
AMERIKA.
Omtrent den Négeropstand op het eiland Cuba, bet grootste der Antilles,'
deelt een Engelsch blad de volgende bijzonderheden medes
Het schijnt dat de voorname aanleiding tot de samenspanning in bet denk*
beeld gelegen is geweest, dat dë Negers op Cuba omtrent hunne regten op
volkomene vrijheid hebben opgevat. De nabuursebtp en het voorbeeld der
Engéliche koloniën, waar de vryverklaring ten uitvoer gelegd is, hebbed
onder de slaven der Spaansóhe kolonie allerlei meer of min gegronde ge
ruchten in omloop gebragt. Allen verbeelden zicb, dat zij reeds werkelijk
vrij zij, of het ten miristó behoorden tè wezen. Sommigen beweerden, dac
de Koningin van Spanfe aan den Gouverneur vin Cuba twee brieven toege
zonden had, die hunne vrijverklaring bevalen. Anderen, van edeler gevoe
lens bezield, gaan zoo ver van te meenen, dat zij regt hebben op vrijheid,'
•Heen omdat zy even goed menschen zijn, als hunne meesters, Eenigeo
hebben hooren zeggen, dac zij vry zijn ten gevolge der eenvoudige daad
Zaak,' dat z|j na i8io in de kolonie zijn ingevoerd én alzOP in strijd mee
het verdrag met Engeland gesloten,
ïntusscnen heeft de schrife, dien de laatste gebeorténissen aan de kolo
nisten irtboezémi, maar al te zeer op de middelen van beteugeling gewerkt.
Het getal der in hechtenis genómene Negers is tot eene ontzettende hoogte'
gestegen. Meer dan vijftien honderd slaven zijn naar de plaats der sir a foef e
ning gebragt om getuigen te zijn van het voltrekken der doodstraf aan zestien'
hunner lotgenooten. Maar deze veroordeelden hebben zoo veel moed id